N°. 9752.
Zaterdag 5 XDeceiiitoei*.
A0. 1231.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en (Feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 4 December.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommor».0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊII:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17^.
Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor liet
incassseron baitsa de sud wordt ƒ0.10 bcrVkrzcL
Eerste Blad.
Door de alhier zitting houdende commissie
voor het geneeskundig staats-examen is heden
toegelaten voor het eerste gedeelte van het
arts-examen de heer A. J. G. Van der Upwicb.
Aan het heden door ons ontvangen be
knopt verslag omtrent het Rijks Museum van
Natuurlijke Historie te Leiden, loopende over
het tijdvak van lo. September 1890 tot lo.
September 1891, uitgebracht door den direc
teur dr. F. A. Jentink, is het volgende ont
leend
Gedurende het jaar 1890/91 heeft hei aan
het Museum verbonden personeel geene ver
andering ondergaan.
De heer J. Büttikofer heeft, gesteund door
een subsidie van de Regeering, op waardige
wijze Nederland vertegenwoordigd op het
Ornithologen-Congres, in Mei j.l. te Buda-Pesth
gehouden.
De toestand van het gebouw is allertreu
rigst en 't zoude slechts herhalen zijn van
hetgeen de directeur in zijn vorig verslag hier
omtrent opmerkte, wanneer hy er thans
verder over uit ging weiden. Genoeg zfo het
te herinneren, dat het oude gebouw een jaar
ouder en dus nog minder tot het doel geschikt
is dan 't vorige jaar.
Op de groote plaats is dezer dagen hot
gebouwtje voor het „Entfettungsapparat" ge
reed gekomen; eerstdaags zal worden over
gegaan tot het daarin plaatsen van den toe
stel, waaraan men reeds zoo langen tyd
behoefte had.
De goede verwachting, waarvan de direc
teur in zijn vorig verslag sprak, dat nml. het
bezoek van een deskundige de eerste stap
zoude zijn tot het verkrijgen van een verwar
mingstoestel in de galerijen, heeft tot nu toe
niet mogen vervuld wordenvan plannen
dienaangaande kwam hem niets ter ooren,
zoodat koude en vocht aldoor hunnen ver
nielenden invloed op het gebouw kunnen
blijven uitoefenen. De eenige goede zijde van
een en ander is, dat het verval van het oude
gebouw aldus verhaast wordt en de absolute
noodzakelijkheid om een nieuw gebouw te
stichten ten slotte iederen bezoeker bij iederen
stap steeds duidelijker wordt.
De geheele houten buitenbekleeding van de
skelettengalerij is met zoogenaamde brandvrije
verf bestreken, die, naar de directeur harte
lijk hoopt, nooit de vuurproef zal behoeven
te doorstaan 1
De beide laboratoria werden geverfd.
De kamer van den custos werd geverfd en
behangen.
Men is thans bezig om do ramen in het
Museum stuk voor stuk na te zien en slui
tend te maken.
De wijze, waarop het gebouw wordt onder
houden, laat overigens niets te wenschen over.
In het algemeen kan gezegd worden dat
de toestand van het meubilair voldoende is,
aangezien in den regel terstond vernieuwd of
gerepareerd werd, hetgeen onbruikbaar of ge
broken was.
Twee nieuwe brandkranen werden geplaatst,
ééne beneden aan de trap, voerende naar de
Insectenafdeeling, de tweede boven de pas
genoemde op de Insectenafdeeling.
In de timmermanswerkplaats werd eene
duinwaterkraan aangebracht.
In de kamer van den directeur werd een
nieuw kleed gelegd.
De brandbluschmiddelen werdon dit jaar
tweemaal nagezien, beproefd en zoo noodig
hersteld, terwijl de bliksemafleiders onder
zocht zijn en, naar den directeur gerappor
teerd werd, in orde bevonden.
