6. Voor de twee beste kuiskalveren1ste pr. Leerhoeve voor Zuivelbereiding, te Alfen- Oudshoorn; 2de pr. v. d. Lee, Baambrugge. 7. Voor den besten rystier1ste pr. H. C. Van Rijn, Harmeien; 2do pr. Van der Lee, Baambrugge. 8. Voor den besten pinkstier: 1ste pr. "W. De Koning, Rietveld; 2de pr. G. VanHeerde, Polsbroek. 9. Voor de twee beste vette koeien1ste pr. C. Chri6tiaanse, Leiden; 2de pr. G. Endlich, Utrecht. 10. Voor de twee beste ooischapon met hunne lammeren: 1ste pr. P. Ch. Boetel, Schagen; 2de pr. A. Breedijk Kzn., Rietveld. 11. Voor den besten springram, niet ouder dan twe9 jaar: 1ste pr. "W. G. Van Rijn, Ouden Rijn2de pr. A. Van Rooyen, Barwouis- waarder. 12. Voor de beste en vetste schapen1ste pr. A. Dorrepaal, Koudekerk2de pr. dezelfde. 13. Voor den fraaisten toom kippen van één haan en minstens vyf hennen1ste pr. C. Verheul Czn., Nieuwerbrug; 2de pr. R, Wolbers, Utrecht. 14. Voor den besten toom eenden van één waard en minstens vyf eenden: lste pr. "W. Stolvryk, Veldhuizen; 2de pr. dezelfde. 15. Voor den schoonsten toom ganzen van één gent en minstens twee hennenlste pr. A. Uijtewaal, Woerden; 2de pr. Th. Van Leeuwen, Veldhuizen. 16. Voor den schoonsten toom kalkoenen van één haan en minstens twee hennen: lstepr. W. F. Stoop, "Woerden; 2de pr. J. A. Van Ghesel Grothe, Bodegrave. 17. Voor het schoonste paar zwanen: lste pr. A. N. Anker, Woerden; 2de pr. niet toegekend. 18. Voor de schoonste verzameling duiven lste pr. D. Meyer, Woerden; 2de pr. J. J. "Wassenaar, Woerden. Voorts werden nog bestuursprijzen toege kend aan: S. Dorrestein, De Bilt, voor een zwart bruin veulen; L. De Heer, Willeskop, voor eene bruine merrie; A. Nagtegaal, Riet veld, 70or kippen; T. Oskam, Rietveld, voor eenden; D. Komen, Woerden, voor kalkoenen J. J. Wassenaar, Woerden, voor duiven; G. Flier, Woerden, voor 1 Bólier konijnJ. Van Kouwen, Montfoort, voor bloemen. Het „C a f F r a n ais" op hetPlein te 's-Gravenhage is voor f 28,200 in publieke veiling verkocht. De uitslag van den personeelen wedstrijd van den Algemeenen Nederlandschen Kegelbond te Tiel is als volgt. De eerste prys werd behaald door don heer C. Heems kerk, lid van „Hout of Fout" te Leerdam, met 54 punten; de 2de prys door den heer D. Reynders, lid van „Poedel-niet" te Tiel, met 53 punten; de 3de prys door den heer W. J. Vervoort, lid van „Uitspanning door Inspanning" te Leiden, met 51 punten; de 4de prijs, uitgeloofd door „Poedel-niet," voor hem, die de meeste „negens" wierp, door den heer H. A. Grentzius, lid van „Poedel- niet" te Tiel. By de harddravery, ter gelegen heid der Woerdensche landbouwtentoonstel ling, werd de prys behaald door de bruine merrie Marie," eigenaar de heer A. Rotte veel, te Leiden, beryder de heer Van den Akker; de eer3te premie door den bruinen ruin „Prms," eigenaar de heer P. Van Santen, te Rotterdam, beryder de eigenaar; - de tweede premie door de zwarte merrie „Ko ningin," eigenaar de heer D. Floryn, te Rot terdam, beryder de heer G. Koot. Er waren acht deelnemers. Na langen tyd daarvan verschoond te zyn gebleven, heeft de stoomtram, welke den geregelden dienst tusschen Schiedam en Rotterdam onderhoudt, een ongeluk gehad, dat betrekkelijk van zeer ernstigen aard is. Dichtbij Schiedam, in de nabijheid van het zoogenaamde roode hek, is gisteravond om halfacht de trein ontspoord. De locomotief lag zwaar beschadigd ter zij van den weg; de tweede-klasse-wagen werd dwars op de rails gezet en schoof tot voorbij de locomotief; van den eerste- en tweede-klasse wagen zijn een paar ruiten verbrijzeld en is een paneel ingedrukt. Versch llende passagiers bekwamen verwon dingen slechts één van ernstigen aard, nl. de heer B. in de Keizerstraat te Rotterdam. Op het balkon van den tweede klasse-wagen staande, weid hij door den schok op den weg geworpen, waarhy hy een been zoodanig brak, dat de beensplinters op drie punten door de huid heendrongen. Door de heeren ör. De Bruyn en Van der Sman op de plaats van het ongeval verbon den, werd hy per rijtuig onder politiegeleide naar zyne woning vervoerd. De machinist wijt de ontsporing aan een steen, welke op de rails was