N°. 9720 Donderdag 20 October. A®. 1891 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Burgerlijke Stand van Leiden, Tweede Blad. Leiden, 28 October. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17.J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. zeer moeilijk is achter de waarheid te komen, omdat men bij afleggen van eerste verkla ringen er niet altyd op rekent later ter ver antwoording te worden geroepen; men zegt dan te goeder trouw dingen, welke later blij ken, niet geheel juist te zijn geweest. Do heer Yening Meinesz onderwierp het door den heer Heiheken aangevoerde aan ciitiek en meende dat dit niet voldoende is om over den hoofdcommissaris te spreken zooals hier is geschied. Spr. verdedigde niet de manier, waarop de heer Steenkamp zich heeft ver dedigd, doch betreurde den toon, waarop het debat tegen dien ambtenaar werd gevoerd. Er zijn geene bewyzen om den heer Steen kamp als een leugenaar te brandmerken. De heer Hovy deed opmerken, dat het prestige der politie door dezo zaak z. i. veel heeft geleden. In verband met hetgeen vroeger op de Lindengracht is gebeurd (het beruchte paling-oproer) ziet spr. hierin het bewijs, dat de politie meer door vloeken en machtsbetoon, dan door wijsheid hot gezag wil handhaven, wat spr. zeer verkeerd en noodlottig voor het gezag acht. De heer Heemskerk vestigde breedvoerig de aandacht op het feit, dat de heer Steenkarnp zelf heeft verklaard, geen toezicht op zijne bevelen te houden. Dit achtte spreker zeer bedenkelijk. Hy meende dat de tegenwoordige burgemeester by handhaving van den heer Steenkamp iemand onder zich heeft, die de orde in de gemeente in gevaar brengt. Ook de burgerij is niet gerust, als de heer Steenkamp aanblijft. De heer Yening, Meinesz deed de moeilijke omstandigheden, waarin de heer Steonkamp in de dagen van 's keizers bezoek verkeerde, uitkomen, en verklaarde voor het oogenblik zich niet verantwoord te achten door de ver wijdering van den heer Steenkarnp te eisclien, evenmin als hij thans reeds eeno geheele reorganisatie der politie noodig acht. Hij zal echter zorgen, dat de politie voortaan met tact, waarheid (ook in geschreven stukken) en waardigheid zal handelen. De heer Al tink Mees verzekerde dat de heer Steenkamp met de late komst der politie op den Dam is bekend geweest, want spr. had het hem den volgendon dag zelf gezegd. Spr. was overtuigd, dat de burgemeester wel spoedig van de noodzakelijkheid van eene reorganisatie der politie overtuigd zal zyn. De heer Nolting wensclite de verwijdering van den heer Steenkamp en eene dankbe tuiging vanwege den Raad aan het publiek voor zyne kalme houding op 1 Juli. De heer Treub trachtte aan te toc-nen dat de Amsterdamsche politie gedemoraliseerd is en stelde eene motie voor, luidendeDe Raad betreurt het, dat de juistheid Yan de mede- deelingen der politiebeambten, ook der hoog- sten, aan gegronden twyfel onderhevig is; spreekt het vertrouwen uit, dat de burge meester de noodige maatregelen zal nemen om in den gedemoraliseerden toestar.d der politie, welke het gezag ondermijnt, Verbe tering te brengen. De heer Pijnappel stelde eene motie voor, luidende: De Raad vertrouwt dat de burge meester maatregelen zal nemen, or.: eene herhaling van het gebeurde op den avond van 1 Juli te voorkomen, en gaat over tot de orde van den dag. De heer Treub wijzigde zijne motie, die nu uitsprak den wensch, dat de burgemeester den tegenwoordigen toestand der politie, die het gezag ondermijnt, verbetere. Een amen dement van den heer Van Nierop. om de woorden betrekking hebbende op de waarheids liefde der politie beambten, uit de motie Treub te lichten werd aangenomen met 22 tegen 1G stemmen. De geamendeerde motie-Treub werd aangenomen met 21 tegen 16 stemmen. De kerkeraad der Ned.