Moord of poging tot moord tc
Waalwijk.
Men herinnert zich dat do provisor in de
apotheek te Waalwijk voor de rechtbank te
's-Hertogenbosch hooft terechtgestaan, be
schuldigd zjjne vrouw te hebben vergiftigd
met strychnine, en dat hy, niettegenstaande
de officier van justitie bij dio rechtbank
wegens pogmg tot moord een» gevangenisstraf
van zes jaren eischte, werd veroordeeld wegens
moord tot 15 jaren. Dit vonnis werd door
het Hof te 's-Hertogenbosch vernietigd, dat
meeging met den genoemdon officier van
justitie en den provisor wegens poging tot
moord tot zes jaren veroordeelde. Do Hooge
Raad evenwel casseerde dit arre6t, omdat
daarbij als bewijs, dat de vrouw het vergif
tot zich had genomen, beschouwd werd be-
klaagdes verklaring dat zjjne vrouw dit hem
zou hebben gezegd, en verwees de zaak naar
het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij de behandeling aldaar werd gisteren
een groot aantal getuigen en deskundigen
gehoord en het O. M., waargenomen door
mr. A. Telders, gaf omtrent de feiten, resul-
teerende uit de bekentenis van bekl. en hot
getuigenverhoor, het volgende overzicht:
Beklaagde, die voor de tweede maal met
zjjne nu overleden ochtgenoote was gehuwd,
had, ten gevolge van achteruitgang van zijne
zaken pogingen aangewend, om zichzelven
een bestaan te verschaffen. Na eenig zwer
ven was hjj te "Waalwjjk aangeland en be
vond zich met zjjne vrouw in vrjj bekrompen
omstandigheden. Slechts gedurende zes dagen
had de vrouw de moedervreugde mogen sma
ken haar kind stierfen tengevolge van
de omstandigheden bjj die gebeurtenissen was
de vrouw in abnormalen zenuwtoestand ge
raakt. Een zenuwlijden openbaarde zich weldra
en nam zóö toe, dat zjj ter verpleging werd
geplaatst in een krankzinnigengesticht Daar
gedroeg zij zich, blijkens rapport van don
geneesheer, zeer betamelijk, was vljjtig en
kon weldra aan haren man worden terugge
geven. Wederkoerig waren de bljjken van
vreugde en toegenegenhoid, toen de man zjjno
vrouw afhaalde uit het gesticht. Den 16den
Januari 1889 kwam de vrouw te overlijden
en den 14den October d. a v. vervoegde do
man zich by den geneesheer van het gesticht
te Rosmalen met verzoek om opgenomen te
worden als krankzinnige, wyi hy nergens
rust vond. De dokter weigerde de opneming
en de man ging heen met de woorden
O God, wat moet er nu van mjj worden 1"
Blijkbaar werd hy door wroeging gedreven
had getracht zyn geweten tot rust te brengen
door zich te doen opnemen in een krankzin
nigengesticht, wist nu geen anderen raad meer
en begaf zich tot den officier van justitie ten
einde zich bekend te maken als moordenaar
van zpne vrouw. Deze bekentenis, afgelegd
onder de werking van wroeging, kan veilig
worden aangemerkt als geheel juist. Latere
wyziging kan zyn ontstaan uit vrees voor
straf. Wat bleek nu uit die bekentenis? Dat
de man gedurende enkele dagen had rondgc-
loopen met het vergif, strychnine, in zyn zak,
niet recht wetende of hjj zichzelven dan wel zyne
vrouw van 't leven zou berooven. Hy besloot
tot het laatste en in den nacht van 15 op 16
Januari 1889 schudde hy zyn voorraad vergi f
leeg in een kruikje, waaruit, gelyk hy wist,
zyne vrouw gewoon was cognac te drinken.
Hy ging toen uit, doch weldra bekroop hem
het gevoel van ellende, dat zoo vaak den
moordenaar kwelthy keerde terug, hy haastte
zich, hy hoopte dat zyne vrouw nog niet uit
het kruikje zou hebben gedronken; hy wilde
het wegnemen van de plaats, waar het ge-
woonlyk stond. Doch toen hy thuiskwam,
zeide hom zyne vrouw reeds van den cognac
te hebben gedronken. Reeds was het vergif
door haar gebruikt. Wilt deed hy toen?