De toestand der verzamelingen is in één
woord slechtdeze toestand zal steeds slechter
worden en een doel der verzamelingen wordt
met totalen ondergang bedreigd, wanneer niet
binnenkort zeer ingrijpende maatregelen ge
nomen worden. Verzamelingen van organischen
aard kunnen slechts op ééne wyze bewaard
worden, nml. in een droog gebouw. En hoe
zouden dierlijke voorwerpen kunnen bewaard
worden in slecht sluitende kasten, waar toe
gang aan schadelijke insecten en stof niet te
verhinderen is, waar groote temperatuurver
schillen en vocht de weefsels vernietigen!
Waar, zegt de directeur, in onze studeer
kamers en daar wordt wèl gestookt de
graad van vochtigheid zóó groot is, dat de
boeken beschimmelen, daar moet men zich
niet verwonderen, dat in de galerijen waar
nog altijd niet gestookt kan worden de
schimmel zóó sterk de overhand neemt, dat
sommige voorwerpen totaal onkenbaar wor
den door de vuil witte of groene kleur, door
de schimmel veroorzaakt! Wanneer in dezen
toestand niet heel spoedig verandering ge
bracht wordt, dan zoude het weldra daarvoor
te laat kunnen zyn. Wij allen doen ons
uiterste best om de collectie te conserveeren,
doch wjj staan tegenover drie machtige vij
anden, nml. brandgevaar, vocht en aanvallen
van insecten, die ons binnen niet langen tijd
zullen dwingen den ongelyken strijd op te
geven.
De mannen der wetenschap, zoo meldt het
verslag verder, benijden ons terecht de hon
derden zeldzame en typische exemplaren,
waaronder een overgroot aantal unica, stuk
ken, wier waarde niet in rijksdaalders of gul
dens is uit te drukken, en ergeren zich, dat
Nederland, het rijke Nederland! zoc weinig
over heeft voor zulke onschatbare voorwerpen
Of is dit soms te veel gezogd, waar het geldt
eene waarde van anderhalf millioen guldens
tegen totalen ondergang te beschermen? Is
het niet eene schande voor onze natie, wanneer
hier het feit geconstateerd moet worden, dat
Nederland het eenige land is, waar tot op
den huidigen oogenblik nog niet gezorgd is,
dat de schatten op zoölogisch gebied op vol
doende wijze beschermd zijn, opdat zij be
hoorlijk voor toekomende geslachten bewaard
mogen blijven!
Verliezen van aanbelang zijn niet te con-
stateeren.
Evenals vorige jaren ontving het Museum
een aantal dieren ten geschenke van de heeren
F. E Blaauw te 's-Graveland, G. S. Van der
Spruyt te Leiden, en Eduard Blaauw te Lisse,
terwijl de directeur van „Natura Artis Ma-
gistra", to Amsterdam, voortging met alles
over te zonden wat daar sterft.
Behalve grootere en kleinere geschenken
van gevers, in het verslag dankbaar gememo
reerd, mocht het Museum tamelijk uitgebreide
collecties ontvangen van dr. Vordorman, te
Batavia en van dr. Ten Kate, op Timor.
De heeren prof. Weber en Neervoort v. cL
Poll, te Amsterdam, boden aan het Museum
ten geschenke aan de door of namens hen
verzamelde dieren uit den O.-L Archipel.
Door geschenk, aankoop en ruil werd de
collectie vermeerderd met 220 zoogdieren,
1200 vogels, 260 visschen, 700 reptilen, 250
vorschen, 1250 mollusken, 230 Crustacea,
4200 insecten, 130 echinodermen en een 100-
tal wormen, sponsen en polyparién.
Door ruil voor de „Notes from theLeyden
Museum", door geschenken en door aankoop
werd de Museum-bibliotheek weder aanzien
lijk uitgebreid. Weldra zullen er maatregelen
genomen moeten worden tot vermeerdering
der plaatsruimte voor de boekenhier en daar
toch zijn de kasten meer dan vol.
Behalve dagelijks van 10 tot 4 uren, was
het Museum gedurende de zes minst koude
maanden, alle Zondagen van 12 tot 3 uren
geopend. Het Museum werd bezocht door
6296 personen.
