Keukenmeid J. G. LANGEVELD, N6. 9620. Zaterdag: 4 Juli. A®. 1891. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on~ es feestdagen, uitgegeven. B urg er-woning Ho oilaiicl W oonliuis, Koffiehandel feuilleton. DE DIEF. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: T«r LeMso p«r S matafonTÏTT.TTsTT? f LM. FnuiM p«r post1*40. Aisonderlrjks Nommera.0.66. PRIJS DEK ADVEKTENTEËN: Yaa 1—6 regel» ƒ1.06. Iedere regel meer fO.lty. Swotere lettere neer plaatsmimte. Voor het inoassaeren buiten de stad wordt ƒ0.19 berekend. Gomeu ed Nieuw. Vele landbouwers z jn te Z o e- terwoude met het grasmaaien begonnen. De Noord-Brabantsche maaiers zijn aldaar aan gekomen en hopen, hoewel later dan in het vorige jaar, met welvoorziene beurzen huis waarts te keeren. By vonnis der rechtbank te Haarlem van gisteren zyn Carel Gerber Jr. tot 1 jaar en zyn broeder Abraham Gerber tot 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf ver oordeeld wegens verduistering van effecten. Do eisch was voor beidon '21/, jaar met ont zegging van rechten en last tot openbaar making van het vonnis. Te Sybekarspel is iemand ge storven aan bloedvergiftiging. Hy had zalf (waarmede hy een paard insmeerde) in eene wond aan den duim gekregen. Aan den Hulk onder Hoorn zyn twee jongens, broeders, van 14 en 17 jaar, by het baden verdronken. Gedurende de oefeningen van de artillerie op de Leusdensche heide, in de nabyheid van Amersfoort gelegen, sloeg een der kanonnen plotseling om, waardoor de milicien Neyenhuis, die van den voorwagen viel, liet rad over de borst kreeg en ernstig gewond werd. Hen vervoerde hem dadelyk naar het militair hospitaal te Amersfoort. Het Engelsche stoomschip „Napier" is in het kanaal in aanvaring geweest met den Belgischen kotter „l'Union Républicaine", welke onmiddeliyk zonk. De bemanning wist zich op het stoomschip te redden, met uit zondering van den kapitein, die overboord sloeg en verdronk. Uit Konstantinopel komt het be- richt, dat zich in het dorp Kili gevallen van cholera hebben vertoond. Zeven personen wer den reeds door die ziekte aangetast, waarvan twee overleden. Do voorzitter van het „waakzaam heid comité" (van burgers) in "Whitechapel (Bonden) heeft weer een brief van „Jack the Ripper" ontvangen, in denzelfden trant als hy or ontving kort vóór de laatste moorden. D.o brief luidt: „Georgeyard, Whitechapel. Ik zal weldra myn werk in deze wyk weder beginnenals gy of uwe helsche bende beproeft my weg te halen van waar ik ben, zal ik, met Gods hulp, u een mes in het hart steken. Wees dus voorzichtig en laat my met rust! Laat de politie my vatten als v-ij kan; maar ik zou haar beklagen, want ik ben nooit voornemens geweest, my levend te laten vangen. Ik ben reeds tweemalen byna gepakt. Uw dienstw. Jack the Ripper. ff. Myne voorletters zyn G. W. B." De brief is aan de politie gegeven. INGEZONDEN Mijnheer de Redacteur.' By de tegenwoordige warmte hebben de honden meer aanleg voor watervrees dan gewooniyk. Is het nu absoluut noodig dat er eerst een slachtoffer valt vóór de muil- korven-wet in toepassing komt, of zou het niet raadzaam zijn dat expedient niet af te wachten en reeds nu het dragen van muil korven voor honden verplichtend te stellen? Ik acht dat te meer gewenscht, omdat de- geen, die gebeten wordt, hoogstwaarscbynlyk geen de minste schuld draagt aan het be staan eener zoo ondoelmatige wet. Iemand, die den mensch boven het dier stelt. Mijnheer de Redacteur! De toezending van het gisteren door u ge plaatste citaat geschiedde niet om te beweren, dat er in casu continuiteit zou bestaan in den tyd, die de kerkeraad van 1891 bindt aan dien van 1888, niemand, die den sedert veel veranderden liederenbundel kent, zal dat be weren - maar om de aandacht te vestigen op het onjuiste der mededeeling: „onder an deren is de gemeente