gelegd. Daar de weg uit vignola-rails bestaat, schijnt dat beweren volgens de „N. R, C." minder aan nemelijk. De wijze, waarop de wagens door elkaar geworpen en de verbindingsstangen afgebroken zijn, doet vermoeden dat te bard gereden is. De heer B. zou volgens gerucht hebben verklaard, dat de tram en een rijtuig, dat den dyk passeerde, om het hardst hebben gereden, terwijl een ander beweert dat de machine te veel stoom op had en het schok ken, dat daardoor ontstond, hot ongeluk in het leven heeft geroepen. De ware oorzaak zal in elk geval wel spoedig blijken. Het omvallen van de wagens kon, volgens den berichtgever van het „Hbl.", ook plaats heb ben, doordien by bovengenoemd punt de weg, welke de tram heeft te volgen, glooiend is rangelegd om op don eigenlyken dijk te komen. De politie doet onderzoek. Te 10 uur 10 min. was de weg weder vry. De Scheveningsche wielerbaan zal na het volgende jaar voor een ander doel worden bestemd. Door den houder van het kost huis aan de Kipstraat te Rotterdam werd aan het politiebureel aan de Kaasmarkt al daar gedeponeerd een valsch kwartje, door hem in genoemde inrichting ontvangen. Dank zy de ijverige recherche van den inspecteur van politie J. Van den Broek, met het onder zoek belast, heeft men den uitgever van het valsche muntstuk, tevens den vervaardiger, in handen gekregen. Het is een Duitscher, genaamd E. Koch. In zijne woning aar, don Crooswykschen- weg werden in beslag genomen, door ge noemden Inspecteur, verschillende voorwerpen, gediend hebbende tot het vervaardigen van valsche muntspecie. De man, wiens misdrijf door verschillende getuigen overtuigend bewezen is, zal naar de gevangenis overgebracht worden. Dit is nu in betrekkelijk korten tyd de 3de valsche munter, die door de politie aldaar aangehouden en overgeleverd werd aan de justitie. (2J. R. C) Een dionstmeisje te Amsterdam heeft twee werklieden, die, naar zy later be weerden, alleen wat „gekheid" hadden gemaakt, uit een kruik met loog begoten, zoodat beider kleederen verbrandden en de een in het ge zicht word gewond. De grappenmakers waren daarover zeer ontsticht en gingen zich bij de polilie beklagen. Hedenmorgen had eene dienst maagd te Utrecht de onvoorzichtigheid een pakje met geldswaardige papieren (f 200) in eeüe mand met vuilnis te werpen. Dit mandje werd door eene aschkar opgenomen en naar dr Vaalt gebracht. Toen het gemis kier bank- b ljetten ontwaard werd, spoedde zy zich naar de vaalt en in byzyn van den vaaltopzichter werd tot hare groote blijdschap het pakje teruggevonden. Op het kerkhof te Maastricht, waar eene kapel is gevestigd, zyn twee zich daarin bevindende offerblokken opengebroken en van hunnen inhoud beroofd. De daders zijn onbekend. Ten beboeve der uit Rusland verdreven Israëlieten is op Terschelling by- eengebracht eene som van f 50. Te Bergen-op-Zoom is Charles Davenport (alias Sequah) door het kantonge recht veroordeeld, wegens het onbevoegd uitoefenen der genoeskunst, tot eene geldboete van f 200, subs. 60 dagen hechtenis, en wegens het onbevoegd verkoopen en afleveren van geneesmiddelen tot eene boete van f 150, subs. 40 dagen hechtenis. Te Fynje is een achtjarig meisje, dat by familie logeerde, by het overgaan van een draaibrugje, in het water geraakt en in de modder gestikt. Met zekerheid kan de „Leeuw. C." modedeelen, dat het in onderscheidene bladen voorkomend bericht als zou do beroemde hard draver „Jonge Tabor II", van den heer J. Roele te Buiksloot, voor de som van /"25.000 verkocht zyn, allen grond vaD waarheid mist. De „Jonge Tabor II" neemt 28 Aug. aan den wedstryd te Groningen deel. (De heer De Leve, die het paard zou gekocht hebben, deelt aan de „Prov. Gron. Crt." thar.s ook mede, dat bet bericht geheel onwaar is.) In oen tramwagen zyn Zondag te Berlijn twee Duitschers slaags geweest over den baard des keizers. Een fabrikant uit de Ritterstrasse, die den keizer te Kiel gezien had, gaf eene beschrijving van den prachtigen vollen baard, welke zyn gelaat versierde, waarop een ander ooggetuige, toe vallig in den wagen aanwezig, beweerde „dat het maar zoo wat stoppels waren." Het eene woord