Woensdag ^4 Juni. A'. 1891. feze Ssurant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 23 Juni. F'euilleton. DOKTER jmm. 9611. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Vwr Leiden per 3 maanden......71..;. f 1.16. Franco per post....77.. a UO. Afzonderlijke Nommera.a 0.G5. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Tan 1—6 regela ƒ1.05. Iedere regel meer fO.lTj. Grotere lottere naar plaatsruimte. Voor hbt inoasseereD buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Zij, die zich nu rebotmeeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 Juli verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal Juni, Juli en Aug. worden alleen de beide laatste maanden (ad 74 Cents voor Abonné's binnen de stad en ad 94 Cents voor die buiten de stad woon achtig zijn) in rekening gebracht. OÊÖcieele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders vau Leiden G-osien art. 8, 1ste alinea, der Wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toesicht bij het oprichten van inrichtingen, welke g-sraar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen vergunning is verleend aan N. WOUTERLOOD Pz. ■en C. P. P. DE KEYZER en rechtverkrijgenden, creepectievelg'k tot het plaatsen van een gasmotor in fhet perceel Levendaal No. 174 en tot het oprichten van eene smederij in het perceel Koesteeg No. 15. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 22 Juni 1891. E. KIST, Secretarie. Heden is aan da universiteit alhier de heer A. E. A. S. Van Stralen, geb. te Haarlem, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch proefschrift, get.: „Wet van den 28sten Februari 1891 (Staatebl. No. 69), tot vaststelling van bepalingen betreffende 's Rijks waterstaatswerken." Aan dezelfde universiteit zijn de volgende examens afgelegd: door den heer W. Van Geer, het candidaatsexamen in de Nod. let teren; door den heer Th. B. Pleyte, het doctoraal examen in de rechtendoor de heeren J. Piantenga, H. Van Gelein Vitringa, J. Do Raaydt on ïj. Sleeswyk, allen het candidaats examen in de rechtendoor de haoren A. Myn- iieff en P. A. Augustijn, het doctoraal-examen in de geneeskundehet voorbereidend examen in de geneeskunde door de heeren K. C. Crucq; en door de heeren S. Visser, A. C. Huysso en H. J. W. Droogleever Fortuyn, allen het eerste natuurkundig examen. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York en Baltimore, door middel van het stoomschip „Schiedam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten do brieven enz. uiterlijk morgen ochtend om 9.40 bezorgd zyn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. De kapitein H. G. Brandt, werkzaam aan het departement van oorlog, is van het 4de reg. inf. te Leiden overgeplaatst bij het 5de reg. te Grave. Aangenomen is het beroep by de Ned.- Herv. gemeente te Oostrum en Jouswier door den heer Jac. Eringa, cand. te Leiden. Naar mea verneemt, zal o. a. tot can- didzat voor lii van den gemeenteraad te Aar- landervoen worden geproclameerd de heer J. Van Borssum Waalkes, fabrikant, (lib.). Tot predikant bij de Chr.Ger. gemeente te Sneek is beroepen ds. J. J. Impeta, te Alfsn aan den Ryn. Hr. Ms. pantserdekkorvet „Sumatra", comm. officier kapitein, ter zee P. G. Brucb, liep gisteren te IJmuiden binnen, van een kruistocht in Noordzee en Atlantischen Oceaan. Dit schip zal deel uitmaken van het eskader, bestemd tot ontvangst van don Duitschen keizer. In den nacht van 30 Juni op 1 Juli zal de vaart door de sluizen te IJmuiden en in gedeelte der aangrenzende wateren gesloten zijn voor alle schepen, welker tegenwoordig heid niet vereischt wordt by de ontvaDgst van het Duitsche eskader. De keizer en de keizerin zullen te IJmui den niet zooals aanvankelyk was bepaald overgaan op een Nederlandscli oorlogsschip, maar op een tot het keizoriyk eskader be- hoorend adviesjacht. Een vyftal torpedobooton zal by de komst van den keizer worden toegevoegd aan het eskader; ook deze komen met de schepen naar Amsterdam. Aan het monster-concert en de taptoe aldaar in den avond van den lston Juli zal worden deelgenomen door de stafmuziek van het regi ment grenadiers en jagers en door die van de acht regimenten infanterie, door do muziek corpsen van de drie regimenten cavalerie, door do muziekcorpsen van het instructie bataljon en van de marine, de tamboers en hoornblazers der infanterie en artillerie, do trompetters der bereden corpsen, de tamboers en papers der marine. De minister van oorlog heeft gemeend