N°. 9621. ]>Xaaaiclas «Tuil. A". 1891. §eze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit noinmer bestaat uit DRIE Bladen. Derde Blad. Leiden, 4 Juli. Feuilleton, DE DIEF, PRIJS 1>EZER COURANT: Vi>or Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per poet1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS PER ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer fO.lli Grootere lettere naar plaaUrnimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt /*0.10 berekend- In de eerste zitting der 22ste aigemeeno vergadering van de Noderiar.dsche Juristen- vereeniging, in het klein-auditoriam der Aca demie alhier gehouden, wees de voorzitter van het Bestuur, mr. A. A. De Pinto, op de wei nige wijzigingen, welke, ondanks de in veie opzichten daartoe toch gebleken noodzakelijk heid, in onze burgerlijke rechtsvordering zijn gebracht en hij juichte het daarom toe, dat ditmaal een gewichtig onderdeel van de cwiele procedure tot onderwerp van bospre- kir.g was gemaakt in deze vergadering, tot zfr.o vreugde gehouden in de aloude Acadomie- stad, die zoo ontzaglijk vele en eminente priesters der juridische wetenschap heeft ge leverd. Na de openingsrede word het voor dezen dag bestemde onderworp aan de orde gesteld In hoeverre behoort de procesvoering der partijen de macht van den rechter in het burgerlijk geding te bepalen? Eer.e zeer langdurige discussie werd daar over gevoerd tusschan de heeren mrs. Bone- val Faure, Levy, Fockema Andrero, Thooft-, D. S. Van Emden, Stern, Van dor Kaay, Tripels en de beide praeadviseurs, de hoeren intra. Karaten en Pijnappel, die beiden in be Iginsel verdedigden, dat de rechter, waarpnr- tijen 't eens zyn omtrent de grenzen van hot geding, waarover de rechter uitspraak hooft I te doen, lijdelijk behoort te blijven en geene aanvulling of opheldering omtrent de feiten Iieeft uit t6 lokken. Dit stelsel werd intusschen, ,door den heer ILevy vooral, bestreden, die meende dat de I rechter noch tegenover de wet, noch tegen |over partijen lijdelijk mag bljjven. Ook de heer Fockema Andrea? verdedigde I op verschillende gronden de wenscholjjkbeid, 1 dat do rechter in zekere mate zelfstandig lingrijpe in den gang van het proces en aan- Ivulling kunne vragen van de feitelijke voor stellingen - waartegen de heer Pijnappel op Izichzelf geen bezwaar had, mits men er een lgoeden vorm voor kunne vinden. Het recht Itot het doen van vragen door den rechter, Iccor den genoemden spr. verlangd, werd door |de praeadviseurs evenmin bestreden, doch de keer Pijnappel achtte daarvoor geene speciale Iwstshepaling noodig. De praeadviseurs waren intusschen bereid om naar aanleiding van d9 gestelde vraagpunten de bevoegdheden de9 rechters uit te breiden, mits de partijen er over zijn gehoord, mits ook de rechter niet worde gesteld in plaats van de wet. De heer Pijnappel wilde met dat de rechter geroepen, maar bevoegd zou zijn partijen op gebreken in de feitelijke voorstelling opmerkzaam te mrlcen. En hij wenschte daarom ook, dat 61' verband moest worden gelegd in de gestelde vraagpunten, een verband dat z. i. ontbrak. Yoor het overige werd door verschillende sprekers naast het hoofdpunt van debat, door de beide praeadviseurs opgeworpen en door den heer Karaten nader toegelicht en verde digd do passive houding van den rechter in het burgerlijk geding, wat betreft den feite lijken grondslag der procedure ook de ver eenvoudiging der rechtsvordering besproken en vooral mr. Tripels meende, dat deze quaeslie behoorde te domineeren; terwijl de