DAGBLAD. N°. 9645. >Iaaii(]ii«> 3 -A.rso-iïs*4i!«ss. A®. 1891. <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (gpn- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Leiden, 1 Augustus. Feuilleton. EINDELIJK ONTDEKT. PRIJS DEZER COURANT: "Toor Leid*s p«r 8 nundtaLit. Franco per posts 1.40. A&ooderlgk* No»mer*.t.08. Te Groenloo is gelijk reeds werd medegedeeld de heer H. J. L. Sicherer, arts te Leiden, tot gemeente geneesheer be noemd. Volgens een verslag in de „Zutf. Crt." is dit op zeer eigenaardige wijze geschied. De Raad had aanvankelijk bezwaar gemaakt om tot deze benoeming te besluiten, op grond van de godsdienstige overtuiging van den heer S., en daarom besloten eene nieuwe oproeping te doen, thans met vrije woning. Intusschen hadden eenige ingezetenen het initiatief ge nomen om uit eigen middelen een geneesheer te subsidiëeren en daartoe eene vergadering uitgeschreven. Dit kwam ter ooren van het gemeentebestuur en deed de meerderheid van gedachten veranderen. De voorzitter beriep terstond een nieuwe vergadering, twee uren na de vorige, en daarin werd de heer Sicherer met op één na algemeone stemmen benoemd. De hoofden dor verschillende scholen te "Waddingsveen hebben van de plaatselijke schoolcommissie bericht ontvanger, dat op 31 Aug. a. s. prijsuitdeelingen tot bevordering van getrouw schoolbezoek zullen plaats hebben. Tot nieuwe leden der plaatselijke school commissie zijn benoemd de hoeren G. Van Dort Kroon, ds. Antink, M. J. De Ruyter en K. Jonkheid. Op het adres van den heer Ten Broeke om verhooging van jaarwedde als onderwijzer is door den Raad dier gemeente afwijzend beschikt. De heer L Rgneveld, van "Waddingsveen, heeft met gunstigen uitslag het examen als apotheker afgelegd. De heer B. "Wjjnveld, hoogleeraar in de schilderkunst aan de Rgks-academie van beel dende kunsten, beeft eergisteren op 71-jarigen leeftijd dit ambt nedergelegd, dat hij 32 jaren heeft vervuld. Zijne leerlingen bereidden hem een hartelijk afscheid. Zijne buste, geboetseerd door mej. Georgine Schwartze, zal in de aca demie worden geplaatst. Als herinnering werd hem door zijne leerlingen aangeboden de David van Mercié in brons, met een album in fraai lederen band. Naar men van het Loo meldt, moet H. M. de Koningin-Regentes het voornemen to ken nen gegeven hebben, met H. M. Koningin "Wilhelmina in de eerste helft van Augustus een bezoek te brongen aan de legerplaats bij Oldebroek. Uit vertrouwbare bron wordt aan de „Haagsche Ct." gemeld, dat de Legerwet de eenige reden is, waaraan het niet slagen van het samenstellen van een kabinet door den heer Van Tienhoven moet worden toe geschreven. De Staatscourant van 31 Juli bevat het verslag der commissie, belast met het afnemen van het groot-ambtenaarsexamen, bedoeld bij art. 1 van het koninklijk besluit van 29 Aug. 1883 No. 25 (Indisch Staatsblad No. 219). Daar van de 27 candidaten 17 in zes vakken zouden worden geëxamineerd, werden door den voorzitter, in overleg met den secretarie, overeenkomstig de bevoegdheid, hun toegekend by art. 4 van het reglement, bedoeld b(j ge noemd kon. besluit, voor het schriftelijk ge deelte van het examen vier dagen aangewezen. Van de candidaten wenschten, wat de talen betrelt, 17 in het Malei6ch en Javaansch, 9 alleen in het Maleisch en 1 alleen in het Javaansch te worden geëxamineerd. Allen werden tot het examen toegelaten, 25 krachtens artikel 2, alinea c, van bet hiervoren genoemd besluit (diploma van vol doend