N°. 9622 Dinsdas: T Jrili. A0. 1891. (Beze (Courant wordt dagelijks, met uit zondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 Juli. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Non?.mer30.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: V.d 16 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer 017 Grootore lotto ra naar plaateruimte. Voor bet iucaeseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Een eenlg feest. Ds belangstelling, waarmee onze lezers de bladen van ons dagblad gedurende de vorige week ter hand natnen, zal ofschoon w\j hopen dat die belangstelling nimmer ver- zwakke omtrent onze uitgave zeer zeker een ander karakter gehad hebben dan ge woonlijk. Teikens en telkens gaven ingekomen be richten weer nieuwe bijzonderheden omtrent that keizerlijk paar, dat een bezoek aan onze Koninginnen zou brengen en reeds dat gaf aanleiding genoeg plannen te maken om, Indien dit eenigszins mogelijk was, daarvan getuige te zijn. Zij, die daarvoor 6n tjjd ön geld hadden, hebben ook hunne opwachting gemaakt met de duizenden en tienduizenden, die zich in de hoofdstad van ons land verzamelden, hebben hunne hulde gebracht aan het jeugdig Hoofd van een grooten Staat, maar tevens alle eer bewezen aan hunne eigen Vorstinnen, waar van de jongste niet het minste aandeel verkreeg. Wat al vragen werden gesteldSommigen -echt kenmerkend den oud-Hollandschen han- delsgeost: „Hoeveel zou het kosten? Wieza' het betalen?'' Anderen drukten meer de verwachting uit "wat de keizer kwam doen; men sprak van „dwarskijken", het schrikbeeld „annexatie" doemde zelfs een oogenb'.ik uit den grij zen nevel. Weer andere vragen bleven vooralsnog onbeantwoord, maar met angst wachtte men af wat onze Gast zou zeggen 't Gaat echter met alle voorname zakon, zooai3 het gaat .met gewone. Eerst in span ning verkeerend, verklaart men later dat alles zoo eenvoudig, zoo aangenaam, zoo prettig is afgeloopenl Onbekend maakt onbemind! En thans! Alles is voorbij; de drukke en inspannende dagen der vorige week; do moeiten en zorgen, dag aan dag door hcogere en lagere autoriteiten bewezen om alle zaken te regelen, te besturen en om te voorkomen alle mogelijke onaangename stoornissen; de vermoeienissen en angsten, uitgestaan door de tienduizenden bezoekers. Alles voorbij, alleon de herinnering rest ons. En de herinnering is schoon voor ons, Neder landers. Duitschlands keizer kwam met zijne ge malin, zooals 't een keizor betaamt. De indruk van hom op ons was als gewoonwij willen aaneen vreemdeling altijd iets bijzonders zien en - nu,- alles eenvoudig, evenals iemand, die ten bezoek komt en zich voor deze gelegen heid op de gewone wijze heeft toegerust. Do indruk van Amsterdam op den keizer, van do houding van onshjj verklaarde 't zelf, was overweldigend. Hij zag dat wij mede vieren, mede-juichen in het genoegen, dat onze Vorstinnen smaken. Zijn tocht door het Noordzoe-kanaal, over het IJ, door Amster dam per vaartuig en per as, hebben hem indrukken gegeven, welke onvergetelijk zijn. Dat was geen vorst, die eene gelegenheid zoekt om te annexeeren; dat was een gast, die dankbaar en erkentelijk genoot wat hem getoond, aangeboden, geschonken word. Voorzeker kon hij ni9t anders dan erkente lijk zijn en h(j deed dit eigenaardig 0p het graf van onzen grooten zeeheld Michiel Do Ruyter „'t Is 69n groot volk, dat zijne groote man nen eert!" Juist! Wanneer het bezoek van Duitsch lands keizer daartoe weder eene nieuwe bijdrage geeft, dan is het reeds iets wat zijne overkomst hoeft uitgewerkt. Maar ook nog meor heeft hij kunnen ervaren j Hij heeft gezien hoe wij met onze Vorstinnen meeleven. De liefde tot ons Koningshuis is hem door duizenden getoond, en zoolang die liefde blijft, blijft Noerland sterk. Wij vreezen niet voor annexatie, voor ooilogszuchtige drogredenen, welke in den laatsten tijd zoo nu en dan do ronde doden; wij hebben, of beter gezegd een groot deel van ons heeft getoond en wij stemmen er hartelijk mee in dat wij van samenwerking, van eendracht, van vrede houden! Wio hoorde in de afgeloopen week van partyschappen! De politiek rustte; wie was niet getuige of hoorde van eendrachtige samenwerking om een volmaakt geheel te toonen aan do hooge Gasten- en dat w(j vrede willen, in- en uitwendigen vrede, dat wete leder voor zichzelven het best! Gaat thans, hooge Gasten, uw tocht ver volgen! Geniet van wat U aangeboden wordt, door welke natie ook, maar de hartelijkheid, de prettige feestvreugde, het