N°. 9742. Dinsdag 24 November. A". 1201. €ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Dit nommer bestaat uit. TWEE Bladen. Premie voor de Jeugd. Mannen van Sta-vast, Janmaat in de Oost, Leiden, 23 November. ,EIDSCH DAGBLAD. omgeving van de pomp by de Pieterskerk aan de zijde van het Pieterskerkhof, togenever de Muscadelsteeg. Van deze pomp wordt weinig gebruik ge maakt, terwijl het water nadeelig is verklaard voor do gezondheid. B. en Ws. geven daarom in overweging hon to machtigen tot de wegneming van de bedoelde pomp over te gaan. De commissie van financiën rapporteert het volgende omtrent de in hare handen ge stelde voordracht van B. en Ws. van 5 Nov. 11. tot vaststelling eener suppletoirs begrooting voor 1891. De voorgestelde verhoogingen steunen ge deeltelijk op besluiten, reeds door den ge meenteraad genomen, zoo do verhooging der Volgnrs. 76, S2, 99 en 112. Ten aanzien der overige Volgnrs. lCi-1», 113, 156, 159 er, 170 zal do Kaad alsnog over do noodzakelijkheid of wenscheliikheid der verhooging hebben te beslissen. Het ligt niet op den weg van de commissie, den Raad daaromtrent te advi- seeren. Intusschen geeft het onderzoek der cijfers haar aanleiding tot do volgende op merkingen. Op Volgn. 156 zou de commissie eenige nadere toelichting hebben gewenscht, nl. op gaaf sedert wanneer do rente op de nieuwe leening is verschuldigd en betaald. Wat aangaat do middelen, welke gesteld moeten worden tegenover de verhooging der uitgaven, zoo meent do commissie dat aller eerst in aanmerking komt afschrijving van den post „Onvoorziene Uitgaven," voor zoover deze nog reikt. Naar hare meening is daarop nog 684 ongebruikt. Zij geeft dus in over weging, dit bedrag allereerst tot dekking te bestemmen. En nu wat het overigo betreft. Burg. en Welhs. zeggen in hunno voordracht, geeno posten te kunnen aanwijzen, waarvan overschrijving zal kunnen plaats hebben. Daarvoor alleen wordt gemotiveerd het voor- stol van don post „andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende." Dat er op dien post waarschijnlijk meer dan de raming zal worden ontvangen, blijkt niet. Onder deze omstandigheden acht do finantiëele commissie het hoogst ongewensclit, tot verhooging van dit Volgn. 41 over te gaan. Zij spreekt de hoop uit, dat Burg. en Weths. alsnog posten mogen aangeven, die, hetzij door te verwachten hoogero opbrengst of door vermoedelijk min dere uitgaaf, speling zullen laten. In vroegere jaren is aldus gehandeld, en do commissie meent dat er ook dit jaar wel dergelijke poston zjjn te vinden. Voor hot geval, dat dit niet geschiedt, kan de commissie niet anders dan den Baad in overweging geven Volgn. 41 met het vor- eischte bedrag te verhoogen. Zij doet dit echter noode, overtuigd als zy is, dat het bedenkelijk is te besluiten tot verhooging van een begrootingspost, zonder dat de feitelijke gegevens eenig vooruitzicht openen, dat die verhoogde raming werkelijkheid zal worden. Onder overlegging van de aanbevelingen van do commissie voor de Bewaarscholen, waarmede zy zich vereenigen, verzoeken B. en Ws. den gemeenteraad tot de benoeming van twee ledon dier commissie over te gaan, ter vervulling van do vacature, welke is ont staan door het aan don heer H. J. Bool ver leend eervol ontslag, wegens vertrek uit de gemeente, en van die, welke den laatsten der volgende maand ontstaan zal door de periodieke aftreding van dr. H. Treub. Ter vervulling der vacaturo-H. J. Bool worden aanbevolen do heeren A. L. Do Sturler en H. C. Juta, en ter vervulling der vacature- Trcub de heeren dr. H. Treub en dr. A. Nykamp. B. en Ws. loggen aan den gemeenteraad over eeno voordracht van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs ter benoeming van twee leden dier Commissie, voor de vervulling van de vacatures, welke ontstaan zyn door het aan de heeren dr. J. H. C Kern on ar. W. Pleyte verleend eervol ontslag. Op do voordrachten staan lo. dr. H. Treub en dl'. K. Horst; 2o. dr. J. W. Muller en mr. E. De Vries. In hmden der Kaadscommissie voor de Huishoudelijke Verordeningen zijn gesteld het ontwerp eener verordening, regelende den werkkring van de Commissio voor het Oud-Archief en het ontwerp eener instructie van den archivaris. Over hot algemeen kan zy zich met beide volkomen vereonigen. Slechts ééne wijziging in hot laatst ge- r.oemdo komt haar gewenscht voor. Art. 5 der instructie kent den archivaris do bevoegd heid toe, inzage of afschriften van stukken te geven, als hy daartegen geen