gen, zoo komt men tusschen een paar huizen door op een smal pad, langs de zeer woelige beek, die daar vlak langs den berg loopt, om weldra verrast te worden door een heerlijk beschaduwden bcsehweg, den Philosopkcnweg. Deze naam duidt reeds aan wat men ervan te verwachten heeft. Breed, zindelijk, gedu rende den geheelen dag beschaduwd, aan de bergzijde door wild bosch, aan de dalzijde door zeer zware boomen, waarbij vooral enkele kolossale Platanen de opmerkzaamheid trek ken, is hij de geliefde wandelplaats van vebn, terwijl banken en tafels hier en daar gelegenheid geven om er een poos rustig te genieten. Dat hjj nog voor iets anders ge schikt is dan om er te philosopheeren, blijkt uit de emblemen van liefde en trouw, waar mede de boomstammen zóó rijk zijn voorzien, dat er voor die der tegenwoordig komenden geen plaats meer is. Recht tegenover de ijzeren spoorwegbrug komt men weer aan de Lahn, en na een kort poosje is men aan zijn uitgangspunt terug. Deze kleine wandeling is bjj uitnemendhoid geschikt om het karakter der landstreek te leeren kennen. Men ging door twee dorpen, wierp een blik in het MiMbachthal en het landschap achter den Burgberg, had gelegen heid om kennis te maken met den Mdh.lbach terwijl de wandeling op zichzelve een genot en in het minst niet vermoeiend was. Zeker zal voor de meeste bezoekers do Burgberg zelf het doel eener tweede wande ling zijn. Men zag reeds dat deze dicht mot bosch bezet is, en dat denaar boven voerende paden dus heerlijk beschaduwd zjjn. De bc-rg is bovendien niet zeer hoog en het beklimmen is van voor hen, die niet aan bergtochten gewoon zjjn, een goed begin. De berg verheft zich niet meer dan 124 M. boven de Lahn, die hier 81 M. boven het zeevlak ligt. Men behoeft hot dus niet wild aan te leggen om in een half uurtje boven te zijn, natuurlijk als men zich niet onderweg ophoudt, waar'oe overigens zoowel de ruïne van het slot Stein als het gedenkteeken van dien naam, beidsn op ongeveer halver hoogte aan do N.-Weste- lijke helling gelegen, gereede aanleiding geven Er zjjn verschillende zeer goede en goed onderhouden wegen naar boven, namelijk d; ie aan de zijde der rivier, een schuin tegenover Scheuern bjj den Philosophcnweg, en een juist aan den hoek bij Bergnassau. Daar deze la it ste, de Z.-Oostelijke helling van den berg, niet met bosch bezet, maar bier en daar met vruchtboomen beplant, dus open en zonnig, daarbij de steilste en niet de gemakkelijkste is, gaat men die bij voorkeur niet op, waarloe ook geen aanleiding bestaat. Het meest gebruik wordt gemaakt van die vlak over de hangende brug, op welken weg de veranda van het hotol Bellevue uitkomt. Volgt men dezen echter direct naar boven, dan ziet men niets van de ruïne van 't slot Stein, en evenmin van het fraaie monument, ofschoon men er wat hooger, vlak achterheen gaat. Beiden worden door het bosch aan het gezicht onttrokken. Gaat men echter een wat verder liggenden weg op eigenlijk de voornaamste opgang dan komt men daar vanzelf. Dicht bij de ruïne loopen beiden wegen inéén. Hoezeer deze berg vroeger in trek wa9, blykt genoegzaam hieruit, dat er niet minder dan vier sloten of burgten op gestaan hebben, van welke er echter twee spoorloos verdwenen zijn. Van den burg Stein echter zyn nog vrij uit gestrekte en sterke overblijfselen voorhanden, die, rondom in het bosch liggend, een schil derachtig effect maken. In het begin der 12de eeuw gebouwd, werd het gedurende ruim vierhonderd jaren bewoond, stond daarna waarom weet ik niet verlaten, en is sedert 1700 vervallen. Dicht daarbij, op een in N.-Wes- telijke richting vooruitspringend rotspunt staat het reeds meergenoemde, in 1872, in tegen woordigheid van den Duitschen keizer, de keizerin, enz. onthulde monument, gewijd aan de nagedachtenis van den man, die blijkens een der inscripties was„der Guten Grund- stein, des Bösen Eckstein, der Deutschen Edelstein". Deze ruim 17 Meter hooge tempel, van rooden zandsteen, in Gotische» stijl keu rig bewerkt, met het daarin staande 2.7 M. hooge, wit marmeren standbeeld, maakt een zeer aangenamen indrukmeer wil ik er niet van zeggen, daar ik de beoordeeling der kunst waarde liever aan beter bevoegden overlaat. Van beneden uit het dal