niet te moeten treden in het voorstel van den burgemeester van Amsterdam, om ook het stedeiyk muziekcorps, dat der schutterij, aan het feest te doen deelnemen. Thans zün twee bataljons van het 4de reg. infanterie, en wel van het garnizoen te Leiden en te Haarlem, aangewezen het Amsterdamsche garnizoen te versterken. In eene gisternamiddag ten stadhuize te Amsterdam gehouden samenkomst van den burgemeester met bestuursleden van do aldaar bestaande roei- en zeilvereenigingen is o. a. vastgesteld, dat des namiddags van 2 Juli e. k. een wedstrijd op den Amstel zal worden gehouden van zes- en vierriems- gioken, welke door den keizer van Duitsch- land vermoedeiyk in de koninklyke sloep der marine zal worden bygewoond. De wed- stryd zal hoogstens twee nummers bevat ten. Voor die gelegenheid zullen de gebou wen van „De Hoop", „De Amstel", „Nereus" en „Neptunus" met vlaggen, wimpels en groen gedecoreerd worden. Met de inrichting eener feestelijke ontvangst heeft zich belast de president dor roei- en zeilvereeniging „De Amstel", de heer W. Holtzer. Het vertrek uit Amsterdam van de keizer- iyke gasten en de beide Koninginnen is be paald op 3 Juli, des voormiddags te 10 uren, van het Centraal station. De koninklyke trein volgt den Staatsspoorweg en komt by half- twaalf te 's-Gravenhage aan, waar hot station aan de Rynstraat prachtig versierd zal worden. De aanvankelijke bepalingen omtrent de komst van den Duitschen keizer en gemalin te Rotterdam zyn wederom gewözigd. Het keiz9rlyk paar zal aankomen aan het station Delftsche Poort. Van gemeentewege is aan het station Maas aanzegging gedaan dat de vorsteiyke personen aldaar niet zullen aan komen, en er zyn nu voor de versiering aan het station D. P. en den Stationsweg reeds toebereidselen gemaakt. Do uren van aankomst en vertrek aldaar zyn tot heden onveranderd gebleven. De weg door de stad zal echter eenige verandering ondergaan. Z. M. zal, alvorens den rytoer te beginnen, eerst nog op de salonboot „Mer- wede I", welke laatst voor onze beide Ko ninginnen werd gebruikt, de vorschillendo bavenwerkon rondvaren. Voorts zal het jacht „Hokenzollern" in do Boompjes voor het nieuwe wachtlokaal der bootwerkers aanleggen omzijn vorstelijkon eigenaar weer vorder te brongen. Naar men verneemt, zal eene deputatie van Nederlandsche zee-officieren een officieel bezoek brengen aan de maritieme tentoon stelling te Londen, en tot dat doel met een van de oorlogsschepen naar Engelands hoofd stad scheepgaan, welk vaartuig gedurende het verbiyf onzer marine ter reede van Londen zal liggen. Door H. M. de Regontes is aan de com missie voor de stichting van een nieuw Protestantsch Ziekenhuis te Nymegen eene som van f 000 geschonken, waarvan f 300 namens Koningin Wilhelmina. Op 20 dezer is te Londen tusschon Nederland en het Vereenigd Koninkryk van I Groot-Britaunië en Ierland eene overeenkomst gesloten tot vaststelling der grenzen tusschon de Nederlandsche bezittingen op het eiland Borneo en de onder Bntsch Protectoraat staande staten op dat eiland. (St. Crt.) Het voornemen bestaat om by de aan staande gewone gemeenteraadsverkiezing te 's-Gravenhage ook een candidaat uit den werkmansstand te 6tellen. Volgens den Haagschen briefschrijver van het „N. v. d. D." maakt zich de familie van den minister Lohman gereed om Den Haag te verlaten en zich weder metterwoon te Amsterdam te vestigen. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 22 Juni van Nieuw-York naar Amsterdam; de „Conrad," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 21 Juni te Southampton; de „Didam," van Nieuw-York n. Amsterdam, vertrok 22 Juni van Boulogne-s.-Mer; de „Prinses Wilhelmina," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 22 Juni van Genua; de „Rotterdam," van Am sterdam naar Nieuw-York, passeerde 22 Juni Lizard; do „Zaandam" vertrok 20 Juni van Baltimore naar Rotterdam; de „Prinses Sophie," van Amsterdam naar Batavia, is 20 Juni Del Armi gepasseerd; de „Sumatra," van Batavia naar Amsterdam, venrok 20 Juni van Padang; de „Voorwaarts", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 21 Juni te Padang; de „Utrecht", van Rotterdam naar Java, is 21 Juni te Gibraltar aangekomen; de „Maasdam", van Nieuw-York naar Rotter dam, is 22 Juni Lizard gepasseerd; de „Prins Willem I", van Suriname naar Amsterdam, vertrok 22 Juni van Havre; de „Merapi" arriveerde 23 Juni van Rotterdam te Batavia; de „Swaardecroon", van Batavia naar Londen, vertrok 23 Juni van Colombo. By koninkiyk besluit is pensioen verleend ten laste van den Slaat aan H. A. K:oon, ten bedrage van 267 'sjaars. De heer H. Koppeschaar, arts, ber.oemd en aangesteld tot officier van gezondheid der 2de klasae by het personeel van den genees kundigen dienst jan het leger in Ned.