Wendde hy, toen hy wist, hij, die als apotheker
de werking van strychnine, dat snelwerkend
vergif, kende, dat zyne vrouw over enkele
uren oen lyk zou zyn, allo pogingen aan om
do gevolgen van zyne daad te voorkomen?
Neen I Wat hy deed was afschuwelyk. Do
vrouw, die ten doode was opgeschreven, gaf
hij een kus, en ging bedaard als gewoonlyk
naar de apotheek, om daar zyne gewone werk
zaamheden te verrichten. I nkele oogenblikken
later word hy geroepen, thuis gehaald omdat
zyne vrouw zoo nadr was; hy ging niet on-
middellyk mee, maar aarzelde nog en kwam
toen aan het bed van de stervende. Hij zou
.haar volgens zyn beweren toen als tegengif
chidjal gegeven hebbee do later geroepen
geneesheer schroef dit ojk voor, doch vóór
diens komst had hy eene bojdschap gezonden
naar de apotheek pm een zenuwjtiUwid middel
en was hem gezonden watermetwatHoffman's
druppels er in. De vrouw stierf een paaruten
later; de geneesheer verklaarde dat zy over
leden was aan pneumonie en niet onwaar-
schyniyk zou zy weldra vergeten zyn geweest.
Doch één man hield hare nagedachtenis.
niet in oere, doch voelde zich rampzalig by
de hem steeds vervolgende herinnering aan
die vrouw; hij, de man, die haar had ver
moord, kon haar en haar sterfbed niet ver
goten en, geheel spontaan, kwam hy tot be
kentenis.
Wél zal nu zoo vervolgde mr. Telders
door dit Hof de beslissing van het Gerechtshof
te 's-Hertogenbosch, als zou hier alleen van
poging tot moord sprake kunnen zyn die
nen te worden geëerbiedigd; voor zoover hy
daar is vrygesproken, was hy in cassatie niet-
ontvankolyk. Doch die poging tot moord staat
dan ook vast. De drie elementen van poging
zyn hier door het O. M. te bewyzen en be
wezen zyn zyI
lo. Het voornemen des daders! Blykt dat
niet uit 's mans volledige en spontane beken
tenis? En wordt deze niet gestaafd en beves
tigd door verschillende aanwyzingen? Hij
kendo de werking van het vergif, hy kon
gemakkelyk het vergif bekomen, daar de be
waarplaats er van ongesloten was. "Wonschto
hy niet sedert lang den dood van zyne vrouw,
omdat zyn huwelyk ongelukkig was?
2o. Begin van uitvoering. Ook deze bleek
uit de bekentenis, nader aangewezen door do
feiten, dat de vrouw geleden had aan stuipen,
zóó als zy voorkomen by vergiftiging met
strychnine; dat do vrouw zoo spoedig daarna
overleden was en bekl. getracht had het
kruikje, waarin zich nog een deel van het
vergif bevond, to vernietigen. Mon beroepo
zich hier niet op het feit, dat by het lyk-
onderzoek geen strychninejis gevonden: meer
malen is het voorgekomen en dit blykt uit
de werken van de deskundige geleerden, dat
strychnine in daarmede vergiftigde lichamen
niet na te speuren was.
3o. Eet feit, dat de uitvoering ten gevolge
van omstandigheden, van den wü des daders
onafhankelijk, nitt is voltrmd. Heeft de bekl.
gedaan wat hy doen kan om de gevolgen
van zyne daad te voorkomen? Neen] Zelfs
aangenomen, dat hy na zyne komst uit de
apotheek aan het sterfbed van de vrouw
chloral zou hebben verstrekt, ware er daad
werkelijk berouw geweest, hy zou op 't eogen-
blik, toen hy terugkwam om het kruikje
met vergiftigden cognac weg te nemen en
toen hy hoorde dat zyne vrouw er van had
gebruikt onmiddellyk zyn gesneld naar eer
geneesheer, hebben gezegd wat er was ge
beurd en getracht hebben door onmiddellijk
toedienen van tegengif of door 't aanwenden
van andere daartoo strekkende middelen, het
gevolg van zijne daad, den dood, te voorkomen.
