N°. 9705.
Maandag JL2 Prober.
A®. 1891,
feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit VIER
Bladen.
Vierde Blad.
Kikeriki.
Leiden, 10 October.
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loirter. per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afcojioer'ijke Noruniers0.05.
PRIJS DER ADVEETENTIËN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer/"0.17$.
Grootere lottera naar plaatsruimte. Voor hc»t
incaaseeron buit-cn de stad wordt f0 10 berekend.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
«ommer verzonden No. 3 van Kikeriki.
De Raad der gemeente Leiden zal op Don
derdag 10 October a. s eene vergadering houden.
In de gisteravond in het Nutsgebouw
gehouden ledenvergadering dor „Vrijzinnige
Kiesvereeniging" alhier is tot candidaat voor
het lidmaatschap van den gemeenteraad ge
kozen prof. dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom.
Tot afgevaardigden naar de Algemeene Ver
gadering der „Liberale Unie" to Amsterdam
werden benoemd de vorige afgevaardigden;
by bedanken van een dezer is het bestuur
gemachtigd die plaats te doen vervullen.
Beroepen is naar de Ned.-Herv. gemeente
te Kolhorn de heer AAL Van Deursen, cand.
te Leiden.
In het volgende jaar wordt te AVeenen
eene internationale „muziek- en theater-ten-
"toonstelling" gehouden. Opdat ook ons land
op deze tentoonstelling zy vertegenwoordigd,
heeft zich eene commissie gevormd, bestaande
uit de heeren mr. J. C. Van Riemsdijk, jhr.
J. L. De Casembroot, J. C. Boers, jhr. mr.
F. A. J. Van Eysinga, Jacques Hartog, Richard
Hol, pVof. dr. J. P. N. Land, Daniël De Lange,
AAT. F. CL Nicolaï, D. F. Scheurleer en mr.
Henri Viotta.
Van de nieuwbenoemde '2de luits., her
komstig van de Kon. Mil. Academie, zijn be
stemd: de 2de luits. R. F. Kutsch Lojenga
en AV. Du Vijn voor de compagnieën van het
Sde reg. vest.-art. te Gorkum in garnizoen;
de 2de luits. C. J. J. Sixma baron Van
Heemstra voor de escadrons van het 1ste
rog. huzaren, te Deventer in garnizoen.
Zooals reeds enkele dagen geleden werd
gemeld, zal morgen het 50-jarig bestaan van
de Heilige Theresia-Kerk aan het AA'esteinde
te 's-Gravenhage worden gevierd.
In de nu afgeloopen week is men begonnen
de kerk met groen en bloemen te tooien en
hedenochtend kon men deze versiering, welke
thans zoo goed als voltooid is, in oogenschouw
nemen.
Bjj het binnentreden van het kerkgebouw
waant men zich in een lusthof verplaatst.
Honderden palmen, varens en Oostersche
planten zijn zoowel in het schip der kerk als
voor het altaar door de bekwame hand der
bloemisten, de firma Kersbergen en Zn. al
daar, smaakvol gegroepeerd. Langs de pilaren
en wanden, zoomede langs het koor en het
altaar zyn slingers van groen en bloemen
aangebracht, te midden waarvan prachtig ge
borduurde schilden hangen, terwijl aan den
voet van elke zuil op kunstige wijze een bed
van bloemen en planten is verrezen.
A'oorts is onder het koor, tegenover het
altaar, het in kleurendruk zeer gelijkend
portret van den stichter der kerk, Gerardus
Eisen S. J., opgehangen, geflankeerd door
pauselijke wimpels, waarop de jaartallen
1841-1891.
Aan de wanden van het kerkgebouw prij
ken verder nog de wapenborden van Paus
Leo A'III, Paus Pius IX, Paus Gregorius
XA'I, en van de bisschoppen A'an AVjjkersloot,
Bottcmanne, Snickers, AVilmer en V«n A'ree.
Tusschen de kerkpilaren hangen voorts nog,
omringd van groen, met goud goborduurdo
roode banieren, alsmede ter rechter- en tor
linkerzijde van het altaar, alle met toepas
selijke Latynscho opschriften.