-Herv. gemeente te Linschoten heeft tot predikant beroepen ds. J. H. Willebrands, te Oude- en Nieuwe- "VVetcring. van 22 tot en roet 28 October BEVALLEN: C. Eonto geb. Delfos Z. 6f. v. cl. Borg geb. tl. Heuvel D. JI. Yaneveii". v. cl. Riijden Z. S. Pouw geb. v. tl. Linden D. J. Dlansjaar geb. Bavelaar D. A. Huter g:-t. Frank- linijzen D. J. Van Riet geb. Planjo I>. C. Fa- vier geb. Goedraad D. E. Beyer gob. Schenkeveld D. M. E. Keula geb. Payers Z. A. M.. Eeiüko geb. Yteren D. J. E. Heuzeu geb. Fioaw D. iM. Marjeo geb. Jouke D. S. Neutebocai geb. Ober D. C. De Boer geb. Krassenburg D E. Brouwer geb. v.. d. Wijngaard Z. S. M. Van Duuren geb. v. d. Berg D. N. Otgaar geb. Sc- gaar D. GEHUWD: H. Owel jm. en B. Segaar j<I. O. Holl jm. en M. M. Oldenburg jd. J. d. Steen jm. en J. G. Van Went jd. C. Van Eijlc de Lange joi. en A. C. Van Hooidonk jd. H. Devilee jm. en P. H. Kuitenbeek jd. J. D. Verscliraagsn jm. en W. C. Schouten jd. OVERLEDEN A. v. d. Lelie gob. Liget V 74 j. M. Blanken D. 29 j. H. J. Lammere Z. 21 j. A. Do Groot M. 54 j. A. Scliata D. 9 m. C. N. Van Venetie M. 41 j. M. C. Tuinlitf De Moed D. 2 m. J. J. Huber Z. 8 m. A. Leugering D. 6 m. W. F. Karstens Z. 16 j. E. M. S. Van Nuys D. 55 j. E H. Grónlob geb. v. d. Zeeuw 2 Z. leven). J. H. Plomp Z. 16 m. W. C. v. d. Klom D. 26 j. C. Herour Z. 3 ra. P. J.J. De Haas Z. 7 j. A. T. H. Jonkers Z. 16 j. W. Hemerik Z. 3 ra. B. Ligtvoet D. 15 m. Door het bestuur der vereeniging „Uit Liefde" alhier is in zyne gisteravond gehou den vergadering de levering van levensmid delen voor den a. s. winter na openbare in schrijving gegund: de rijst voor 12.73 cents per liter aan den heer J. Splinter, de gort voor 10.3 cents per liter aan mej. de wed. T. J. Bots en het brood voor 6.25 cents per brood aan de broodbakkerij „Het Anker" (Langeveld). Met het oog op het met rassche schreden naderende seizoen, verdient het streven van bovengenoemde bekende Vereeniging alleszins aanbeveling en ondersteuning. Reeds circuleert er eene buitengewone in- schrijvingslyst. Moge het blijken dat daaraan eene ruime deelneming te beurt valt, waar door in den volgenden wintertijd weder menig behoeftige zal kunnen gebaat worden. De gemeenteraad van Amsterdam heeft eervol ontslag verleend, op verzoek en wegens zijne benoeming tot hoogleeraar te Leiden, aan dr. J. J. M. De Groot, conrector van het gymnasium. Voor het examen in de vrije en orde oefeningen der gymnastiek is o. a. toegelaten de heer J. Janssen, te Alfen aan den Rijn. Te Rotterdam is de heer John E. Ivnight, de oud-kolonel-commandant van het regiment schutterij aldaar, gisternacht plotseling over leden. De overledeno zal met militaire eer worden begraven. De gemeenteraadszitting van Amsterdam werd gisternamiddag te 1 uur geopend dooi den nieuwen burgemeester, mr. S. A. Veiling Meinesz. Bjj de mededeeling van hot schrijven, waarbij de heer Driessen kennis gaf van zijn voor nemen om met 28 November a. s. ontslag als Raadslid te nemen, bracht de burgemeester hulde aan de toewijding van den heer Driessen, gedurende vele jaren aan de gemeente bewezen. De heer Driessen bedankte voor die welwil lende woorden. In deze zitting kwamen aan de orde de rapporten en nota's van de Raadscommissie, den hoofdcommissaris van politie en den com missaris van politie der 1ste sectie, in zake het voorgevallene by gelegenheid van de taptoe op den Dam op 1 Juli 11. Op uitnoodiging van den heer Pijnappel sprak de heer Veiling Meinesz zijn gevoelen uit over het gebeurde en verklaarde, dat 2EP ölXllIötOïl. EE o e eindigde liet'? 