N°. 9723.
Maandag S NoTembei*.
A0. 1891.
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Eendracht maakt macht.
Feuilleton,
Tocli aog gelukkig.
Leiden, 31 October.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
tfgvüi'üuï WQI'üi ürCig<öii,j£*Of IliQi uuZCriiUcl
_T n r-'r^ rr
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootero lottere naar plaatsruimte. Voor üei
incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.10 berekend.
't Is eeno bekende zaak, dat de kleine man
't duurst leeft. "Waarom? Eenvoudig omdat
hü steeds bij beetjes gelijk zijne iukoopen moet
doeneen ons boter, een pond soda, een
doosje lucifers, een half pond kaas eDz. Uit
den aard dor zaak moet een pond kaas, in
tienen verkocht, den verkooper meer opbren
gen dan wanneer hjj dezelfde hoeveelheid
ineens van de hand kon doen. Maar het
verschil behoeft niet zooveel te zijn als het
is. De eenvoudige lui weten doorgaans van
de prpzon der winkelwaren, d. w. z. van de
marktprijzen, evenveel als een boer van saf-
fraan-zaaien en de winkeliers maken die on
kunde der goè gemeent' zich ten nutte. Ten
nutte? Neen, dat woord is hier eigenlijk
misplaatst en daarom, geachte lezer, kies
zelf een ander, een, dat meer teekent, dat
meer don spijker op den kop slaat.
Op sommige artikelen, soda b. v., neemt
men ten plattenlande vaak 300 pet. winst,
en zonder blikken of blozen, hoor, zonder
eenig gewetensbezwaar, 't Zou ook wat! Jo
mag immers toch vragen voor je goed wat
je wil? Onlangs zei me een jongmenscli: „als
oom uit venten gaat, laat by zijn geweten
thuis 1" Gelukkig, dat elk hier zijn eigen
pakje heeft te dragen en de een niet aan
sprakelijk is voor wat een ander doet.
't Blijft, als een paal boven water, dat. de
mindere man, inclusief de burger, duur looft,
want wio een ietowalje meer is dan rechtuit,
die slaat zoo nu en dan eens in, van dit 5
pond, van dat 10 enz., al naarmate 't artikel
en de gesteldheid van den buidel is.
Door dezo wijzo van handelen bekomt mon
do koopwaar altijd goedkooper, mits men
natuurlijk niet zijn inslag in winkeltjes doet.
Er bljjft bij tussclienpersonen altijd veel aan
den strijkstok hangen, hier maar in gelde-
lijken zin genomen, want aan 't bekomen
van maat of gewicht willen wo nu maar niet
twijfelen.
Gelijk de mindere man of de kleine burger
dus betrekkelijk duur leeft, zoo ook.doet do
enkelo boer wel eens duur zjjno inkoopen,
waar het betreft zijne benoodigdheden voor
vee en akker, dus wat aangaat zijn veevoedor
on zyu kunstmest. In dezen moest het wacht
woord zijnvereenigt u en koopt samen. Aan
dat gezamonljjk inkoopon zijn belangrijke
voordeelen verbonden, die wel verdienen eens
onder do aandacht van belangstellenden ge
bracht te worden. De inkoop van veevoeder
betreft gewoonlijk de koeken en waar men
dezo op eigen houtje koopt van een tusschen-
persoön, een handelaartje dus, daar kan men
op Iwee wjjzen een kat in den zak koopen, want
eerstens betaalt niGn allicht te veel er, twee-
dens heeft men groote kans eer.e qualiteit
te bekomen, die middelmatig of zelfs daar be
nedon is. Bewijzen zijn genoegzaam voor
handen.
Troedt men echter gemeenschappelijk op,
dan strandt men op deze klippen niet. In
plaats van af te wachten wat men krijgen
zal, stelt men zijne oischen on vraagt derhalve
koeken of mest, houdende zooveel percent
van dit en zooveel percent van dat. Men
houdt als 't ware eene soort aanbesteding door
de leveranciers in do dagbladen attent te
maken op wat men begeert en op de eischen,
waaraan men voldaan wil hebben. Er wordt,
door deze wijze van handelen, eene weldadige
concurrentie te voorschijn geroepen en deze
komt den consumenten altijd ten goede.