echt Hollandscb familieleven vindt go nergens. Er is maar één Neerland, groot door samenwerking, eendracht, liefde wanneer het oogenblikken van vreugde of gevaar geldt! Heden zijn aan de universiteit alhier be vorderd tot doctor in de rechtswetenschap: de hoer J. W. J. Pompe van Meerdervoorf,' geb. te Ginneken, met academisch proefschrift, getiteld: „Het reglement op de bevissching der Schelde en Zeeuwsche stroomen", en de heer A. J. Eigeman, geb. te Oud-Loosdrecht, met academisch proefschrift, getiteld: „De weigering der moeder om do voogdij over eigen kinderen te aanvaarden en haar gevolgen." Ter gelegenheid van den verjaardag van prinses Von Wied, geboren prinses Maria der Nederlanden, te Wassenaar vertoevende, wap perde gisteren van Rijks- en stadsgebonwen alhier de vaderlandsche driekleur. Overeenkomstig onze mededeoling had des namiddags te halftwee op het Schuttersveld eene parade plaats van alhier in garnizoen liggende manschappen van onderscheidene wapenen. Groot was de toevloed naar de omstreken van genoemd uitgestrekt veld, welks toestand de wapenschouwing op hare oppervlakte toeliet. Het leverde een eigenaardig gezicht op, al die in groot tenue gekleede militairen zich op commando naar behooren te zien bewe gen, veelal onder opwekkende muziek. Eén incident, hoewel van weinig beteekenis voor menschen, die niet bijgeloovig van aard zjjn, wekte veler aandacht, dit namelijk, dat een der hoofdofficieren te midden der manoeu vres, een sieraad, zjjne pluim, verloor. Het was echter weer spoedig op de plaats, waar het behoorde, aangebracht, en viel niet weder, dank zjj de waakzaamheid van den drager, ter aarde. De gebruikelijke tocht met hot doel het vaandel ter bestemder plaatse te brengen, stond ooit op het parade-programma van gisteren en droeg niet weinig bjj tot leven digheid in eenige stadsgedeelten. Te Amsterdam en in de residentie werd o. a. ir,3gelyks geparadeerd onder vele blijken van belangstelling. Op het huis „De Pauw" werd do geboorte dag in den familiekring gevierd. Prachtige bouquetten en bloemstukkon werden dor geliefde Nederlandsche Prinse3 aangeboden. H. K. H. woonde gistermorgen met haren gemaal de te tien uren aangevangen gods dienstoefening in de kerk dor Ned.-Herv. ge meente te Wassenaar bjj, waarin ds. F. Ober man uit Leiden voorganger was. In Don Haag woei ook van vele woningen de Nederlandsche vlag. Des avonds deed het Philharmonisch orkest in de Kurzaal te Scheveningen krachtig het „Wien Neerlandsch Bloed" hooren. De staands musici werden daarvoor door de eivolle zaal daverend toegejuicht. Hetorkest besloot het Volkelied met fanfares. Tot onderwijzer aan de Christelijke school op de Middelstegracht alhier is benoemd de heerE. Star, van Tenboer (provincie Groningen). In het verslag der commissie van het Stedelijk Museum alhier over het jaar 1890 wordt o. a. vermeld dat in dat jaar niet minder dan 12,947 personen het Museum bezochten. Het vijfde supplement op den catalogus van 1886 geeft een overzicht der aanwinsten, in 1890 verkregen: o. a. eene groote verzameling ivoor-snijwerk van de kunstenaars Bavelaar, een fraai stel Vlaamsch damast; een schoon garnituur van goud en kornalijn, uit het begin van deze eeuwhet portret van mr. Pieter Burgersdijk, pension naris van Leiden, door Ferdinand Boleene teekening van Bakker Korff, enz., enz. Door den aannemer van de herstellingen der aschschuur, aan wien in de vorige raads zitting schadevergoeding werd geweigerd, zullen, naar men verneemt, bij de rechterlijke macht pogingen worden aangewend, om als nog daartoe te geraken. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de prijzen: 47, ƒ24, f 5 en 2 50. De Nederlandsche Juristen-vereeniging heeft in hare tweede alhier gehouden ver gadering bi) acclamatie verklaard, dat wette lijke regeling der administratieve rechtspraak in Nederland dringend noodzakelijk is. Met 50 togen 13 stemmen is verklaard, dat die rechtspraak niet aan den gewonen rechter, maar aan andere, door de wet aan te wijzen, colleges moet worden opgedragen, voor zoo ver do geschillen met name by de wot zjjn aangeduid. Tot leden van het bestuur z(jn benoemd do heeren prof. mr. S. J. Fockema Andreaj, te Leiden; mr. A. 