N°. 9698.
Zaterdag 3 October.
A0. 1891
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 2 October.
^enilieton.
Uit logee re 11 gaan.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leider, per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regol moer 0.17J.
Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Eerste Blad.
Oi'dcicele Iicnaisg;eving-cn.
Palcntbladcn.
De Burgemeester, Hoofd van het Bestuur der ge
meente Leiden, brengt ter keunis van de belangheb
benden, dat de Patentbladen voorde gepatenteerden,
wonende in Wijk VI, over het dienstjaar 1891/92,
bij het College van Zettere, in een der vertrekken
van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van
liet aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op Maandag 5,
Dinsdag 6, Woensdag 7 en Donderdag
8 Oct. a. s., telkens des namiddags van één
tot drie uren, terwijl na het verstrijken van dien
termijn de onafgehaalde Patentbladen ter
uitreiking moeten worden gegeven aan de Deurwaar
ders der Directe Belastingen, die voor hunne moeite
mogen oischen tien cents, zonder meer.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
2 Oct. 1891. DE KANTER.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien art. 8, lsto alinea, der Wet van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95J, tot rfgeling van het
toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, echade of hinder kunnen v„roorzake>.
BreDgen bij dezen ter algemeen© kennis dat door hen
op heden vergunning is verleend aan P. G. TIMP en
rechtverkrijgenden, tot het oprichten van esne bak-
kerij in het perceel Haarlemmerstraat No. 164.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
1 Oct. 1891. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeene kennis dat op Zaterdag 3 Octo
ber a. s., ter gelegenheid van de viering van den
Gedenkdag van Leiden 8 Ontzet, de bureaux
der G e m e e n t e-S ecretarie (afdeeling Alge
meene Zaken en Financiën) en het bureau van den
Burgerlijken Stand, van des middags twaalf
uren af voor hot publiek zullen gesloten zijn.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
2 Oct. 1891. E. KIST, Secretaris.
Het is geschied: het huis is ingewijd.
niet door woorden, maar door daden. En welke
daden! Moeilyk kon beter keuze gedaan zijn
geworden dan de opening, evenals van het
vorige gebouw, te doen plaats hebben door
Beethovens ouverture „zur Weihe des Hauses",
welke, gelijk bovendien uit den titel blykt,
door den componist geschreven werd voor
eene zelfde gelegenheid als deze.
Eeeds met de vier eerste afgebroken, zware
tonen, werd de proef op de som gezet. De
uitslag was verrassend. De acustiek bleek,
althans voor eone volle zaal en dat was
de Stadszaal gisteravond in by zonder e mate
goed, en ook met het verdere gedeelte van
deze grootsche toonzetting kon men dezelfde
overtuiging erlangen, dank zy bovendien de
wjjze, waarop het orkest van het Amster-
damsche Concertgebouw zich van zyne taak
kweet.
Dat alios tot zijn recht kwam, was ook
op te merken in „Gruss aus der Feme," (In
Memoriam), van Joh. J. H. Verhulst, dat
oveneens het bewijs leverde hoe kostelijk het
orkest van den heer AY. Kes is samengesteld.
Zelden ook mochten we zooveei eenheid,
zuiverheid en klankrijken toon bewonderen
als in Schumann's „Symphonie No. 3" (Es-
dur, op. 97), waarvan o. i. het derde deel het
glanspunt was.
Doch niet enkel in deze orkestworken had
het orkest eene zware taak te vervullen. Den
geheelen avond kon het zich doen waardeeren,
al was het dan maar als begeleiding, in de
eerste plaats van mevrouw Ende-Andriessen,
eerste dramatische zangeres aan het Stadt-
theater te Keulen, eene aangename, impo
sante verschijning. Zoowel in de uitgebreide,
scène en aria uit Von AVebors opera: „Oberon"
(arie der Rezia„Ozeandu Ungeheuer") als
in het slot-tooneel uit AVagners „Tristan und
Isolde" (by het lyk van Tristan) was zy over
heerlijk. Aan een omvangrijk, helder, spre
kend sopraan-geluid, paart zy eene innigheid
van voordracht, welke zóó vol gevoel is, dat
men meer dan eens de opera- en niet de
oratorium-zangeres herkent. Het overgaan
van de hoogste tot de laagste tonen (zooals
in de „Oberon'j scliynt voor haar niets. En
wolk eene kracht wist zy niet te ontwik
kelen in AA'agners werk, waar door het orkest,
dat eerst zoo keurig het „Arorspiel" daarvan
had doen hooren, of liever door de eigenaardige
en in omvang toenemende instrumentatie,
hare partij geenszins gemakkelijker gemaakt
werd.