Maar hij gaf haar een zoenen ging heen
Al heeft hy dan later chloral aangewend,
daadwerkelyk berouw heefc hy niet getoond,
toen het nog tyd was, of althans zoodra hy,
na het plegen van de daad, er gelegenheid too
had. Maar bovendien, het toedienen van chlo
ral blykt uit niets integendeel, wèl blykt
dat hem Hoffman's druppels werden gebracht
op zyn verzoek om een zenuwstillend middel.
De poging tot moord is dus bewezen en eene
zware straf moet hier worden geéischt. Ter-
wyi mr. Telders o. a. de aandacht van den
Hove vestigt op art. 300 vlg. W. v. Strafr.
„mishandeling met doodelyk gevolg" requi-
reerde het O. li. beklaagdes veroordeeling tot
eene gevangenisstraf van 12 jaren.
Mr. A. J. Loeff, advocaat te 's-Hertogen
bosch, die door alle instanties heen bekls.
raadsman was geweest, trad ook hier op
als zyn verdediger, erkende dat bekl. moreel
schuldig was te achten aan moord op zyne
vrouw, doch was innig overtuigd dat straf
rechtelijk hy als onschuldig moest worden
beschouwd. Immers, wat had men voor be
wys? De bloote bekentenis van den bekl.,
door hem afgelegd in een toestand van over
spanning, terwyl hy wenschte boete te doen
voor het kwaad, door hem bedreven. Eene
bekentenis alzoo, waarin hy zich eer verzwa
ren dan verlichten zou. Ook de verdediger
hechtte, evenals het O. M., de meeste waarde
aan bekls. bekentenis, zooals die was afge
legd, spontaan by den officier van justitie,
en zou evenmin als het O. M. behandelen de
vraag of bekl. hier nog wegens moord kon
veroordeeld worden.
Poging tot moord dus was hier ten laste
gelegd. Was er geen sprake van poging tot
doodslagWaarom niet? Waaruit was ge
bleken bekl.'s kalm overleg Omdat hy ge
durende eenigen tyd met het vergif in zyn
zak had rondgeloopen? Hy dubieerde toen
immers o-ver de vraag of hy zichzelven dan
wel zyne vrouw vergiftigen zou? Hy had dus
toen het plan nog niet, zyne vrouw te dooden
Dat kwam eerst in hem op in den nacht
van 15 op 16 Januari toen er omstandig-
hed»n hadden plaats gevonden, waaruit hy
concludeerde": dat het nu toch zoo niet langer
kon, en hy in een oogonblik van vreeselyke
overspanning het vergif Sn het flesehje had
gedaan. Maar de elementen van de poging
zyn niet bewezen I
lo. Het voornemen des daders! Waaruit
tor woreld is eenige aanwyzing te putten dat
beklaagdes bewering, als zou hy strychnine
hebben weggenomen uit de apotheek, juist
is?! Had de apotheker eenige hoeveelheid
strychnine gemist? Neenl Heeft iemand hem
in het bezit van dat vergif gezien? Neenl
Mag als aanwyzing voor hot bezit van strych
nine worden beschouwd het feit, dat hy als
provisor van eene apotheek by de vergiften
kon komen Wie zal dat beweren En waaruit
blykt dat hy zyne vrouw van kant maken
wiled Uit nietsniemand heeft het hem hooren
zeggen alleen zou de vrouw hem het leven
onaangenaam maken. Het voornemen om te
vergiftigen blykt dus alleen uit beklaagdes
bekentenis en die bloote bekentenis is geen
bewys.
