N°. 9759 Maandag 14 December. A0. 1891 Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zjon- en feestdagen, uitgegeven. SEQUAH. Feuilio Aan 't leven weergegeven. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. A/zoztdoriyk* N omspon*0 05 PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.J7 Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor hei in-jassseron bui tan de stad wordt ƒ0.19 bcrekï-d I Gemengd Nieuws. De Hooge Raad heeft gisteren verworpen het cassatieberoep van den burge meester der gemeente Amsterdam tegen een vonnis der rechtbank aldaar, waarby de Maatschappij voor Electriciteit en Metallurgie te 's-G-ravenhage is ontvankelijk verklaard in hare vordering tot handhaving in het bezit van een door haar van de vennootschap „Parkschouwburg" te Amsterdam gekocht gebouw, staande in den aan de gemeente Amsterdam toebehoorenden Parktuin, waarvan de vennootschap „Parkschouwburg" huurster was geweest, en bij welk vonnis tevens be volen werd dat de Electriciteits-maatschappij door getuigen zou bewijzen, van 25 Juli 1887 tot 15 Maart 1889 in bovenbedoeld gebouw voortdurend hare machines te hebben geborgen en hare werklieden geregeld te hebben doen arbeiden. De rechtbank te Haarlem heeft de volgende uitspraken gedaan: J. P. Bos, arbeider te Heemstede, wegens mishandeling, 10 weken gevangenisstraf S. Gedaan, huisvrouw van J. v. d. Vlugt, zonder beroep, te Haarlemmermeer, wegens mishan deling, f 3 boete of 3 dagen gevangenisstraf. Dezer dagen brak een dief 's nachts in een huis in Maida-Hill, Londen. In de keuken voorzag hjj zich van eieren en ham, nam eene koekenpan, waarin hy een en ander op een gasfornuis in smakelyken toestand bracht, voorzag zich in den kelder van eene flesch sherry en ging toen op zyn gemak zitten eten en drinken, nadat hy op den vloer een paar zakken had gelegd, om geene koude voeten te krygen. Na aldus den inwendigen mensch behoorlyk te hebben ver sterkt. ging hy eens zien wat er zooal van zyne gading was om te kapen. Hy nam drie overjassen uit eene vestibule weg en legde die in eene eetzaal gereed om straks mee te nemen; vervolgens verwyderde hij eene pen dule van een schoorsteenmantel, maar nu werd hy gestoord door het schellen der po litie aan de-voordeur. Het licht in de eetzaal had de aandacht getrokken en het huis, eene villa op den hoek eener straat, was omringd. Na lang en hevig schellen opende de heer des huizes. Men ging zoeken en vond den inbreker verscholen in den kelder. Den vol genden dag voor een rechter gebracht, ver wekten de verklaringen der politie niet weinig vroolykheid by het publiek. De kalme inbre ker lachte hartelyk mee. Een lid der rooverbende van Athanasius, die deelnam aan den aanval op den sneltrein van het oosten by Tscherkeskoi, heeft zich nu by de Turksche politie aange meld. Men heeft hem een veldwachterspost gegeven en hoopt van hem belangryke in lichtingen over de rooverbende en hare helers - te verkrygen. Uit Evreux wordt gemeld dat de 14-jarige Fontaine aldaar is gearresteerd wegens brandstichting. Het klinkt haast on- gelooflyk dat deze jeugdige misdadiger in den tyd van vier jaren 13 dergelyke mis- dryven zou hebben gepleegd. Volgens de Temps" heeft hy echter bekend. Men zou hier aan atavisme gaan gelooven, want zyn grootvader heeft voor gelyke mis daden vele jaren in den kerker doorgebracht. De burgemeester van Offen- bach, voorzitter der vereeniging voor lykver- branding aldaar, heeft van de regeering be vel ontvangen zich, desnoods.met geweld, te verzetten tegen het in gebruik stellen van den verbrandings-oven. Een A 1 g e r y n s c h ingenie ur voor spelt voor Midden-Europa een zachten, natten winter; voor Noord-Europa een kouden winter. De zomer zal zeer droog zyn. Trouw tot in den dood. Te Schertzin overleed op denzelfden dag een 90- jarig echtpaar. De Albaneezen b1y ven de schrik en plaag hunner Montenegrynsche en Ser vische naburen. Nu weder heeft eene bende van 250 Malissori, een Albaneesche stam, twee dorpen in brand gestoken en geplunderd, waarby zy vier Serviërs doodschoten en hunne lyken verminkten. Ongeveer terzelfder tyd plunderden 600 hunner stamgenooten de Servische dorpen Kniazhina, Rashtani, Dubo- kido en Osye. Men meende den moordenaar van barones Dellard te Parys te hebben ge vonden in den apothekersleerling Octave Midy, thans zonder werk, die met zyn meisje, zekere Anna Tasson (eveneens zonder werk), werd gearresteerd, maar de man bewees, dat hy op het uur van het misdrijf olders was en men is nu weer aan het zoeken. Zes bekende p a a r d e n-stoetery en in Oostenryk Hongarye zullen liquideeren. Men ziet hierin de reactie, ontstaan door de jongste sport-schandalen te Weenen en Pesth. Te Nieuw-York is Donderdag een geheel blok huizen afgebrand, waarby volgens een telegram 16 menschen zyn omgekomen. De schade wordt op 400,000 dollars geraamd. DOOR HUGH CONWAY. 