N°. 9826 Zaterdaa 11 Juli. A0. 1891. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 10 Juli. Feuilleton. Aanzienlijken en geringen. LEIDSOir DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAXT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. France per poet1-40. ▲feonderlgke Nommen.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—6 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer f<y. 17§. Grootere letters naar plaatsruimte. ..i-Voor het incasseeren buiten de stad wordt fO.lCberekend. Offloieele Henniflgeringen. SCHHTTIiRIJ. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de Commissie, volgens art. 15 der Wet op de Schutterijen, van den llden April 1827 (Staatsblad No. 17), benoemd tot het onderzoeken van en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, zal vaceeren op het Raadhuis dezer gemeente, op Vrijdag den l7den Juli aanstaande, 's voormiddags te tien uren en 's namid dags te één uur, naar gelang dit in de oproepings- biljetten aan ieder der belanghebbenden zal worden kenbaar gemaakt. En worden diens volgens opgeroepen: lo. al de zoodanigen, die aan de loting van dit jaar deelgenomen hebben; 2o. degenen, die sedert de vorige inschrijving alhier zijn komen wonen en geboren in de jaren 1857 tot 1865 ingesloten; 3o. zij, die ambtshalve zijn ingeschreven en eenige reden tot vrijstelling vermeenen te hebben; 4o. degenen, die na hunne indienst-stelling bij de Schutterij recht op vrijstelling hebben verkregen; nismede die bij het Bataljon om lichaamsgebreken tijdelijk zijn vrijgesteld, en 5o. degeaen, die volgens art. 3 L. en M. der Wet, als tot de nacht- of brandwacht behoorecde, lijf- of huisbedienden zijnde, of bedeeld wordende, of wel als gepasporteerde zeemiliciens, krachtens art. 160 i -der Militiewet, vrijstelling kunnen erlangen; om zich voor gemelde Commissie te vervoegen, l op bovengemelAen dag, al ware het dat bij hen geen oproepings-biljet- was ontvangen, ten einde over de ingodiende reclames uitspraak worde gedaan, ter wijl zij, die alsdan niet verschijnen, geacht zullen worden geene reden tot vrijstelling te hebben en mitsdien, overeenkomstig art. 16 van Zijner Majesteits besluit van den 28sten Juni 1828 (Staatsblad No. 42), voor zooverre zij dienstplichtige nommers getrokken hebben, bij de Schutterij zullen worden ingelijfd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 10 Juli 1891. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van J. RUIGROK, houdende ver zoek om vergunning tot het oprichten van eene •slachtplaats in het perceel Schagensteeg No. 3 Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge- •noemd verzoek, mot de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente tor visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den 23sten Juli a. s., 's voormiddags te elf uren, op liet Raadhuis, gelegenheid zal wor den gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 9 Juli 1891. E. KIST, Secretaris. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter alge meene kennis dat aan den ontvanger der Directe Belastingen is ter band gesteld het primitief kohier ^ler personeele belasting van Wijk IV, van den dienst 1891/92, en executoir verklaard den 7den Juli 1891 en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting om den aanslag op den bij de Wet be paalden voet te voldoen. Leiden, De Eurgemeester voornoemd, 10 Juli 1891. DE KANTER. Heden zyn aan de universiteit alhier de heer C. H. P. Meyer, geb. te 's Gravenhage, be vorderd tot doctor in de Nederlandsche letteren, met academisch proefschrift, get.: „Pieter Langendyk, zijn leven en werken"; en de