Do mededingende fabrikanten van koek of
mest staan natuurlijk onder controle vaneen
proefstation, want doen ze dat niet, dan wor
den ze stilzwijgend voorbijgezien, als hebbende
hun licht onder de korenmaat. En wil men
zich vergewissen over de getrouwe naleving
der conditie, voor eene kleinigheid helpt men
ons op een der proefstations. Bestelt men
dus bij partijen, bij groote hoeveelheden, dan
behoeft men geen „simon bleu" to spelen,
maar kan men eischen stellen.
Dat is één voordeel van de eendrachtige
samenwerking, door ons bedoeld. Ga in de
tweede plaats eens na wat oeue vracht er ge
spaard wordt door groote bestellingen 1 Eenige
kleine hoeveelheden a part afgeleverd, eischen
noodwendig meer transportkosten dan wan
neer alles tegelijk als ééne bestelling kon
worden verzonden. En wellicht contracteert
de fabrikant ook met spoorweg- en stoom
bootmaatschappij, of neemt hij op zich
inzovolge ééne der condities tot dat of dat
station franco de waar af te leveren. Hoe
het ook zijer wordt vracht gespaard en dat
kan öf den buidel óf do qualiteit der waar
ten goede komen.
Dat zy'n alvast twee niet te versmaden
voordeelen. Maar er is nog een derde, al schijnt
het oppervlakkig niet als zoodanig te moeten
worden aangemerkt.
Wo bedoelen do contante betaling. „Hoe
nu?" hooren we ons vragen, „is dat een
voordeel?" Zeer zoker, en we hopen u te
kunnen overtuigen. Het loven is eene leer
school en daarin moeten we trachten ons
staande te houden. Wel dreigen soms de
stormen met algeheelen ondergang, maar toch,
mannenmoed, kracht, volharding en overleg
vermogen ook wat; z(j trotseeren menigen
storm en doen vaak wel buigen, maar niet
breken. Er moet soms zeil geminderd worden,
maar desniettemin houdt de levenshulk toch
koers naar do veilige haven on ze bereikt die
vroeg of laat ook, mits het eeno mannenhand
is, die het roer omklemt en liet keert en
wendt ter bereiking van het eenige doel:
voorwaarts. En nu meer in eigenlijken zin.
Wio echter de beteekenis van hot spreek
woord: Onder in den sak vindt men de reke
ning, begrypt, zal ook vatten wat we bedoe
len, als wo zeggen, dat contante betaling als
een voordeel van het gezamenlijk inkoopen
moet genoemd worden.
't Is jammer, dat men in de wereld zoo
veel „op sijn gezicht" kan krijgen. Het maakt,
naar onze wijze van zien, och, zooveel arme
menschen. Over 't algemeen wil het koopen
bij de lui er graag inhoeveel to meer zal
dat liet geval zijn, waar men niet direct naar
geld vraagt! Maar toch, er most betaald wor
den; eens komt do dag, dat de afrekening
moet plaats hebben. En dan? Het geld is te
zoek! Waar? Niemand weet hot, maar dat
het er in vele gevallen niet is, weet men
wel. 't Is gesmolten, als sneeuw voor do zon,
aan een ditje en een datje. Weer op borg
koopon? Ja, 't kan niet anders; maar komt
men, zoodoende, er niet langzamerhand onder?
Stel daar nu tegenover dat het geld er wezen
moet, omdat mon anders zijne inkoopen niet
doen kin. Dan is 't er ook. Niet bjj halfslach-
tïgeJUi, dat spreekt vanzelf; neen, maar hun
vertrouwen we ook hot roer van do levensboot
niet toe!
We spraken boven immers van eene man
nenhand, die hot zou grijpen, en van kracht,
overleg, en energie. Als men zich vereenigt
tot eèn goliool, om er heter door te worden,
dan kent elk zijne plichten tegenover het ge
heel en een elk zal zo ook in vervulling brengen.
.Moeten de koopwaren in ontvangst genomen
en betaald worden, dan is het geld er. Immers,
een geheel jaar had men tijd te donken aan
wat plicht is en de wolstand van het bedrijf
meebrengt. Het vee en het land zijn de bron
nen van welvaartdie mogen niet verstoppen
en die sullen ook niet verstoppen als maar
'nét oog in het zeil wordt gehouden en het
eenige doel voor oogen.
