N®. 9653. Woensdag 12 Augustus. A®. 1893. feze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 11 Augustus. Feuilleton. EINDELIJK ONTDEKT. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Toor Leiden per 3 maanden....f l.lt. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17|. Qrootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekond. Officieel® Kennl«igeTiii£6n. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter alge- aiteene kennis dat aan den ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gestold het primitief kohier der personeele belasting van de Wijken VIII en IX, dienst 1891/92, en executoir verklaard den lOden Aug. 1891, en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting om den aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Eurgemeester voornoemd, 11 Aug. 1891. DE KANTER. Dr. L. Serrurier, directeur van het Ryks Ethnographisch Museum alhier, is benoemd tot buitenlandsch eerelid van het Zweedsch Anthropologisch en Geographisch Genootschap te Stokholm. Voor de akte Franscbe taai, lager onder wijs, zijn te 's-Hage geslaagd de heeren C. Huge en C. R. D. Van Ruyven, van Leiden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar de Vereenigde Staten van N. Amerika, door middel van het ss. „Didam", van Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk heden avond om 10.15 bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Voor het te Utrecht gehouden examen ter verkrijging van de akte voor Engelsch, middelbaar onderwijs, is geslaagd de heer J. A. Ford, van Voorschoten. Te Groningen heeft de akte als hoofd onderwijzer verkregen de heerL. H. Renkema, van Noordwijk. Omtrent de vermoedelijke samenstelling van het nieuwe ministerie, waarbij de heer Tak van Poortvliet als Kabinetsformeerder optreedt, verneemt het „Hbl." o. a. dat de heer Tak zich met de portefeuille van binnen- landsche zaken zal belasten en de heer Van Tienhoven met die van buitenlandsche zaken, f Voor financiën wordt thans weder mr. G. N. Pierson genoemd, wiens deelneming in het nieuwe Kabinet de vorige week nog zeer onzeker was. Het „Hbl." zou zich zeer ver heugen, indien deze bekwame financier en staathuishoudkundige aan het algemeen be lang het offer bracht, zijne betrekking als president der Nederlandsche Bank te verlaten voor het departement van financiën en daar zijne krachten te wijden aan het verbeteren der belastingen. Volgens het „Vad." is de portefeuille van oorlog aangeboden aan generaal Van der Beek. De prinses Von "Wied bezocht Zondag jl. de Sophia-Btichting te Scheveningen. Na door het bestuur te zijn rondgeleid, betuigde de vorstin bare bijzondere tevredenheid over de inrichting en de verpleging der kinderen. Gisteren vierde baron Van Tuyll van Seroos- kerken, voorzitter van het college van regen ten dier stichting, zyn 80sten verjaardag. Bjj deze gelegenheid werd hem door de regenten een prachtige fauteuil aangeboden, terwijl de dames Van der Ven en Booymans den jubi laris een stoel vereerden. Door de regenten werd hij hartelijk gelukgewenscht. Eene der meisjes hield eene toespraak, welke allermin zaamst door den jubilaris werd beantwoord. De kinderen droegen verschillende verzen voor, vierden feest en werden door den voor zitter rijkelijk op versnaperingen onthaald. De prinses Von Wied bood den geachten man, ook namens haren echtgenoot, een prach- tigen bouquet aan. De heer A. J. Ackerman, onderwijzer voor piano, theorie en orgel aan de Konink lijke Muziekschool te 's-Gravenhage, herdacht gisteren den dag, waarop hij vóór 25 jaren aan genoemde inrichting als onderwijzer optrad. Verschillende blijken van waardeering en toegenegenheid ontving de beminde en be gaafde leeraar wiens naam verbonden is aan vele nuttige instellingen in de muzikale wereld, o. a. aan de Nederlandsche Toonkun- stenaarsvereeniging, waarvan hy het secre tariaat waarneemt op dezen herinnerings dag, zoowel van zijne collega's als van zijne leerlingen, welke laatsten hem een fraaien armstoel aanboden. Aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur is gisteren aanbesteed het uitdiepen van een gedeelte aan den Hollandschen IJsel, onder de gemeenten Gouda en Gouderak, in de provincie Zuid-Holland. Minste inschrij ver was G. Van der Hoeven, te Vreeswijk, voor 1800. De b(j het 3de reg. huzaren tot luit.