bezwaar heeft, en schrijft hom voor, ingeval van twij fel de commissie te raadplegen. Naar het do commissie voor de Huishoude lijke Verordeningen voorkomt, is eene afzon derlijke regeling noodig voor het geval, dat inzago wordt gevraagd van stukken, welke in geschillen togen de gemeente zouden kun nen worden gebezigd. De gemeente, als bewaarster niet slechts van hare eigen bijzondere papieren, maar tevens van voor het publiek bestemde regis ters, zal ook dan niet altyd inzage en afschrift kunnen weigeren, maar de beslissing, of zij die zal verloenen, behoort in elk geval alleen bij Burg. en Weths. te berusten. r» comm ssie voor de Huish. Veroid. geeh. den Raad dus in overweging, aan art. 5 eene alinea toe te voegen van dezen inhoud: „Wordt de inzage of het nemen van afschrif ten gevraagd door of voor personen of licha men, die, naar de archivaris weet of vermoedt, betrokken zyn of kunnen worden bjj toe komstige of reeds gerezen geschillen, welke rechtstreeks of zijdelings het gemeentebelang raken, dan wordt door hem de beslissing in geroepen van Burg. en Weths. en geeft hy daarvan, alsmede van hunne beslissing, ken nis aan de commissie." Behoudens deze wijziging adviseert de huish. commissie tot vaststelling van de Verordening en do Instructie overeenkomstig de ontwerpen. B. en Ws. kunnen zich hiermede vereenigen en adviseeren den Raad in denzelfden geest. Blijkens mededeeling van de Commissie van Fabricage kan een der huisjes in het Elisabethshof niet verhuurd worden dan na dat daaraan dringend noodzakelijke horstellin gen zyn verricht, waarvan de kosten worden geraamd op ƒ75. Op den betrekkelyken post der begrooting voor dit jaar is die som evenwel niet meer beschikbaar, zoodat B. en Ws den Raad verzoeken hun te willen machtigen tot do uitvoering van de bedoelde herstellingen over te gaan, ïullonde te zyner tyd een supple- toiro begrooting of staat van af- on over schrijving tot vinding der kosten ter vast stelling worden aangeboden. Ds. S. Kutsch Lojenga, predikant by de Doopsgezinde gemeente alhier, herdacht gister ochtend in de godsdienstoefening in het kerk gebouw dier gemeente zijne 25-jarige ambts vervulling als predikant. Hy had tot tekst voor zijne rede gekozenRomeinen 8, verzen 38 en 39. Den lsten December a. s. zal het 25 jaar geleden zyn dat onze geachte stadgenoot do heer K. F. L. Van der Woerd, amanuensis aan j het Fhysiologisch Laboratorium alhier, zjjne betrekking aanvaardde. Voor het examen lager onderwijs art. 65, wiskunde, is geslaagd do heer H. Gouwen- tak, van Leidon. I Ter aanvulling van ons bericht van Vrijdag diene, dat de heer B. D. Eerdmans by zjjne PRIJS DEZER COURANT: Voor Leideo per 3 maandon1.10. Franco per poet1-40. Afzonderlijke Nommors0.05. Eerste Blad. Het buitengewone succes, waarmede onze Prentenboekjes door de Abonné's zijn ont vangen, beeft den Uitgever, mede met het oog op St.-Nicolaas, doen besluiten, eene premie te geven voor de meer gevorderden. Hy heeft daartoe bet oog laten vallen op de Historische Verhalen van P. Loüwbkse: of dc Oost-Indische Compagnie onder den Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Koen, EN of vestiging van bet Nederlandsch gezag op Celebes twee ge chiedkundige verhalen voor oud en jong Nedeiland. Het is bekend welk oen prettig en onder houdend verteller de heer Louwebse is. Met graagte werden zijne werken door de jeugd ontvanger., maar ook door ouderen worden ze gaarne gelezen. Uit elk zyner werken blykt welk een vurig vereerder van Nederland in zijne dagen van worsteling en kracht de schrijver is, en hy is er stellig van overtuigd dat het voorbeeld der Vaderen krachtig werkt op liet tegenwoordige geslacht. Wordt in „Mannen van Sta-vast" de tijd van den gouverneur-generaal Jan Tieterszoon Koen geschetst, in „Janmaat in de Oost" wordt oen tafereel gegeven uit het leven van een zijner opvolgers, Joan Maetsuvker, niet zoozeer omdat de schrijver dezen beschouwt als de evenknie van Koen, maar wel omdat er onder diens langdurig bestuur van 1653 tot 1678 genoeg voorviel, dat vermelding verdient. De bon, waarmedo deze geïllustreerde, leerrijke en gezellige geschiedkundige verhalen aan ons Bureel, elk tegen betaling van 85 Cents, kunnen worden afgehaald, zal binnen enkele dagen in ons blad worden afgedrukt. Het oone deel telt 213 en het andere 196 bladz. De gewone handeisprys is 1.60 per deel. Blykens een by B. en Ws. ingekomen rapport van don gemeente architect zijn er gedurig klachten over verontreiniging van de 37*©mille> t^s»x±. Niet meer alleen. 