2o. Begin van uitvoering! De bloote beken
tenis moet hier weer alles doen. Niemand
heeft gezien dat beklaagde vergif in het kruikje
deed, niemand heeft gezien [dat de vrouw er
van heeft gedronken. Dit laatste zou trouwens
moeten blyken uit de bekentenis van beklaagde,
dat hy de vrouw zou hebben hooren zeggen
dat zy er van gedronken had zelf gezien
had hy het niet eens. En nu de zlektever-
schynselen 1 Zyn dat die, welke speciaal aan
strychnine vergiftiging eigen zyn? Geen dor
deskundigen laat zich hierover gedecideerd
uit. Integendeel, de verschynselen, die zicli
vertoonden, kunnen zeer goed het gevolg zyn
van de kwalen, waaraan de vrouw, gelyk
uit de getuigenverklaringen bewezen is, leed
terwyl de typische verschynselen van strych
nine-vergiftiging, de kromming van het lichaam,
terwyl de ylder compos mentis is achter
wege bleven, ja, er zelfs aanleiding bestaat
om te denken dat zy niet geheel bij kennis
was. Uit geen enkel feit alzoo is eenige aan
wyzing te putten, dat de overledene werke-
lyk strychnine had gebruikt; de bloote be
kentenis van beklaagde schiet alleen over, en
wederom: deze is in rechten geen bewys.
3o. Eet feit, dat de uitvoering ten gevolge
van omstandigheden, van den wil des daders
onafhankelijk, niet is voltooid.
Niet bewezen is zoo moet men hier aan
nemer. dat de dood van de vrouw het
gevolg was van strychnine-vergiftiging
anders zou beklaagde zyn veroordeeld wegens
moord en niet, gelyk het O. M óók aan
neemt, hier moeten terechtstaan wegens poging
tot moord. Indien zy dan niet ten gevolgo
van het vergif is overleden is dan de moge
lijkheid uitgesloten, dat de werking van het
vergif werd genivelleerd door toegediende
chloral
Dat beklaagde chloral heeft toegediend,
blykt uit zijne eerste bekentenis, spontaan
afgelegd, waarby hy zich wèl bezwaren, niet
verlichten wilde.
Dat hy niet dadeiyk meeging, toen hjj werd
geroepen uit de apotheek, doch circa vyf
minuten lang bleef klaarmaken oenig genees
middel of recept blykt uit de verklaring
van de getuige, die hem kwam halen. Dat
komt overeen met beklaagdes beweren als
zou hy op dat oogenhlik de choral ih een
flesehje met water hebben opgelost en mee
genomen. En heeft hy chloral toegediend -
en uit niets blykt hot tegendeel - dan kan
de werking der strychnine zyn weggenomen,
want chloral is een antidotum dat erkent,
ook het O. M. en erkennen do door hem
aangehaalde geleerden terwyl hier in dezen
stand van hot geding moet worden aange
nomen ten overvloede dat de vrouw niet aan
strychnine-vergiftiging gestorven is. Hier kan
dus de mogelykheid niet wordon ontkend, dat
de uitvoering niet is voltooid door omstan
digheden, van den wil des daders a/hankeiykl
Het ten laste gelegde acht pleiter dus niet
bewezen en concludeert hy alzoo tot vryspraak.
Na re- en dupliek werd de uitspraak be
paald op 12 November.
Govcildo perceolea.
Gehouden verkooping in het Notarishuis
aan den Burg te Leiden, op Vrijdag 30 Octo
ber 1891, ten overstaan van mr. J. A. F.
Coebergh, notaris te Leiden.
Nos. 1 7. De bouwmanswoning en verdere
getimmerten mot diverse perceelen wei- of
hooiland en water, in de Zuidbuurt onder
Zooterwoude, samen ter grootte van 18 heet.
en 15 aren, kooper de lieer IV. Klyn, te
Zoetorrroude, voor 35,535.
No. 8. Een perceel hooiland, gelegen als-
voren, groot 2 hectaren, 53 aren en 20 conti-
arcn, kooper do heer T. Van Buuren, te
Zooterwoude, veor ƒ5000.
No. 9. Een perceel hooiland, gelegen als-
voren, groot 2 hectaren, 40 aren en 10 centi
aren, kooper de hoer T. W. Van Hartrop, te
Voorschoten, voor 4600.