gezien, maakt het tegen den dicht groenen achtergrond oen ver rassend effect. Het geheel met de onmidde- lijke omgeving, wordt keurig onderhouden en is onder het voortdurend toezicht van een wachter geplaatst. Een weinig hooger staat, op een vrij punt, een paviljoen, vanwaar men een rüim uitzicht in het dal heeft. Vervolgens leidt de heen en weer gebogen boschweg, die boven merk baar steiler wordt, naar ds groote slotruïne. Er is daarboven, tusschen die oude muren, zoo dik, dat men zou zeggen dat de tijd er zijn tanden stomp aan zou slijpen zonder ze te kunnen verbrokkelen, heel wat ruimte. Het is er bjj het heetste weer heerlijk frisch, want daar, waar vroeger'wellicht de groote ridderzaal was, staan thans hooge boomen; stoelen, banken en tafeltjes nooden tot rusten; er is een afdak om te kunnen schuilen als 't regent en een oude „restaurateur" om, met behulp van zjjn aardig, klein dienstmeisje, de bezoekers, die het wenschen, met spijs en drank te laven. Het woord „Café" boven zijn zèer primitieve stulp mag wat pretentieus schijnen, als ge niet al te veeieischend zjjt zal hjj u behoorlijk helpen. Dat dit overblijfsel van vroegere grootheid vrij uitgestrekt is, kan men zien, wanneer men er buitenom wandelt. Er staat namelijk een nog gehoel aanwezige ringmuur omheen, en aan den binnenkant daarvan is een vry wel begaanbaar pad. Het open terrein boven is nog goeddeels van hooge muren omgevi-n, waarin twee openingen zjjn, door welke men een vrij uitzicht heeft, aan de Noordzijde op en over Nassau op de tegenoverliggende berger, en het uitgestrekte StaitwalAt, aan de Zuid zijde over het hier aan den voet des bergs liggende dorp Scheuern, door het Sülzbachthal. Van deze ruïne zal ik alleen zeggen dat dit slot in 1100 door de Heeren Von Lau- renburg werd gebouwd, die zich van omstreeks het midden der 12de eeuw af Graven van Nassau noemden. Opmerkelijk is het, dat o ik dit gebouw niet vernield, maar eenvoudig langzaam door den tijd gesloopt werd, zeker wel omdat men er niet tijdig de liand aan hield. Dit mag vreemd schijnen, maar in de woelige reformatie-eeuw kunnen daarioo verschillende oorzaken samengewerkt hebben. Genoeg, dat het sedert 1597 wegens verval onbewoonbaar was; en dat dit verval er niet op verbeterde toen het geheel verlaten stoi.d, is licht te begrijpen. Een toren ervan is ech ter nog in wezen gebleven en wordt onder houden. De „restauratour" Cramer heeft dan sleutel, en het is wel de moeite waard de geheel vernieuwde, gemakkelijke trap op te klimmen. Eerst brengt hij u dan in een ge restaureerde kapel, waar, op een groote tafel, een vreemdelingenboek ligt. Boven is een ruim plat, met een hooge balustrade, waarin acht openingen het uitzicht geven op even zooveel verschillende heerlijke panorama's, Er zjjn hoogere goed bereikbare punten in deze streek, maar zoo verrassend als dit go- loof ik niet dat er één is. Is men nu met den praatgragen Cramer op een prettigen voet gekomen, dan is er eenige kans dat hij, als ge weer beneden in den toren zyt, nog een deur voor u ontsluit, u voorzichtigheid aanbeveelt en u dan een donkere afgebrokkelde trap van een tien- of twaalftal schreden afleidt. Ge komt dan in een onderaardsch gewelf, vlak onder de straks genoemde kapel, waar, door enkele gaten in den muur, een flauw licht binnendringt. Hij wenkt u echter onmiddellijk terug te blijven, want in 't midden is een diepe donkere put. Hjj neemt dan een stuk papier, en laat dit, na het met een lucifer aangestoken te hebben, in den put val len. Gt) rekt voorzichtig den hals uit om het na te zien en kunt nu zoowat de diepte peilen. De bodem daarvan nu is die van een andere onderaardsche ruimte, welke echter goeddeels met aarde en puin moet gevuld zijn. Daar liet men vroeger de lieden in afzakken, die boven in den weg liepen en voorzag hen op dezelfde wijze van voedsel. Dat mocht dus met recht een gevangenis genoemd worden Of die ruimte met den onderbouw van het slot nog andere gemeenschap had, schijnt niet bekend te wezen. Men verwijlt hierboven, als 't mooi weer is, zoolang mogelijk, zoowel omdat men gaarne een poosje wil blijven onder den eigen- aardigen indruk, dien dat alles maakt, als om de heerlijke frissche lucht en de