9759.
Maaudaa: 14 December.
A0. 1831,
^ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Fenilletoii.
Aan 't leven weergegeven
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
▼•or Leiden per 3 maanden............ ƒ1.10.
Franco per post1.10.
Afzonderlijke Nommera0.06.
Offlciëele Kenni^geyliigon,
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders ran Leideü,
Gelet op art 19 der Wet van den 19den Augus
tus 1861 (Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Natio
nale Militie;
Herinneren hen, die op den laten Januari 1892
bun 19de jaar zullen zijn ingetreden, en alzoo de
geborenen in het jaar 1873, alsmede hen, die eerst
na bet intreden van hun 19dè Jaar, doch vóór het
volbrengen van hun 20Bte, ingezetenen erjn geworden,
aan de verplichting tot het doen voor de aangifte
voor de nationale militie, in de maand Januari 1892.
Zjj geven daarbij kennis
dat, wie moet worden ingeschreven en wie vodr
iDgezeten wordt gehouden, omsohreven is bij do arti
kelen 15 en 20 van genoemde wet.
Voorts dat, door wie de aangifte moet worden
gedaan, te vinden ie in artikel 18, houdende het
voorschrift
Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven, ia verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders aan te geven tusschen den laten en
den 31aton Januari.
Brj ongesteldheid, afwezigheid of ontstontenla ie
aijn vader, 'of, is deze overleden, z^jne moeder, of,
zijn beiden overledon, zija voogd tot het doen van
die aangifte verplicht.
Nog geven Burgemeester en Wetliondera kennia:
dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden
op het Raadhuis, van dea voormiddags ld tot des
namiddags 3 nror,
op Mavndag 11 Jan., voor de bewoners van de wijken
I, n en III,
op Dinsdag 12
IV en V,
op Woensdag 13 wijk VI,
op Donderdag 14 VII,
op Vrijdag 15 p dewrjlên
VIII en TX of de buiteuwijk.
Eindelijk dat de geboorte-akten, die de belangheb
benden by de inschrijving, onder opgave dor woon
plaats van don ingeschrevene, behooren over te
leggen, dagelyks, de Zon-en feestdagen uitgezonderd,
zyn te verkrijgen ter Secrotarie dezer gemeente (af-
deeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags 9,
tot des namiddags 3 nren, wanneer tevens voor hcD,
die bier niet zyn geboren, aanvrage ter verkrijging
dier akte kan worden gedaan.
Burgomoeetor en WetboudorB voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
12 Dec. 1891. E. KIST, 8eoretaris.
De oorzaak van China's
tegenwoordigen toestand..
In z\jne reeds vermelde rede tot aanvaar
ding van z\jn hoogleraarsambt aan de Leid-
sche universiteit behandelde dr. J. J. M. De
Groot een onderwerp, hetwelk in do tegen
woordige tijdsomstandigheden wel verdient
dat er bijzondere aandacht aan wordt ge
schonken, en in verband met de verschrik
kelijke berichten, welke er in de laatste dagen
uit het Hemelsche Rijk tot ons kwamen,
wel waardig is er meer uitvoerig bij stil te
staan en het medegedeelde in broederen kring
bekend te maken.
De redenaar toch vestigde er de aandacht
op hoe niet minder dan het heden, de toekomst
eïscht dat wij, zoowel ter wille van onze
positie als koloniale mogendheid als ter wille
van de wetenschap, de studie van China en
zijne instellingen onverwijld ter hand nemen.
Het ryk immers, zoo zeide spreker, neigt
ten ondergangzijn door wanbestuur gesloopt
lichaam sleept het nog slechts met moeite
voort. De Tartaarsche dynastie, die het vóór
ruim twee eeuwen met geweld van wapenen
aan zich onderwierp en er sedert onafgebroken
den schepter heeft gezwaaid, heeft van meet
aan de staats- en regeeringsbeginselen, die
er reeds vóór het begin onzer tijdrekening
heerschten, strikter dan eenig voorafgaand
vorstenhuis tot grondslag aangenomen voor
hare binnenlandsche politiek en daarmede
tevens het vonnis geteekend van haren val.
