m Vollculioveu's
STOUT
N°. 9672.
Donderdag 3 ^epteniDei*
A0. 1891
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Vervolg der Advertentie».
is de meest versterkende drank
voor Bloedarmen, Zwakken
en Herstellenden. Aanbe
volen door alle geneeskundigen
van naam.
I. P. RIEDEL, BoömmarM.
collectie Schilderijen,
L. VAN HEUSDEN'S
HANDLEIDING
Burgerlijke Bouwkunde,
Feuilleton.
EINDELIJK OWTDEKT.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leider, per 3 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 rcgols ƒ1.05. Iedero regel meer ƒ0.171.
Grootcro lettere naar plaatsruimte. Voor hot
incassoeren builen do stad wordt ƒ0.10 berekend.
Gemengd Nieuws.
In de vorige week kwam in een
der voornaamste hotels te 's-Hage een vreem
deling aan, die zich in het hotelregister
inschreef als den Italiaanschen prins Guilio
Buspoli, neef van Z. M. den koning van Italië.
De prins handelde, zooals van een vorst was
te wachten, maakte goede verteringen, infor
meerde zich naar hooggeplaatste landgenooten
in deze stad en bestelde een diner of déjeuner
voor eenige diplomaten, die Z. H. de eer zou
hebben aan zijne tafel te ontvangen.
Na eenige dagen in het hotel goede sier
gemaakt te hebben, ging de prins op zekeren
morgen uiten is sedert nog niet terug
gekomen om de liooge hotelrekening te be
talen.
Deze geenszins vorstelijke houding wekte
argwaan. Een onderzoek werd ingesteld, waar
bij gebruik werd gemaakt van den bijstand
der politie, en dit bracht aan het licht, dat de
gewaande hoogheid, die zoowel door 't vloeiend
spreken van verschillende talen als door z(jn
uiterst deftig voorkomen en elegante kleeding
allo allures van een prins aangenomen had,
niemand anders was dan een Engelschen
hotelbediende, die waarschijnlijk in de groote
Europeesche hotels, waar hjj zijne nederige be
diening uitoefende, eene bijzondere studie
heeft gemaakt van de gedragingen en manie
ren van prinsen en andere logeergasten uit
de groote wereld.
De modedeoling in verschillende dagbladen,
dat verleden week aan een der hotels een
prins was afgestapt, moeten de lezers nu maar,
met aanneming van de noodige excuses, als
niet gedaan beschouwen.
De couranten wisten natuurlijk „van den
prins geen kwaad".
Eenige artilleristen maakten
het Maandag in den draaimolen in het Voorhout
te 's-Hage z66 bont, dat de carousselhouder
de politie moest verzoeken de woestelingen
uit zijne tent te verwijderen. De politie beval
den soldaten den draaimolen te ontruimen,
hetgeen aanleiding gaf tot verzet, waarbij de
militairen gebruik maakten van hunne sabel,
en de agenten, ter hunner verdediging, van
de wapenstokken.
Drie artilleristen werden ten slotte door
eene sterke politiemacht naar het commissa
riaat gebracht, vanwaar zij later werden over
gegeven aan den commandant der hoofdwacht.
Aan het politiebureel 2de afd. aldaar ver
voegde zich gisternacht een man, die eene
diepe wond in den rechterarm vertoonde, ver
moedelijk toegebracht door een slag met eene
sabel. Hjj wist zich door dronkenschap niet
te herinneren wie hem verwond had en werd
door den geneesheer der politie verbonden.
Maandag, te midden van den feestavond,
werd in de Poten eene juffrouw op het hoofd
getroffen door een stok met vlag, die uit een
venster op straat viel. Zij werd ernstig ver
wond per rijtuig huiswaarts gebracht.
Dezer dagen zat een visscher met
een pijpje in den mond, aan den oever van
de Mark, bij Breda, te visschen. Een oogen-
blik zat hij nauwelijks, of daar wipte de
„dobber" op en neer; hij had „beet." In dit
voor iederen visscher gewichtig oogenblik stond
hij op, legde het pijpje naast zich neder en
sloeg beide handen aan den hengel, zoodat
lig' er mee stond als een soldaat met zijn
vuurwapen in de positie van „velt geweer."
De dobber duikt plotseling. Met een ruk haalt
onze visscher den hengel op en ziet onder het
ophalen een aardig baarsje spartelen aan den
haak, doch vóór nog het beestje boven den
waterspiegel komt, schiet een groote snoek er
op af, die nu tot verbazing van den visscher
weldra op het droge ligt. Door de haast om
zich van den snoek meester te maken, stoot
de visscher tegen zijne pijp, die van de hel
ling van den dijk afrolt. De visscher houdt
gaarne den snoek, maar niet minder graag zijn
pijpje. De rechterhand bemoeit zich met den
een en do linker- wil de pijp grijpen, maar,
o jammer! de man verliest zijn evenwichten
weldra liggen hengel en worm en baars en
snoek en visscher en pijp in 't water en van
alles en allen werd alleen de visscher gered.
