SUE, De wandelende Jood. SUE, Martijn de Vondeling. HUGO, De Ellendigen. per aflevering van 64 Pagina's druks. Abonnementskaarten. 2de Afslag van Koffie J. Gr. LANGEYEL1), PLAATWERKEN MPlatfii door 481 Beer L. I LEDEBOEiï Ba., is Bottiriam, Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen Nederlandsche Ceiitraal-Spoorweg-Maatscliappij. De IJselstoointraiiiffeglaatscliappij s-HAGE -V00RBÜRS VEÜR (LEIBSCREHDAR) V00RSCH0TEH LEIBEH fooRet *0 Cacao COLLECTIE-LEDEBOER. deze extra fraaie, bijzonder goedkoope uitgave kan men bij alle solide Boekhandelaren inteekcnen. MA.HE 84. Preanger Java Melaii 99 99 per V, NB. I)c Maatschappij sluit tevens zeer billyke overeen komsten voor 't (lageUjkseh vervoer van Melk per Diensttrain. iindte mawotiieVt dmiïóte f 1.60 f 0.85 f 0.45 Moyt per 34 Kg.Bus. per 14 Kg.Bus. per Va Kg.Bus KOSTBARE VERZAMELING OVER KUNST Feuilleton. GERED. EN Met ingang van 1 November c. k. treedt in werking het eerste vervolg op liet tarief voor Abonnementskaarten van 1 J«ll 1891, bevattende: de prijzen voor de nieuw ingevoerde ondergroepen ïa en lïa en daarmede In verband staande aanvullingen der voorwaarden. 6664 28 Exemplaren van dit vervolgtarief en dor daarbij belioorende Spoorwegkaart zyn tegen totaling verkrijgbaar gesteld aan do Stations, alwaar ook verdere inlichtingen worden verstrekt. BIJ 6584 30 99 99 99 99 99 99 is bereid, bij voldoende deelneming, op hare lijn: gedurende de Wintermaanden eiken nacht één Tram te doen loopen voor 't vervoer van VI ltl .K. Een ieder, die van deze gelegenheid wenscht gebruik te maken, wordt beleefd verzocht, zich ten spoedigste persoonlijk of schriftelijk te wenden tot de Directie der Maatschappij: Selienkstraat ivo. 1, 's-Hage. 6583 38 5750 40 V K R KOOPING 4 IV O V E M BKR 18S)1 in ZOIKEKZOUG, I>lj liet Station te I.EIDËH, door den Boekhandelaar B. J. BRILL aldaar, VAN EENE en daarmede in betrekking staande BOEKWER.KEV, mcerendoels in prachtige banden, waarbij o. a.De vormaardste kunst-galerijen van geheel Europa, Do werken van de beroemdste kunstschilders en graveurs. Werken over Bouw- en Beeldhouwkunde, over Geslacht- en Wapenkunde. Kronings-'Voorstellingen, waarbij die van tfieorge IV koning van JEngc- land, geheel op perkament.Geschiedenis, Gezichten en Plaatsbeschrijvingen, uitmuntend door fraaie koper- en staalgravures. Beroemde Prachtuitgaven van klassieken in het Fransch, Engelsch, Hoogduitsch 011 Hollandsch. Prachtuitgaven van den Bijbel. Gezochte en zeldzame Plaatwerken over do Natuurlijke Historie on meer bijzonder over Bloemen on Vogels. Do Catalogus is verkrijgbaar a 50 Cents. 6214 54 Slot.) Met de laatste kvaclit van hot kloino lichaam richt het zich in hot bod op, wil zich er uit werpen, wil voort ontzetting staart uit de oogeu. Buiten ziclizelven zyn de ouders opgespron gen. Do moeder kan zich niot langer moor bedwingenoon kroot ontsnapt aan hare lip pen, zp omhelst het kind en breekt in een luid gojammer uit, De armen der moeder laten het kind van zelf los, als het opnieuw begint to braken. Ontzettend is de pijn van liet arme wicht; het is alsof de aderen in do slapen moeten barsten, alsof het bloed uit de oogen moet springen, zoo rood is het gezicht, zoo go- schokt de kleine borst, on dit verschrikke lijke wurgen en hoesten neemt too. Verschrikkelijker dan alles is dit laatste verzot van hot lichaam tegen don doodsengol, die hem nadert. De aanval is oindolyk voorbijhot. kind schijnt verlichting te bespeuren. Do oppasseres onderzoekt hot. Zy haalt do schouders op on zegt „Misschien heeft deze aanval geholpen. Maar wy mogen nog niet eons hopen; een tweeden aanval overleeft de kloine niet. Maar hij hoeft