Den 13den dezer viert Rudolf A'irchow
zijn zeventigsten verjaardag. Niet enkel in
Duitschland, doch ook in den vreemde heeft
men plannen govormd om den grooten ge
leerde by die gelegenheid hulde te brengen
voor al wat hy voor de wetenschap gedaan heeft.
Ook Nederland zal zich niet onbetuigd laten.
De redactie van het „Nedorlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde" heeft zich met professor
Stokvis tot eene commissie govormd om
namens de Nederlandsche geneeskundigen aan
Rudolf Virchow op dien dag een blyk van
de hooge waardeering, welke men hier voor
hem koestert, aan te bieden. Hot geschenk
bestaat uit een door den Florentynschen
beeldhouwer Frilli vervaardigd marmeren borst
beeld van Petrus Camper, kopie van de voor
treffelijke bronzen buste, welke een der
academielokalen te Groningen versiert. Dit
borstbeeld is geplaatst op eene rood-marmeren
kolom, waarop het volgende opschrift is ge
beiteld: „Petri Camperi, principis anthropolo-
gerum imeginem tanti viri popularis medici
Neerlandici donarunt Rudolpho Virchow,
eximio anthropologo septuagenario."
By dit geschenk is gevoegd een in wit
perkamenten band gebonden op oud-Hol-
landsch papier gedrukt exemplaar van de in
1880 door het Prov. Genootschap met goud
bekroonde en uitgegeven verhandeling van
dr. C. E. Daniels: „Het leven en de verdien
sten van Petrus Camper."
De naamlijst der deelnemers van dit hulde
blijk wordt op perkament geschreven met
herhaling van bovengenoemd opschrift van
de kolom, terwijl de andere bladzijde wordt
ingenomen door eene penteekening, voorstel
lende de vier academiegebouwen in ons vader
land, gegroepeerd om het Nederlandsche wapen,
terwy'l de vier hoeken worden ingenomen
door do wapens der vier universiteitssteden.
Deze oorkonde is omsloten in eene fraaie rood-
lederen portefeuille, welke aan de voorzijde
in gulden letters het opschrift draagt: „Rudol
pho A'irchow Medici Neerlandici".
Prof. Stokvis zal zich naar Berlyn begeven,
ten einde dit geschenk den geleerde persoon
lijk te overhandigen.
De Koninklijke Academie van AVetenschap-
pen heeft in hare jongste vergadering beslo
ten A'irchow een adres van hulde aan te
bieden.
Naar gemeld wordt, zullen over een dag
of tien ook de nieuwe postzegels van 10 en
12'/o cents aan de postkantoren verzonden
worden, en de overige (behalve die van 22'/,
cents, waarvan nog een groote voorraad is)
naarmate ze geroed komen. De nieuwe buiton-
landsche briefkaarten zyn ook gereed.
Van de enveloppon is de voorraad nog veel
te groot, om nu reeds nieuwe te drukken.
„'t Is vreemd schryft de „Mb." maar
een feit, dat die zeer gemakkelijke en goed-
koope enveloppen (die aan de postkantoren
worden verkocht tegen 10'/5 cents do twee
stuks) zeer weinig debiet vinden en er bij het
publiek maar niet in willendenkelijk
omdat ze aanvankelijk te duur was (51/, oents
't stuk), zoodat de O', ergroote meerderheid nu
niet eens weet, dat ze bestaan."
De „Haagsclie Ct." meent te weten, dat do
kruisbanden met ingedrukte postzegels, op
welker invoering by de behandeling van de
wet werd aangedrongon, niet komen. AVegens
de kosten zou er van zyn afgezien.