te Leiden gonoemd, ofschoon de zaak nog nooit in haren kerkeraad aan de orde gesteld is." Dat doel is bereikt, voor ieder, die „introduction" niet vertaalt door „doen drukken", en ik breng u dus voor de plaatsing myn besten dank. Hoogachtend, Leiden, Uw bereidw. dienaar, 2 Juli 1891. E. K. Z. K. Waarso hawing. Do Rynsburgersingel begint een onaarige- namen geur te geven. De sloot langs het Schuttersveld riekt reeds als een privaat, en niet te verwonderen. Het riool, in de plaats gekomen van de Rjjnsburgersingelsloot, werpt aan twee kanten, Haarlemmervaart en Aloë- laansloot, duizenden liters mislukte albumine uit, vooral des nachts. Amicitia en Zomerzorg gaan goede dagen tegemoet. Het gemeentebestuur van Leiden wordt beleefd verzocht zich te komen overtuigen. 3 Juli 1891. G. Vervolg der Advertentiën. 1°. Aug. gevraagd, voor buiten, tegen hoog loon: eene P. Gr., bekend met koken en werken. Zonder goede get. onnoodig zich aan te melden. Brieven onder No. 4560 aan het Bureel van dit Blad. 10 746 9 De Notaris VAN GREUNINGEN, te Oude-Wetering, zal op Don derdag 9 Juli 1891 by opbod, en op Donderdag 16 Juli 1891 beide dagen des voormiddags te 10 uren, in de herberg van J. VAN DER HULST, te Oud Ade, publiek verkooptn: No. 1. Eene goed onderhouden met verdere Getimmerten, Erf en Tuin, te Oud Ade, gemeente Alkemade, groot 6 aren. In eigen gebruik te aanvaarden by de be taling der koopsom op 1 September 1891. No. 2. Een perceel extra best zynde buitenland van den Kagerpolder, binnen Alkemade, groot 1 hectare, 12 aren, 80 centiaren. In eigen gebruik te aanvaarden by do betaling der kooppenningen op 1 November 1891. No. 3. Een goed onderhouden ingericht om in 2 gedeelten te worden be woond, met Schuur, Erf en grooten Tuin, te Oud-Ade, op den ringdyk van den Akker- slootpolder, binnen Alkemade, groot 21 aren, 10 centiaren. Verhuurd voor f 91.60 's jaars. Onder gestanddoening der huren te aan vaarden by do betaling der koopsom op 1 September 1891. 4562 35 Alles breeder by biljetten omschreven. LBIDSOHE S ch o it wbur g- Ve r eenïgï 11 g VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS op Zaterdag 1 Juli 1891, 's namiddags te 3 uren, in den Schouwburg. Punt van behandeling: Rekening en Verantwoording. 4398 12 Namens het Bestuur, HENRI VAN DE VELDE, Secretaris. lïsSst r bij BREDA; den Ssten Juli 1891. De Feesttrein vertrekt des morgens van Leiden te 6.30, Voorschoten 6.39. Aankomst Liesbosch 9.45, des avonds van Liesbosch 7.27. Aankomst Voorschoten 10.23, Leiden 10.30. Plaatskaarten met Programma's zyn verkrygbaar aan het spoorwegstation, van 29 Juni tot 6 Juli, 's namiddags te één uur of eerder, als het bepaalde getal is verkocht. lste kl. ƒ4.45; 2de kl. ƒ3.45; 3de ki. 8.45. Voor verdere inlichtingen zie men het aanplakbiljet. 4237 17 Middelburg. L. HELDRING, Secr. van 4100 10 MARE 84. PRE1NCER JAVA 3de 82'/2 Cts. per Kg. ii ii n 72'/, op het Raadhuis te Leiden, op Maandag den 6Jen Juli 1891, 's voornuddags te tien uren precies, van eene hoeveelheid van 50(9 Hectoliters ®as-Coke§, verdeeld in pai tyer. van 100, 50,10 en 5 hectoliters, en zulks bij afslag, tegen dadelyke betaling en binnen veertien dagen af te halen aan do Gasfabriek Kloppen zeven Cents per HL. Bezorgen vyf Bloopen en Bezorgen zes Cents per HL Bestellingen worden aangenomen aan hel kantoor der Gasfabriek en aan het Magazyi; in de Pieterskerk-Koorsteeg 28, uiterlijk tot Zaterdag-namiddag te 3 uren. 4567 17 3.) Hij wandelde de poort weer uithy kon het niet langer onder deze menschen uit houden en koopers waren er ook niet veel, althans geene koopers, die hem aanstonden. Aan den uitgang kwam hij eene jongedame tegen, eone ryzige gestalte, deftig in het zwart gekleed, welke kleur haar fijn, ietwat bleek gezicht des te meer deed uitkomen. Hare oogen drukten iets mats uit; om