N°. 9686.
Zaterdag 1Q September.
A0. 1891.
i§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzondorlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1G regels 1.05. Iedere rogel meer ƒ0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
In en Om INawsau.
Dook H. Witte.
X.
(Slot.)
Ik zeide dat men, te Nassau verblijvende,
Kemmenau en de Kemmenauer hoogte, ge
woonlijk „der schonen Aussicht" genoemd,
tot de omstreken rekent, ofschoon het streng
genomen tot die van Eins behoort, waar het
dichter bij ligt. Men kan er echter zeer goed
komen, zonder Ems aan te doen, en ik geloof
zolfs dat dit voor wandelaars de verkiesljjkste
weg is. Men gaat dan bij Dausenau direct bergop
waarts, en kan van daar uit in denzelfden tijd
een uur, mogelijk ruim een uur Kemmenau
als de Concordiathurm bereiken. Ikzelf ging
dien weg niet, maar die het niet deden, be
weren dat hij voor de meesten wel wat steil is.
Het schijnt mü echter raadzamer naar Ems te
sporenmen gaat dan van daar, aanvankelykniet
steil, later iets meer klimmend, geheel versch
bergopwaarts, en dit wel eerst langs een zeer
afwisselenden hoogdalweg, tot men hetbosch
bereikt en altijd door een zeer fraaien, breeden
rjjweg houdt, die ook voor rijtuigen geschikt
is, al is hjj op verre na niet overal even gelijk.
Van verdwalen kan geen sprake zjjn, want
men leest onderweg zoo dikwijls: „nach der
schonen Aussicht", dat de verwachting daar
naar hoe langer zoo meer gespannen wordt.
Wanneer men zich onderweg niet te dikwijls
ophoudt om uit te rusten, waartoe hier en
daar gelegenheid is, kan men het eigenlijke
doel, van Ems uit, in anderhalf uur bereiken.
Dit doel is niet het dorp Kemmenau zelf,
waarheen een weg zijdelings af leidt, maar
een op het hoogste punt in deze streek staand
in 1859 gebouwd steenen paviljoen, nevens
de woning van een Förster, die er gedurende
den zomer eene restauratie (aan welk woud
men echter geene al te ruime beteekenis moet
hechten) op nahoudt.
Daar dit paviljoen rondom dicht en van
ramen voorzien is, biedt het, eenvoudig ge
meubeld als het is, eene uitmuntende gelegen
heid om wat te bekomen, alvorens zich aan
de frissche lucht bloot te stellen. En dat het
hier, zelfs in den zomer, frisch is, kan men
nagaan, wanneer men op de kaart de hoogte
van 4G0 Meter boven zee, dus 380 Meter
boven de Lahn ziet opgegeven.
Men kan dan ook gerust zeggen dat men
zich hier op een vrjj hoogen berg bevindt,
van welken men over al de andere bergen
in den omtrek heen ziet, zoodat het ver
gezicht zich letterlijk in nevel verliest. De
Nassauer Burgberg is van hier gezien zoo
kinderachtig laag, dat men medelijden krijgt
met hen, die, op dien toren staande, meenen
het al mooi hoog gebracht te hebben.
Wat men van daar zoo al ziet?
Eerljjk gezegd weet ik dit niet meer. Veel,
heel veel, dit weet ik wel, en voor hem, die
nog niet op hooger bergen, in Zwitserland
b. v., was, moet dit gezicht in hooge mate
verrassend zijn. Men moet echter al zeer goed
in dezo streek georiënteerd wezen, om zich later
de bijzonderheden goed te binnen te kunnen
brengen, wanneer men zjjn geheugen niet met
•eenige losso aanteekeningen te hulp kwam,
<en ik had mij voorgenomen ditmaal hoege
naamd goeno aanteekeningen to maken, wel
wetende dat, als ik er eenmaal mee begon,
ik er mee zou voortgaan. Van deze overigens
vaste gewoonte wilde ik thans, hetzelfde om
welke reden, eens afwijken.
Maar het geheel staat rnjj daarom toch ook
thans niet minder helder voor den geest, en
daarvan kan of liever wil ik alleen zeggen
dat het aangrijpend schoon en indrukwekkend
tevens is.