't Hooft, te Haarlem, en mr. M. J. Pijnappel, te Amsterdam. De volgende vergadering zal te Maastricht plaats hebben. Na een woord van dank van den voorzitter aan de prmadviseurs, aan degenen, die aan het debat dealnamen en aan Leiden en do regelingscommissie en een woord van mr. Pijnappel, die den voorzitter voor de leiding bedankte, sloot de voorzitter de vergadering. De collecte voor den Gewapenden dienst heaft in de gemeente Noordwjjk opgebracht f 18.32. Het lid van de Eerste Kamer dor Staten- Generaal mr. J. G. De Bruyn gaat zich uit het politieke loven terugtrekken en met No vember te Berg-en-Dal, by Nijmegen, vestigen. I^©\x±ll©1;c>3a.. DE DIEF. 8.) - Zonder eenige hoop pakte hij het stuk in en zond het naar de commissie van beoor deeling voor de tentoonstelling. Met het laatst ontvangen geld waren de kosten van de breede verguldo lijst gedekt. Do schilderij werd aanneming waardig ge keurd. Andote zou deze tijding Max Odrich hebben doen opspringen van vreugdeen zou hjj daar n het doel van zijne stoutste verwachtingen, de bevrediging zjjner vurigste wenschen ge zien hebben, maar nu verraste ze hem slechts en was hjj verbaasd over het feit, maar tot ware vreugde kwam het bjj hem niet. Het .offer, dat hjj had mbeten brengen om deze overwinning te behalen, was te zwaar ge weest het had hem zjjne eerlijkheid gekost. kon den last, welke op zjjn geweten drukte, niet afschudden. Den eersten dag waagde bjj het niet de eatoonstellingszaal te betreden. Eerst den lag na de opening begaf hjj er zich in het middaguur heenhjj dacht er dan het minst bozsekers te zullen aantreffen. Hij wierp slechts een schuwen, vluchtigen blik op zyue schilderij. In deze omgeviDg kwam ze hem vreemd en nieuw voor, bjjna al3 het oigen- 1 dom van een ander, maar zijn kunstenaars oog bracht hem tevens tot de overtuiging, dat ze op eene zeer ongunstige plaats was gehangen. Dit stemde hem droevig, want hoewel hjj zich niet sterk meer tot zjjn kunst product aangetrokken gevoelde, wilde hij toch ten minste dat men het recht deed wedervaren, en daarom besloot hjj den secre taris om eene andere plaats voor zjjne schil derij te vragen. Bjj' het gordjjn, dat het kabinet van den secretaris van de groote zaal scheidde, bleef hij als aan den grond genageld staan. Hjj hoorde eene hem bekende stem. Waar had hü deze meer gehoord? Het was eene dames stem; daar schoot het hem te binnen. Dat was de stem van freule Moralt. Dus wa3 ze weer hier? Onmiddellijk dacht hjj aan Cesar. Reeds waande bjj zich ver loren. Verschrikt wilde hjj omkeeren, maar de woorden, wélke hjj duidelijk verstaan had, hielden zijne voeten in. Op eene vraag der dame, welke hjj even wel niet verstaan had, hoorde hjj den secre taris antwoorden: „Achthonderd mark." Daarop hoorde hjj duidelijk zeggen „Dat is goed; ik koop de schilderij. Do prps is eigenlijk zeer laag; het werk is veel meer loon waard." „Naar den bijval, welken het ondervindt, te oordeelen, ongetwijfeld", hernam de secre taris. Ja, als men dat van te voren kon weten, maar de verkoopsprijs moest reeds bjj de in levering gesteld worden. En, bedenken we wel: het is het werk van een jongen kun stenaar, dat voor het eerst in do tentoon stelling wordt opgenomen. Menigeen heeftin een dergelijk geval genoeg aan de eer." De dame was niet dadelijk met een ant woord gereed en wilde zeker heengaan. Alvo rens dit te doen, wendde z(j zich nog een maal om en zei: „Zoudt ge ook niet denken dat een kun stenaar wellicht ook door den nood daartoe gedreven, den prjjs van zijn arbeid lager stelt, zelfs wanneer hjj overtuigd is van de hoogere waarde er van?" „Ongetwijfeld! En ik geloof zelfs dat dit bjj „Hondstrouw" wel degelijk het geval is." „Zoo - klonk het nu vragend; „neem mij niet kwalijk kent gjj den heer Odrich?" „Persoonlijk niet, dame, maar men kan ge noeg omtrent hem te weten komen van zjjne collega's, al heeft hjj zich in den laatsten tijd geheel van hen teruggotrokken." „Omdat hjj dit moest zeker. O, zulk oen kunstenaar te z(jn en dan in zulke omstan digheden te verkeeren, dat moet iets ver schrikkelijks wezen!" Deze woorden der dame, uit een warm, deelnemend hart komende, werden niet be antwoord ten minste Max Odrich, die in koortsachtige spanning en met hevig klop pend hart toegeluisterd had, hoorde niets, dat naar een antwoord zweemde. Het gordjjn werd eensklaps en onverwacht opengeschoven. Daar stond Agalhe Moralt voor hem 1 E6n vriendelijke lach gleed over haar ernstig, schoon gelaat. „Ha, daar zjjt ge zelf! Pardon, u wildet binnengaan, nietwaar?" Hare hand hield in afwachting het gordijn ter zjjde. De jonge schilder bleef echter onbeweeglijk staan. Schrik en verlegenheid verlamden zjjne beenen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1