Uit Surinaamsche correspondenties is
gebleken, dat de gouverneur van Suriname
met dien van Fransch Guyana oene bijeen
komst heeft gehad, om den rechtstoestand in
het Lawa-gebied to regelen, en dat eerstge
noemde daarna eene goudvorordening betref
fende dat gebied by de Staten heeft ingediend.
j De juiste termen der mot zijn ambtgenoot
I getroffen overeenstemming zyn tot nog toe
niet medegedeeld. Men vindt ze in de Temps"
van gisteren, die uit Cayenne den tokst ontvangt
eener ovoreenkomst, op 23 Augustus door
beide overheidspersonen te Saint Laurent aan
gegaan. Hieruit blijkt wat uit de toelichting
tot de goudverordening niet duidelijk was,
dat ons gouvernement voor geldig erkent
alle „permis d'exploitation," welke het gou
vernement van Fransch-Guyana heeft uitge
reikt. Ziedaar dus de bona fide vorkregen
rechten, welke geëerbiedigd moeten worden
Alsof het niet bekend is, dat de meeste dier
permis d'exploitation gegeven zijn in flagrantfln
strijd met de afspraak om het status quo te
handhaven, ja ten deele zelfs trots het uit
drukkelijk verbod van de Fransche Regee
ring. Vad.)
Te Bandjermasin is overleden de heer
AA'. E. M. S. Aernout, assistent-rosidont van
Martapoera, ridder der Militaire AA'illemsorde.
Door Teyler's Godgeleerd Genootschap
is van de vier antwoorden, ingekomen op
eene prijsvraag over: „Het recht der indivi
dualiteit op zedelijk gebied," éón bekroond.
Bjj opening van het naambriefje bleek de
schrijver te zijn Heinr. Drechsel, prot. pre
dikant te Alsenz in den Rijnpalts.
Overeenkomstig het verlangen der han
delsreizigers in de noordelijke provinciën,
zullen met Nov. a. s. de vroegere abonne
mentskaarten op de Staatsspoorwegen weder
ingevoerd worden. Do tegenwoordige zullen
ook blyven bestaan.
Het genootschap „Kunst zy ons doel"
te Haarlem is voornemens, tot viering van
haar 70-jarig bestaan, in het voorjaar eene
tentoonstelling van schilderyen teorganiseeren.
Het Delftsche Studenten-Tooneel-gezel-
schap, opgericht 10 October 1881, zal door
oen tweedaagsch feest op 22 en 23 a. s. zyn
JO-jarig bestaan herdenken, o. a. door eene
tooneel-voorstelling.
Particuliere berichten, hier te lande ont
vangen, melden dat luitenant Happé zyn tocht
van Salatiga naar Batavia heeft mooten op
geven, daar zyn paard door een steen aan
een der pooten gewond en kreupel werd.
Naar wy vernemen, is het Philharmonisch
orkest van Berlijn door de directie van het
Kurhaus te Scheveningen weer voor de zes
volgende jaren geëngageerd. Vad.)
Te Haarlem is, na eene korte onge
steldheid, op 34-jarigen leeftijd overledan de
heer Theod. M. Tromp, tydens de annexatie
van de Transvaal secretaris van president
Burgers. Hy heeft zich ook door zyne Trans-
vaalsche novellen voel naam gomaakt.
Als opvolger van mr. De Vries als lid
van den Raad van State wordt genoemd de
oud-minister mr. A3. Mackay.
GERED.
6.)
Zoo niet de ellendige hartstocht van het
aethergebruik u alle achting voor uzelven
heeft benomen, vat dan moed!
Hy stond op, schaamrood in het gezicht
over zichzelven, opende de deur der zijkamer,
doorliep deze en stond voor zyne vrouw.
Langzaam en in verschuonende woorden
deelde hij haar mede, wat de doktor hem
gezegd had. Hoe geheel anders gedroeg zijne
vrouw zich by de verschrikkelyke tyding,
welke hem byna verpletterd had.
Hij zag twee tranen uit hare oogen vallen,
daarna zeide zy beslist:
„Ik dank je dat je my niets verzwygt,
maar my zal geene ziekenoppasseres van het
bed van myn kind verdringen; hier is mijne
plaats tot den laatsten ademtocht. Ik heb
plichten als moeder te vervullen."
Deze woorden van zyne vrouw op dit
oogenblik werkten verpletterend op Grabert.