afgelegd eindexamen aan eene hoogere burgerschool met vijfjarigen cursu3 in Neder- landsch Indiü', 1 krachtens alinea a (diploma van het voldoend afleggen van het eerste natuurkundig examen) en 1 krachtens alinea b (diploma van voldoend afgelegd eind-examen van de landbouwschool) van hetzelfde artikel. Aan het schriftelijk examen werd door allen deelgenomen; voor het mondeling exa men trok zich één candidaat terug. Het schriftelijk examen had plaats op 11, 12, 13 en 14 Mei, het mondeling examen, waarvoor de candidaten in ploegen van twee waren verdeeld, op 16, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 30 Mei en 1 Juni. Voor ieder der candidaten, die in twee talen of alleen in het Javaansch geëxamineerd wer den, duurde het geheele examen 5 dagen, voor de overige 4 dagen. Van de candidaten zijn 18 toegelaten, 12 krachtens artikel 10, alinea 1 van het regle ment, en 6 na stemming. Afgewezen werden 8 candidaten, 4 krach tens artikel 10, alinea 2 van het reglement en 4 na stemming. Kan dus de uitslag van het examen alles zins bevredigend worden genoemd, in aanmer king genomen de verhouding van het aantal geslaagden tot het aantal candidaten (18 26), de indruk, welken het examen in h9t alge meen op de commissie heeft achtergelaten, is niet zoo gunstig als~ln andere jaren het geval is geweest. Aangezien, op grond van het besluit van den Souvereinen Vorst van 25 Juni 1S14, in sommige garnizoenen aan onderofficieren en manschappen geene toestemming wordt ver leend om zich naar zeer nabg gelegen plaat sen te begeven, terwijl in andere garnizoenen aan het verleeDon van zoodanige vergunnin gen beperkende bepalingen worden verbon den, heeft H. M. den minister van oorlog gemachtigd art. 9 van bedoeld besluit zooda nig te mogen opvatten, dat, wanneer het eene afwezigheid van het corps van twee dagen of minder betreft, die afwezigheid niet zal worden beschouwd als een verlof in den zin van het artikel, zoodat in dat geval geene verlofpassen behoeven te worden uitgereikt en het doen afteekenen van die passen in plaatsen, waar geen garnizoen ligt, mitsdien achterwege kan blgven. De handhaving van een verbod of van be perkende bepalingen als hierboven bedoeld ten aanzien van het bezoeken van in de onmid dellijke nabijheid der garnizoensplaatsen ge legen gemeenten, kan thans, in het algemeen, geene reden van bestaan meer hebben en eventueel kunnen ook in het garnizoen zelf, hetzij voor twee dagen of minder, hetzij voor langoren tijd, permissiën of verloven worden verleend. Aan de militairen, die vergunning bekomen om gedurende twee dagen of minder van het corps afwezig te zijn, moet intusschen, tot- voorkoming van moeilijkheden, wanneer zij zich buiten het garnizoen ophouden, een permissiebiljet worden verstrekt, waaruit blijkt dat en voor hoe lang z(j gerechtigd zijn zich eventueel buiten de garnizoensplaats te bevinden. Onder beheer van den architect H. Wesstra Jr., te 's-Gravenhage, had gisteren in het „Hotel Central" aldaar de openbare aanbesteding plaats van het bouwen vaneen kinderziekenhuis aan de zee-badplaats Loos duinen. Van de 14 gegadigden had het laagst ingeschreven de heer H. Van Eergen Hene gouwen, te 's-Gravenhage, aan wien het werk ook is gegund, voor de som van f 19,895. Den rechthebbenden op de nalatenschap van Hendrik Daniël Eimsmensen, die, volgens bericht van den consul generaal der Neder landen te Buenos- Ayros, den 23sten December 1890 te Bahia Blanca is verdronken, wordt