Van haar optreden vooral dagteekent de reactie
tegen het ontwikkelings-proces, dat gedu
rende eene reeks van eeuwen langzaam, maar
gestadig, had doorgewerkt. Zulk eene reactie
nu beteekent stilstand, en stilstand is achter
uitgang, achteruitgang ondergang.
De Thai-phing oorlogen, de vreeseiyküta
wellicht, die het aardrijk ooit geteisterd heb
ben en meer dan de helft van het rijksgebied
in ontvolkte woestenijen deden verkeeren,
waren ongetwijfeld door den loop der historie
aangewezen om den val der Tartaarsche heer
schappij tot een feit te maken. Reeds had
de aanvoerder der opstandelingen zich te Nan
king als tegen-keizer doen kronen en zijne
legers noordwaarts opgezonden tot onder de
muren van Thiéntsinreeds had de verbonden
legermacht van Engeland en Frankrijk, na
den vermaarden veldtocht van 1860, Peking
ve~overd en den Zoon des Hemels vredes-
tractaten afgedwongen, toen de mogendheden,
in stede van aan de binnenlandsche gebeur
tenissen nu den vrijen loop te laten, zich tot
bondgenoot van den pas zoo vinnig bestreden
vijand verklaarden. Openlijk keerden zij hunne
politiek, ja zelfs hunne wapenen, tegen de
rebellenGordon speelde zijne roldo Ge
schiedenis zal nog beslissen of zijn optreden
tegen een eeuwenlang vertrapt volk aan do
zijde van deszelfs tirannen het ten vloek of
ten zegen is geweest. Dank zy het kanon en
do krijgskunst van den Westerschen barbaar,
werd de opstand geknakt en door de niets
ontziende Tartaarsche legerhorden verder in
stroomen bloeds gesmoord.
De aldus geredde dynastie heeft sedert haren
troon versterkt door het aanschaffen van
Europeesche oorlogsschepen en krijgstuig.
Ook heeft zij alom telegrafen aangelegd, niet
om het land tot ontwikkeling te brengen,
doch enkel en alleen om, in kortoren tijd
dan weleer, troepen te kunnen samentrekken
op elk punt, waar gevaar voor oproer dreigt.
Doch een lichaam, door tering gesloopt, houdt
zich door kunstmiddelen slechts tijdelijk op
de been; het ziekteproces gaat zijn gang en
sleept ten slotte den lyder toch ten grave.
Nieuwe opstanden staan voor de deur; de
geschiedenis van dertig eeuwen heeft over
tuigend bewezen, dat die China steeds over
het hoofd hangen als een Damocles-zwaard,
waarvan het haar, dat zijn val tegenhoudt,
na korter of langor tijdsverloop onfeilbaar
breekt. Uit de berichten, die ln den laatsten
tijd zijn overgewaaid, spreken reeds de symp
tomen van eeno naderende crisis. Binnen wei
nige jaren wellicht zullen wederom ganscho
provinciën worden verwoest, zal opnieuw
veel van de bestaande beschaving en letter
kunde onherroepelijk voor de wetenschap
verloren gaan. Dat deze dan, eor het zoover
komt, noch trachte uit die ramp te redden,
wat te redden valt 1 De kanonnen der Engel-
schen en Franschen hebben reeds voorlange
jaren irr China eene bres geschotendo weten
schap daarentegen, die de bewerking van het
dus geopende arbeidsveld sedert schromelijk
verwaarloosde, heeft krachtig bijgedragen tot
het instandhouden van den Grooten Muur
van afscheiding, waarmede de Oostersche
kolossus zich van den aanvang der eeuwen
heeft omgord. Een treurige roem voorwaar!
Zoodra de gozegde catastrophe uitbarst,zullende
Europeesche mogendheden zich wel tweemaal
bedenken, vóór zij zich weder rond den troon
van den Tartaarschen overheerscher scharen
Want deze politiek, voorheen door haar ge
volgd, heeft niets dan teleurstelling gebaard.