Men kan het treffen dat men daar alloen
is, maar men ziet er ook wel verscheidene
rijtuigen staan, wanneer het er natuurlijk veel
levendiger toegaat. Treft men het eerste, dan
is men er het beste aan toe, wijl men dan
veel kans heeft op een gezellig praatje met
de hupsche Pörsters-vrouw, die in dat geval,
nadat zjj het verlangde voor u heeft gereed
gezet, wel neiging toont om u als eenige
afwisseling in haar op deze hoogte-overigens
vrij eentonig leven te beschouwen. Zjj zal u
dan vertellen hoe het hier is in den winter
en wat eene hevige onweersbui hier, waar men
het uitspansel in alle richtingen, want aan
den boschkant is ook een uitzichtspunt, kan
overzien, beteekent. Ze zal u het allereerst op
den Rjjn attent maken, dien ge hier, over de
bergen heen, even een verren groet kunt
toewuiven. Ze zal u het Lahnthal aanwijzen
en u vervolgens attent maken op de bergen
bij Coblenz en verderop, op de golvende hoog
landen van den Yulkanischen Eifel, of daargin
der op het Taunusgebergte en zoo nog vele
andere bergen meer.
Spreekt ge van op te stappen, dan zal ze u
allicht vragen even de zogeteekens van haren
man te zien, eene massa reeünhorens, waarvan
ge er wel gaarne een paar zoudt meenemen,
maar die voor geen geld te koop zjjn. En dan
volgt natuurlijk het portret van haren heer en
gebieder, in zjjn vleiend Förster-kostuum, een
kranige kerel, die geene uniform noodig heeft
om een goeden indruk te maken. En eindelijk
zal ze dan misschien voor den dag komen met
een kaartje waarop twee photographieën staan,
op den Concordiathurm vervaardigd. De een is
de Herr Förster na „een vroolijken dronk", de
ander een vriend, die hem wat helpt om in zjjn
postuur te bljjven. En nu is het aardig te
zien wat een schik dat vrouwtje in die pot
sierlijke grap het uitvloeisel van eene grap
natuurlijk heefteene grap, waarover zeker
menige Hollandscho zou blozen, maar waarin
zjj niets anders ziet dan eene grap, die er voor
een enkelen keer, als de gelegenheid er toe
leidt, heel goed door kan.
En als ge haar dan vraagt of hjj na die
grap langs die steile wegen alleen thuis ge
komen is, antwoordt ze lachendO ja, ganz gut
er kennt die IVegen sehrgenau!" Nu moet
ge nog even het heerlijke uitzicht aan de
andere zijde genieten. Daar is voor dit doel
een koepel gebouwd, en alweder vertelt ze u
veel meer dan ge met mogelijkheid kunt ont
houden.
Ge zpt allicht geneigd bjj de afrekening
een Mark meer te betalen dan ge schuldig
zjjt, om haar op kiesche wijze blijk van er
kentelijkheid te geven; maar, reken er op
dat zjj u dan niet verkiest te begrijpen en zal
zeggen dat ge u hebt vergist.
Eindelijk raadt ze u en als zjj 't vergeet,
vraagt het dan om langs een anderen weg
dan gij gekomen z\jt naar beneden te gaan.
Deze is niet zoo gelijk, veel steiler, maar dan
ook veel korter, en ge gaat niet twee keeren
denzelfden weg. Is men eenmaal daarop, dan
kan men niet meer misloopen: altijd maar
naar beneden en met een gevoel van mede
lijden groet ge deze en gene, die hijgend
naar boven kruipt, en, hoe geoefend ook in
zulke tochten, want het zjjn alleen bergbe
woners, die men ontmoet, nu en dan even
stilstaan om op adem te komen.
Veel spoediger dan men vermoed heeft,
komt men nu op het benedenste gedeelte
van den eersten weg weer terecht, en na een
minuut of tien is men nu in Ems terug.
Desverkiezende kan men Ems ook nu vermij
den, in welk geval men eerst naar Kemmenau
en dan verder, door het Dausenauer IVald, naar
Dausenau afdaalt. Ik geloof zelfs dat dit, im
mers als men niet in Ems wezen wil, verre
het verkiesljjkste is. Men kan dan te Dausenau
desverkiezende uitrusten, om daarna langs
den grooten weg naar Nassau terug te keeren.