lucht verschaftzij ademt rustiger en begint te slapen." De oppasseres legt een natten dook op hot koortsachtig heoto voorhoofd van hot kind en richt zich daarna tot de ouders; „Er is nu niets meer te doen dan rustig af te wachten. Tracht een weinig te rusten. Helpen kunt gij toch niet. Als het erger wordt, zal ik u roepon." Do woorden dor vrouw zyn zoo verstandig, dat do lichamelijk on geestelijk uitgeputte menschen gewillig gehoorzamen. Zjj gaan naar Graberts zijkamer en nemen, zondor eon woord te spreken, op do sofa plaats. Grahcrt drukt zyno vrouw aan zyno borst en kust haar onder tranon, hy legt zich uit geput in do sofa achterover en voelt zich gelukkig dat het hoofd zjjner vrouw op zyno borst rust. Hij hoort, hoe hare adomhaling rustiger en regelmatiger wordt, lij) voelt dat zy ingeslapen is en waagt het nauwelijks to ademen, om de arme niet te storen. Langzaam nadert ook hem de slaap; hy waagt het niet zich tegen hem te verzetten zyn diepe ademtocht vermengt zich met dien der slapendo vrouw. De lamp in de ziekenkamer is uitgegaan. Door de half geopende venstors dringt hot rozige morgenlicht. Hot kind sluimert, eene regelmatige ademhaling doet de borst op- en noorgaan, het verschrikkelijke reutelon heeft opgehouden. Hand in hand staan twee bleoke menschen slom naast liet bed van hot kind. Zy luis teren naar do woorden der ziekenoppasseres, welke hun als muziek in de ooren klinken. „Zoo niet alles bedriegt", zegt de oppas seres, dan is het kind gored. De aanval liooft zich niet herhaald en hot kind heeft tot nu too geslapen. Ik geloof, op grond van myno ervaringen, dat hot ergste voorby is. Mon weet wel is waar hy deze vreesolyke ziekte nooit wat nog gebeuren kan, maar ik geloof dat wij mogen hopen. Ik heb u mot opzet niet gewekt, omdat ik wist, hoezeer ge be hoefte liadt aan rust. U, mevrouw, zou nu het beste doen, als u gingt slapon, want ik wil het u niet verbergen: u bevalt my niet; het komt my voor dat uzelf ziek zjjt. Ga sla pen het is beter by doze vreeselyke ziekte het iets vroeger dan later te doen." Grabort beefde bij deze aankondiging van een nieuw, nog grooter ongeluk, maar de stryd van dezen nacht had hem zedelijk ge sterkt. Hy hersteido zich spoedig, drukte een kus op de lippen zijner vrouw en zoide kalm en liefderijk „Ga naar bod! Bedenk wat van mij zou worden, als ook jjj ziok wordt. Doe het uit liefde voor myl" Maar als zy, gevolg govondo aan zyn ver langen, heengegaan is, snelt liy naar zyno kamer. Het is hem, alsof hij moet bezwijken onder do zwaarte van het ongeluk. Man moedig worstelt hij met zijn angst, met zyne smart. En merkwaardig: niet eens komt het hem in do gedachte, zich door aether te be- dwelmon en uit do verschrikkelijke werke lijkheid naar het ryk der zaligo bedwelming te vluchten Twee woken later. Grabert heeft ook het zwaarste nog doorgestaan de ziekte zijner vrouw, die, ovonals het kind, liet voor den dood liooft weggehaald. Wat liy gedurende dien tyd zedelijk en lichamelijk goloden hoeft, hij kan het niet zeggen. Voor do eerste maal kon de zioke het bed verlaten. Zorgvuldig begeleidt Grabert haar naar den leuningstoel bij het venster, dat op den tuin uitziet. „Ik wil je een geschenk aanbieden op je genezing", zegt hy glimlachend, „dat wel is waar slechts weinig kost, maar toch voor my, voor jou, voor ons allen veel boleekonf." Hij gaat naar het schrijfbureau, waaruit hy een fleschjo niet eene witte, melkachtigo vloeistof neemt. „Hier heb je het. Werp het weg ik heb het niet meer noodig. Beneden op het tuinpad een zacht gerinkel, maar bovon in de kamer een jubelkreet: „Gered - gered!" Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 6