piieadvi- sours van oordeel waren, dat die vraag niet aan de orde was, maar rc-eds tien jaren ge leden in dezen kring werd gedebatteerd, zij het ook zonder dat het - de voorzitter had er in ziin openingswoord welsprekend op ge wezen nog practisch nut had opgeleverd. Na replieken van de heeren Levy, Fockema Andraae en Pijnappel, werden de gestelde vraagpunten in stemming gebracht ïr.et het volgend resultaat I. Zal de rechter, wanneer de zaak in staat van wijzen is, geroepen zjjn om partijen ter terechtzitting opmerkzaam te maken op hei- geen naar zjjn oordeel aan uo door haar voorgedragen feiten en middelen ontbreekt, mot dat gevolg, dat zij de aanwezige gebreken mogen hersteilen? Na verduidelijking door den voorzitter, (als principiöele beslissing over het Duitsehe stolsel) —ontkennend beantwoord met 31 tegen 10 stemmen. II. Of moet hem althans de bevoegdheid worden toegekend om ambtshalve: a. meer toe te wijzen, mits het kan gel den als accessoir van den gedanen eisch, dan is gevorderd? bevestigend beant woord met zitten en opstaan; b. rechtsmiddelen van verwering aan te vullen, die, ofschoon niet uitdrukkelijk voor gebracht, uit de voorgedragen feiten of be weringen voortvloeien? ontkennend beantwoord als voren. III. Moet, onder handhaving van het tegen- woordig stelsel, d6n rechter niettemin de be voegdheid worden verleend om aan partijen S en hare woordvoerders opheldering te vragen i omtrent den inhoud haver schriftelijke of mondelinge voordrachten, en om bjj z(jn uit- spraak van de verkregen inlichtingen gebruik j te maken? met algemeene stemmen be- vestigend beantwoord. De voorzitter sloot hierop de vergadering. Daarna maakte een groot doel der aanwezigen een rijtoer naar Noordwyk, waar oen gezamen lijk maal bij Van Konijnenburg den dag zou besluiten. H. M. de Koningin-Regentes is heden met II. M. Koningin Wilholmina uit de resi dentie naar het Loo teruggekeerd mot een extra trein der Staatsspoorwegmaatschappij, welke te 10 u. 40 min. van Den Haag ver trok, begeleid door een viertal hoofdambte- naien der Exploitatie Maatschappij. Hare Majesteiten werden in de ontvangst zaal, welke nog prjjkte met het prachtig decoratief ter gelogenheid van de aankomst van den Keizer en de Keizerin van Duitsch- land, opgewacht door de ministers, raadsleden der Kroon de grootmae3teresse en den groot meester van Haar Huis den vice admiraal jhr. De Casembroot; Hr. Ms. gezant bij hot Duitsehe Hof, jhr. v. d. Hoevenden Com missaris d93 Koningsden burgemeester den gouverneur der residentie, den plaatse- lijken conrmandautden generaal-majoor graaf Dumonceau; den stalmeester enz., die den Koninginnen tot aan den trein uitgeleide deden, nadat de Regentes zich in do wacht kamer met verschillenden hunner had onder houden en daarbjj inzonderheid een vrij lang gesprek lneld met den minister-president, baron Mackay. Ook de jeugdige Koningin reikte met Hare gewono vriendelijkheid aan eenigen der autoriteiten de hand. Als leden van hot gevolg namen in den trein plaats de dame3 jvr. v. d. Poll en ba ronesse Van Ittersum; de heeren kapt. jhr. v. d. Poll, adjudant; Van Patrat van Binger- den, kamerheer, en luit. jhr. Boreel, ordon- nance officier, en jhr. Vegelin van Claerbergen, kabinets referendaris. Bij hat wegrijden van den trein stond de Regentes naast do Koningin op het balkon en heiden beantwoordden de eerbiedige afscbeids- groe'on der autoriteiten en van de op hot hinnonperron toegelaten personen met her haalde buigingen. Uit Berlijn wordt aan de Belgische „Tndt-pendance" gemeld dat waarschijnlijk in de „eerste dagen" van Augustus deKoningin en de Koningin Regentes der Nedeilanden niar Duitschlar.