Er kan veel bezuinigd worden en dat moet
2.)
„Nelly liceft hom gisteren geholpen. Dat
moet soms wel wegens zijne zwakheid. En
nu brachten zy gisteren anderhalf mark thuis.
Or,li, vroegor was dat wel eens tien en meer."
„Gaat uw man olken dag naar de markt?"
„Ja, mijnheer, dat is, zoo dikwijls hjj kan.
Maar men kan wel begrijpen, als een mensch
in de zeventig is.
„In de zeventig?"
„Ja, mijnheer, zoo oud is hy. Als het met
den handel maar wat beter ging 1 En nu heb
ben wij ook nog 't kind van onze oudste doch
ter in huis, die vier weken geleden in liet
hospitaal gestorven is. Haar man was reeds
dood. Zij naaide op de machine. Wat zal er
van ons worden, als mijn man ons ontvalt?
En dat kan eiken dog gebeuren. Hij geeft
soms blood op. Als wjj den hond niet had
den, die de kal1 trekt, of als Nelly hem niet
dikwijls liielp, kon hy niets meer vordienen.
Hij is zwak en bouwvallig. Wy zjjn ook
reeds naar Amerika geweest, maar daar ging
het ons niet goed. Zoo zijn wij weer hier
komen wonen. Wij hadden uit Amerika toch
nog wat overgehouden. Het ging toen met
den handel beter dan nu. Wij waren zuinig
en spaarden. En zoo kregen wjj ons kapitaal
bijeen. Maar na dat ongeluk met de bank,
nu wij geene renle meer krjjgen en nu de
advocaat onze papieren heeft, nu kunnen wij
er niet meer tegen op. Deze geheele week
hebben wij bijna geen middag iets anders dan
aardappelen gehad. En dan die stumper in do
wiegOch, mijnheer, maak toch dat wjj onze
obligatie-papieren weer krijgen. De advocaat
heeft gezegd, dat dit gebeuren zou. En die
zouden wjj wegdoen voor zeshonderd mark?
Daarover durf ik tot mjjn man niet eens be
ginnen te spreken. Want dan geeft hij weer
bloed op, evenals dat gebeurd is toen men
Iiom gceno waren meer wilde loveren dan
tegen gereed geld."
Hier viol mjjn oog op het meisje, dat mij
aanzag met dien vragenden blik, welke eene
vrouw ton dienste staat, wanneer zij de ge
dachte wil wekken, dat er iets verwacht
mag worden, als men iets geeft. Blykbaar
deed zij liet echter in hare onschuld, want
toen zij mjjn blik vatte, kreeg zij van ver
legenheid eene kleur.
Toch sprak zy hare gedachto uit door to
zeggen
„Och, mijnheer, als gij moeite voor ons
deedt, kregen wjj stellig meer. Wil een goed
woord voor ons spreken!"
„Wij hebben zelfs geen geld voor de be
grafeniskosten van myn man, als die kwam
te sterven, zooals het kort geleden scheen te
zullen rijn", viel hier do vrouw weer in.
„En w.:t zal er van ons worden? Was die
armo camper in do wieg er maar niet!Ouzo
Hendr." is bjj een smid in de leer. En Nelly
zou w oen dienst kunnen krijgen. Maar wat
zal ik vr.r. met dat zwakke kind beginnen?"
Het i.oufd in hare beide handen latende
vallen, barstte zy in snikken uit.
Ik wist niets anders te zeggen, dan dat zij
toch, rnyns inziens, het beste zouden doen
met ao: ie nemen, wat nog aangeboden word,
en stom! op om heen te gaan. Op hetzelfde
oogenbük ging beneden eene deur.
„D. mijn man", zeido de vrouw, „nu
behoei ii:z lve het hom niet te zeggen."
Een amechtig, gebogen man kwam binnen,
met een hond achter zich aan. Het dior liep
kwispelstaartend naar de vrouw en van deze
naar de wieg, alsof het alles moest, opnemen.
I Daarop ging de hond bij Nelly, die hem.streelde,
j zitten en keek, als verwonderd, naar mij.