2.) „Dit is uwe kamer! Gij hebt do morgenzon en zoo weinig mogelijk last van de werk plaats. Leg uwe reistasch afUw koffer komt zeker met de post? Uitstekend." Keller had nauwelijks den tijd om rondom zich te zien, toen Zeilinger reeds eene deur van liet aangrenzend vertrek opende, en, op de jachtgereedschappcn wjjzend, zeide: „Aan de overzijde begint myn jachtveld; ik kan u dezen dubbelloop, dit vogel roer aan bevelen. Kellor was echter geen jager en kon dus alleen de fijne bewerking bewonderen. „Als gij u gewapend hebt, volgt de hond u ongeroepen." De hond begon te kwispelstaartenhy scheen de woorden van zyn meester te verstaan. „Ook behoort mij het vischrecht zoo ver ge zien kunt, en hier vindt gij het noodige viscb- tuig. Lectuur heb ik buiten de boeken over myn vak niet, alleen de courant. Mijn oude Leopold is aan het bevolen wórden gewoon. Leopold!" Dadelijk verscheen cr een man, wiens u.terlyk geheel den trouwen dienaar deed kennen. „En hier vindt gy tabak en sigaren. Om twee uren wordt er gegeten. Tot weerziens Daarmee ging Zeilinger zyns weegs en liet den professor alleen. Kalm, ais had hij geen gast, keerde hy in de werkplaats ten#. Keiler was door deze ontvangst verrast. Zeilinger had alleen het woord gevoerd en hem geene gelegenheid gegeven om de ge bruikelijke beleefdheden te zeggen, en dat, terwijl hy toch niet woordenrijk was ge weest. Het was onmogelijk met minder woor den iemand meer te zeggen of aan te wijzen. Gastvrijer kon hjj niet ontvangen worden en toch was hem geen stoel aangeboden. Hy was te voet gekomen, had twee uren geloopen en liet duurde nog drie uren eer het etenstijd was en toch was hem geenerlei verkwikking aangeboden. Keiler vond de ontvangst vreemd. Het scheen dat zijn gastheer een plicht vor- vulde, maar dat de gast hom onverschillig was. Hy begreep dat hy met een zonderling te doen had. Gelukkig kwam Leopold weer te voor schijn. Hy noodigde Keiler uit, zich door een j warm staalbad te verfrisschen, hetgeen onge meen versterkend was, zooals hy zeide, en daarna eenige spijs te gebruiken, wat dan uitstekend smaakte. Keiler liet zich een en ander gaarne wel- gevallen, stond ongemeen veikwikt van tafel op en kortte zich den tyd tot het middag- maal door eene wandeling in het omlig ger.de buut. Toen hy tegen etenstjjd weer in den vollen miduagglans op den open weg trad, vond hy dc zou stekend. Dat voorspelde onweer, hoe wel aan do blauwe lucht boven het dal zich nog geeno dreigende wolkon vertoonden. Herhaaldelijk had de etensbel zich doen hoörcu. In verschillende afdeelingen spoedden do werklieden zich. naar den maaltijd. Ein delijk zouden gast en gastheer elkaar weer ontmoeten. Er was slechts voor twee gedekt. Keiler kon eene vraag niet terughouden. „Geene vrouw?" zeide hy. „Ik ben ongetrouwd",antwoordde Zeilinger kortaf. Keiler voelde dat hy een ongelukkig onder werp had aangeroerd, zag voor zich op zyn bord, en toen hy later weer opkeek, liet hy zijn blik, zonder zyn dischgonoot aan tezien, door de kamer zwerven. Het was een ver- wulfd vertrok, groot en ruim, en in het groote boogvenster ontdekte hjj eene afgesloten deur, PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel moer /"0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor bot incasseeren buiten de 9tad wordt ƒ0.10 berekend. welke naar buiten leidde en daarvoor de beide linden, welke bij voor de kapel gezien liad. „Maar, meneer Zeilinger", zeide hij, „tafelen wy in uwe huiskapel?" „Ja, zeker", antwoordde hy lachend. „Ik kon de grootste en mooiste ruimte niet meer ontberen, sinds ik mijne opzichters in huis heb moeten nemen. De jachtkamer is tevens mijne kamer. Eenige vertrekken moet ik steeds voor myno handels- en andere vrien den openhouden, wyl hier uren in liet rond geen logement te vinden is. Hoe ik vrouw en kinderen zou huisvesten, weet ik niet. Het huis is niet ruim. En bovendien is dit liet koelste vertrek, want het wordt hier in den zomer ondraaglijk warm. Ook wordt de kapel sinds lang niet meer voor gods dienstoefeningen gebruikt." „Het verwondert my toch hoe go te mid den van eene zoo vrome bevolking zulk eene ontheiliging hebt durven wagen." „Ik heb den pastoor van Waldkirchen, onzo parochie, in den arm genomen. De oude lieer, een zeer welwillend man, zeide mij dat de kapel privaat eigendom was, waarop de kerk geenorlei aanspraak kon doen gelden." {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1