Ttceede Kamer. De beraadslaging over de Indische begrooting werd ingeleid door den heer Bool, die zjjn genoegen betuigde over de bedachtzame wijze, waarop do minister, zonder overijling, hervormingen tot stand wil brengen na vooraf de Indische adviezen te hebben afgewacht, meer bepaaldelijk ten aan zien van do koffiecultuur en het opium. Deze toch zjjn de hoofdschotels van het Indisch budget, zoodat de grootst mogelijke voorzich tigheid daar wel noodig is. Spreker dankto den minister ook voor do verkrijging van het opium-rapport van den heor Groeneveldt en bracht huldo aan de uitstekende wijze, waarop die heer zich van zijne taak heeft gekweten. In het licht van dat rapport betuigde hij zjjne teleurstelling er over, dat de Gouverneur- Generaal nog niet overtuigd is van do nood zakelijkheid der versterking van het politie wezen op Java. "Wat de voorgenomen admi nistratieve enquëto betreft, als zjj geene stoornis in de aan te brengen bezuinigingen brengt en niet de kapstok wordt, waaraan do hervormingen zullen worden opgehangen, kan lijj daarmede vrede hebben, mits de daaruit voort te vloeien veranderingen en verbeterin gen later uitgaan van het hoogsto gezag in Indiê en niet van den persoon, die de enquête instelt. Den finantiëelen toestand besprekende, wees spreker er op, dat de ongunstige resul taten het gevolg zjjn van het vroeger toe gepaste ongelukkige stelsel om buitengewono uitgaven door gewone inkomsten te dekken. Verlaat men dat stelsel en keert men terug tot behoorlijke scheiding tusschen gewoon en buitengewoon, dan zullen ook de tekorten op den gewonen dienst verdwijnen. De voor genomen leening wil de minister ten laste of ten name van Indié brengen met garantie door den Staat. Dit nu acht spreker niet in overeenstemming met den bestaanden toe stand; het is ook de eerste verkeerde stap tot afscheiding van de koloniën. Zoolang Indiê niet onafhankelijk is, moet Nederland de leening to zijnen laste nemen en voor rente en aflossing zorgen. De minister, hoopt spre ker, zal nog wel eens te rade gaan met do beginselen van billijkheid en die, welke een goed huisvader tegenover Indiê betaamt. De heer Pjjnacker Hordijk ondersteunde eveneens 's ministers voorzichtig beleid, maar verwachtte van de voorgenomen enquête om te komen tot bezuiniging in de bestuurs organisatie niet veel heilmeer verwachtte hij van een krachtig optreden van den mi nister en de Indischo regeering en veel van versterking der middelen en van het pro ductief vermogen. Spr. wil verhooging van invoerrechten, vooral van luxe-artikelen. Vooral van aanleg van bevloeiingswerken verwacht hij veel voor Java's welvaart. Hy zal de koffieplannen afwachten, maar vraagt voor de inlanders meer vrijheid, ten behoeve der particuliere industrie. De heer Van Nunen betoogde dat, om in Indié te hervormen, eerst een eindo moet gemaakt worden aan den ongezonden finan tiëelen toestand met zijne tekorten. Hij op perde het denkbeeld van het zenden van een regeeringscommissaris naar Indiê. De heer Kielstra protesteerde krachtig tegen het afbreken van den gouverneur van Atjeh in de Indische pers, wat hij onvaderland lievend noemde. De geschiedenis leert dat men in Indiê geene rekening mag houden met intriges van malcontenten tegen koogge plaatsten. Omtrent do Atjeh-politiek spreekt hjj geen oordeel uit. Eene politieke fout acht hjj de blokkade, maar nog grooter fout tel kens van stelsel te veranderen. AVel wenscht hjj voorbereiding eener scheepvaartregeling; van eene bezuinigings-enquéte verwacht hij weinig heil, tenzij die geleid worde door den gouverneur-generaal, met de hoofden van ge westelijk bestuur als adviseurs. De heer Guyot bestreed de uitgave voor bestrijding van den opium-smokkelhandel ter zee en den aanmaak van nieuwe marine schepen, onafhankelijk van het rapport der staats-commissie. De heer Lovyssohn Norman rangschikte zich onder de vervelende specialiteiten, die altijd op hetzelfde aanbeeld slaan. Zjjns inziens kan tot verbetering van Java's economisehen toestand niet zoozeer strekken de uitbreiding der particuliere koffieteelt, welke tot roofbouw leidt, waarvan do inlander de dupe wordt, maar veeleer de beperking van de heeren en dessadienstcnde conversie van het com munaal in het