ös hoofdstad zullen gaan om keizer Wilhelm een iegenhezoek le brengen. In politieke kringen te 's Gravenhage wordt een dezer dagen in Amsterdam var- spreid gerucht als zoude het Ministerie aan blijven, om met de nieuwe Tweede Kamer de Legerwet af te doen, en bjj mislukking dier poging de nu pas verkozen Kamer reeds willen ontbinden, ton eenenmale ongegrond geacht- Veeleer houdt de meering stand, dat het Ministerie zal blijven bjj zjjn besluit om oat- slag te nemen, waarmede ook strookt het feit, dat bijna alle ministers zich reeds op een eventuëal heengaan voorbereiden, o. a. door in demissionairen toestand geene belang rijke politieke en andere zaken meer af te doen. De oudste zoon van den Prins Von Wied, do Erfprins Von Wied, is Donderdag te 's Gravenhage aangekomen. Aan het déjeuner, dat gisteren in de groote danszaal ten Paieize te 's-Gavenhage werd gegeven, waren ook genoodigd de vice- almiraals on daarmede gelykstaanden van de marine, evenals de luitenants generaal, generaal-majoors, allen aldaar in garnizoen. Do gemoenle-gasfabriek te Venloo heeft over 1S90 een verlies van 3233 veroorzaakt door den hoogen prijs der kolen. Z. M. de Duitsehe Keizer heeft vóór zijn vertrek aan den Burgemeester der Resi dentie, mr. Roest, het Commandeurskruis geschonken van de Kroon orde, en den hoofd commissaris van politie, den heer Van Scherm beek, de oide van den Rooden Adelaar 31e kl. De Keizer verleer.de den Amsterdamschen burgemooster Van Tienhoven de Ster van de Kroonorde tweede klasse, en den heer De Bergli, plaatselijk commandant te Amsterdam, den Rooden Adelaar tweede klasse. De Keizer benoemdo nog tot ridder van den Rooden Adelaar 2do kl. kolonel Musschait, tot 3do kl. majoor Schermbeek en kapt. Van Maaren, tot 4do k). de 1ste luits. Van Ditmar on Twiss, tot ridder dor Kroon orde 3de kl., kapt. Schuurman, commandant van het fort te IJmuiden en tot 4de kl. den 21en lult. Mnsscbart. Vorder benoemdo do Keizer nog den heer Van der Heyde, opzichter van het Paleis te Amsterdam, tot ridder 4de kl. van den Rooden Adelaar, on de heeren Steers, onderstalmeester, Stoveiing en Warnas, hoffouriers, tot ridders 41e kl. der Kroon-orde; den heer Apol tot ridder 3de kl. eu den kapelmeester der Kon. Mil. Kapel, den hoer Van der Linden, tot ridder 4de kl. der Kroon orde. Tevens tot ridder 2de kl. in de orde van den Rooden Adelaar den plaatselijken com mandant te 's Gravenhage, kolonel Henckens. P) Tegelijkertijd echtor met het zien van het eschreven papier, dacht hij aan het eigen- omsbewij9, dat by des morgens het meisje ergat te g9ven en dat hij de nieuwe mees- eres van Cesar had beloofd te zullen brengen. Als zy van hare reis terugkwam, den hond ermiste en het bewijs niet vond, zou zij an niet het eerst aan hém d9nketi, zou zy iet om hem zenden of misschien zelve omen? En dan zou hjj daar voor haar staan, ntmaskerd. als een dief! Het bewijs moest weg dadelijk; zóó u hjj het best de verdenking van zich I fwenden. Zonder eerst aan ontvangen brief 15 openen, liep bij zyn huis weer uit, I ocht bij een buurman een postzegel, deed I et bewijs in een geadresseerd couvert en !i;t dat in oene brievenbus glyaen. I Nu eerst voor eene wijle een beetje tot I idaren gekomen nam hy, weder thuisge- Bomen, den onverwachter, brief ter hand. v elke het postmerk „Aschaftenburg" droug. Max Odrich dacht na. Neen, daar kende Ij niemand. Hy brak den brief open; deze