- kol. benoemde majoor W. J. H. ROmer is bestemd voor den staf van het corps, te 's-Hage in garnizoen. De heer Ph. J. J. Quanjer, militair wiel rijder te Arnhem, is door den chef van den generalen staf aangewezen, om deel te nemen aan de veldoefeningen op groote schaal der lste en 2de divisie infanterie, die van 4 tot 9 September zullen gehouden worden. De ritmeester R. F. C. baron Bentinck, adjudant van den inspecteur der cavelarie, is bestemd om den tot luit.-kolonel bevorderden majoor W. J. H. Rftmer als chef van den staf bij dien inpecteur te vervangen. Den 15den Augustus a. s. zal de lijn Schiedam Maassluis, onderdeel van den spoor weg Rotterdam Hoek van Holland en in beheer bij de Hollandsche IJzeren-Spoorweg maatschappij, voor het verkeer geopend worden. Ter beschikking van don gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië kunnen wor den gesteld eenige onderwijzers en onderwij zeressen, om te worden geplaatst als onder wijzer der 3de klasse en als hulponderwij zeres bi) het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en daarmede gelijkgestelden daar te lande. Voor uitzending kunnen in aanmerking komen zy, die in het bezit zijn der hoofdakte en van eene akte voor de Fran3che taal. De onderwijzeressen moeten in staat zijn, praetisch schoolonderwijs in den zang te geven. De gewone audiëntiën van de ministers van financiën en van oorlog op Donderdag 13 en van den minister van marine op Vrijdag 14 Augustus a. s. zullen niet plaats hebben. Het stoomschip „Noord-Brabant" is 10 Augustus van Rotterdam te Batavia aange komen; de „Semarang", van Rotterdam naar Java, is 9 Aug. te Southampton aangeko men de „Prins Hendrik," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 11 Aug. te Genua; de „Ardjoeno," van Java naar Rotterdam, passeerde 9 Aug. Sagrès. CU het Gemeenteverslag over 1890. Op 31 December 1890 bestond de bevolking uit 20639 m. en 22872 vr., totaal uit 43511 personen, hieronder begrepen als behoorende tot de landmacht 498 m. en 62 vr., totaal 560 personen. Uit de gemeente vertrokken in 1890:1741 m., 1465 vr., totaal 3206 personen. Er ves tigden zich: 1523 m., 1252 vr., totaal 2775 personen. Er werden 323 huwelijken gesloten. 40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen en 10 opcenten op de hoofdsom der belasting op de onge bouwde eigendommen brachten op ƒ27465.98; 50 opcenten op de hoofdsom der porsoneele belasting ƒ66634.39; de plaatselijke directe belasting bracht op ƒ151611.70, terwijl de uitkeering van het aandeel der gemoonte in de personeele belasting was ƒ118843.683. Verschillende heffingen, als markt- en lig gelden, weegloonen, lëges, belasting op de honden, bruggelden, toegangsgelden voor het stedelijk museum in den Lakenhal hebben opgebracht 23321.45, tegen 23376.92s in 1889. De opgave van de opbrengst der Rijksbe lastingen over de twee laatst afgeloopen dienstjaren luidt: Grondbelasting,dienst 1890. Hoofdsom 69144.99, tegen 67487.29 in 1889. Opcenten van R(jk, provincie en gemeente resp. ƒ137.61; ƒ5531.61 en 27465.98, togen ƒ137.83; ƒ5398.98 en ƒ26802.58 in 1889. Personeele belasting, dienst 1889/90: Hoofd som ƒ134786 66, tegen ƒ135207.51 dienst 1888/89. Opcenten van Rijk, provincie en gemeente resp. 26955.77; ƒ6739.34 en ƒ67393.31, togen 27040 70s; ƒ6760.375 en 67603.735 dienst 1888/89. Patentdienst 1889/1890: Hoofdsom ƒ47288.19, tegen 46994.79 dienst 1888/89. Opcenten van het Rijk 13239.17, tegen ƒ13157.05. Het bestratingswerk, geheel door eigen personeel verricht, omvatte 59535 MJ. Wat vooral de aandacht waard is bjj de bespreking van het onderhoud van wandel plaatsen en plantsoenen is dat „de balddadig- heidder straatjeugd nog voortdurend aanleiding tot klachten geeft en tot meer onkosten dan noodig zouden zijn" en dat het Plantsoentje op het Pieterskerkplein met veel moeite in eenigszins goeden staat wordt gehouden. Er werden zes nieuwe brandkranen geplaatst. De Waaggevels werden van de verflaag ontdaan. Het fraaie gebouw vertoont zich nu in de volle strakheid zyner vormen. Vooral het beeldhouwwerk in marmer en het haut- rolief in de Mandenmakerssteeg zijn na het herstel weder een sieraad voor de stad. Ter voldoening aan eene reeds langen t'jd gevoelde behoefte werd nabij de Beestenmarkt eon gebouwtje gemaakt, waar gelegenheid bestaat verdacht vee af te zonderen en te onderzoeken. By de bewaarschool op de Oude Vest werd eene overdekte speelplaats gebouwd. Voor zoover tot dusver bekend, is gedu rende het jaar 1890 besteed aan Straten en pleinen 15680.13'/,. Wegen en voetpaden 10940.82'/!. Wandelplaatsen en plantsoenen. 