20.) Het schynt my toe, dat zy zelden iets zegt tot die bejaarde geleidster of dienstmaagd, die steeds aan hare zyde is. Ik begin haar te beschouwen als een raadselhet zal my ver wonderen of ik ooit het raadsel zal op gelost zien. Een en ander omtrent haar heb ik ver nomen. Zy heet Pauline: een lieve, fatsoen- lyke naam; zy heet. Pauline March. Dus zy is eene Engelsche, alhoewel ik haarsomtyds een paar woorden in het Italiaansch hoor zeggen tot de oude Teresa, hare dienstmaagd. Zy houdt kennis met niemand en, voor zoo ver ik weet, weet ook niemand meer van haar dan ik weet. Ik weet ten minste, dat zy uit Turyn gekomen is, en dat wisten de anderen niet eens. Ik bewoon altyd nog de kamers, wachtende op de gelegenheid. Het is eene harde proef te wonen in hetzelfde huis met een meisje, dat men liefheeft en geene gelegenheid te hebben zelfs om een enkel woordje te wisselen. Die oude Teresa is er ook altyd om en by, als eene echte Italiaansche duenna. Hare donkere oogen kyken telkens achterdochtig naar my, als ik, zooals een fatsoenlyk con- tubernaal betaamt, in het voorbygaan don dames een goeden morgen of een goeden avond wensch. Verder darf die koude be leefdheden heb ik het nog niet gebracht. Pauline moedigt my ook op geenerlei wyze aan. Zy beantwoordt myn groet met een effen gelaat, van verre en zeer kalm. Het is my duidelyk, dat de liefde op het eerste gezicht tusschen ons niet wederzydsch is. Ik troost my met de gedachte, dat het nood lot nog iets voor my moet hebben wegge legd; anders zouden Pauline en ik elkander niet weer van aangezicht tot aangezicht aan schouwd hebben. Al wat ik doen kan is: achter myne dikke roode gordynen te zitten gluren by myn raam om het meisje te zien uit- en ingaan, bewaakt door die oude kat, Teresa. Ik moet zelf oppassen, dat deze my met ziet, want sedert zy my eens gezien heeft, zie ik hare felle oogen steeds op myn schuilhoekje gericht. Ik begin een hekel te krygen aan die Teresa. Intusschen, al ben ik nog niet ver gevor derd, ik leef in hetzelfde huis; ik heb ge duld genoeg en kan wachten. De gelegenheid zal eindeiyk wel komen. Ziehier hoe zy kwam I Op zekeren avond hoorde ik een val: ge rammel van porselein, dat viel, en tevens ge roep om hulp. Ik liep de kamer uit en vond Teresa op de trap liggen, te midden van de scherven van het beste theeservies van de hospita, en geweldig kermende. Nu was myn tyd ge komen Met .gepe geveinsde, liefderijke meewarig heid snelde ik haar te hulp, alsof zy myne eigen moeder ware geweest. Op de teederste manier wilde ik haar ophelpen; maar zy zonk weer ineen; zy kermde iets van: „Breek voet!" Het was duidelyk dat Teresa niet sterk was in het Engelsch-sprekendaarom vroeg ik haar in het Italiaansch waar zy zich be zeerd had. Zy straalde van vreugde, toen zy hare eigen taal hoorde, en het bleek dat zy zich zóó erg aan de knie bezeerd had, dat zy niet kon opstaan. Ik zeide haar dat ik haar naar hare kamer dragen zou en zonder veel om slag droeg ik haar de trap op. Pauline stond boven aan de trap, hare groote, donkere oogen wyd open en haar ge- heele voorkomen als van iemand, die ge schrikt is. Ik bleef even staan en legde haar uit wat er gebeurd was; toen bracht ik het oude mensch naar hare kamer en legde haar in bed. De dienstmaagd van beneden werd uitgezonden om een dokter te halen, en toen ik heenging, bedankte my Pauline bedaard, en, naar het my voorkwam, met niet zoo heel veel belangstelling, voor myne vriendelykheid. Die starende oogen ontmoetten de myne en veranderden er niet veel door. Ja, ik moet bekennen, dat myne godin iets zeer onver schilligs over zich had, maar schoon, dat was zyDie gedistingeerde, regelmatige trekken, die slanke, prachtige gestalte, dat zware, bruine hoofdhaar, zelfs die vreemde oogen! Zeker, er was op de wereld geen meisje, dat met haar te vergelyken wasl By het heengaan reikte zy my de hand, eene fijne, welgevormde, zachte hand. Ik kon my zelfs nauwelyks weerhouden er een kus op te drukken; ik kon my zelfs nauwelyks weerhouden haar te zeggen, dat ik maanden achtereen steeds aan haar en aan haar alleen gedacht had, maar behalve dat zulks zeer onverstandig zou geweest zyn by eene eerste ontmoeting, zou het des te dwazer geweest zyn, terwyl de oude Teresa daar lag, en, ondanks hare pyn, al myne bewegingen met achterdochtige kykers gadesloeg. [Vervolg ommezijde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 13