5.) „Ach ja, het zal wel ontzettend moeilijk wezen", antwoordde de jonge vrouw treurig. „En toch zou het zoo mooi, zoo heel mooi zijn! En ik denk ook dat, als de heeren, die 'e beslissen hebben, wisten dat hun besluit ons zou kunnen bevrijden van onze zorgen en het geluk in dit huis zou doen terug- keeren, zij aan hun hart de uitspraak zou den overlaten." Hendrik antwoordde: „Neen! Dat mogen en kunnen zy ook niet doen. Niets vermag invloed uit te oefenen op :.unne onpartijdigheid en daarom draagt ook geen der handschriften dep. naam van den vervaardiger. Het ingezondene moet alleen voor zichzelf spreken, zooals het daar ligt; alleen naar zijne werkelijke waarde wordt het beoordeeld." „En geloof je niet dat de nood reeds menig een tot schrijven gedrongen heeft?" vroeg de jonge vrouw, „eenig en alleen om een prijs in geld te verkrijgen?" „Zeker geloof ik dat", hernam Hendrik. „En is hij wel eens een arme, hulpbehoe- hoofdzakehjk te moeten toeschrijven hieraan, dat de politie niet heeft gehandeld met die tact en waardigheid, welke do politie steeds aan den dag moet leggen. De burgemeester verzekerde dat het zijn streven zal zijn, dat- de politie bij haar optreden steeds blijken geve hare taak met tact en waardigheid te vervullen. De heer Fabius, de rapporten der commis sarissen nagaande, was zeer onaangenaam getroffen door de vele tegenstrijdigheden, welke er in voorkomen, en ook hierdoor, dat noch de Raadscommissie, noch deburgemeester eigenlijk achter de waarheid zijn gekomen. Het doet spr. genoegen, dat de Raad zich deze zaak hoeft aangetrokken. De politie heeft fouten begaan, waarvan het publiek het slachtoffer is gervorden. Eene betuiging van leedwezen wordt evenwel in de stukken niet gevonden, wel eene zekere hooghartige ter zijde-stelling van grieven. De woorden van den hoofdcommissaris, niet toe te zien op de uit voering zjjner bevelen en dat hij niet de onderdanige dienaar van de Raadscommissie was, acht spr. zeer ongepast. Spr. hoopte dat het het tegenwoordig hoofd der politie moge gelukken de hervormingen, welke z. i. by de politie noodig zyn, tot stand te brengen. Do heer Heineken wees mede op de vele tegenstrijdigheden in do stukken en betoogde ook op grond van in de stukken afgelegde verklaringen van politiebeambten, dat de heer Steenkamp niet zoo lang onbekend geweest kon zijn met de te late komst vau de politie op den Dam. Spreker zeide dat een vriend van den heer Steenkamp den 2dcn Juli 11. hem op zijn bureel heeft medegedeeld, dat de heer Stork eerst na S uren op den Dam verscheen en dat er werd geslagen, maar dat de heer Steenkamp dit niet wilde aan nemen, ten gevolge waarvan do vrienden elkaar gebrouilleerd verlieten. Nog deelde de heer Heineken mede, dat een ooggetuige van het gebeurde insgelijks den volgenden morgen den hoofdcommissaris heeft gezegd, dat de heer Stork eerst na 8 uren op den Dam is gekomen. De heer Steenkamp, die dit als een particulier gesprek heeft beschouwd, meende daarvan den burgemeester geene mededeeling behoeven te doen. Spreker constateerde dat in deze zaak door den hoofdcommissaris in officiöele stukken opzettelijke onwaarheden zijn neergeschreven. Dit