N°. 9648 Doiulerda» O AuüiisIus. A8. 1891. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 5 Augustus. Feuilleton. EINDELIJK ONTDEKT. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COUR.ANT: ▼oor Leiden per 3 maandenf 1.19. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.06. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: 16 regels f 1.05. Iedere rogel meer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor bet incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Eerste Blad. Ter verkiezing van vier leden voor den gemeenteraad alhier zijn bp de gehouden her- stemming van de 2358 kiezers ingekomen 1264 stembiljetten, waarvan er heden door het stembureel van onwaarde werden ver klaard 11, zoodat het aantal geldige stemmen 1253 bedroeg. Hiervan waren er uitgebracht op de heeren Prof. mr. H. L. Drucker (1.1 739 Prof. dr. H. Treub (1.)702 Dr. M. C. Dekhuyzen (1.) 630 W. F. Terhey Van IVyk 619 Mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck. 618 Mr. L. M. J. H. Kerstens (k.) 573 P. Alma Lz. (I., aftr. lid) 497 B. H. J. Schmier (k.)495 Als hebbende de meeste stemmen verkre gen, zijn dus: gekozen de heeren DRUCKER, TREUB, DEKHUYZEN en VERHEY VAN WIJK. Op verschillende personen waren nog 28 stemmen uitgebracht, verdeeld als volgt: J. H. Donner 3, prof. P. Van Geer, J. P. Mulder en J. J. Groen ieder 2, M. Palm, P. Fontein Jr., Jack de Ripper, J. A. Bots, S. C. M. Knappert, prof. J. T. Buys, V»'. C. Bender, J. VVilhelmy Damstë, F. Van Praag, M. A. J. Geluk, C. Polano, M. Rutgers, C. Christiaanse Jr., M. C. Beekhuizen, H. J. Blommesteyn, M. C. Gekhuizen, Westhuizen, L. Ouwerkerk, N. Stadhouder en T. Stynman ieder 1 stem. By de vorige vrye verkiezing, toen er 1329 geldige stemmen waren uitgebracht, verkre gen de heeren Drucker 661, Dekhuyzen 615, Alma 562, Verhey Van Wyk 469, Lamberts Hurrelbrinck 467, Treub 459, Kerstens 456 en Schmier 397 stemmen. By het te Utrecht gehouden examen ter verkryging van de akte voor Engelsch, lager onderwys, is geslaagd mej. P. C. Ver poorten, van Leiden. Aan den minister van binnenlandsche zaken zond de Algemeene Rekenkamer on- verevend terug eene aanvraag van betaling over 1890 wegens geleverde oudheden ten dienste der ryksuniversiteit (het ryksmuseum van oudheden) te Leiden. De verschillende voorwerpen en de twee kisten met scherven van schotels, aangekocht voor 1109, waren namelyk in de delaratie niet zoodanig om schreven. als de Kamer, blykens vroeger aan den minister gedane mededeelingen, noodig achtte. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar de Vereenigde Staten van N. Amerika, door middel van het ss. „Obdam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiteriyk Vrijdag avond om 9.20 bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelyk op het adres vermeld te worden. In de 18de zitting der Algemeene Synode werd langdurig beraadslaagd over het voor stel van de classicale vergadering van Leiden tot wyziging van art. 38 van het alg. regl., dat nl. vacante gemeenten bet recht zouden hebben twee ouderlingen in plaats van één af te vaardigen zooals nu. Overeenkomstig de conclusie van de meerderheid der rapportee- rende commissie besloot de vergadering met groote meerderheid het voorstel af te wyzen, vooral op grond, dat het ouderling-element by de vele vacaturen nu reeds dat dor predi kanten overtreft, en dan geheel overheerechend zou worden, hetgeen vooral ten platten lando niet wenscheiyk zou zyn. Vervolgens kwam in behandeling het rap port van de commissie voor nieuwe wetsvoor stellen, over oen voorloopig aangenomen toevoeging aan hot algemeen reglement van een nieuw artikel 61 van dezen inhoud: „Gedurende twee achtereenvolgende jaren worden in de vergadering der Synode slechts zaken behandeld, die bebooren tot hare recht sprekende en besturende bevoegdheid, bene vens die, welke het gevolg zyn van overeen komstig art. 62 al. 2 voorloopig aangenomen nieuwe reglementen of veranderingen in de bestaande; om de drie jaren ook zoodanige, die behooren tot de uitoefening van hare wetgevende macht. Zaken van wetgevenden aard, die naar het oordeel der Synode spoed vorderen, kunnen in elke vergadering worden behandeld". De vergadering was van het gevoelen der rapporteerende commissie, die tot verwerping adviseerde, omdat de duur der synodale ver gaderingen er niet door verkort zoude worden, wat het voorstel beoogde, en vooral omdat het zoo ongunstig door de classicale verga dering en de prov. kerkbesturen ontvan gen was. Door den heer Segers werd eene circulaire aan de kerkeraden ter tafel gebracht, om dezen op te wekken de noodige inlichtingen te ver schaffen ten aanzien van de armenzorg hunner diaconie aan het statistisch bureel te Amster dam, die door de vergadering werd goed gekeurd. Ds. Ulfers, predikant te Zelhem, is be roepen by de Ned.