Ofschoon het er ver van af is dat mjjne
herinneringen met het hier medegedeelde uit
geput zijn, meen ik het toch daarbjj te moe
ten laten. Ik gevoelde mij eenvoudig opgewekt
om ook de attentie van hen, die daar geen erg
in hebben, op de heerlijke omstreken van dit
kleine badplaatsje te vestigen, en er alzoo toe
bij te dragen dat ook anderen wat gaan ge
nieten van hetgeen ik er herhaaldelijk genoot.
Met Limburg's Valkenburg is mjj dit een jaar
of wat geleden zoo goed gelukt, dat zulk eene
poging dunkt mjj wel gerechtvaardigd is.
Tot bevestiging van hetgeen ik zooal ver
telde kan een kort uittreksel dienen uit een
brief, dien ik onder dagteekening van 13
Augustus 1.1. ontving van iemand, die er met
zijne vrouw op mijn raad naar toeging, en
er toen al meer dan eene week langer was dan
hy zich aanvankelyk had voorgenomen.
„"Wij hebben volstrekt geen spyt dat we
Nassau tot verblyf hebben gekozen, want ge
zult het met me eens wezen dat de omstreken
hier prachtig zyn, en dat men de wandelingen
tot in het oneindige kan variöeren, terwijl
het leven hier in het hotel (Bellevue) zeer
huiselijk is; recht gemüthlich, en als men
eenmaal op de hoogte van de toestanden is,
kan men ook alles krygen wat men verlangt."
En verder: „Ik zou niet kunnen zeggen
waar ik het 't mooiste vond, omdat men
overal iets verschillends te genieten krygt."
't Is W3ar, men heeft er vóór alles mooi
weer noodig. Maar toch, al is de regen er
nog veel natter dan hier, toch weet men zich
er ook by minder fraai weer bezig te houden.
De schrpver van bovenvermelden brief had
er by'na onafgebroken ongunstig weer. Onder
dagteekening van 5 Augustus schreef hy o. a.
„Het regent hier massenhaft. Eergisteren zyn
we, by een tocht naar de Holielei by'na omge
komen; 't is de waarachtige waarheid, want
in Holland heb ik nog nooit zooveel regen
zien vallen. En niettegenstaande dit alles
amuseeren we ons best."
Nu kan men nagaan wat het bij mooi
weer is. Hitte is wel het allerminste wen-
scheiyk, maar daarover heeft men tegen
woordig geen klagen, en als het waar is dat
de aarde eene nieuwe jjsperiode tegemoet gaat,
gelyk sommige pessimisten beweren, dan zal
men er ook in 't vervolg niet veel last van
hebben.
Intusschen, dit neme men zooals het valt.
Over het Lahnthal hoogerop spreek ik niet
die van Nassau weer over Coblenz wil terug-
keeren, moet intusschen niet verzuimen min
stens een dag aan het gedeelte tusschen
Nassau en Limburg te wijden. Hy zal er zeker
hoogst aangename indrukken van mee naar
huis nemen.
En nu, gy, die er vroeger of later eens naar
toe wilt gaan, al was 't maar om u te over
tuigen of ik overdreef en ten onrechte een
verblyf van eenige dagen aldaar aanraadde,
eene goede reisl
Gemengd Nieuws,
Voor eenige dagen maakten wy
melding dat het volgens onze meening onrecht,
vaardig was bruggeld te vorderen van de
schippers, die met hunne vaartuigen door de
Spanjaardsbrug voeren. In dien toestand is
geenerlei verandering gekomen. Men gaat voort
bruggeld te vragen. Let wel: te vragen 1
Want wat is het geval? Personen in dienst
der gemeente er zyn er vier hebben
het consigne bruggeld te vragen, maar vergen
kunnen zy het niet. De gemeente laat dus de
schippers er in loopen, die dit natuurlyk niet
wetenwordt aan hen bruggeld gevraagd, dan
weten zy niet beter of het moet betaald worden.
Wy vragen nogmaals: mag de gemeente
zich daartoe leenen?
Het gevolg van Sequah, bestaande
uit 6 muzikanten, 1 apotheker, 1 tolk en oen
broeder van den wonderdokter, is Woensdag
middag met den trein van 3 u. 50 m. van
Rotterdam naar Amsterdam vertrokken, ter-
wyl Sequah zelf met een lateren trein vertrok.