individueel bezit en de beteu geling der ovennacht van de vreemde Ooster lingen. Het heeft spreker altijd verbaasd, dat men hier te lande zq» sterk tegen de conversie van het communaal bozit was, die moet voor komen dat er eene klasse vau proletariërs ontsta. Ten onrechte zoekt men zijn heil in elasticiteit van de heorendionsten. Het eigen bezit in eigen dessa slechts kan eene midden klasse scheppen, waarin ook voor Indie de kracht der maatschappij ligt. Wat aangaat de beteugeling van de overmacht der vreemde Oos terlingen, zoo moeten de Chineezen, hoe goede elementen op zichzelf als arbeiders, niet als landheeren optreden of in de inlandsche maat schappij zich niet mengen. Dan worden zjj eene ramp voor Indiê. Als middelen tot ver betering kunnen strekken de invoering van de opium-regio; vervanging van de pacht der pandjeshuizen door Banken van Leening afschaffing van de tabakspacht op West-Java en van die voor karbouwen en de rum. De pacht op de dobbelspelen en de varkenspaebt drukken daarentegen op de Chineezen. Het passenstelsel beteekent voor hen niets, maar slechts de groote on binnenwegen moeten voor hen opengesteld worden. Hun moet geen grond in erfpacht worden gegeven. Spreker bestreed voorts twee redevoeringen van den heer Cremer, gehouden in de Kamor en in de „Liberale Unie," door welk laatste op treden zij den stempel van het liberaal-kolo niaal programma hebben gekregen. Evenzeer bestreed spreker de wijze, waarop het beginsel van decentralisatie door den heer Cremer wordt opgezet. Hy wil dat boginsel zóó, dat het Gouvernement meer vrijheid zou laten aan de residenten in de benoeming van in landsche hoofden en de vrijstelling van land rente enz. door het instellen van gewoste- lyke raden. Aan den minister bracht spr. hulde voor hetgeen deze gezegd heeft omtrent de uitga ven, en wat de inkomsten betreft, herinnerde hij aan de vroeger door hem uiteengezette denkbeelden dienaangaande, welke wel'onge rjjmd zjjn genoemd, maar die heden door den heer Pijnacker Hordijk toch in hoofdzaak zijn beaamd: verhooging der rechten op lijn waden op Gambierverhooging der successie rechten en invoering van het hoofdgeld ook voor Sumatra's Westkust. De heer Geertsema betuigde mede zijne ingenomenheid met het optreden van dezen minister. Spreker bepaalde zich tot de bestrij ding van het enquête-denkbeeld. De Gouv.- Generaal kan zelf het noodigo doen om aan do geldverspilling met liet materieel een einde to maken. Decentralisatie is echter noodig; zjj kan geleidelijk geschieden door to beginnen met do instelling van gewestelijke raden, die zekere zelfstandigheid behooren te bezitten. De heer Land wees er op, dat als eene der voornaamste oorzaken van do grooie sterfte onder de inlandsche matrozen, aan boord van het blokkade-eskader te Atjeh, het gemis aan logies beschouwd moet worden. Met genoegen heeft hjj gezien dat bij den bouw van nieuwe schepen daarop gelet is. De voeding is reeds veel verbeterd, maar het personeel, dat vor- moeienden dienst heeft, moet meer worden afgewisseld, terwijl de blokkade meer met gematigdheid en verdrag moet worden ge handhaafd. Do heer Van Vlijmen kwam terug op het door den heer Lèvyssohn Norman besproken punt, van het overwicht der Chineezen in Indiê. De Chinees is een individu, dat den Javaan exploiteert en uitzuigt. Zij vormen een Staat in don Staat en wien hot welzijn van Java ter harte gaat, moet allereerst bedacht zjjn op fnuiking van de macht en den invloed der Chineezen, waaromtrent spreker zich op go- zaghebbende autoriteiten beroept. Het aantal Chineezen bedraagt thans reeds 237,000 op Java en Madoera, en 447,000 over de ge- heele kolonie. Daarbij komt dat de Chineezen zich dikwijls vijandig tegenover het Nederlandsch gezag hebben betoond. Het landbezit en het verblijf der Chineezen in hot binnenland zijn, sedert op dit kwaad de aandacht gevestigd werd, niet beperkt; hun macht en invloed zijn slechts toegenomen, ondanks veler waarschu wingen. Er behoeft geene razzia gehouden te worden, geene vervolging plaats te hebben, maar bezadigde maatregelen moeten genomen worden, in het moreel en materieel belang der bevolking. Dit kan in verband gebracht worden mot de op til zjjnde veranderingen in het opiumstelsel. Dinsdag te halftwee komt de minister van koloniën aan het woord. Gomongd Nieuws. Het lijk van den onbekenden man, hetwelk onder de gomeente Hazerswouda in den kant der spoerbaan is gevonden, is her kend afc dat Tan Johannes Wiilem6, drager van het Metalen Ivruis, sedert kort woon achtig te Leiden, in de Mirakelsteeg No. 2 A. 