fraaie uit zichten; maar wanneer men tot vertrekken besluit, vrage men naar het pad, dat in Berg nassau uitkomt. Afgaande heeft men van de meerdere steilte geen last, terwijl men, wijl het daar open ie, na een klein eindje bosch pad op den vlakken Zuid-Oostelijken bergrug komt, en dus in deze richting het door niets belemmerde uitzicht heeft, dat juiat aan deze zijde boven door het bosch aan 't oog onttrokken was. Rechtuit, over Bergnassau, slingert de Chaus- see (dezelfde, die van Ems komt) naar boven; liaks de hooge boschrijke Nassau-berg, langs wiens voet de Lahn tusschen welige graslanden vloeit. Staat men ter halver hoogte van den berg stil om terug te zien, dan heeft men de ruïne van het slot Nassau in hare volle breedte boven zich. Op geen enkele plaats in deze omstre ken heeft men. daarop een schilderachtiger gezicht. Eindelijk komt men, juist aan den hoek, in Bergnassau uit, op een punt waar men zich bevond toen men den berg omwan delde. Van hier wandelt men op zijn gemak den grooten weg af en komt men over dit toehtje zeker zeer tevreden thuis. Gemengd Nieuw». Men meldt ons heden uit Zoe- terwoude dat ook bij den heer C. Van Leeuwen, lid van den Raad, en andere landbouwers eenden zijn ontvreemd. By de politie te Ssesenheim is aangifte gedaan, dat uit den koepel van het huis „Ter Wegen" aldaar, zijn ontvreemd 10 gordijnen van gekleurd Indisch katoen (sarong), 1 tafelkleed en 3 kokosdoo:en De dief of dieven hebben zich door het verbreken van eene glasruit toegang tot den koepel verschaft. Te verwonderen is het, dat geene andere voorwerpen zyn ontvreemd en de keus juist gevallen is op de gordynen. Sequah. Meer en meerwordt de aandacht gevestigd op de handelingen van Sequah, den te Rotterdam vertoevenden wonderdokter, wiens ware naam is: Charles Baver.port, Engelsch onderdaan. Wij zyn in staat gesteld mede te deelen, dat de „Sequah's olie" bestaat uit twee deelen vette olie en een deel terpentyn, vermengd met eenige druppels van andere, sterk rie kende, vluchtige oliën en dat, de „Prairie- flower" in hoofdzaak niets anders is als een aftreksel van rhabarber met wateren potasch. De beide geneesmiddelen van Sequah zyn dus niets bijzonders. De „Vereeniging tegen de Kwakzalverij" heeft, naar ons blijkt, alle inlichtingen byeengegaard, om het ware licht op het be- dryf van Sequah te doen vallen en heeft tot dat doel een Sequah-nommer van haar Maand blad uitgegeven, welk nommer gratis woidt toegezonden op aanvrage by den voorzitter der Vereeniging, mr. L. Zegers Veeckens, notaris te Amsterdam. Ook het kind, dat door den spoor- t'ein met den vader is overreden op de Am sterdammer lpn in de nabyheid van het On- traalstation te Utrecht, is in het ziekenhuis aldaar overleden. Men meldt aan het „Hbl." uit Den Bosch, dd. 24 Aug.: Hedenmorgen heeft de Cotrtnissaris der Koningin met mr. J. Reitsema, advocaat- generaal, en den burgemeester een langdurig onderhoud gehad. Ben ik goed ingelicht, dan is door een der commissarissen van de sociëteit „De Arend", door den eerstaanwezend officier van gezond heid en de gezamenlyke officieren van het 2de regiment huzaren, naar aanleiding van het Donderdag-avond ruw optreden van den commissaris van politie, tegen dezen een klachtschrift tot de Tweede Kamer der Staten- Generaal gericht over schending van grond wettige rechten en vryheden. De avond van heden was kalmer dan een der in den laatsten tyd voorafgegane. Het peloton huzaren is niet uitgerukt. Wel was eene talryke menigte op de been, doch de enkele groepen, die zongen, bestonden meerendeels uit personen, die uit het naburig Vucht van de kermis wederkeerden. Een droevig ongeluk deed echter het ge zang verstommen. Een tienjarig jongetje nameiyk, dat achter op een rytuig geklauterd was, geraakte met een der beenen tusschen de spaken van een achterwiel. Het hulpgeroep van den jongen werd ten gevolge van de drukte en bet rumoer door den koetsier aanvankeiyk niet geboord, en eerst toen het paard door enkele personen, die het ongeluk bemerkten, was tot staan ge bracht, kon de ongelukkige knaap slechts met groote moeite en niet dan met verlies van een deel van het beklemde been uit zyn neteligeri toestand verlost worden. Ofschoon onmiddel- ïyk