deed spreker vragen kan de toestand, zooals die thans by de politie is, bestendigd blijven? j De heer Yening Meinesz deed opmerken, dat het in gevallen als het hier behandelde steeds vendo ten deel gevallen?" vroeg ze verder. „Dat óók al. Een onderwijzer, die het, zooals trouwens vele andere menschen, dubbel en dwars kon gebruiken, heeft eens, dank zij zijne bekwaamheid, zoo'n prijs behaald." „Hè, dat was mooi 1" luidde het uit haren mond. „Hoe gelukkig moest dat hem en de zijnen maken 1" „Toch maar voor korten tijd", sprak lijj ernstig, „want na dit buitenkansje verslin gerde de man zich geheel en al aan het verheven dichtersberoep. Zijn huisgezin was groot, hy streefde op eene verkeerde manier, „met alle geweld", naar het sehoone en ware in de kunst en stierf te midden van armoede en van zyn gezond verstand beroofd." „Ach, hoe treurig! Die arme, arme man", zei Mina zachtjes, vol innig, diepgevoeld mede lijden. En even daarna hief zy het hoofd op, keek haren man met een vriendelijk gelaat aan en sprak„Hendrik, ding niet mee naar een prijs!" „Je bent een kind, een groot kind!" riep Hendrik lachend uit. Mina wilde hem juist met een blik opliet slapende kind tot stilte aanmanen, maar het was reeds te laat: ce kleine vent was al wakker geschrikt. De jonge moeder vloog naar hem toe en nam hem uit bed; hy trapte met de beentjes in de lucht en strekte de handjes naar het licht der lamp uit. Hendrik liefkoosde liet knaapje, nam het uit de armen zjjner moeder en danste mot het kind door de kamer. En welke zorgen hen heden ook hadden terneergedrukt, die stemming was nu ver jaagd door dien vriendelyken kinderlach van hun lieven, blonden jongen. Vergeten waven opeens de kommer en de nooden, welke hen des daags hadden gekweld, en een wonder baar zoet en zalig gevoel vervulde de harten van het jonge ouderpaar. En toen zy zich ter ruste begaven, klonk als een gebed Mina's goeden-nacht-wensch „Hoe heerlijk, hoe schoon, hoe zalig is het toch zijn eigen, vredig tehuis te hebben, daar tovreden te kunnen zynO, moge de goede God ons dat doen behouden!" En in Hendriks hart klonk het zacht en innig daarop: „Amen!" Altijd maar weer zon hjj op wegen en middelen, welke hem zouden kunnen redden uit zijn onaangenamen toestand, middelen, waaraan hy reeds ontelbaar vele malen had gedacht, in welker richting hij reeds menigen stap had gedaan, doch altijd tevergeefs. En te midden van al dat peinzer, en al die beslommeringen kwam altijd weer de gedachte aan den wedstrijd boven. Duidelijk, zwart op wit, lag de prijsvraag vóór hem en hij las telkens weer de getallen en telkens weer was het als klonk hem in de ooren: Hier is de verlangde hulp, de hulp, die je zoekt! Hier is het geld, dat je redden kan! Grijp het! Tast toe! En met welke logische redeneeringen tot en bij zichzelven hy die woorden ook krach teloos wilde maken, hij kwam niet tot rust, en voor zijne fantaisie wemelde het onwille keurig van vele en velerlei bonte beelden. Uit de verborgenste hoeken zijner herinnerin gen uit zijne jeugd doken oude, fantastische sprookjes op, welke hem toelachten en vroe gen „Kent ge ons nog Ik ben Klein Duimpje ik heet Aladdin, en ik, ik ben Sneeuwwitje en ik Doornroosje, van wie je zooveel liieldt toen je nog oen jongen waart Daarop naderden de helden der wereld geschiedenis en eindelijk die van den tegen woordigen tijd. Z(j allen, voor zooverre hem bekend, trokken in bonte rijen aan zijn geestes oog voorbij. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5