heer H. Van Bommel van Vloten, geb. te Raamsdonk, tot doctor in de geneeskunde, met academisch proefschrift, get.: „Trichinose en pseudo-trichinose." Aan dezelfde universiteit is het voorberei dend examen in de geneeskunde afgelegd door den heer D. Neurdenburg. De faculteit der wis- en natuurkunde aan de Rijks universiteit alhier heeft aan den heer J. P. Kuenen en de faculteit der ge neeskunde aan den heer C. D. Ouwehand, beiden doctorandi aan deze universiteit, den gouden eerepenning toegekend voor hun ant woord op de door genoemde faculteiten uit geschreven prijsvraag. De heer Ouwehand is assistent bij den hoog leeraar dr. Tb. H. Mac Gillavry en de heer Kuenen onderwijs-assistent bij den hoogleer aar dr. H. Kamerlingh Onnes. Voor het admissie-examen aan het gym nasium alhier hebben zich aangegeven 18 adspiranten voor de 1ste klasse, 2 voor de 2 je kl., 2 voor de 3de kl. en één voor de 5de kl. De 1ste luits.-kwarlierm. S. Groeneveld, J. Van der Werff en C. F. Frevel, tbaDS ge detacheerd bij den intendance-cursus, worden met 1 Oct. a. s. gedetacheerd bij de hoofd administratie der corpsende beide eerstge- noemden by die van het reg. gren. en jagers te 's-Hage, laatstgenoemde bij die van het 1de reg. inf. te Leiden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw York, door middel van hot stoomschip „Amsterdam", van Am sterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Zaterdag ochtend om halfelf bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. De collecte ten behoeve van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden bracht op: te Zoetermeer f 17.28'/,, en te Zeg waard 13.10. Benoemd is tot onderwijzer aan de R.-K. parochiale scholen te Haarlem de heer T. C. VianeD, van Noordwijk. Dr. Campbell, te Haarlem, onlangs te Groenloo tot gemeente geneesheer benoemd, heeft voor die benoeming bedankt. Men schrijft ons heden uit Koudekerk Op de algemeene begraafplaats alhier werd gisteren bijgezet het stoffelijk overschot van den heer A. Van der Paauw, een der oudste inwoners dezer gemeente. Bij den stoet sloten zich, behalve nog eenige belangstellende vrienden, de leden van den gemeenteraad aan, in welk college de over ledene sedert 1873 zitting had. De burgemeester sprak bij de groeve eenige gevoelvolle woorden van waardeering. Hij wees er op dat bijna geen college of genoot schap in de gemeente was aan te wijzen, of de overledene was lid van het bestuur er van. Menige nuttige instelling heeft aan hem haar bestaan te danken. Om van die velen één te noemen, wees spreker op de Spaarbank, in 1S72 hoofdzakelijk door de bemoeiingen van den heer Van der Paauw tot stand ge komen en waarvan hij tot zijn dood bijna belangloos de administratie op zich nam. Onder den indruk een oud vriend de laat ste eer te hebben bewezen, verliet men den doodenakker. Men schrijft uit Luxembmrg aan het „N. v. d. D.": De vorige week had de overdracht plaats van de domeinen. De thesaurier van H. M. de Koningin vertoefde een paar dagen hier om de verkoopsom in ontvangst te nemen. Deze bedroeg twee millioen achthonderddui zend franken, waarbij nog gevoegd werd één millioen frank9n, welke, volgens het familie- verdrag, de tak der Nassaus, die in bezit kwam van de Luxemburgsche kroon, ge houden is uit te betalen aan den vertegen woordiger van den anderen tak, die zich de kroon zag ontvallen. Dit millioen werd dus uitgekeerd aan Koningin Wilhelmina. De kasteelen gingen over met hun toebehooren en inboedels. Alleen zyn enkele voorwerpen, waaraan voor de Koningin om de eene of andore reden familieherinneringen verbonden waren, uitgezonderd en verzonden. Op het