No. 10. Een perceel hooiland, gelegen als-
voren, groot 1 hectare en 52 aren, koopers
de heeron M. v. d. Valk c. s., te Zooterwoude,
voor ƒ3100.
No. 11. Een perceel weiland, gelegen als-
voren, groot 2 hectaren, 80 aren en 2 centi
aren, kooper de heer W. Klyn, voornoemd,,
voor 5700.
INGEZONDEN,
Mijnheer de Redacteur!
Het voornemen van eenige melkverkoopersr
om den melkprys tot 9 cents per liter te ver-
hoogen, komt my voor niet zoo noodzakelyk.
te zyn, daar my ter ooren is gekomen dat
niet allen met dat voornemen zich kunnen
vereenigen, waardoor 't bewys geleverd wordt,
dat men de melk nog tegen den gewonen
prys kan verkoopen. Dat de winst dan niet
zoo groot is als weleer, is mogelyk; maar
tvat is het gevolg van hot voornemen by
toepassing? Dan moeten zy, die het minste
kunnen koopen, het gelag betalen.
Menig huismoeder ziet met kommer den
winter te gemoet, daar verschillende artikelen-
op bovenstaando wyze duurder worden, terwyL
de man zonder werk is of misschien komt.
Zy, die werk hebben, zien eveneens hunne
uitgaven stygen, terwyl het hun niet zoo ge
makkelyk zal vallen, als wellicht den melk-
rerkoopers, om de inkomsten op zoo'n manier
te vermeerderen.
Wat zou het wenschelyk zyn, dat eenieder
door het plaatsen eenor advertentie zyne
inkomsten kon regelen naar de uitgaven.
Velen zouden hun doel niet bereiken. Ook ik
zal myn doel wel niet bereiken, maar ik
wenschte het toch kenbaar te maken. In het
belang van vele gezinnen doe ik een beroep
op de gegoede ingezetenen en op de melk-
verkoopers, om het zóó le regelen, dat zy, die
't minsts melk kunnen koopen, ook het
minste betalen.
De vereelte liand valt een cent. zoo zwaar
of zwaarder dan de edele een gulden en meer.
Moge daarom myn doel bereikt worden!
M. do R., u zeg ik by voorbaat dank voor de
plaatsing van het schryven eener
Leiden, 31 October 1891. Vereelte hand.
Mijnheer de Redacteur!
Verzoeke UEd. een plaatsje in uw veelge
lezen blad, in het belang van het algemeen
en hoofdzakelyk voor de huismoeders, die te
zorgen hebben voor de gezondheid voor haar
huishouden. En nu ter zake. In uw blad van
jl. Maandag-avond komt eene correspondentie
voor dat iemand, die goed op de hoogte van
de zaak was, dat er op de markt vleesch
verkocht was a 30 cents het kilo. Die per
soon heeft zich zeker vergist. Er is Zaterdag
jl. publiek op de markt verkocht vleesch voor
25 cents de 5 ons. Is u bekend, M. H. 1 welk
vleesch dit was en waar het van afkomstig
was? Ik zal het u zeggen: dat was vleesch
van eene koe, die een geheelen nacht dood
heeft gelegen en afkomstig is van Warmond,
die eenige dagen medicijnen heeft gebruikt,
welk vleesch zeer schadelijk is voor do ge
bruikers. Ongelukkig genoeg dat in Loiden
zoo iets mag verkocht worden 1 Op andere
plaatsen wordt zulks begraven. Zelfs vleesch,
dat in Amsterdam wordt afgekeurd, dit wordt
hier per boot ingevoerd en opgepeuzeld. Ik
geloof, M. H.l dat het tijd wordt dat ge
meente en politie de hand uit de mouw steken
en daar voorgoed een einde aan maken. Des
noods ben ik bereid u de koopers van dat
doode beest te noemen, die het dan door
een derden persoon laten verkoopen.
Mynheer! Ik dank u voor uwe plaatsruimte
in uwe courant.
J. M. Van Geldeken.
Klachten omtrent te-iafe-bezorging
van het Leidsel» Bagbiad worden
schriftelijk ingewacht aan ons
Bareel Doezastraat No. 1.