Zy overtrof hier alios. Zy wist hier te
overwinnen, al was aan het slot hot orkest
eene enkele maal de overheerschende.
Als solist deed zich verder nog hooren de
heer Chr. Timmner, concertmeester by het
dezen avond optredende orkest. Heerlijk was
hy ook nu weder in „Ottave Concerto" voor
viool van Luigi Spohr, en later in „Prélude
du Déluge" van C. Saint Saens. Aangrijpend
was hy in zyno voordracht, welke toch, met
den meesterlijken streek, zoo door eenvoud
uitmunt. Hij toonde zich een kunstenaar van
den waren stempel, en niet te verwonderen
was het daarom dat de warmste toejuichingen,
hem na elke voordracht ten deel vielen.
In denzelfden, hartelykon bijval mocht niet
minder ook mevrouw Ende-Andriessen, die ten
slotte zelfs viermaal werd teruggeroepen,
zich verheugen.
Eene langdurige waardeering viel bovendien
liet- orkest ten deel, dat ook zoo uitmuntte
in de zoo plechtige prélude van Saint Saens.
I.t> leden der Leidsche Maatschappy voor
Toonkunst zullen tegenover het bestuur daar
om niet anders dan mot een gevoel van er
kentelijkheid vervuld zjjn, dat zij op deze wijze
in de gelegenheid worden gesteld de waardige
opening van dezen kunsttempel bij te wonen.
Die opening had vanwege de gemeente geen
officiéél karakter, al waren de leden van het
Dagel(jksch Bestuur en den Gemeenteraad,
met den burgemeester op de voorste rjj, in
grooten getale aanwezig.
De groote zaal bood, gevuld als zy nu was
mee de Toonkunst-leden en hunne dames,
van de laatsten velen in lieve toiletten, be
schenen door de heldere gasverlichting, een
schitterenden aanblik.
Was de temperatuur in de open lucht voor
dezen tyd van het jaar merkwaardig druk
kend, in do beneden-zaal met de talrijke be
zoekers was ze dit niet minder, doch op de
oven stampvolle gaanderij was het daarmede
iets beter gesteld.
W(j ontvingen over de ventilatie dan ook
reeds een paar ingezonden stukken, alsmede
over de wanorde in de garderobes bjj het
afgeven en terughalen der kleedingstukken,
en over de rijtuigen, welke voor de voet
gangers by het verlaten van het gebouw
hinder veroorzaakten, omdat sommige ervan
te lang op de bestemde families moesten
bly'ven staan wachten. AA'jj vonden het onnoodig
die stukken hier reeds in hun geheel op te
nemen, daar zeker van de ervaring, welke
men gisteravond heeft opgedaan, wel party
zal worden getrokken en mitsdien wel de
noodige maatregelen zullen worden genomen.
De pauze van het concert werd gebruikt
om een bezoek te brengen aan de verschillende
lokaliteiten, in hot bijzonder aan den foyer,
waar nu de drie busten van Van Beethoven,
Augier en Rossini, door den heer H. J. Bool
der gemeente aangeboden, van hun omhulsel
waren ontdaan en zich voor ieders oog op
hunne consoles aan de wanden vertoonden.
De draperieën waren nu zoodanig veranderd,
dat zij meer in harmonie met deze fraaie
zaal waren.
Dit eerste concert in de nieuwe zaal werd
ook door enkele erkende musici van elders
bijgewoond, die, naar wjj vernemen, zich over
de acustiek eveneens zeer gunstig hebb n
uitgelaten.