-Herv. gemeente te Valken burg (cl. Leiden). Ds. G. H. Van Kasteel, predikant te 's-Hage, is beroepen by de Ned.-Geref. (doleerende) gemeente te Leiderdorp. De gemeente-rekening over 1890 te War mond sluit in ontvangsten op f 9466.60, in uitgaven op f 8244.33, dus met een batig saldo van f 1222.27. Door den Raad der gemeente Alkemade is tot wethouder benoemd de heer H. Bakker. De vacature was ontstaan door het overlyden van den vorigen titularis, den heer A. Straathof. Tot predikant by de Herv. gemeente te Rouvesn heeft toezegging van beroep ont vangen ds. H. W. Vethake, vroeger predikant by de doleerende gemeente te Arnhem, thans te Leiderdorp verbiyf houdende. Ned.-Herv. Kerk. Bedankt is voor West maas door ds. J. C. G. Gobius du Sart, te Benthuizen. De bisschop van Haarlem heeft tot pas toor te Ryndyk benoemd den zeereerw. heer A. J. Meys, die professor was van het semi narie Hageveld. Op hot verzoekschrift aan H. M. de Ko ningin-Regentes om eene ondersteuning van hot Ryk ten behoeve der Hervormde gemeente te St.-Anna-parochio, ten einde een predikant te kunnen beroepen, hetwelk door den ker- koraad en vele ingezetenen was ondorteekend, is door de booge regeering afwyzend beschikt. De betrokken minister oordeelde, dat het Ryk hiervoor geene subsidie kan uitkeeren, vooral ook, omdat het argument, als zou de gemeente door eene wetswyziging hare fondsen ver loren hebben, aan twyfel onderhevig is. Het „Haagsche Dagblad" meldt het volgende „Zooals wel meer het geval is in tyden van ministerieels crisis, doen allerlei geruchten en praatjes de ronde, ook in de pers, betreffende personen in de omgeving van H. M. de Koningin- Regentes, die invloed zouden oefenen of pogen te oefenen op Hr. Ms. souvereine beslissing omtrent het verzoek om ontslag der tegenwoor dige ministers. Zoo is door „Het Nieuws van den Dag" en andere bladen eene anekdote ver spreid, als ware de heer jhr. De Ranitz, Hr. Ms. particulier secretaris, tegenwoordig geweest by het onderhoud dat H. D. aan den Minister van Staat mr. Heemskerk en later aan den burge meester G. Van Tienhoven heeft verleend. Wy kunnen stellig verzekeren, dat die mededeeling onjuist is en dat H. M. ieder der genoemde heeren evenals den heer Van Eysinga, geheel alleen heeft gelieven te ontvangen." Door B. en Ws. van Arnhem is eene prysvraag uitgeschreven voor een plan tot verbinding van de Eusebiussingels. De be grooting der kosten mag het cyfer van 30,000 Diet overschryden. Uiterlyk den 16den December dezes jaars moet het plan inge diend zyn. Aan den ontwerper van het goed gekeurde plan wordt ƒ1200 betaald. De verjaardag van H. M. de Koningin- Regentes werd, behalve hier te lande, in ver schillende buitenlandsche badplaatsen door de daar aanwezige Hollanders, feesteiyk gevierd. Schier overal werden onzo volksliederen ge speeld en wapperde van de voornaamste ho tels de Nederlandsche driekleur. Het „Utr. Dbl." spreekt het bericht van sommige bladen tegen, dat by de Exploitatie- maatschappy het voornemen zou bestaan om voor hot personeel, dat 25 jaren trouwen dienst heeft, evenals in België, een eereteeken in te stellen. De reünie van de leden der compagnie vrywillige jagers der Utrechtsche hoogeschool, die 12 Augustus zotï gehouden worden, zal by gebrek aan voldoende deelneming niet plaats hebben. De oud-archivaris van 's-Hertogenbosch, do hoer R. A. Van Zuylen, is door den groot hertog van Luxemburg bevorderd tot officier in de orde van de Eikekroon. De heer G. J. Van de Linde, arts te Wilnes, in benoemd tot gemeente-geneesheer te Buiksloot. De minister van marine brengt ter alge meene kennis, dat, blykens bericht van den commandant van Hr. Ms. stoomschip „Koningin Emma der Nederlanden," in den nacht van 21 Juli jl., tydens een oefeningstocht in de Noordzee, twee reddingsboeien (gemerkt „Koningin Emma der Nederlanden"), zijn verloren geraakt, zoodat het vinden van deze voorwerpen geene aanleiding tot bezorgdheid behoeft te geven. Naar de „Zwolsche Ct." meldt, is de minister van waterstaat voornemens, een ingenieur (den heer Schroder van der Kolk) te belasten met het blyvend en uitsluitend toezicht op onze talryke spoorwegbruggen. Is