„Mijnheer komt wegens de obligaties!"
i riep do vrouw den watliardhuorigenmantoe,
i terwijl deze met moeite eqne hoestbui onder
soms ook. Kun je geen koffie met suiker
drinken, dan doe je 't lieel eenvoudig zonder
dat article de luxe, en kan 't niet ljjden een
nieuwe winterjas te koopen, dan de oudo nog
maar een jaar gedragen. Storen we ons er
niet aan wat andere in dat opzicht van ons
zeggen: niemand geeft ons een nieuwo jas,
wees daarvan maar verzekerd, enz., enz.
Eerlijk blijven en trouw, daarop komt het
aan. Het meedoen aan mode, om van andere
zaken maar niet te spreken, heeft al wat ge
luk verwoest. En toch maar laat ons
hierbij een speldje steken, want waarlijk,
tot moe wordens toe zouden we op dat thema
kunnen doorgaan.
Als voordeelen van Coöperatie, d. i. van ge
zamenlijk zyn inkoop doen voor vee en akker,
noemden we dus achtereenvolgens
lo. Hot bekomen van goede waar, tegen
lagen prijs.
2o. Het besparen van vrachtloon.
3o. Do contante betaling.
Kuddstaart. G. Dros.
Gedurende de eerste helft der maand
Oct. zijn aan liet postkantoor alhier bezorgd
do volgondo brieven, welke, door onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
G. De Boer, J. Bleeker, mevr. Groenewe-
gen, Amsterdam; J. Jansen, Gouding, Den
Haag; A. v. d. Bosch, IJmuiden; J. Caderius
van Voon, LeidenH. Goeréo, D. Sel, Rotter
dam; wed. T. Okkeloen, Utrecht; J.Schuursma,
Yollenhove. Briefkaarten: D. Zwaan, Am
sterdam; wed. F. J. Rombout, Den Haag.
Brieven, verzonden geweest naar Duitsch-
landM. Oswald, Brake; F. Van Beukering,
"Worishofen; naar EngelandA. Van War
mden, Londen; mej. Faber (Wight);
naar Indië J. J. Snijders, Oleh leh.
Naar men aan hot „Haagsche Dagbl."
mededeelt, zou bij den Raad van Bestuur der
Staatsspoorwegmaatschappij het plan bestaan
de directie en administratie dier maatschappij
en alles wat daaraan verbonden is, van Utrecht
naar elders, hetzjj Amsterdam of 's-Graven-
'hage, over te plaatsen.
De Prins Von Wied zal morgen, Zondag
avond, te 's-Gravenhage komen ter bijwoning
van het jaarlijksch schietconcours van „Groot
St.-Hubert" en tot het deelnemen aan eenige
jachten op de landgoederen aan den Leidschen
weg. De prins zal waarschijnlijk Donderdag
daaraanvolgende de residentie weder verlaten.
drukte. De oude knikte eenige koeren met
het bevende hoofd, gaf my vriendelijk de hand
en ging zitten.
„Is do zaak in orde?" vroeg hij, wegens
zyne doofheid luider sprekende dan noodig was.
Ik maakte hem duidelijk hoe de zaak stond,
met een gevoel van leedwezen wegens do
groote teleurstelling, welke ik hem daardoor
moest veroorzaken.
Doch hy antwoordde kalm
„Neon, mijnheer; my'n geld behoort niet
tot den inboedel. Dat is ons eigendom en
kan dus niet tot het actief gerekend worden.
Dat moet ons daarvan eerst worden uit
gekeerd."
En toen ik hem van het tegendeel trachtte
te overtuigen, stond hij op en zeido beslist:
„Neon, mijnheer, in een akkoord kan ik niet
treden. Hot zou zonde en schande zijn, als het
recht er alleen v ior do grooten was."
De oude man ging weer zitten. Men kon
hot hem aanzien, .dat hjj dieper ontroerd was
dan hij wilde toonen.
In het bedompte verstek was het een oogen.
blik doodstil. Toen Overviel den man ceao
geweldige hoestbui, "Van benauwdheid n^jjeon
hem do oogen u;,'c on opeens kw^Tn er bloed
uit zijn mond,
(Wordt vervolgd