In stede toch van, zooals verwacht werd, den
troon te brengen tot het besef van zijne eigen
zwakheid en dus tot concessie te bewegen
aan lien, die getoond hadden zijn instand
houding of val in de hand te hebben, heeft
het gevoel van afhankelijkheid van den bar
baar eenvoudig den ouden haat aangewak
kerd en doorloopend aan het lijdelijk verzet
togen hem voedsel gegeven. Thans is men
nog altijd zóó ver, dat de Chineesche regee
ring niets liever zou zien dan dat alles, wat
uit den vreemde is gekomen, als door eene
enkele windvlaag van don bodem van het
Middenryk werd weggevaagd. Reeds sinds
jaren heeft Rusland het ryk opgenomen in
de plannen zyner politiek. Wladiwostock is
zjjn centrum van militaire en maritieme
PRU8 DER ADVERTENTIÉN:
Tan 16 regol* f 1.05. Iedere regol meer f 0.17
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
krygstoerustingen geworden, waar duizenden
krygers met eeno gansche oorlogsvloot gereed
liggen om op den eersten wenk tegen China
op te trekken. Frankryks nieuw veroverde
bezittingen in het Zuiden grenzen onmiddeliyk
aan het Chineesche gebiedzy zullen evengoed
te gehoorzamen hebben aan het onverbidde-
lyke fatum, dat elke koloniseerende mogend
heid tot gestadige uitbreiding van haar grond
gebied dwingt. Van de onvermydeiyke ver
wikkelingen tusschen beide ryken heeft men
reeds vóór een achttal jaren voorproefjes
gezien in de 'expedities tegen Formosa en
de vernieling der Chineesche arsenalen en
oorlogsschepen in de nabyheid van Fuh-
chow. De Vereenigde Staten breiden hunne
handelsbetrekkingen naar de overzyde van
den Stillen Oceaan uit in geiyke mate als
de bevolking van het Verre Westen toeneemt
ook zy dus zullen eene viool medespelen in
het drama der Oostersche toekomst-politiek.
Dat Engeland, de Koningin der Zee, die min
stens drie-vierden van allen handel aan gene
zyde van Singapore beheorscht, er den dans
zal leiden, behoeft geen betoog. Duitschland
eindelyk, hetwelk sedert 1870 zyne betrek
kingen met China zoo krachtig heeft uitge
breid, zal er, daar is geen twijfel aan, even
eens eene rol van gewicht spelen.
Geen menschenkind kent de geheimen van
de toekomst; doch het vereischt voorwaar
geone diepe staatsmanswysheid om te voor
spollen, waarop die naderende revolutie in
het Verre Oosten zal uitloopen. Men ziet hier
vóór zich het reusachtige ontwikkelingsproces
des wereldhandels, die het geheele aardryk.
reeds voor zich heeft ontsloten en thans
bezig is een isolement, dat, door politieke
kunstmiddeltjes gehandhaafd, nog China's
kracht is, in zyn laatsten schuilhoek te be
stoken. Is het denkbaar dat hy, na de gan
sche wereld te hebben veroverd, voor dien
kunstmatig opgetrokken Chineeschen muur
het hoofd zal stooten? Immers neen. Geheele
openwerping van China moet het einde wezen,
al dan niet gepaard met annexatie van een
deel des ryksgebieds door Rusland enFrank-
ryk, en onttroning der heerschende dynastie.
Een vyfde gedeelte van het menscheiyk ge
slacht zal dan in het vrye wereldverkeer
worden opgenomen, eene reusachtige uitbrei
ding van scheepvaart en handel langs de
kusten en rivieren van het vaderland dier
millioenenmassa's het gevolg wezen.
De vraag dringt zich thans aan ons op,
welke rol ons vaderland, op ééne na de
grootste natie in het Oosten, in dezen omme-
DOOR
HUGH CONWAY.
22.)
Ofschoon ik haar nu verscheidene malen
gesproken had, was ik nog niet zeer tevreden
over de vorderingen, welke ik gemaakt had.
Ik begreep, dat ik de rechte snaar harer
natuur nog niet had aangeroerd.
Zoodra de oude dienstmaagd, duenna, vrien
din, of wat zy ook zyn mocht, weer beter
was, vernam ik opeens groot nieuws. Myne
hospita vroeg my, of ik hare kamers ook
soms aan een vriend kon recommandeeren
zoo'n heer als u was zy zoo good er hy
te voegen. Juffrouw March, zeide ze, ging
wogen zy had gaarne een heer in hare plaats.
Ik twyfelde geenszins of dat was contra-
mineeren van die oude heks Teresa. Zy had
venynige blikken op my geworpen, als wij
elkaar voorbijgingen; zij had my een knorrig
antwoord gegeven, toen ik vroeg of zy her
steld was van haren val.