tydstip, dat wylen Koning Willem III zjjn 70sten verjaardag vierde, werden de domeinen met inboedels geschat op eene waarde van bjjna twee millioen gulden; zij zjjn dus in de laatste 4 jaren in waarde afgenomen. De gronden, vooral de bosschen zijn 't, die hierbij in de eerste plaats in reke ning moeten worden gebracht. In een te Berlijn ontvangen particulier schrijven uit de omgeving van keizer'Wilhelm, wordt nogmaals medegedeeld, dat de Keizer bij de voortzetting zjjner reis herhaaldelijk zijne bijzondere tevredenheid heeft te kennen gegeven over de pracht, waarmede h(j in Nederland ontvangen is en over de onge kunstelde hartelijkheid der bevolking. Naar aanleiding van het bericht, dat mr. W. C. J. J. Cremers zijne benoeming tot lid der Tweede Kamer niet heeft aan genomen, heeft gisteren de katholieke kies- vereeniging in het district Almeloo vergaderd. De vergadering was druk bezocht en bij accla matie is besloten de candidatuur aan te bieden aan dr. H. J. A. M. Schaepman. Gistermiddag had aan 's Ryks univer siteit te Utrecht de publieke promotie plaats van den honoris causa tot doctor benoemden generaal-majoor, inspecteur van den genees kundigen dienst der landmacht M. R. Tim merman. De luits. ter zee 2de kl. P. Sodonkamp en W. B. K. Boom, uit Oost-Indiè in Neder land teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. De minister van binneniandsche zaken, overwegende dat mr. W. C. I. J. Cremers zilne benoeming tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal niet aanneemt en dat dientengevolge in het hoofdkiesdistrict Almeloo eene nieuwe keuze voor een lid dier Kamer moet plaats hebben, heeft bepaald: lo. dat eene nieuwe keuze voor een lid der Tweede Kamer in genoemd hoofdkiesdistrict zal plaats hobben op Donderdag 23 Juli a. s.; 2o. dat de herstemming, is die noodig, zal geschie den op Donderdag 6 Aug. daaraanvolgende. Door den minister van kolonifin is de heer J. J. Vuerhard gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indié, om te worden benoemd tot 3den stuurman bjj de gouvernements marine daar te lande. Het stoomschip „Ardjoeno" vertrok 3 Juli van Batavia naar Rotterdamde „Bromo," van Rotterdam naar Batavia, vertrok 9 Juli van Marseille; de „Spaarndam," van Nieuw- York naar Rotterdam, passeerde 8 Juli Beachy Haed; de „Zuid-Holland" arriveerde 9 Juli van Rotterdam te Batavia; de „Conrad,"van Amsterdam naar Batavia, vertrok 8 Juli van Port Said; de „Prins Hendrik," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 8 Juli Dungeness de „Obdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, arriveerde 9 Juli te Nieuw-York. De gewone audiëntifen van de ministers van binneniandsche zaken en waterstaat, handel en nijverheid op 11 dezer, zullen niet gehouden worden. By koninkiyk besluit is F. G. Bouwens benoemd tot burgemeester der gemeente Boekei. Met ingang van 1 September 1891, benoemd Een verhaal uit Rusland door C. M. VACASO. 1.) Het landgoed van Ochosk, dat aan de oude vorstin Afanasja Gregorowna Variatin toebe hoorde, was zeer uitgestrekt; uitgebreide bosschen omringden het, bloeiende velden lagen er omheen, doch men vond er ook steppen, waarop niets groeide. De Variatins waren ryke grondbezitters; ze waren in den omtrek gezien en gevreesd; hunne onder- hoorigen mochten slechts even den zoom van hun kleed aanraken en menig keizerlpk persoon was er trotsch op, een Variatin de hand te drukken. Maar ook menigo trotsche Variatin had in de vochtige gevangenis van Schlüsselburg den dood gevonden. Ja, de Variatins waren van een trotsch en rijk geslacht en hadden meer lyfeigenen met eigen hand door oorvygen ge