heelkundige hulp werd verleend, moet de arme jongen, kort na 't ongeval, ten gevolge van bloedverlies, bezweken zyn. Van gisteren meldt men dat de arrondisse- ments-rechtbank H. Van Baardwyk veroor deelde wegens smaadschrift en eenvoudige beleediging tot twee maanden gevangenisstraf. Do beleedigde partij werd in haren eisch van eene schadevergoeding van 50 gulden niet ontvankelpk verklaard. J. Thielen werd wegens beleediging tot drie weken gevangenis ver oordeeld, diens vrouw voor weerspannigheid tot 4 dagen; J. Beekweiler, voor opruiingen weerspannigheid tot eene maand. De bevolking houdt zich rustig. De burgemeester zal uit voorzorg heden avond weder een peloton huzaren gereed doen staan. Te Zeist is bjj bakker V. heden- nacht te ongeveer halfdrie brand ontstaan in de bakkerij, waarby een knecht omgekomen is en de andere belangryke brandwonden heeft bekomen. De bakkery is geheel uitgebrand, maar het voorhuis is gespaard gebleven. De politie te Arnhem arresteerde heden twee als heeren gekleede Duitschers, sedert eergisteren uit Londen teruggekeerd, die een kellner uit het „Café Central" aldaar hadden opgelicht door den verkoop van valscbe diamanten, welke zy hadden voorgegeven voor een zieken vriend van de hand te moe- teh doen. In den tuin van den heer Cremers, op het buitenverblyf „Vilsteren", te Dalt'sen, staat eene goudlelie (Am'arilles) in bloei, waar aan ruim 180 bloemen en knoppen. Te Beek (L.) is Maandag-avond een baanwachter door een personentrein over reden. De dood volgde oogenblikkelyk. Te Groningen zyn door den be roemden schaakspeler R. Loman tegen 6 der beste spelers van „Staunton" zes partijen blindelings gespeeld. Drie partyen werden gewonnen, twee remise gemaakt, terwyl de laatste party wegens het late uur - één uur na middernacht - onbeslist bleef. EtustnEUWLjiLiwr». Frankrjjk. President Carnot is door den koning van Denemarken met de olifants orde begiftigd en ontving daarby tevens betuigingen van 'sko- nings sympathie. De president bracht in zyn antwoord den koning dank voor de ontvangst, welke het Fransche eskader in Denemarken heeft ondervonden. - De Parysche aardwerkers hebben den arbeid moeten hervatten, daar de kas van het comité der werkstaking uitgeput is. De onte vredenen besloten een. gunstiger tydstip af te wachten om eene nieuwe „strike" op 't ge touw te zetten. - By gelegenheid van het tuberculose- congres te Farys in 1893, zal een prys van 3000 fr. worden uitgeloofd voor de beste ver handeling over latente tuberculose. Uuitsohland. De door den keizer te Merseburg gehouden rede, waarin hy o. a. zeide: „Wy allen hopen dat de vrede zal behouden worden, doch mocht 't anders zyn, dan is het niet onze schuld", wordt door de dagbladen zeer kalm besproken. Naar men verneemt, is men in goed on derrichte kringen te Beriyn van gevoelen, dat in den tegenwoordigen toestand van Europa geen grond tot verontrusting bestaat, en dat men, wat ipeer in het byzonder de verhouding van Frankryk tot Rusland be treft, ook thans niet aan eenigerlei afspraak tusschen deze beide mogendheden gelooft. Alleen wordt nauwlettend het oog gevestigd op de houding dor Fransche patriotten, wier verwachtingen zyn gestegen door het bezoek der Fransche vloot in de Russische wateren en de ontvangst, welke haar ten deel viel. liusland. Uit Odessa wordt aan de „Daily News" gemeld, dat de Russische regeering plan heeft, een recht van 20 kopeken per pad op den uitvoer van tarwe te stellen. Hoewel te St.-Petersburg dit bericht meermalen weer sproken en weder bevestigd is, zegt de corres pondent van genoemd blad, dat deze bepaling werkeiyk binnen enkele dagen verwacht kan worden. - Volgens bericht uit St.-Petersburg heb ben de autoriteiten in de Russiaehe provin- c en bevel gekregen strikt de hand te houden aan de wetten van 10 Juli 1865 en 3 Mei 1882, waarby den Joden het bezit van grond, fabrieken, molens en andere inrichtingen van industriéelen aard ontzegd wordt. Telegrammen, BUCHAREST, 25 Augustus. Blykens het laatBt uitgegeven bulletin is de gezondheids toestand der koningin niet verbeterd. De zwakte, gepaard met koorts, houdt aan. BUENOS-AYRES, 26 Augustus. Het gerucht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 2