Door hem zyn appartementen gehuurd in
het „Hotel Suisse" in de Kalverstraat,
Verdor wordt medegedeeld dat door hem
ook te Amsterdam een arts als helper is
aangenomen, zoodat de Rotterdamsche heer
Hemmers hem niet volgde.
In het „Hbl." maakt Sequah bekend dat
hy hedenavond in de Concertzaal van het
„Park" (Plantage), te Amsterdam, voor do
eerste maal aldaar uitlegging zal geven van
de krachtdadige werking zyner geneesmiddelen.
De persoon, dien hy zal behandelen, is de
heer B. Trakzel, Frederik-Hendrikstraat 1,
aldaar, die gedurende zeven jaren aan rheuma-
thiek lydende was, en thans in 12 weken
buiten staat was zyn werk te verrichten.
Jongstleden Zondag-avond on
geveer halfelf werd eene familie, rustig in
den tuin van hare woning gezeten, naby het
Gesticht Meerenberg, onder Bloemendaal, ver
schrikt door het hooren van zware slagen,
naar het scheen afkomstig van eenige vech
tende personen. Naar buiten gekomen, be
speurde men, voor zoover de duisternis dit
toeliet, dat eene aanranding moest hebben
plaats gevonden. De twistenden werden spoe
dig gescheiden. De gevolgen bleken echter
later van zeer ernstigen aard te zyn, want
behalve dat eene vrouwelyke bediende van
gemeld gesticht was verwohd, werd een man-
nelyk bediende aan het hoofd getroffen en
bekwam hy in de linkerzyde een diepen steek
van een mes, zóódanig, dat er twee gaten in
de ingewanden zyn aangebracht en hy zelfs
thans buiten kennis is en zyn toestand zeer
gevaarlyk wordt geacht. De daders, waar-
schynlyk vier in getal, zyn nog onbekend
gebleven en men vermoedt dat zy hunne aan
randing op andere personen hadden gemunt.
Eene buitengewoon sterke ver
gissing viel Zaterdag te Maidenhead, in Enge
land, voor. 's Morgens werd het lyk van een
man gevonden en door een hoofdambtenaar
en een sergeant der politie horkend als dat
van een persoon, genaamd Hawkins. Het lyk
werd naar het huisje van laatstgenoemde
gebracht en door zyne vrouw herkend. Er
was echter niet genoeg ruimte, om het daar
te laten, en daarom werd het naar het lyken-
huisje van een hospitaal gebracht, 's Avonds
om negen uren kwam Hawkins tot schrik
en vreugde van zyne vrouw thuis. Het lyk
bleek dat van een vroegeren postbode te zyn.
Uit Verviers werdt gemeld dat
bjj een brand op een landgoed by Micheroux
drie personen omkwamen. De brand ontstond
door het vallen van eene brandende petroleum
lamp tydens het optassen van granen.
De ingenieurs, door de Spaanscho
regeering naar Consuegra gezonden om do
oorzaak der overstrooming zoo mogelyk aan
het licht te brengen, meenen te moeten be
sluiten, dat de steenen bruggon, op verschil
lende plaatsen over de rivier Araarquillo ge
slagen, eonigermate als dam werkten en den
watermassa's, die van de bergen neerstroom
den, geen voldoenden doortocht lieten, totdat
zy door den stroom werden meegesleept.
De toestand in de geteisterde streek is aller
treurigst. Vele lyken liggen nog onbegraven
en meermalen moet de politie de bevolking
met kracht en geweld dwingen, by dien arbeid
behulpzaam te zyn. Bovendien moet zy do
wacht houden by de lyken, daar sommige
lieden zich niet ontzien deze van hunne klee
deren te berooven.
De nationale inschryving ton behoeve der
noodlydenden toont reeds een bedrag van
ongeveer 192,000 gulden.
Vyf spoorwegarbeiders, die
eenig werk aan den spoordyk tusschen de
stations Yorkbill en Patrick verrichtten, zyn
op 10 dezer door oen sneltrein overreden. De
machinist had drie der ongelukkigen wel op
den weg zien staan, doch meende dat zy zich
genoegzaam buiten de rails bevondente laat
bemerkte hy dat dit niet het geval was, zoodat
het ongeluk niet meer door remmen voor
komen kon worden.