verzocht, zich, onder overlegging der noodige bewijsstukken, bij het departement van buiten- landsche zaken aan te melden. Bjj koninklijk besluit van 20 Juli jl. (Staatsblad No. 150), opgenomen in de Staats- PRIJS DER ADVERTENTIÈN: ▼•o 1rrgpl« fï.Oi. Ieder* regel meer Grootere letters Daar plaatsruimte. Voor het iucesseereu boiteo de eted wordt ƒ0.10 berekeod- j courant van 1 Aug., is, naar aanleiding van het koninklijk besluit van 30 Dec. 1S83 I (Staatsblad No. 256) betreffende de toepassing van de reglementen omtrent het geneeskundig onderzoek nopens de geschiktheid voor den dienst bjj de zee- en landmacht op vrijwil ligers voor den kolonialen militairen dienst, het volgende bepaald „Personen, die bij hunne aanmelding ter dienstneming voor "West-Indië nog goen twee effectieve voor pensioen (gagement) geldende dienstjaren in rekening kunnen brengen en ingevolge reglement B, vastgesteld b(j konink lijk besluit van 2 November 1883 (Staatsblad No. 151), physiek geschikt bevonden worden ter toelating bij de nationale militie, worden geacht mede physiek geschikt te z(jn voor den militairen dienst in West-Indiê, mits zij niet ten gevolge van malaria lijden aan bloed armoede of wel aan vergrooting van lever of milt." Veeartsen, die verlangen benoemd te worden tot assistent aan 's Rijks Veeartsenij school te Utrecht, voor het tijdvak van 1 Oct. 1891 tot en met 30 Sept. 1892, op eene bezoldiging van f 1000 'sjaars, gelieven vóór 1 Sept. a. s., met opgaaf van leeftijd en over legging van hun diploma van veearts, schrif telijk daarvan te doen blijken in een aan H. Y. de Koningin-Weduwe, Regentes, gericht ver zoekschrift. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 31 Juli jl., is bepaald lo. dat de commissie, aan welke wordt opgedragen het examineeren van hen, die akten van bekwaamheid wenschen te ver kregen tot het geven van middelbaar onderwijs in de gymnastiek, voor het jaar 1891 zitting zal houden te 's-Gravenhage; 2o. is aan deze commissie tevens opgedragen het examineeren van hen, die in 1891 de akten van bekwaamheid verlangen, bedoeld in art. 65 der wet tot regeling van het lager onderwys; 3o. zyn benoemd: tot lid en voorzitter dier commissie, dr. A. T. Van Aken, inspecteur van het middelbaar onderwys te 's-Graven hage tot ledenL. D. Labberté, onderwgzer aan de kweekschool voor onderwyzers te Maastricht; W. H. Hengevelt, onderwgzer in de gymnastiek aan eene school voor lager onderwgs te 's-Gravenhage; J. H. Gisolf, leeraar aan de hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus te 's-GravenhageL. F. Kar»l De Fouw, arts, officier van gezondheid te Nymegen, en. dr. A. Borgman,-leeraar -aan- het gymnasium te 's-Gravenhage. 8.) Toen we elkander wat vaker ontmoetten en wat beter met elkander bekend werden, merkte ik op, dat die uitdrukking daar ge- wooniyk zetelde, en ik kon ze beter ver klaren zg kon mg soms aanzien met een peinzenden, onderzoekenden blik. Soms scheen het alsof zg mij in haar vertrouwen wilde nemen; en ten laatste vond ik dat dit geen zelfbedrog van mg was en niet wt den aard van mgn ambt ontsproot. Dikwgls bezocht ik de dames op T^imporley- Mali, vaak kwam ik daar een kwartiertje om een kop thee te drinken tzond9r evenwel mijne andere, schoon minder aangename bezoeken te verzuimen.) Gedurende zulke ooge.nbhkken praatten wij, zonder die belemmering, welke het bijzgn van mijnbeer Steinhardt ons op legde. JulRouw Lacroix en ik kwamen over- o.