Eeno breede schare belangstellenden had
zich hedenmiddag op de begraafplaats aan de
Groenesteeg voreenigd, ten einde getuige te
zyn van de plechtige teraardebestelling van
het stoffelijk overschot van wijlen onzen ge-
achten stadgenoot mr. H. L. A. Obreen.
Daaronder bevonden zich afgevaardigden
van de talrjjke commission, waarin de over
ledene zitting had, of zy, die hem op andere
wyze hadden leeren kennen.
Toen de lijkstoet, bestaande uit den rouw-
wagen en vier volgrytuigen, den doodenakker
was genaderd en de kist op de draagbaar
was gezet, sloton velen hunner zich op den
tocht naar het graf achter de familieleden aan.
De buitenste kist, welke de gewone bevat,
was van buitengewonen, Duitschen vorm en
vervaardigd van zink, voor een gedeelte
zwart verlakt en voor een ander gedeelte blank,
in verschillende toepasselijke afbeeldingen
bewerkt.
Niet minder dan acht fraaie en groote
kransen met nog eenige palmtakken en
verdere bloemstukken sierden haar. Daar
onder merkten we er op van de „A'ereeniging
van notarissen," van het bestuur der „Leidsche
Dekenfabriek" en van de „Kantoorbedienden
vereeniging aan haren beschermheer," terwijl
er later aan het graf nog een werd bygovoegd
van het bestuur der „Leidsche Schouwburg-
vereeniging aan zynen president."
Aan de groeve werd het woord gevoerd
door dr. H. Boursse AVils, die sprak in de
dubbele hoedanigheid van voorzitter van het
bestuur van 's Ryks werkinrichting voor
vrouwen en van voorzitter der Leidsche af
deeling van de Nederlandsche Maatschappy
voor Tuinbouw en Plantkunde.
Hy wees er op hoe we hier stonden aan
hot graf van een man, die in den bloei van
zyn leeftijd was ontrukt aan vrouw en
kinderen, en aan do maatschappy, waarin
hy zoo nuttig werkzaam was. Zy, die hem,
gelyk spreker, langen tyd gokend hebben,
weten wat er in hem verloren wordt. Hy
was voorkomend en welwillend. Hy had een
hart voor ongelukkigen, getuige zjjn lidmaat
schap van het bestuur der genoemde rijks
werkinrichting, en een open zin voor de na
tuur, getuige wederom zyn lidmaatschap van
hot hoofdbestuur der genoemde Tuinbouw-
maatschappy en zyn voorzitterschap gedu
rende langen tyd der Leidsche afdeeling daarvan.
Door het vele goede, dat hy gedaan heeft,
zal zijne nagedachtenis in eere blijven.
Een zwager van den overledene, de heer
AAL De Heus, uit Utrecht, herinnerde er aan
Van Auguste Hauschner.
Door JOHANNA.
4.)
„Uwe zuster valt zeer in den smaak, ze
verstaat goed de kunst zich eene positie in
de maatschappy aan te schaffenwel is waar
laat zy zich soms wel eens wat erg het hof
maken, maar ziet ge, Meta, jaloersch ben ik
niet; ik denk maar, het is nu eenmaal zoo
de mode."
Meta was te moe om naar behooren hare
ontzetting en afkeuring te kennen te geven.
Met inspanning van al hare krachten schreef
zy een briefje aan de geliefden thuis, zocht
toen hare kamer op en was weldra in een
diepen slaap.
Droomen, ja, dat deed zei Zy zag in hare
verbeelding hare zuster met eene lamp in de
hand naar haar bed komen, borst en armen
ontbloot, een dun zwart kleed om de leden,
aangezicht en wangen zagen zóó vaal en ze
scheen zóó te huiveren, dat Meta wel had
willen uitroepen
„Sla toch iets om!"
Toen zij 's morgens wakker werd, meende
ze dat zij thuis was. „Zijn de kinderen reeds
op?" wilde ze vragen. Docli daar bezon zy
zich. Hoe laat zou het wel wezen?