haren mond lag een droevige trek, welke aan onder vonden leed deed denken. De uitdrukking van haar gelaat was ernstiger dan met hare jaren strookte. Een knecht met eene mand en een ketting volgde haar. Toen zy Cesar zag, bleef do dame, naar het scheen diep getroffen, staan. Zy wendde zich tot den knecht en zeide „Is dat niet sprekend onze arme Zeppa, George? Men zou zoo zeggen dat hy het in levenden lyve was, maar dat durf ik niet meer aannemenna oen halfjaar kan ik niet meer denken hem terug te zullen vinden." „Wie weet, freule", antwoordde de knecht; „als hy gestolen en niet gestorven is, is het niet onmogeiyk dat we hem op een goeden dag nog eens ontmoeten. Geef achtl is het wachtwoord." De dame gaf hem een wenk met de oogen, niet verder te sprekendaarop wendde zij zich tot den schilder, die haar reeds byna voorbygewandeld was, maar nu toch bleef stilstaan, zy het dan ook aarzelend. „Mag ik uw hond eens wat meer van naby zien, mynheer? U wilt hem toch zeker ver- koopen, nietwaar?" In plaats van onmiddeliyk te antwoorden, greep Max Odrich naar zyn breedgeranden, zeer afgedragen, valen vilten hoed en nam dezen af. De dryfveer hiertoe moet niet ge zocht worden in eerbied, maar veeleer in een onverklaarbaar, niet uit te drukken ge voel, dat hem by het zien dezer dame tot die beweging noopte. Eenige seconden hield hy den hoed in de hand, terwyl zijne lippen zich moeilyk bewogen tot een „Ik moet." Zy knikte. „Een mooi dier, inderdaad. Mag ik ook weten hoe het heet? Heet het ook soms Zeppa?" „Pardon, freule, Cesar", antwoordde de schilder. „Zoo, heet hy Cesar", zeide zy. „Cesar, dat lykt wel wat op Zeppa. Ben je een beste hond, Cesar?" De hond was op zyne achterpooten gaan staan en keek zyn meester heldor aan. By het hooren van zijn naam draaide hy den kop een beetje om, zag de dame ietwat vreemd aan, kwispelde zachtjes met den staart en vestigde de oogen onmiddellijk daarna weer op den schilder. „Hy is zeker heel trouw?" vroeg de dame halfluid. „O, heel trouw Er was eene trilling op het gelaat van Max Odrich waar te nemenbij bukte zich om deze te verbergen en streelde lief koozend den kop van zyn hond. „Waarom wilt u hem dan verkoopen?" Deze vraag lag haar op de tong, maar ze sprak haar niet uit. Zy las het antwoord er op van hot uiterlyk, de slechte kleeding, het bleeke, vermagerde gelaat van den jongen man. „Wat moet de hond kosten?" vroeg de knecht, die bemerkt had dat het dier naar den zin van zyne meesteres was. Max Odrich draalde met het antwoord. „Vyftig mark", luidde hot daarna bedrem meld; „goedkooper kan ik hem niet geven." „Hy is het waard", meende de dame. „Ik ben evenwel oigenlyk niet hierheen ge komen met het doel om een hond te koopen, maar wel in de hoop den mynen terug te zullen vinden. Het was een flink, trouw, aardig dier, myn Zeppa; het geleek veel op het uwe, maar ik heb het, helaas, niet lan ger dan een jaar bezetenZoolang paste ik er zorgvuldig op, totdat uit onachtzaamheid, door myne eigen schuld, de buitendeur open bleef, de hond op straat kwam en, ondanks alle nasporingen, zoek bleef. Ik denk dat hy gestolen werd. Op het bureel van politie vertelde men my dat vele honden, door han delaars in dat levende artikel opgevangen, een tijdlang by boeren besteed worden, om dan na geruimen tyd, als zo een beetje ver anderd zijn en er geen gevaar meer te duch ten is voor dadelyke herkenning, ter markt gebracht te worden. Tot nu toe zyn al myne navorschingen hier echter tevergeefs 'ge weest en wanneer u my uw Cesar wilt ver koopen, dan zal ik myn best doen in hem eene vergoeding te vinden voor wat ik ver loren heb." Zwygend bad Max Odrich gedurende deze mededeelingen den hond van het touw los gemaakt en den knecht te kennen gegeven hom den ketting aan te doen. Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5