het „Hbl." wel ingelicht, dan had In het eind der vorige week mr. G. Van Tien- 16.) Toch kon er zooveel gebeuren in die twee korte maanden! Ik moet bekennen dat zelfs te midden van ernstige bezigheden (by het schryven van eene preek byvoorbeeld) vage en wilde gedachten in my opkwamen, om haar aan my te verplichten door een of anderen bewezen dienst door haren vader op te sporen, of door ten minste te weten te komen wat er van bem was geworden, (hoewel myne Londensche vrienden my nog geene letter geschreven hadden). Maar die dwaze, vruchtelooze overpeinzingen werden spoedig ter zyde geworpen door byzondere gebeurtenissen. Eene vreemde zaak had plaats, welke het onmiddellyke gevolg was van myne samen komst met mynheer Freeman. Ik ontdekte dat het feit my in de guist had gebracht van alle soorten van afge scheidenen, die in het dorp woonden vooral één bljjk van die gunst waardeerde ik zeer, zooal3 elk geestelyke zou doen myn ge hoor nam toe. vooral des Zondagsavonds. „Ik heb er byna spyt van om uwentwil", zeide F-reeman op zekeren dag lachend tot my, „dat ik u by die lezing verzocht om het voorzitterschap te bekleeden. Ik ondervind dat gy velen van myn genootschap van my weg haalt hoewel niet voorgoed, dat moet ik er byvoegen. Maar 's voormiddags vervullen zy hun plicht by my en dan gaan ze 's avonds voor hun genoegen naar u toe." Onder hen, die dus mynheer Freeman af vielen, merkte ik eene eigenaardige groep werklieden op, die hy my aangediyd had als lieden, die het meest samenhingen en het nauwst onder elkaar verwant waren van alle families van het dorp. Het was stevig, dege- ïyk en tlink volk, in vry goeden doen; toch werkten allen, mannen en vrouwen, in de wevery of in de kleurstoffen fabriek. Ik lette bet eerst op hen, door hunne manier om de goede plaatsen vooraan in bezit te nemen en door hunne weigering om op te staan als de familie van den slager (die ze gehuurd had) binnenkwam, en door hunne oogensc'hyniyke onkunde aangaande alles, wat den dienst be trof. Het gebedenboek bracht hen in verlegen heid en het opstaan en weer zitten gaan verbaasden hen. Zooals ik vernam, was dat geslacht reeds jaren en jaren lang streng van de Staatskerk afgescheiden geweest. Op zekeren feestdag zaten zy niet op hunne gewone bank. De kerk was propvol mis schien nog meer, omdat de reden van myn aanstaand vertrek eenigszins bekend gewor den was. (De vrouw van den rector was nogal spraakzaam en was hiervan waarscbynlyk de oorzaak.) Op het einde der week evenwel (Vrydag-avond geloof ik) kwam er eene bood schap tot my, toén ik reeds ter ruste ge gaan was, met het verzoek, of ik dadelyk een man bezoeken wilde, die op sterven lag een der zoons van die merkwaardige familie. Ik kleedde my aan en ging. Ik hoorde jammerende en we6nende ge luiden in het huis, vóór ik binnentrad. Ik ging door do keuken, een helder, zindeiyk vertrek, waar de mansleden der familie in verschillende houdingen hunne pypen zaten te rooken, stil en slaperig. Eene der vrouwen stond gebogen over eene pan op het vuur, terwyl eene oude moeder met eene flinke, heldere stem hare bevelen gaf. Zy wendde zich naar my, alleen zeggende: „Hy is boveD. Hy verlangt zeer u te spre ken, maar op het oogenblik is hy wat licht in het hoofd." Boven gekomen vond ik den stervende in hst kleinst» der beids ledikanten voor de warmte. Die ziekenkamer, zooals 36 mü tr'en voorkwam, zal ik niet licht vergeten. Opdat stille nachtelyk uur, waarop zelfs de huizen scheren te slapen en zelfs de lange schoor steen had opgehouden zyne gekleurde dam pen uit te zenden, was die kleine kamer helder verlicht, en zes personen, mannen en vrouwen, stonden by het bed, waar dioarme kerel terneer lag, angstig en benauwd en steeds ylende. By hem stond myn vriend Freeman. Aan het hoofdeinde van de legerstede hingen twee horloges; aan don gewitten muur hing eer.» Duitsche klok. Over het voeteneinde leunde dé vrouw van den lyder, nu en dan den naam van haren echtgenoot uitsprekende. Achter haar stond zyne zuster, die eene pap op het vuur bereidde. Freeman zei my in korte woorden dat de arme man jarenlang op de kleurstoffenfabriek gewerkt had, waar by eene verzwering in de long had opgedaan. Zondag-avond had by op» den tocht gestaan in de volle kerk, koud» gevat en was naar bod gegaan, van wdar hy nooit weer zou opstaan. Gedurende ons gesprek werd hij 'door eene hevige koorts gefolterd en moe^ meo hecl met geweld te eed boude». Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1