haalde het andere uit, tot de man van den stoppelbaard eindelyk een geweldigen oor veeg opliep. Hy greep zyne parapluie en be antwoordde dien klap met eene reeks slagen en stooten tegen het hoofd van zijn tegen- party, waarby hy hem zóó geducht toetakelde, dat de man geneeskundige hulp moest in roepen. De politie maakte van het gebeurde proces verbaal op. Eergisteren had aan boord van het Duitsche oorlogsschip „Otter", in de haven van Kiel, eene ontploffing plaats, ten gevolge waarvan een dekofficier gedood en twee offi cieren en twee matrozen licht gewond werden. By een stierengevecht te Mont- pelliers is een der toreadors zoodanig door den stier gehavend, dat hy vermoedelijk er niet we Ier van zal opkomen. Nog is men bezig de puinhoopen van het te Nieuw-York ingestorte huis op te ruimen. In het geheel zyn thans 42 lijken gevonden. Uit dat gedeelte der ruïne, waar vroeger de restaurant stond, stygt sinds eenigen tyd een afschuwelijke stank op, zóó door dringend, dat men den arbeid moest staken. Men vreest dat nog veel afgryselyks aan den dag zal komen, wanneer dat gedeelte van het gebouw doorzocht wordt. Volgons telegram uit Mayaguez is het barkschip „Mora," van Mona-Island naar Falmouth, aldaar ladende, op strand ge dreven en totaal wrak. Al de opvarenden, met uitzondering van den eersten stuurman en twee jongens, zyn verongelukt. Het stoomschip „Delcomyn e," van Londen naar Rangoon, te Vigo binnen, is aan den grond gezet er. nog steeds bran dende; het volk is gerod. De brand is ont staan door ontploffing van buskruit, tot de lading bekoorende. In den Kaukasus hebben stort- regens groote schade aangericht. Het verkeer wordt hier en daar belemmerd. Volgens de laatste berichten uit Martinique bedraagt het aantal menschen, die by den orkaan het leven verloren, 340, ongerekend hen, die by schipbreuken zyn om gekomen. Daar a> inheemsche schepen zyn vergaan, worden vreemde schepen gemachtigd bet eiland van levensmiddelen te voorzien. In den nacht van 24 op 25 dezer beeft in de Solent, tusschen het eiland Wight en den vasten wal, een hevige storm ge woed, waarvan de Fransche en Engelsche vloten veel te lyden hadden. Alle gemeen schap tusschen de schepen en de kust was onmogolyk geworden. De Fransche zeelieden, die den dag aan wal hadden doorgebracht, konden Diet naar hunne schepen ttrugkeeren en worden op het Engelsche schip „Duke of Wellington" gehuisvest. Daarentegen wis het een zestigtal Britschen officieren, die het feestmaal aan boord van de „Marengo" had den bijgewoond, onmogelijk aan boord te gaan. Men vreesde dat eenige schepen der buitenste linie voor hnn anker weggeslagen en afgedreven zouden zyn, zoodat men op de kust in groote ongerustheid verkeerde. Uit Marseille wordt aan de „Times" gemeld, dat op de kust van Senegal twee zeil- en twee stoomschepen, een Spaansch en een Italiaanech, door een orkaan zijn aan gegrepen en schipbreuk hebben geleden. Achttien matrozen zijn daarby in de golven omgekomen. Het kamp van Zeist. „Strijdt, broeders, voor het laatste, en wy gaan of letterlijk „wy gaane" naar de kamp van Zeist!" Het is lang geleden, dat dit refrein populair was, maar met het kamp van Zeist geraakt) ook hot lied allengs in het vergeetboek. Wel is waar bleef dit aloude kamp de jaar- lyksche oefenplaats voor de genietroepen, maar een groot kamp was er sedert de op komst van het kamp te Milligen dat in 1860 voor het eerst betrokken werd r.iet meer. Ook Milligen maakte (in 1875, als wy ons niet bedriegen) weder plaats voor iets anders, nl. de manoeuvres op verschillende terreinen, de mobiele oefeningen, mogen wy ze noemen. En nu is het Zeister kamp in eere hersteld en op Dinsdag den 25sten Aug. weer be trokken. Reeds in den zeer vroegen morgen ge wone menschen zouden geneigd zyn te ge wagen van het holst van den nacht maakten de troepen zich reisvaardig, om met de spoor trein tot naby het kamp te worden over gebracht, zoodat met een kleinen marsch de legerplaats was te bereiken. Vier bataljons van het regiment grenadiers en jagers, vier bataljons van het 4de regiment infanterie en even zooveel van het 7de regi ment infanterie