N°. 9633 Maandag SO Juli. A". 1891. <§eze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Kermis te Leiden. Feuilleton. Leiden, 18 Juli. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 ma&ndoBf l.li. France per poet.1.40. Aizonderlfiko Nommer*.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Tan 16 regela f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de atad wordt ƒ0.10 berekend. We zyn er zoozeer aan gewoon geraakt, voor de kennis van den oorsprong van al onze feesten, van welken aard ook, alleen voor 3 October zou 'teen beetje lastig zijn,— te worden verwezen naar onze brave voor vaderen uit den heidenschen tyd, dat het ons niet zou verwonderen de „wieg en bakermat" van de kermis ook daar te moeten zoeken. Waren we Oosterlingen, 't zou gemakkelijk genoeg gaan. In do Morgenlandsche gewesten hing de tyd der groote jaarmarkt af van de komst der karavanen, die geregeld en langs vastgestelde wegen de waren aanvoerden, by haar verschijning ingewacht werden door allen, die wat te verkoopen hadden van niet al te grooten omvang en betrekkelijk hooge waarde, of zich wenschten te voorzien van hetgeen medegebracht werd. De duur van het verblijf op dezelfde plaats hing hier af, of er veel zaken werden gedaan; tal van vreemdelingen, niet aan de karavanenroute wonende, kwamen de kooplieden opzoeken; eet- en drinkwaren van allerlei soort werden in voldoenden voorraad aangebracht zoowel om de bezoekers der markt te laven als om de karavaan-reizigers in de gelegenheid te stellen, hun proviand aan te vullen; zangers en vertellers kwamen de menigte verma ken, ge ziet het, kermis in optima forma. Doch inheemsch in de Germaansche landen was deze instelling niet; zy kwam er, in be perkte mate, door de Romeinsche overheer- sching. De Romeinsche Keizers of hun land voogden richtten in het gebied, door hen be heerd, jaarmarkten op, van welke vele be roemd zijn geworden: men denke slechts aan het Forum Hadriani, dat de oorsprong moet geweest zyn van het dorp Voorburg. Het recht, om jaarmarkten op te richten, bleef in latere jaren door de Vorsten gereser veerd; de Duitsche Keizers of de Frankische Koningen oefenden het uit, en vervolgens, toen de groote leenen zelfstandig werden, de Graven. Die van Holland hebben van dat recht een veelvuldig gebruik gemaakt; onder do privilegiën, die zy aan de steden schonken, behoorde ook gowoonlyk het hebben van een vrye jaarmarkt, dat wil zeggen, waar geen heffingen van schatting plaats hadden ten behoeve van de stedelyke overheid of van de dienaren des graven. Veeltyds geschiedde de toekenning van dat recht bij de plechtige hans en rika. Van H. Schobcrt. Door JOHANNA. 4>< „Geloof mij", fluisterde hy haastig, „geen een meisje is mooi genoeg, om my aan Berlijn te boeien, er is er maar dén, die my in Hainan houdt, en die ééne is Rika." Weer klonk de stem der directrice door den tuin. Rika stcof weg. „Ik heb u nog veel te zeggen", begon Hans. „Morgen, morgen", antwoordde Rika. En toen de morgen kwam, stond zy inderdaad op het bestemde uur aan de huisdeur; haar hart klopte hoorbaar onder haar halsdoekje; hare wangon glooiden. Zy sidderde over baar geheele lichaam. Eindelpk kwam hy, zoo regelmatig alsof hy in het gelid stond, aanstappen. Daar over viel haar opeens een gevoel van dankbaarheid en geluk. Hans naderde met van vreugde stralende oogen. Zoo stonden dan die twee gelukkigen en vergaten uur en tyd. Zy dachten aan geene goede vrienden en trouwe burenHedenavond konden zy nog