Te A a 1 r u m (Fr.) is een arbeider
uit eene schuur gevallen en eenige uren later
aan de gevolgen overleden. De man laat eene
vrouw met zeven kinderen achter.
De heer Roderhof zou gistervoor
middag te Hoorn met zijn ballon captif op
stijgen. Door den nogal hevigen wind, en
bovenal door den slechten toestand van het
netwerk, brak op eene hoogte van ongeveer
300 meter de stok, waarmede de ballon aan
een touw met den vasten grond werd gehouden
en hing de ballon aan eenige touwtjes van
het netwerk. De lieer R. overzag al spoedig
het gevaar, waarin hij verkeerde en had de
tegenwoordigheid van geest, toen hy bemerkte
boven het water te zijn, de mand af te snijden,
en viel hij van genoemde hoogte naar beneden.
Oogenschynlijk en naar ingewonnen berichten
moet de heer R. nogal tamelijk goed met
eenige schrammen aan handen en voeten er
zjjn afgekomen. De eerste geneeskundige hulp
werd verleend door de heeren Achina en Broors.
In eene kolenmijn te Malago-
Valo bij Bedminster heeft in den nacht van
Zondag op Maandag eene ontploffing plaats
gehad, ten gevolge waarvan negen arbeiders
gedood en vier ernstig gewond werden.
Dezer dagen bood een Engelse li
man bij de firma Ghisoli to Parjjs een bank
biljet van 1000 pd. st. ter inwisseling aan.
De heer Ghisoli kreeg wantrouwen in verband
met don diefstal, eenigen tijd geleden ten
nadeele der Engolsclie Bank gepleegd, cn liet
het biljet met de lijst der nummers van de
ontvreemde bankbiljetten vergelijken. Zoo
spoedig echtor de Engelschman dit gewaar
werd, maakte hjj zich uit de voeten en liet do
1000 pd. st. in het bezit der firma Gliisoli.
Uit Pest li wordt gemold: Mark
graaf Csaky Palavicini heeft op de jacht zjjn
vader levensgevaarlijk aangeschoten. Het ge
weer ging bij toeval af en verwondde den
vader, die naast zjjn zoon stond.
Hoofdagent te Leiden
Eenig ertegen woo rcElger voor
Lelden en Ov treken.
TELEPHOONNUMMER 122.
Notaris SCHOOR, te Voorschoten, zal op
de Plaats, genaamd „Veld- cn Rynzichtb\j
Leiden tegenover het eindstation van den IJsöL
Stoomtramweg, op Maandng 14 September
1891, des morgens te 10 uren, en zoo
noodig den volgenden dag, om contant geld,
publiek verkoopeneen goed onderhouden
INBOEDEL, hoofdzakelijk bestaande uit:
diverse Mahoniehouten en andere moderne
Meubelen, waaronder Tafels, Stoelen, Canapó's,
Ledikanten, Bedden met toebehooren, Tapijten,
Spiegels, Haarden, Kachels, Gasornamenten
enz.; alsmede eene
van bekende meesters waaronder van
§itDEE, en anderen wijders eene fraaie,
zeer antieke, gebeeldhouwde Kast, eene Pendule
(van jaspis of groene stoen) met Candelabers
(Stile-Louis XVI), een oud Servies, gemerkt
„Amstel", zeer antieke Glazen, oud Porselein,
waaronder twee groote Pullenen hetgeen
vorder ten verkoop zal worden aangeboden.
De verkooping der Schilderijen en verdere
Kunstvoorwerpen vangt aan des Maandags
middags te één uur.
Nadere information zjjn to bekomen ten
kantore van genoemden Notaris SCHOOR, te
Voorschoten, alsmede bjj den Kunsthandelaar
OLDENZEEL, Leuvehaven 74, te Rotterdam,
alwaar, evenals bjj genoemden Notaris, de
Catalogus der Schilderijen intijds to bokomen
zal zjjn. 6553 35
Te bozichtigen op Vrijdag en Zaterdag, 11
en 12 Sept., telkens van 10 tot 4 uren.
Bi) A. W. gIJTlIOFF te Leiden is ver
schenen en bfl alle Boekhandelaren vorkrjjg
baar gesteld:
tot dk
herzien door
P. Gr. LANCEL,
Architect te Leiden.
Ttrende, veel vermeerderde DrnL
PRIJS f 1.80.
57.)
Ik sprak reeds vroeger van eene in puin
liggende fabriek, welke een gedeelte van dat
kleine, morsige schiereiland besloeg, dat door
eene kromming van de rivier gevormd was.