-:- - in onze gevoelens aangaande de ruw heid, waarin Lancashire door zgne induetiie verzonk. Dikwijls verbaasden wy mevrouw Stein hardt (soms onszelven) door de warmte, waarmeue wij dat verkrachten van dan mensch en de natuur bespraken. Op zekeren namiddag spraken wy ook over dit onder werp. Het was in den tyd der lente. De rivier was vol wator en de geheele natuur streefde, niettegenstaande elk beletsel, om haar groen uiterlgk te vertoonen. Ik vertelde hen, hoe ik dien morgen gestaan had op de kleine houten brug, even beneden Timperley- Hall, en naar dat met allerlei rommel be dekte schiereilandje had gekeken, waarop de vervallen stoomwevery stond, toen er op eens een grgsaard op mg toekwam. „Een9 mooie watervlakte, mynheer", zeide hg. „Ja", hernam ik, mgn antwoord inrichtend naar zg'n gezegde, dat, naar ik meende, niet ernstig bedoeld was; „het is jammer dat de forellen dat water n-iet schgnen te kennen." „Eens waren er forellen in dit water", zeide hg, „maar dat is al lang geleden. Forellen, ik zet het iets om in dit water te levenbet zou gezouten worden evenals een haring. Eens verdronk er een knaap in, en men vond hem eerst langen tgd daarna terug, daar ginds in die modder; niets was vergaan aan hem, maar hg was gezouten door en door; zwart, mgnheer - zwart!" Dit vertelde ik en vervolgde toon „Verdrinken, zegt men, is een gemakko- lgke dood, maar in zulk water te verdrinken Igkt afschuwelyk. Ik geloof: niemand zal daarin een zelfmoord begaan." Ik bemerkte mgne onvoorzichtigheid, zoo- dra het woerd er uit was; ik had er niet aan gedacht, dat, hetgeen ik zeide, kon op gevat worden als eene toespeling op bet ver- dwynen van mgnhoor Lacroix. „Verontschuldig mg", zeido juffrouw La croix, plotseling opstaande, „ik gevoel mg niet zeer wol." „Blgf maar hier", zeide mevrouw Stein hardt; „het zal vanzelf wel weer beter worden." Ik maakte natuurlgk mgne verontschuldi ging bg mevrouw Steinhardt over mgne domheid. „Ja", zeide zg, „zy kan, zooals gy ziet, geene toespeling verdragen op haars vaders uiteinde. Zg vertelde my eens, kort nadat zg hier was (zg kon namelgk niet volhouden, daar alleen in dat groote buis te wonen), zij vertelde mij dan eon vreemden droom, wel ken zg een paar keer gehad had, toen haar vader vermist werd zeer vroemd, maar ik berispte haar zóó, dat zg er nooit weer over gesproken heeft-. Toch denkt zg nog dik- wjls aan haren vader, hoewel zg niet veel zegt; ze waren zeer aan elkaar gehecht." Dienzelfdon avond werd ik onverwacht Tan juffrouw Lacroix zelve gewaar, wat die vreemde droom was geweest. Ik keerde bg maanlicht naar huis van een bezoek aan een mgner gemeenteleden, en ging denzelfden weg, dien ik bg mgne eerste komst in het dal gegaan was. Eene locomotief op een af stand floot lang en de groote ventilator van de vervallen fabriek draaide langzaam rond, met een droevig geluid, om verscbe luchtte brengen aan vertrekken, welke niet meer bestonden, en ik ging het pad af naar #en stroom toe. Toen ik de brug overging, zag ik eene vrouwelgke gedaante, met regenmantel en hoed gekleed, aan den rand van den vgver staan, onder een der boomen. Ik bleef een oogenbük staan, terwgl mgn hart van een zeker voorgovoel klopte, en toen stapte ik voorwaarts en naderde. De gedaante ké^Je zich snel om, alsof de indringer haar onaan genaam was, en in het bleeko maanlicht herkende ik het gelaat van juffrouw Lacroix. „Juffrouw Lacroix!" riep ik; „u hier!" Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1