Dat groote koude in de galerijen werkelijk
oorzaak is, dat dit aantal niet minstens dubbel
zoo groot was, kan blijken uit een in het
verslag voorkomend overzicht omtrent het
aantal bezoekers in de verschillende maanden.
Immers zien wij hieruit, dat, terwijl het
Museum van Mei tot November op werkdagen
werd bezocht door 2392 personen, de zes
maanden van November tot Mei slechts 670
bezoekers telden.
Van de Museum bibliotheek werd weder door
een aantal professoren, geleerden en studenten
gebruik gemaakt.
In den loop van het jaar verscheen deel
XII van de „Notes from theLeyden Museum".
Door de ambtenaren, aan het Museum ver
bonden, werden daarin verschillende stukken
gepubliceerd.
Met het maken van den „Catalogue" werd,
voor zooverre andere en dringender bezig
heden het toelieten, voortgegaan. De lange
en koude winter was hoofdoorzaak, dat des
directeurs in het vorig verslag uitgesproken
verwachting niet vervuld is, nml. de twee
deelen van den „Catalogue" zijn niet gereed
gekomen, ofschoon zij bijna geheel in manus
cript gebracht zijn. Zoolang er in de galerijen
niet kan gestookt worden, zoolang zal het
catalogiseeren der collectie natuurlijk den
slakkengang moeten gaan. En dezen winter be
vroren en sprongen zelfs de extincteurs in
de kasten in de galerijen!
Evenals in vorige jaren mocht het Museum
zich verheugen in het bezoek van buiten-
landsche geleerden, terwijl de hoogere amb
tenaren met tal van vakgenooten in het bui
tenland steeds eene levendige correspondentie
voerden.
Dikwyls mocht de directeur ervaren, dat
de collecties door buitenlandscho geleerden
naar waarde erkend werden en hoog staan
aangeschreven, terwijl de publicaties van het
Museum veel waardeering ondervinden.
Van de gelegenheid, aldus eindigt de direc
teur zijn verslag, om in onze Laboratoria
prepareeren en conserveeren aan te leeren,
werd ook dit jaar weder gebruik gemaakt
door mannen, die zich voorbereidden tot het
doen van onderzoekingstochten in vreemde
landen tevens werden door de hoogere amb
tenaren aan hen mondeling de noodige instruc
ties gegeven. De ervaring leerde den directeur
dat langs dezen weg het Leidsche Museum later
in den regel zeer goede vruchten plukt.
Voor het examen in de vrije- en orde-
oefeningen der gymnastiek zyn geslaagd de
heeren P. J. Staal, te Heemstede, en F.
Uittenbroek, te Leiden.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algeraeene kennis dat op 1 Februari
1892 en volgende dagen te Leiden, te Gronin
gen en te Amsterdam gelegenheid zal worden
gegeven tot het afleggen van de practische
examens van arts, vermeld in art. 2 der wet
van 25 December 1878 (Staatsblad No. 222),
alsmede te Utrecht, tot het afleggen van de
practische examens van arts en tandmeester,
bedoeld in de artt 2 en 8 der gemelde wet.
Zy, die tot de examens wenschen te worden
toegelaten vóór 1 Mei, moeten zich daartoe
vóór 25 Januari 1892, zjj, die het examen na
1 Mei wenschen af te leggen, vóór 25 Apnl
schriftelijk aanmelden bij den voorzitter der
examen-commissie, en welte Leiden, bij den
hoogleeraar dr. T. Zaaijer; te Groningen, bij
den hoogleeraar dr. D. Huizinga; te Amster
dam, by den hoogleeraar dr. H. Hertz, en te
Utrecht, by den hoogleeraar dr. T. Halbertsma.
By bedoelde aanmelding moet worden over
gelegd het getuigschrift, waaruit blykt, dat het
theoretisch geneeskundig examen met goed
gevolg door de examinandi is afgelegd, of dat
zy aan eene Nederlandsche Universiteit den
graad van doctor in de geneeskunde hebben
verkregen of tot de promotie in dit vak zijn
toegelaten.