'Het te Scheveningen gestrande Belgische scheepje „Octave", gevoerd door schipper P. Yalcke, is goed en wel in zee gekomen en naar Hejjst vertrokken. Naar het „Vad." meldt, zwerven sedert eenige dagen in de residentie een paar knapen rond, hier en daar aanbellende en aan de meid vragendeom antwoord op de schoe- nenbestelling van de heeren Paanakker Co. uit de Veenestraat. In don regel weet de meid van niets en gaat naar binnen om mevrouw inlichtingen te vragen. In dien tijd nemen de knapen hun kans waar en stelen uit do gang jassen, hoeden, regenschermen en wat erJ verder to kapen valt. Een agent van politie te Haarlem was belast met het overbrengen van een vrouwspersoon naar Alkmaar. In den trein kwam het tweetal in aanraking met eon militair van het Indische leger, die pas had geteekend, alzoo veel gold had en zeer royaal was. Deze trakteerde gevangene en geleider, dronk zelf braaf mede, en tamelijk beschonken kwam men te Alkmaar aan. Hier werd nog eene herberg bezocht, waar de traktatie werd voortgezet, met het gevolg, dat ze later zwaaiende over Alkmaars straten liepen en gezamenlijk werden gearresteerd. Voor den agent had de traktatie ontslag uit zijne be trekking ten gevolge. In het Nederlandsche museum voor geschiedenis en kunst te Amsterdam, zijn Donderdag twee op ivoor gegraveerde portretjes van Oldenbarnovelt en van Cornelis Do AVitt ontvreemd. Van den diefstal wordl verdacht de Pransche oplichter, die dezer dagen als pseuao gezantschapsattaché zjjn geluk bij een Amstordamschon juwelier beproefde. Een erg royalen slag heeft hij in het Museum niet geslagen, want de portreljes vertegenwoor digen elk nauwelijks eene waarde van ƒ00. Aan de ,ICop van 't land" onder Dubbeldam had gisteren een ongeval plaats. Bjj hot uitwerpen van een anker geraakte nl. een 18 jarig jongeling van Sliedrecht te water en verdronk. Zjjn lijk is nog niet opge- vischt. Te Arnhem s G h y n t men v a n de zoo gevaarlijke angina diplitherina maar niet te kunnen afkomen. In October kwamen er weor 12 gevallen voor met niet minder dan 7 sterfgovallen. Een groote brand brak Woensdag nacht uit te Bussering, gemeente Beesel, bjj den landbouwer A. H. Zijno 10-jarige dochter bekwam ernstige brandwonden en overleed aan de gevolgen. Alles was verzekerd. De heer K. Pander zal dit seizoen weder aan de wedstrijden in het schaatsen rijden deelnemen. Do reeds meermalen vermelde Zweedsche roeier-journalist Uddgren, die ook Loiden bezocht, is Zaterdag te Londen aange komen. Zijn bootje hoeft hij echter te Calais achtergelaten, daar het weer voortdurend te onstuimig was om het Kanaal over te steken. Toch heeft hij dit tweemaal gewaagd, maar was telkens genoodzaakt de hulp van eene loodsboot in te roepen om in de haven van Calais teruggebracht te worden. De nachttrein van Chicago naar Milwaukee is op 12 dezer geplunderd. De dieven schijnen op het voorlaatste station in den trein te hebbon plaats genomen. Toen de trein do prairie bereikt had, op ongeveer 23 mijlen afstands van Milwaukee, dwongen zjj liet machine-personeel met den revolver op de borst, den trein tot staan te brengen. Daarna deden zij een portier van het post- rijtuig met dynamiet springen en gelukte het hun den beambte door bedreigingen er toe te brengen, de geldkisten te openen. Twee der kisten, welke zij niet konden open krijgen, wierpen zij buiten den trein. Later vond men die in denzelfden toestand langs den weg, daar het den roovers ook nader hand niet gelukt was, die kisten te openen. Do dieven voerden ongeveer 5000 dollars als buit medoen deze had veel grooter kun nen z(jn, daar de geldswaarden, die de banken te Milwaukee dagelijks uit het oosten ont vangen, geregeld met den nachttrein verzon den worden. Op den spoorweg van Losowo naar Sebastopol is een goederentrein ontspoord. Acht wagens verbrandden en verscheidene beambten, die tusschen het puin beklemd waren geraakt, werden verschrikkelijk