eens heeriyk samenkomen in inwyding eener hoofdkerkdat was altyd een groot feest, hetwelk duizenden tot bywoning uitlokte, on waarbjj het dan aan winstgrage kooplieden van allerlei slag niet ontbrak. Na de mis te hebben bygewoond, maakte men gretig gebruik van allerlei vermakelykheden, dagen achtereen, in het byzyn en aangemoe digd door tal van hooggeplaatste personen, geestelyken zoowel als leeken, die een zoo gewichtige gebeurtenis niet onopgemerkt lie ten. Gewooniyk werd dan door een landsheer verlof gegeven, telken jare het feest van de kerkinwyding op soortgelyke wyze te vie ren, en vandaar de naam kerkmis. Dat ging zoo voort in de veertiende en vyftiende eeuw, totdat er schier geen dorp was, dat zyn jaarmarkt niet had, want ook de kleinere hoeren, aan wie de dorpers ondergeschikt waren, wilden voor den hoogen adel niet onderdoen. Do dorpskermissen hadden bovendien nog dit eigenaardige, dat de heer en de vrouw met hun gezin er aan modededen, en door hun verschoning op hot feestterrein gewoon iyk het sein gaven tot den aanvang der vermakelykheden. In de grootere steden word het oorspron- kelyk karakter van een korkeiyk feest ook daardoor gehuldigd, dat na den afloop van de mis zeer dikwijls onder geestelyke leiding stichtelijke pantomimes en mysterie-spelen werden opgevoerd, beide ontleend aan de ge- wyde geschiedenis. Tot de voorrechten dor jaarljjksche mark ten behoorde nog dit, dat ieder, van het oogenblik af dat klokgelui den aanvang had afgekondigd, tot het. uur, waarop, met dezelfde tonen, haar einde werd geproclameerd, vrij mocht in- en uitgaan en sich ongehinderd bewegen. Was iemand voortvluchtig, omdat hij met de justitie nog wat te verrekenen had, of doordien zyn schuldoischers hem met güzeling bedreigden, in do kermisdagen was zjjn persoon onschendbaar, tenzij hy met name van dit voorrecht was uitgesleten om dat hy tot 's Graven persoonlyke vyanden behoorde, of wanneer hy zich schuldig had gemaakt aan doodslag of landverraad. Voor het overige vryheid, blijheid! By bek kenslag of trompetgeschal werd door de ma gistraat een uitnoodiging gericht tot allen, die, om hando! te dry ven, de stad wilden bezoe ken, terwijl geen andere onkosten van hen gevorderd werden dan oen vergoeding voor het innemen eener standplaats. E11 die vrien- delyke invitatie bleef niet onbeantwoord. Po len en Itaüarien. Duitschers on Savoyaarden, den moestuin, daar kon de stem van de directrice niet doordringen, dacht Rika, en niemand hen bespieden. In het kleine kamertje achter den winkel had vrouw Grol op oen mooi wit servet ge bakjes klaar gezet en heeriyk geurende koffie, in een yselyk groote Bunzlauer kan. Zelfs had zy hare Zondageche japon aangedaan en eene heel mooie muts opgezet, want zy verwachtte vrouw IVimraer, de vrouw van don voorzanger. Vrouw Wimmer kwam, en nadat zij een poosje gezeten had, stond ze op, om in het provisiekamertje hot kristallen vaasje met suiker te gaan vullen. Vrouw Grol had da3r juist haar lievelingsliedje zitten neuriën „Het is toch een kruis mot onzen Chris- toffel, hy blyft maar altoos om dat meisje denken, dat niets bezit, neen, dat niets..." Dair stormde opeens vrouw 'Wimmer in de kamer, met het suikervaasje in de hand. „Lieve Grol, lieve Grol, weet ge wat er gebeurd is? Die jongejuffrouw, die... die uw Christcffel, dat lam, niot goed genoeg vond, staat daar aan de deur van het insti tuut te fluisteren en te lachen met Hans Baldenweg; is dat geene schande, daar zoo te staan minnekoozenmaar