Zij vervulde hare plichten tot den laatsten
ademtocht en hy hy had zoolang alles
vergeten, wat plicht heette.
Hoe klein, hoe zwak, koe onwaardig kwam
hij zich voor tegenover zyne vrouw, die zich
zeker met verachting van hem afgewend zou
hebben, indien zy geweten had, wat dozen
avond mot hem was voorgevallen en hoehy
opnieuw bezweken was voor de verleiding.
III.
Middernacht! Diepe rust en duisternis
daarbuiten achter de vensterruiten, waartegen
Grabert zijn heet voorhoofd drukt; gedempt
licht in de kamer en door de half geopende
deur der slaapkamer dringt het verschrik
kelyke reutelen van het kind.
Eene hand wordt op zyn schouder gelegd,
en eene toonlooze stem zegt
„Kom, wy moeten helpen 1"
Eene rilling gaat hem door de leden en
toch volgt hy zyne vrouw, die hem kalm
vóórgaat. Zy gaan naar het bed van het
kind, dat in eene soort van sluimering ligt,
welke het schynt wel te doenen toch
helpt het nietshet kind moet uit den slaap
gewekt worden. Met een kreet ontwaakt het,
de verschrikte oogen dwalen hulpzoekend
van vader naar moeder en dezen moeten den
blik afwenden en met geweld het angstige
verzet van het kind overwinnen, datzichmet
alle krachten verweert tegen het voorschrift
van den dokter, om de keel door middel van
een penseel met helsche steen te bedtryken.
Het verschrikkelijke proces is eindelijk
voorby. Er volgt een lievig braken van het
kind, en het is, als zou het in hot volgende
oogenblik stikken.
Daarna valt het in de kussens neer, pyn-
lijke geluiden ontsnappen aan de aangetaste
keel en een onbescbryflyken blik van smart
en beschuldiging werpt het op zyne ouders.
Grabert kan dezen blik niet verdragen. Hy
wendt zich af, terwyl de ongelukkige moeder
zich over het bed van het kind buigt en het
woorden van liefde en teederheid toefluistert,
waarmede zy tevens lucht geeft aan het ge
folterd hart. Zy tracht zich voor het kind te
rechtvaardigen wegens de pyn, welke het
werd aangedaan. Het kind verstaat niets
meer; het is bewusteloos geworden en het
reutelen alleen bewyst dat het nog leeft en
nu en dan weer eene krampachtige stuip
trekking van het lichaam.
Ook de oppasseres, hardvochtig geworden
door de gewoonto, aan het ziekbed te ver
toeven, schynt aangedaan door de smart van
het kind.
„AVy doen het niet weer", zegt zy, „het
was de laatste maal. AA'aartoe zullen wy het
kind kwellen? Het loopt toch ten einde. De
kleine beleeft den dag van morgen niet meer."
De moeder werpt een blik ten hemel;
krampachtig drukt zy de handen tegon de
slapendan gaat zy naar haren echtgenoot
en legt het hoofd tegen diens borst. Daar zoekt
zy bescherming, daar zoekt zy troost, by
hem den ontroostbare.
„Het kind sterft!"
Grabert voelt, welk een verschrikkelyke
ommekeer in hom plaats grypt. Het kind
sterft! En hy kan niets doen, om het te
redden. Maar één ding kan hy nog doen,
iets moet hy nog doentroost en steun zyn
der ongelukkige vrouw in dit bange uur.
Hulpzoekend heeft zy zich aan zyne borst
gelegd, hier moet zy eon steun vinden.
Hy sluit de armen om den hals zyner
vrouw en drukt haar aan zyn hart; zyne
tranen vallen brandend heet op haar voor
hoofd. Hand in hand, zonder een woord te
spreken zitten zy naast het bed van het
kind, tegenover lien, aan den anderen kant,
zit de ziekenoppasseres.
Ofschoon het kind niets meer om zich
heen schynt te herkennen, ziet men toch
don verschrikkelyken angst, dien het gevaar
van te stikken in de oogen veroorzaakt.
(Slot volgt.)