gewond. Uit Damascus wordt gemeld dat de cholera aan het afnemen is. In de vorige week waren er 136 slachtoffers. De epidemie bleef beperkt tot de streek ten Oosten van den Libanon. .In de Syrische havens kwam zij niet voor. Tweede Kamer. Afdelingsverslagen. By het onderzoek der voorgedragen bekrachtiging van provinciale be lastingen werd algemeen de verwachting uit gesproken, dat de Eegeering spoedig een ont werp zou indienen, houdende algemeene regels ten aanzien van provinciale belastingen. Met liet oog op den moeilijken finantiëelen toestand van Friesland werd tegen het geven eener bijdrage in de kosten eener harddraverij be zwaar gemaakt, hetwelk evenwel niet ge deeld werd door sommige leden, die daarvan voor de verbetering van het paardenras nut verachtten. Men achtte het voor het vervolg wenscheljk het stellen der voorwaarde, dat een vreem deling, alvorens benoemd te worden tot officier bij het Indische leger, zich behoorde te natu- raliseeren, althans na zjjne benoeming natu ralisatie behoorde aan te vragen. Aan do Eegeering werd gevraagd hoe zij denkt te voorzien in het dreigend plaatsgebrek, nu het Rijkskrankzinnigengesticht teMedem- blik gevuld is. Een wetsontwerp is voorgedragen tot ont eigening voor don aanleg van eene straat in de gemeente Nieuwer-Amstel, aanvangende aan den Overtoomschen weg, leidende van uit de H. G. Kosterstraat in noordelijke richting naar de Nieuwe Weteringstraat. Nieuwer-Amstel zal daardoor met de overige wjjken dezer gemeente worden verbonden. De verbetering van dezen toestand zal de uitoefening van eene goede politiezorg bevorderen. Het Kruis der nieuw in te stellen „Orde van Oranje-Nassau" komt, blijkens de af beelding, in stjjl, model en versiering het meest overeen met hetonderscheidingsteeken der Belgische Leopoldsorde. Het teeken van onderscheiding voor de ver schillende klassen is: Voor de Grootkruisen eene achthoekige zilveren ster, hebbende in bet midden het ronde schild met rand, waarop de Leeuw en de woorden „Je maintiendrai" govonden worden, te dragen op de linkerborst en het versiersel van de Orde aan een lint, 101 millimeter breed, te dragen als sjerp van den rechterschouder naar de linkerheup. Op de ster, bestemd voor militairen, worden buitendien onder het ronde schild twee schuin gekruiste zilveren zwaarden met gouden ge vest aangebracht. Vtor de Groot-Officieren eene vierhoekige zilveren ster, hebbende in het midden het ronde schild met rand, waarop de Leeuw en de woorden „Je maintiendrai" gevonden worden, te dragen op do linker borst en het versiersel van de Orde aan een lint, vijf en vijftig millimeter breed, te dragen om den hals. Op de ster, bestemd voor militairen, worden buitendien onder het ronde schild twee schuin gekruiste zilveren zwaarden met gouden ge vest aangebracht. Voor de Kommandeurs het versiersel van de Orde aan een lint, vijf en vjftig millimeter breed, te dragen cm den hals. Voor de Officieren: een kleiner versiersel van de Orde aan een lint, zeven en dertig millimeter breed, te dragen aan het linkerknoopsgat, en op het lint eene rozet. Voor de Ridders: een versiersel van de Orde van dezelfde grootte als dat voor de officieren, maar met kroon, geparelde punten, omlijsting van de armen van het kruis en laurierkrans van zilver, aan een lint, zeven en dertig milli meter breed, te dragen aan het linkerknoopsgat. De eeremedaille, w.elke in brons, zilver en goud kan verleend worsen, is rond, gedekt met eene Koninklijke Kroon van hetzelfde metaal als de medaille, en vertoont aan de eene zjjde het ordekruis, versierd, naar ge lang van omstandigheden, met den laurier krans of de gekruiste zwaardenaan de tegen zijde eene W, met bot randschrift „God zj met ons"; zjj wordt gedragen aan het orde lint, zeven en twintig millimeter breed, aan bet linkerknoopsgat. Het lint mag evenwel niet zonder de medaille gedragen worden. De Kanselier van de Orde van den Neder- landschen Leeuw is tevens Kanselier dezer Orde. Het versiersel dezer Orde wordt aan den benoemde gelijktijdig met het afschrift van hot Koninklijk beskuit zijner benoeming uit gereikt en bjj bevordering tot hoogeren rang of overlijden aan dén Kanselier teruggezonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 12