2740. Bruggen12229.59'/,. Pompen en riolen8709.20. Havens en kaaimuren 9786.38'/,. Spuit- en bonhuizen 1782.65. Lagere scholen en schoolmeub. 14544.70. Daggelden der werklieden 21628.20. Raadhuis en meubelen 6289 70. Gebouwen13279.00'/,. Vaartuigen2083.29. Liemursche rioolstelsel 1935.70. Aanvoer van duinwater 2878.57'/,. Algemeene begraafplaats Nihil. Totaal 124507.97! 25.) Waarom zou hy zyn compagnon vermoord hebben? Ik wist het niet. Als hy het gedaan had, was het dan gebeurd op de wyze, welke Dick in zyne bekentenis geschilderd bad? Als hy het gedaan had hoe en waar had by dan de sporen van het misdryf ver borgen Het was een verschrikkeiyk vermoeden op dien kalmen zomeravond. Goed beschouwd, ik wist het, was het eene wilde begoocheling dat een ryke vreemdeling, dien ik toevallig niet lyden mocht, door my beschuldigd werd van den dood van zyn vriend en buurman, die te Londen verdwenen was. By de vage gegevens, welke ik had de droom van een teergevoelig, eenzelvig meisje en de be kentenis van een stervenden werkman het was ongerymd. Een ervaren detective zou er om lachen. Maar was het niettegenstaande dat alles r.iet mogelyk dat ik door de geheime besluiten der Voorzienigheid naar Timperley was geleid, om te bewyzen dat het onge- rymde waar was? Vermoeid, byna ziek door die ontzettende gedachten (ik had een plotseling gevoel van vrees, toen ik langs Timperley-Hall ging het licht was uit, behalve aan het raam boven de gangdeur by de gedachte, dat Louise, het meisje, dat myn hart veroverd had, met Steinhardt in hetzelfde huis woonde) keerde ik naar myne woning terug en ging naar bed. Ik had dien nacht een aangrypenden droom. Ik zag Steinhardt, als een Noorman in de dagen van voorheen, landen op de kust, te midden van betooverde, gekleurde nevels; op zyn helm stond als wapen de afbeelding van een grooten vliegenden vogel. Het kon een raaf zyn, docb zyn gevederte was niet zwart, maar veelkleurig en by bedreigde met zyn zwaard een meisje, dat ik herkende als Louise. VII. Oude Jacob. Den volgenden avond ging ik naar Free man, wiens vacantie den anderen dag be ginnen zou. Het vriendelyke en prettige ge zelschap van hem en zyne vrouw, en het aangename en eensgezinde in hun huiselyk leven was op dat oogenblik voor my een groot genot. Maar ik kwam niet alleen om het genot van hun byzyn en hun gesprek, ik wenschte Freeman te herinneren aan zyne belofte, om in Londen nasporingen te doen aangaande mynheer Lacroix, en vooral om eanige punten van onderzoek nader aan te geven. De lezer zal begrypen, waarom ik hem den raad gaf om vooral op de stations van de groote spoorweglynen ten noorden van Londen te letten bovenal op het station van den Great Northem-spoorweg, maar Freeman begreep niet best, waarom ik hierop zoozeer aandrong. Kom", zeide hy, my scherp en verbaasd aanziende, „wat is dat voor eene gril?Welk nieuw vermoeden hebt gy opgedaan?" „Zie my niet zoo verwonderd aan", zeide ik eenigszins geraakt; toen ik zyn kalmen blik vergeleek met myne kansrekening, twy- felde ik voor een oogenblik aan hare waar- schynlykheid en over dien twyfel ergerde ik my, „ik spreek geheel in ernst. By my staat het vast ik kan niet zeggen, hoe ik er aan kom dat Lacroix Londen in dien nacht verlaten heeft." „In welken nacht?" „Dien van Donderdag, den zestienden Maart van het vorige jaar. Juffrouw Lacroix heeft my verteld dat hy op dien dag in zyn hotel geweest is." ,Ik had dien datum nooit eer gehoord." Ik vertelde hem, hoe ik, den reisgids door bladerende, gezien had, dat er nog zeer laat een trein van Londen vertrok. „Maar", zeide hy, „de andere lynen laten byna even late treinen loopen." „Maar die gaan niet zoo snel", zeide ik. „Bovendion", zeide hy, „gy weet niet of die trein, waarvan gy spreekt, verleden jaar reeds liep." „Neen, dat weet ik niet." Ik was eenigszins verlegen. Toch drong ik er op aan. „Ik heb, hoe dit ook zy, toch eene ge wichtige reden welke ik nu niet zeggen mag waarom ik geloof dat myne gissing aangaande dien nacht waar zal blyken." „Dus dan zou hy dien nacht naar huis gegaan zyn? Maar waarom zou hy zoo plotseling laat in den nacht naar huis gaan, zonder eenige dringende reden?" „Ik kan het niet zeggen. Maar kan hy byvoorbeeld niet gehoord of vermoed hebben dat Steinhardt nog steeds dat patent ge bruikte, voor welks schennis zy zoo streng waren? Het blykt duidelyk uit het laatste proces, dat hy er altyd gebruik van ge maakt heeft,." (Wc dl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1