Byna acht uren. Snel sprong ze op. In de
eetkamer brandde de kachel; de andere
kamers waren nog niet aan kant. Tot
haren troost zag ze dat Emma nogal
niet veel last van de pronkstukjes had, want
de meid wischte dood langzaam van ieder
ornament het stof, zóó langzaam zelfs, dat
Meta grooten lust gevoelde haar te helpen.
Doch dan zou ze hare waardigheid als gast
te kort doen, daarom wachtte zy geduldig
tot negen uren. Toen verscheen Felix, haar
zwager, en eenige minuten later Emma in
eene morgenjapon, welko even sierlyk en
élégant was als hare huisjapon van gisteren,
geweest was.
„Och, zijt ge reeds lang op en wij hebben
u dus op het ontbyt doen wachten? Dat
apyt mywe waren zoo moe en zyn om drie
uren eerst thuis gekomen!" riep Emma.
„Hebt ge u goed geamuseerd vroeg Meta.
„Het gaat nogal, zooals altoos. Men ver
veelt zich in den vooravond, gaat dan sou-
peeren luistert naar een stuk muziek,
speelt een comediestukje, verveelt zich nog
een poosje en gaat naar huis."
Meta had byna gevraagd, waarom zy er
dan was heengegaan. Maar ze bedacht zich
nog intijds.
Na het ontbyt ging men aan het plannen
maken. Meta had thuis reeds een heel pro
gramma opgemaakt. Zij wilde de museums
zien, de oude schilderijen, de opgegraven
oudheden, etc., etc. Emma wilde liever naar
de modemaakster en eens naar de komedie,
morgenavond by v., maar als Meta zoo gaarne
do museums wilde zien, nu, dan zou ze wel
eens medegaan.
Of ze hierin haar woord gehouden heeft,
is zoo zeker niet, want ach, ze had zooveel
invitaties af te slaan en aan te nemen, zoo
veel geestige briefjes te schrijven. zooveel
bestellingen aan hare leveranciers te doen.
En dan de visites nog! Meta kon er het
genot maar niet van gevoelen, want zo vond
dat de gesprekken styf en gezocht waren,
en er altoos eene zekere vreugde heerschto
als do een of ander eens „niet kwam."
Hoe gaarne zou ze eens een goed boek
gelezen hebben
Een mooi boek te lezen was voor Meta,
die een druk huishouden had, een zeldzaam
genot. Doch daar kwam niets van in; zich
aan de gezelligheid te onttrekken, dat kon en
mocht niet. Dus leeide zij in den volsten
zin des woords wat het zegt, zich te ver
velen. Aanhoudend werd ze aan nieuwe,
vreemde menschen voorgesteld, die haar een
paar beleefde woorden toevoegden en haar
dan verder aan haar lot overlieten. Emma,
die, als er geen bezoek kwam, de voorko
mendheid zelve was, veranderde geheel en
al zoodra zy het salon binnentrad; zy trok
zich met hare aanbidders in den een of
anderen hoek terug. Het verwonderde Meta,
dat die getrouwde mannen, die meest allen
vaders van huisgezinnen waren, zooveel genoe
gen in die bleeke vrouw vonden, die toch ook
gehuwd en zoo heel jong niet meer was. Niet
dat zij hare zuster benijdde, och neen, zy ver
achtte uit den grond van haar hart die vrouwen
en moeders, die, in plaats van hare plichten
te vervullen, met jonge meisjes om den voor
rang streden. Zy was er trotsch op dat zy
zooveel eenvoudiger en nederiger was, en
als ze ook al eenige bitterheid in haar hart
voelde ontwaken, schreef ze dat toe aan den
afkeer, die zulk een onvrouwelijk gedrag in
haar verwekte.
Nu was Meta reeds langer dan veertien
dagen bij hare zuster als gast geweest.
Emma's verjaardag was reeds voorbyzij
begon meer qr\ meer naar huis te verlangen.
Wordt vervolgd.)