wie kan van Rika iets anders verwachten Dat lichtzinnige ding 1 Nu, Hans is niet minder lichtvaardig; hij Engelschen en Hongaren, sommigen in hun schilderachtige kleederdrachten, vulden stra ten en pleinen en boden in hun ambulante houten winkels de zeldzaamheden uit hun land te koop aan; en dikwyls was de toeloop van vreemdelingen zóó groot, dat van over heidswege tydelyk gebouwen ingericht moes ten worden om in het gebrek aan huisves ting te voorzien. Het is te begrypen, wanneer men den geest dier tyden in aanmerking neemt, dat het er niet altyd even rustig en kalmpjes toeging. Ruwe drinkpartijen en gevochten kwamen veelvuldig genoeg voor. Maar, wie van het tydelyk asylrecht misbruik maakte door den vrede te verstoren, werd niet in hechtenis genomen en in een hok gestopt, doch eenvoudig buiten het grondgebied der gemeente gebracht. Dit neemt niet weg, dat er by herhaling en mot druk tegen losbandig heden werd gewaarschuwd, zoowel van de zyde der geestelykheid als van de wereldiyke overheidzelfs zyn er plakkaten van niemand minder dan Karei V tegen deze misbruiken gericht. Maar destyds was men zoo vorstan- dig om niet ter wille van de verkeerde han delingen van sommigen een instelling af te schaffen, die aan velen genot en voordeel schonk. Na de Hervorming zyn ook de predikanten dikwyls tegen de kermis in veizet gekomer, hoofdzakelyk echter wegens haar katholieken oorsprong; zonder veel succes evenwel, dewyl destyds aanzienlyken en geringen haar behoud wenschten. Ook gebeurde het meermalen, dat neringdoenden klaagden over de mededinging der vreemde kooplieden, vooral toen een ver beterd handelsverkeer Gerstgenoemden in staat stelde ook datgene te verschaffen, wat buiten landers kwamen brongen. Naarmate dit verkeer zich uitbreidde, kwam ook het volksvermaak bjj den wensch tot instandhouding meer in aanmerking dan de kramory. Voor 6en deel trof men reeds in de zeventiende eeuw dezelfde soort van kermis- uitspanningen aan, waarmede wy ons thans verlustigen; waarzeggors van beiderlei kunne vonden onder de volwassen jeugd aandachtig gehoor, koorddansers en kunstenmakers konden op byval rekenen. Lieden, die byzonder fami liaar waren mot glooiond yzer, gesmolten lood, brandende zwavel of glimmende kolen, hadden een voordeelige broodwinning, en de zoölogische studiën, die het thans levend geslacht in diergaarde of mussum kan maken, waren destyds te bereiken in de tent van den eigenaar van een stuk of wat driekwart ver sufte wilde hoesten. De eoochelaars hield men hoeft myne L.na ook al het hoofd op hol ge bracht. Baldenweg zal ook we! voor eene schoondochter bodanken, die geen hemd aan het lyf heeft.Veel goeds kan daar niet van komen, dat zeg ik De vrouw van don voorzanger snakte naar lucht; vrouw Grol wrong de handen. „Mijn Christoffel, ruyn arme Christoffel", steunde zy, „hy zal zich nog.en dat alles om die Rika. „Neen, lieve vriendin, dat kan, dat mag niet", zei vrouw Wimmer vastberaden, „wacht, ik ga op staanden voet naar Baldenweg en ik loop ook even naar de directrice, niet om Lina, dat is do hoofdzaak niet; maar eer en goeden naam laat ik my door dat neus- wyze ding niet met voeten treden; dat kon en inag ik als vrouw van den voorzanger niet.Houd goeden moed, vrouw Grol, arme zielik kom dadelyk terug. En als de wind was vrouw Wimmer de deur uit. Een paar uur later kwam Hans in de beste en verliefdste stemming der wereld thuis om te eten, nog eer hy zich weer naar den moestuin begaf, voor het