was door eene vrouw geschreven. Hy las: „Geachte Heer! „Eigenlijk wilde ik mjj er gisteren reeds van kwijten, maar eer.e ernstig9 en sDoed- eischende tijding riep my hierheen. Nu zal en kan het evenwel gebeuren. Ik voelde dat ik by u in de schuld stond. Gisteren, nadat ik van de hondenmarkt huiswaarts gekeerd was, trof ik kennissen aan. Een heer, die vorstand van honden heeft, proe3 vol be wondering uwen, nu mynen Ceear. Volgens hem had ik een exemplaar van groote waarde gekocht, waartoe de gelegenheid slechts zel den openstaat. Ik verlangde moer van zyn oordeel te we'en en vroeg hem wat by wel dacht dat ik voor den hond betaald had. Hy noemde eene hooge som en wAde n.auwelyks gelooven, dat ik zooveel minder had geg9ven. Hij schatte li9t dier op minstens honderd mark. Biykbaar kendet ge dus zelf de waarde van uw hond ni6t of ge hebt hem my mat opzet zoo goedkoop afgestaan. U zult begrij pen dat ik daar onmogelyk genoegen mede kan nemen, en daarom zo.id ik u nu bierby het bedrag, dat ik geloof u nog schuldig te zyn." Max Odrich sloeg het blad om en.oen biljet van honderd inark viel vóór hem op den grond. Op do andere zyde stond nog: „Duid dit mij niet ten kwade voor hot geval ge misschien mjjn aanbod afslaat. Ik heb niets mee- gedaan dan mijne schuld be taald, omdat ik niet gaarne schuld maak. Wilt ge het geld niet ten eigen nutte aanwenden, besteed het dan in dienst van de schoono Kunst, welke door u beoefend wordt en die ook ik vereer en liefheb. Hoogachtend, Agathe Moralt." De blikken van den schilder rustten als verglaasd op het papier. Na verioop van een poosje logds hjj den brief op de tafel, ver borg hot gelaat in heide h3cden en weende bitterlijk. Het was alsof h9tn gloeiende koler. op het hoofd gelegd waren, kolen, welke hy er niet af kon nemen. Zjjr.e handen weiger den hem den dienst. Zy had hem goed ge daan, terwijl hij haar had bestolen! Wat te doen? De tegenstry'digste gedachten gingen hem door het hoofd. Da afmatting en vermoeidheid van lichaam en ziel daden hem des nachts eenige uren slapen'. Den volgenden morgen nam hy het penseel ter hand, schilderde en schil derde bijna zonder ophouden door, onder den arbeid zjine onverantwoordelijke handelwyze vergetende. Zoo ging het voort, twee, drie, vier dagen. Hy verliet zyn atelier bijna niet, altoen d98 middags ging bjl uit om iets te eten. In de restauratie hoorde hjj terloops dat do brand spoedig was gebluscht gewor den. Do middag was dan ook voor hem de meest gevreesde tyd, want gedurende 66n klein halfuur moest hjj dan van Cesar schei den, zoodat hij altyd mot een hevig kloppend hart de trap naar zjjn atelier opging. Was da bond er nog wel? Of was de politic boven geweest en had die hem meegenomen Dikwijls ook m99nde hy den tred der jonge dame te hooren, komende om van hem baar eigendom terug te vorderen. Zou ze nog niet in de stad teruggekomen zjjn? Zou ze niet reeds door de dienstboden verwittigd wezen van de verdwijning van den hond? Waarom schreef ze niet? Het lag toch zoo voor do hand te denken, dat het dier naar zyn vroe- geren meester teruggegaan wasl Want dat andore kon zy toch niet veronderstellen. Of toch misschien? Wilde zy wellicht zelvo komen om hem van zyr.e schuld te over tuigen?. Maar ze kwam niet. Na vy? dagen was de schilderij gereed. Ey durfde ze ternauwernood aanzien, daar hij geloofde dat zo mislukt was, want het scheen hem toe dat het werk niet was dat gene, wat hyi had willey te voorschijn bren"-' V/o"di vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 9