Zy, die tot het eerste gedeelte van het
examen wenschen te worden toegelaten moeten
bovendien de verklaring overleggen van een
hier te lande bevoegd geneeskundige, dat zjj
gedurende minstens twee jaren de genees-en
heelkundige behandeling van zieken gevolgd
hebben, en zy,. die tot het tweede gedeelte
van het examen wenschen te worden toege
laten, moeten het bewys overleggen, dat zjj
het eerste gedeelte met goed gevolg hebben
afgelegd en, in tegenwoordigheid van een
bevoegd verloskundige hier te lande, minstens
tien gewone en twee buitengewone verlos
singen hebben verricht.
Door den gemeenteraad te Leiderdorp is
benoemd tot gemeente-geneesheer de heer
dr. W. P. Yan Rhyn en tot gemeente-keur
meester de heer A. Van Leeuwen, ryks-veearts.
De heer "W. A. Keers, canö. tot den
H. D. by het Provinciaal kerkbestuur van
Gelderland, heeft voor het beroep tot pred.
by de Ned.-Herv. gemeente van Hoogmade
bedankt.
Door den gemeenteraad van Boskoop is
afwyzend beschikt op een verzoek van do
vereeniging „Schuttevaer", om ten behoeve
van de drukke scheepvaart in de Gouwe
remmingwerken te maken; het werd afge
wezen omdat het beheer over dat vaarwater
niet by de gemeente berust.
Voorts benoemde de Raad tot onderwyzer
den heer J. Kroon, te Monnikendam, op een
salaris van f 450, met ƒ50 verhooging na een
jaar in dienst te zyn geweest.
Voor militaire oefeningen, waarvoor zich
15 jongelieden hebben aangemeld, werden,
buiten de schooluren, twee lokalen beschik
baar gesteld, tegen vergoeding door het ryk
van /I per oefening.
Omtrent de gisteren in het „Hotel Keizers
hof" te 's Gravenhage gehouden tweede byeen-
komst van katholieke Kamerleden is de
volgende mededeeling aan de katholieke
bladen verstrekt:
De vergadering van katholieke leden zoowel
van de Eerste als van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal heeft na hoofdeiyke stemming
met algemeene stemmen het volgend besluit
genomen
„De vergadering,
„Overwegende dat er omtrent de vraag, of
de katholieke party in beide Kamers tïer
Staten-Generaal al dan niet leidende begin
selen in een program behoort te formuleersn,.
geene overeenstemming by de leden der ver
gadering bestaat;
„Overwegende dat daarentegen allen tob
eendrachtige samenwerking, waar het katho
lieke belangen aangaat, bereid werden gevon
den, besluit:
„lo. De katholieke leden van de Eersteen
do Tweede Kamer der Staten-Generaal ver
eenigen zich tot het houden van byeenkoinsten
ter bespreking van katholieke belangen in
verband met hun werkkring;
„2o. De leden van elke der beide Kamers
regelen onder elkander zelfstandig den vorm
dier byeenkomsten
„3o. Onverminderd het bovenstaande, wordt
het recht der leden, om tot andere vereeni-
gingen, met name tot de reeds bestaande
„Centrumsclub", toe te treden of te blyven
behooren, ten volle erkend."
De gemengde commissie voor de Steno
graphic uit de beide Kamers der Staten-Gene
raal hoeft, ter vervulling van de beide be
staande vacatures, in de Stenographische in
richting benoemd tot Stenograaf, met ingang
van 1 Januari 1892, de heeren H. E. P. Coops
en P. J. B. Lampe.
Het plan bestaat nog in het laatst dezer
maand eene buitengewone vergadering der
Provinciale Staten van Zuid-Holland te houden
ter behandeling der zaak van de Krankzinnigen
gestichten.
-Het maken van tentoonstellings-gebouwen
en andere werken voor de internationale
Sport-, visschery- en paardententoonstelling,
te Scheveningen in 1892 te houden, zal ge
schieden door de heeren "W. B. Van Liefland,