Om kort te gaan; ik wist dat zy my vij
andig was; dat zy myne gevoelens tegen
over Pauline ontdekt had en zich had voor
genomen tusschenbeide te, komen. Ik kon
niet ontdekken hoe ver hare macht of haar
invloed ging ten opzichte van het meisje,
maar sedert eenigen tyd hield ik haar niet
enkel voor eene dienstmaagd. Hot bericht, dat
de kamers zouden leeg komen, was eene
waarschuwing voor my, dat, zoo ik myne
liefde voor Pauline met succes bekroond wilde
zien, ik regelrecht die onaangename oude in
den arm moest nemen.
Dienzelfden avond, terwijl ik haar de trap
hoorde afkomen, deed ik eensklaps myne
deur open en stond vlak vóór haar.
feSignora Teresa", zeide ik, zeer beleefd,
„zou het u schikken even in myne kamer
te komen? Ik wenschte een woordje met u
te spreken."
Zy keek mij snel en kwaaddenkend aan,
maar voldeed toch aan myn verzoek. Ik sloot
de deur en reikte haar een stoel.
„Is uwe knie nu weer beter?" vroeg ik
deelnemend en in het Italiaansch.
,.Zy is weer beter", antwoordde zij kortaf.
„Mag ik u onderwijl een glaasje witten'wyn
schenken? Ik lieb het hier by de hand."
Teresa sloeg het niet af, ondanks ham
vyandelyke gezindheid; dus schonk ik >jaar
ec-n glas in en zag dat zy het lekkert voncj
„Is de juffer, is Signorina M>rACh wejo
Ik heb haar van daag niet gezien."
„Zy is heel wel."
„Ik wilde u eens over haar sprekendat
hebt ge zeker wel begrepen."
„Dat heb ik begrepen!"
Tenyyl zy dat zeide, wierp Teresa een
knorrigon, wantrouwenden blik op my.
„Ja", ging ik voort, „uwe waakzame, ge
trouwe oogon hebben gezien, wat ik ook niet
heb Willen verbergen. Ik ben verliefd, ay
Signorina Pauline."
„Zij is niet om verliefd op te v^zen", zeidöy
Teresa gemelyk.
„Zulk een schoon meisje moet bemjfld
wordenIk bemin haar \v\\ haar
trouwen
„Zy is niet om te tro\7r/en
„Luister eons, Teres,., jk jk wi|liaar
trouwen ik bon eep. r()k heer. Ik hebvyftig
duizend lire te ve-
.teren jaarlyks."
beihatr van inkomeni dat zeer
aa"zle" klonk in Italiaansche munt uit-
miste zyn effect niet. Zoo hare oogen
00 nog niet vriondolyk keken, terwyl zy
iny aanstaarden, haar verwondering en klim
mend respect voor zooveel geld, zeiden mjj,
dat ik haar teere punt getroffen hadde
hebzucht.
„Zeg my nu eens waarom ik de Signorina
niet trouwen zou? Zeg my nu eens by wio
moet ik my vervoegen om haar ten huwelyfc
te vragen?"
„Zy is niet voor hot huwet'jk."
Dit was al, wat ik uit d0 oude kon kry,
gen. Zy wilde my niet?, meedeelen aangaand©
Pauline's familie pf vriendCn. Zjj zeide slechts
lierhaaldelyk:
„Zy is^nir^ voor iiefde en huwelyk.
Nu my nog sights ydn weg over.
De begerige blik van Teresa, by hethooren
val> hot bedrag van myn inkomen, viel mu
liloest dus komotl tot de minder eer
volle handeling van direct omkoopenhet doel
moest het middel dan maar wettigen.
Daar ik veel op reis was, had ik gewoon
lijk eene aanmerkelyke som gelds by my.
Ik haalde myne portefeuille voor den dag
en legde twaalfhonderd gulden aan bank
papier op de tafel in splinternieuwe bank
noten. Teresa keek er naar met begeerige oogen.
„Weet gy hoeveel geld daar ligt?" vroeg
ik. Zy knikte Ik schoof haar twee bank
noten toe.
Hare tanige httttii b'ègon te krieweten, om
er naar te grijpen.
Wordt vervolgd.)