rendez-vons. „Hans!" riep zyn vader op barschen toon. „Wat is het, vader, wat wilt u zeggen?" „Wat ik zeggen wil, wat drommel, jongen, liefst op een afstand in een tyd, toen toovenaara en dergelijke duivelskunstenaars nog gevaar liepen, als brandstof te worden gebezigd. Er zyn instellingen, welke haar tyd van bloei opgevolgd zien door een periode van verval, zonder dat men vooruit kan zeggen of zy niet weldra tot een vernieuwd leven zullen opfl.kkeren; en in den regel wordt,, zoo dit laatste niot geschiedt, haar verdwij ning het meest betreurd door dogenen, die geen vinger uitstaken om haar te voorkomen. L;iden hoult nog steeds zyn aloude kermis, die in de dagen van voorheen een groote vermaardheid bezat en druk bezocht werd, in eere; en wy, die ongaarne zouden mee doen aan bet sloopersbedryf, waaraan men allerlei dingen van ouden oorsprong zon willen onderwerpen, wy heeten haar, als gelegen heid tot gepast volksvormaak, welkom. Hoe zeer het ook betreurende, dat „maat houden" niet ieders zaak schynt to zyn, willen wy niet mede den staf breken over de kermis en haar genietingenwe zien niet met een gemaakte minachting neder op diezelfde dingen, welke men nu afkeurt, om ze straks, als zy worden gevolgd by een of andere feest viering, welke niot voor ioder toegankelijk is, „allerprettigst" te vinden. En we meenen de tolk van de groote meerderheid onzer mede- brrgers te zyn, als wy de Leidsche kermis mooi weer en haar liefhebbers veel genoe gen toewenschen. By beschikking van den minister van binnc-nlandsche zaken van 17 dozer is dr. J. L. C. Scbrooder Van der Kolk, te Leiden, tot wederopzegging toegelaten als privaat-docent in de faculteit der wis- en natuurkunde aan de ryks-univorsiteit alhier om o.nderwys te geven in de physische kristallographie. Aan de kamers van koophandel en fabrie ken to Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Dordrecht, Schiedam, Leiden, Middelburg, Vlissingen, Zaandam, Harlingen en Groningen en aan de Twentsche Vereeniging ter bevor dering van nijverheid en handel is een exem plaar toegezonden van de „Accounts relating to trade ani navigation of tho United King dom", nopeDS de maand Juni 1891. De „Staatscourant" van 18 dezer bevat de statuten dor „Vereeniging tot ondersteuning van de behoeftige visschers en hunne nage laten betrekkingen te Katwyk aan Zee", als rechtspersoon erkend volgens de wet van 22 April 1855 {Stbl. No. 23). ik wil zeggen, dat dat knipoogjes-geven en keuvelen en minnekoozen met Rika uitJhet gesticht my begint te vervelen; de hoele s'.ad is er vol van, drommels, jongen, dat moet ophouden; ik wil er myn goeden naam niet aan wagen. Die Rika! Akeliger schep seltje ken ik niet! Morgen, hoor, knaapje, trekt ge uw beate pak aan en marcheert naar don zadelmaker Meller; zjjne dochtor Amalie zal uwe vrouw worden en niemand anders; begrope», hé? Morgen vraagt ge haar en acht weken later gaan we bruiloft houden. Dat gebeurt. Ik heb u toch niet voor niet zeven jaar in de herberg de „Drie Sterren" gezonden, om my nu nog mot die malle idéés aan boord te komen." „Met uw verlof, mynheer papa, als ik trouw, zal het met Rika zyn.of met geen eon. „Houd u stil!" riep zyn vader barsch;„ik zeg, ge neemt Amalie! Amalie en niemand anders", en stootte daarby met zyn knuppol op don grond, dat alles in de kamer trilde. Op hetzelfde uur, dat Hans van zjjn vader zulke harde woorden moest aanhooren, stortte ook Rika bittere tranen. (Wordt cervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 7