zyn aldaar vereenigd, onder de bevelen van den generaal-majoor Hennus, commandant der lste divisie infanterie. Het 3de bataljon grenadiers, de 5de bataljons van het 4de en van het 7de regiment nemen aan de oefeningen geen deel, als behoorende tot de vestingtroepen en niet tot het veldleger. Wanneer men van Utrecht per stoomtram naar Zeist rydt en by de bekende buitenplaats Vollenhoven den wagen verlaat, heeft men nog eene wandeling van ongeveer 7 kilometer, dat is l1/, uur gaans, af te leggen, alvorens het kamp te bereiken. Spoort men daarentegen per Centraalspoor naar het station Soesterberg, dan heeft men slechts 4 kilometer of drie kwartier gaans af te leggen. Kiest men den laatsten weg, dan doet men goed rechtstreeks naar het hoog gelegen re servoir der Utrechtsche waterleiding te wan delen, alwaar men naar het Noorden en Zuiden een prachtig uitzicht heeft, dat de moeite van een beetje klimmen wel beloont. Vooral de reeks witte tenten van het kamp levert een alleraardigst schouwspel op. Bezitters van eene geographische kaart vinden het juist aange duid, onder de benaming de stomperd. In beide gevallen moet men op den Utrecht- schen straatweg de uitspanning Rots- en Dennen-oord bereiken, een badhuis midden p de heide, tevens eene uitstekende restauratie, waar men zich door een oogenblik rust tot het kampbezoek kan voorbereiden. Men kan ook binnenwegen kiezen en byv. by het station Driebergen den trein verlaten, doch de kans van omloopen wordt daardoor eenigszins vergroot, als men geene kaart by zich heeft of niet goed den weg weet. Wie niet van wandelen houdt, doet beter naar Amersfoort te sporen en daar een rijtuig te nemen, waardoor men het prachtige ver gezicht van den Amersfoortschen berg geniet. Nadert men het kamp van Rots- en Dennen oord, dan brengt een eerst kort geleden aan gelegde harde weg den wandelaar naar het kamp. Uit vroegere herinneringen zal men wellicht terugdenken aan een zwoegen door een zwaren zandweg; maar ook hier heeft de tyd verbetering aangebrachtde weg is thans gemakkelijker gemaakt. Het eerste gebouwtje aan het einde van dezen weg is zeker de front wacht? —Mis ge raden het is een „houten" tehuis voor mili tairen, door de goed) zorgen van den Utrecht- schen bond aldaar opgericht, om aan de sol- laten gelegenheid te schenken zich in vrye oogenblikken aan het krygsgejoel te ont trekken. Kort daarachter vindt men de wer kelijke frontwacht; vóór het oude kampement der mineurs, thans bezet door hot 2de bat. grenadiers en het 4de bataljon jagers; het kampemeDt is door een aarden wal omgeven. In het midden prijkt op eene verhevenheid een stuk geschut, de tijdmeter, welke het morgen-, middag- en avondschot doet hooren. Iets verderop is eene hooge houten stel lige opgericht; het is eene observatiepost, m de wandelmg de Eiffcltoren genaamd. Daarachter bevindt zich het hoofdkwartier, het bureel van den divisiecommandant met de tenten der ambulance, door een rood kruis onderscheiden. Dicht daarby is de officiers- cir.tine, en een weinig meer verwijderd eene cantine voor minderen ingericht. Het 4de bat. grenadiers ligt op den rechtervleugel, het 31e bat. jagers op den linkervleugel, beide buiten het mineurskamp. Aansluitende aan het 5de bataljon jagers, volgen dan de tenten der bataljons van het 4de regt. infanterie, en daarna die van het 7de regt. uit Amsterdam. In het midden der tenten van het 4de regt. infanterie is een preekstoel opgericht, boven op een heuvel, waardoor men zou geneigd zyn aan een belvedère te denken. Dat er ook voor den inwendigen mensch is gezorgd, blykt uit de ry cantinegebouwen en cantinetenten, welke ten noorden van de tentenry van het 4de en 7de regt. zy*D opgericht. Elk bataljon beschikt over een diepen water put, welke nog van voormalige kampen al daar aanwezig waren, en die nu opnieuw voor het gebruik zijn ingericht. Achter die cantines zijn de voortuigen op gesteld die met blauwe huif zyn de com pagnieskarren; elke compagnie beschikt over één dergelijk voertuig tot medevoeren van bagage. De groene wagens met witten kop

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 2