Beeds waren verscheidene stukken muur
omgevallen, maar bjj mjjne herhaalde wan
delingen langs de plek, was mjj vaak opge
vallen, dat een stuk daarvan zoo vlak op den
grond lag als de muren van Jericho; van den
weg uit gezien leek het nog evengoed in
verhand te zitton, als toen het gemetseld
werd, behalve aan de uiteinden, waar de
steenen afgebroken waren en van hunne
plaats gerukt. Dit, dacht ik, zou de muur
zjjnen ik besloot eens na te gaan, of mjjn
vermoeden juist was. Om by de fabriek te
komen, moest ik langs den waterkant van
het schiereiland (ik was nieuwsgierig of
Steinhardt ook dien weg genomen had met
zijne verschrikkelyke vracht, dan wel of by
door het water gegaan was). Mijn weg voerde
my tusschen twee fabrieken door, tusschen
hoopen rommel, gebroken wagens en ver
roeste overblyfselen van oude machines, en
langs eenige varkensstallen, van oude plan
ken gemaakt. Ik moest voorzichtig loopon,
want de weg stond vol waterplassen en overal
lagen hoopen sintels en steenen. Eindelyk
bereikte ik de open plek achter de fabriek.
Ik naderde den muur met een gevoel van
yzing en afkeer. In het midden, naar den
kant van het hoogste gedeelte, lag eene
Üzeren plaat, welke goed overeenkwam met
de beschryving van Fraulein Haas.
Dadelgk viel myn oog op een stuk muur,
dat geheel verschilde van de rest. Het grootste
gedeelte van den muur was, zooals gewoon
lijk by eon fabrieksmuur het goval is, zonder
eenigen plantengroei, maar dat gedeelte was
bedekt met kleine, geel-groene paddenstoelen
op de steenen zeiven en in de voegen groeide
een weinig gras.
Dit was do plek; ik was gerustgesteld.
Onder deze steenen lagen nu al achttien
maanden lang de verminkte overblyfselen
van den ongelukkigen Lacroix, en denkelijk
niet diep in den grond; vandaar do haast
van Steinhardt om ze met zulk eene groote
grafplaat van zyn omgevallen muur te be
dekken, en vandaar, denkelyk, dit verraderlyk
groen. Toen ik er zoo naar keek, had ik
wel eens willen weten, hoeveel Steinhardt er
nu wel voor geven zou om dezen grafsteen
wog to kunnen nemen en den vermoorde
naar elders heen te kunnen brengen. Die
muur vormde een te veilig bedeksel.
Dit was de groote fout van dien sterken,
beslisten en eigenaardigen moordenaar, de
fout van dien vormetelsten aller schurken,
die in het volle vertrouwen leefde, dat hy
voor elke ontdekking beveiligd was
Ik ging spoedig weer weg om te beden
ken, wat my nu te doen stond. Ik kwam
tot het inzicht, dat het eene netelige zaak was.
Myno belofte aan Fraulein Haas verbood
my om dio plek openlyk te onderzoeken, en
van don anderen kant, hoe kon ik myn woord
aan Louise gestand doen, dat haar vader be-
hoorlyk begraven zou worden hoe kon
dat gebeuren, zonder dat de zaak publiek werd
Daarbij kwam nog eene andere zwarigheid
stel, dit ruwe graf werd opengebroken en
men kon vaststellen, dat die overblyfselon
die van mynheer Lacroix waren, hoe kon ik
aantoonen, dat Steinhardt ze begraven had?
Hoe kon ik de misdaad te pas brengon, zoodat
ik hem daardoor dwingen kon, zooals ik dat
wenschte
Ik besloot naar Freeman te gaan en met
hem over deze moeilykheden te spreken.
Ik had hem byna niet gezien na zyne
terugkomst uit Londenhy fvas dikwijls van
huis geweest. Hy wist nog niet eens hoe
goed ons onderzoek by den ouden Jacob ge
slaagd was.
Hy was op zijne studeerkamer, waar hy
altyd het beste te spreken was. Op zyn ver
zoek somde ik al mijne daden en ontdek
kingen geregeld op to beginnen met de
Franscho nieuwsbladen by Jacob; vervolgons
wat ik te Bazel vernomen had, tot op myno
vondst, eenige minuten geleden. Myn verhaal
van de visioenen van Fraulein Haas maakte
den meesten indruk op hem. Hy had iets in
zich van een mysticus, van die pseudo-
wetenschappelyke soort, welke in onze dagen
wel bekend is, en wiido op niets anders letten,
vóór hy eene verklaring gevonden had voor
da openbaringen van Fraulein Haas. Zy'no
verklaring voldeed hom zelf ten minste, en
zy was zoker niot ongerymd. Hy beschreef
het verschijnsel als „magnetische helderziend
heid." Wy hadden hier te doen met twee
menschen, dio op hotzolfdo tijdstip zeer veel
belang by elkaar hadden; de eene (de meest
sympathetische persoon) dacht altyd veel aan
den anderende eene was zeer zenuwachtig,
de ander had veel wilskracht.
(Vervolg ommezijde.)