dood, dan menig burger vliegen doodslaat, welke om hom hoen gonzen als hy aan tafel zit. Zelfs toon hun rykdom begon te vermin deren, werden zij nog altoos trotacher, want wy moeten eorlyk bekennen dat de tegen woordige bewoonster van het slot, de oude Afanasja Gregorowna, zich in het geheel niet op volle geldkisten mocht beroemen. Mogelyk was daar haar overleden echtge noot, vorst Basil, schuld aan, of ook wel zyn voorganger, de oude Taddeus, die ook niet zuinig met geld omging. Afanasja Gregorowna had veel geld en lyfeigenen mede ten huwelyk gebracht, doch haar lichtzinnige, liederlyke echtgenoot verdronk en verdobbelde alles. Men kan zich voorstellen welk een vor- drie'ig leven de vorstin aan do zyde van dazen ruwen grysaard leidde, die noch hare jeugd, noch hare schoonheid wist te waar- deeren. Tot eer van Afanasja dient gezegd te worden dat zy zich nooit iets op hare schoonheid had laten voorstaan; meer dan één cavalier had haar, toen zy nog aan het hof verkeerde, schadeloos pegen te stellen voor do veronachtzaming, welke zy van haren echtgenoot ondervond, maar nooit had zy er party van getrokken. In koelen trots scheen zy haren troost te zoekendie vergoedde haar allesvervlogen jeugd, ongekend geluk die trots was haar behoud, maar ook hare wraak. Zy was zóó teruggetrokken en onver schillig, dat haar eenigste bloedverwant, haar neef Fedor Michalowitsch. die president van het gerechtshof te Mirsk was, en die als wees door zyne tante was opgevoed, haar op heete Juli-dagon het beste afkoelings- middel noemde. Maar toch ondervond hy vriendschap van Afanasja. Als het op het bureau van het gerechtshof van do hitte en de vliegen niet om uit te houden was, liet Fedor het rytuig voorkomen, om naar zyne verbitterde oude tante te ryden. Hy noemde haar zyne pleegmoeder, want zy had hom grootgebracht en hy wa9 de eenigste, wien zy liefhad. Was het niet door hare voorspraak by den Czaar, dat deze vroo- lyke, blonde president zyne plaats aan het gerechtshof had te danken? In eene boerenwoning, dichtby eon slot, in de nabybeid van Ochosk, was op een donkeren November-nacht iets verschrikke- Hlks voorgevallen. De oude tuinman Theophil, die haast altoos dronken was, was door zyne jonge vrouw naast zyn bed dood gevonden. Anka, zoo heette de jonge vrouw, had het 't eerst gezien, zy, en de schoenmaker Wolodjo, die naast haar woonde. Het spreekt wel vanzelf dat niemand zich om den ouden dronkaard doodtrourde, maar dokter Mesch, uit Mir9k, trok zulk een bedenkolyk gezicht en zeide hoofdschuddend, terwyl hy Anka en Wolodjo met vorscbenden blik aanzag: „Het is toch vreemd, dat Theophil zoo opeens doodgebleven is; by is bijna in het geheel niet ziek geweest! Wie was er in de kamer toen hy stierf?" Op oen morsig bed lag de doode styf en koud; de laatste stralen der zon vielen bloed rood op zyn gelaat; de dokter had hem eens om en om gekeerdeeno gapende wonde aan het hoofd getuigde tegen de aanwezigen. „Ik kan my ook eigenlyk niet begrypen wat zulk een plotselingen dood veroorzaakt kan hebben", zeide Anka, de jonge weduwe, d.e een ellendig leven aan de zyde van den woesten dronkaard had geleid. „Hy wa3 altoos, altoos dronken, nietwaar Wolodjo?" „Ja", antwoordde deze met heesche stem, „iedereen weet het! Iedereen weet het!" De oude dokter keek nu eens Anka, dan weer Wolodjo aan. Hy had wel om allee ter wereld willen wedden dat Anka en Wolodjo het eens waren. Zeide niet ieder op het dorp hetzelfde? Had riet de doode, dio daar op het bed uit gestrekt lag, reeds by zyn leven kunnen be merken dat ze elkaar liefhadden? [Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1