-Inöië. Gemengd Nieuw». De directie van de Rotterdam - sche Tramwegmaatschappy, die hier ter stede de paardentram exploiteert, doet wel al het mogeiyke om het publiek te gerieven. Reeds geruimen tyd had zich alhier het gemis doen gevoelen van eone wachtkamer aan de Plan- I tage, daar, waar de tram afrydt. Men moest j altyd in de open lucht staan wachten. Daarin 1 is nu, met loffelyke samenwerking der be- DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. 86.) Zyn somber gelaat vertoonde eene drei gende uitdrukking; een opmerkzaam toe schouwer zou daarin den angst van een met schuld beladen geweten ontdekt hebben. En deze angst was wel te verklaren; een oppasser was hem op den terugweg tegen gekomen en had hem het gerechtelyk onder zoek en Toms vlucht gemeld; hij ontkende het gevaar niet, dat misschien reeds zeer, zeer naby was. Loochenen kon hy zyne medeplichtigheid niet, want Toms getuigenis was voldoende om deze te bewyzen. Den dokter gaf hy van alles de schuld; waarom had Janin er niet voor gezorgd, dat die gevaarlyke kerel vastgebonden werd „Wat zoekt gy hier?" voer hy uit, toen Hulda binnentrad en hem uit zyn gepeins deed opschrikken. „Hier in mijr.e kamer wil ik niet gestoord worden." „Dat weet ik wel", antwoordde Hulda, de schooDe, treurige oogen strak op den ouden man gericht, met wie.n zy, ondanks hare verachting, innig medelyden had; „maar dit maal dwingt uw eigen belang mij u te storen. Ik kom om u te relden." „Zyt gy krankzinnig?" riep Frohberg ontsteld. „Hoor mij bedaard aan en als ik uitge sproken heb, zult gy' my die vraag niet meer doen. Een oppasser van dokter Janin was straks hier; hy zocht u en daar hij uwe terugkomst niot kon afwachten, deod hy de boodschap aan my. Een andere oppasser was ontsnapt en het gerecht had onderzoek in het gesticht—" „Wat gaat mij dat aan?" „Maar de oppasser voegde er by, dat Alfred niet ontdekt was geworden." De oude man balde zyne vuisten; zyne oogen flikkerden van toorn en haat. Het viel bem uiterst zwaar, zyne tegenwoordigheid van geest te bewaren, maar hy voelde dat hy die juist in dit oogenblik niet verliezen mocht, want hij wist niet, in hoeverre zyne dochter reeds onderricht was. „Alfred?" antwoordde hy verachtelyk. „Wilt gy de comedie voortzetten, welke de waard Bochner hier eenige dagen geleden heeft opgevoerd?" „Kent gij dezen brief?" Een kreet ontsnapte aan Frohbergs lip pen; zijn strakke blik bleef vol ontzetting op het noodlottige papier hangon, dat by dado- Ijk herkend had. „Hoe komt gy aan dien brief?" riep hij woedend; „gy hebt hem mij ontstolen Zpne woede belette bem verder te gaan; hy greep in zyn zak en haaldo er een sleutel uit en opsrde de lade. „Gestolen!" gilde hy. „Gy wilt uw vader in hot verderf storten en hom in de gevan genis brengen „Juist om u voor dat lot te bewaren, ben ik hierheen gekomen", viel Hulda hem ern stig in de rede. „Frederik was hier ;hy wilde geld hebben om eene speelschuld af te doen. Gij hadt het hem geweigerdhy opende met een valschen sleutel deze lade en wierp er de papieren uit." „Vervloekt zy die verkwister!" mompelde do oude man, die krachteloos in een stoel gezonken was. „Denk nu niet aan bem, maar aan uzelven!" vervolgde Hulda met verheffing van stem. „Ik wilde de papieren weer in orde brengen, om u het verdriet over de misdaad van uw zoon te besparen, en by deze gelegenheid vond ik den brief. Daarin, dat ik hem vond, erken ik het bestuur eener rechtvaardige Voorzie nigheid. Gy weet, wat Janin in dezen, aan u geadresseerden brief heeft geschreven. Daaruit is duidelyk op te maken, dat Alfreds vader in het gesticht gelokt en gevangen gehouden werd. Misschien leeft hij nogik maak die gevolgtrekking, omdat Alfred op dezelfde manier verdwenen is." „Daar weet ik niets van!" „Ontken het niet langer; demededeelingen van den oppasser mooton my wel overtui gen; do man het zich om den tuin leiden en meende dat ik in uwe geheimen ingewyd was. Gy zult nu vragen, wat ik wil doen. Het antwoord daarop kunt gy wel raden. Myn plicht en myn geweten gebieden my uwe ongelukkige slachtoffers te bevrijden en dat zal en moet heden nog gebeuren." De oude man wilde van zyn stoel opsprin gen, maar halverwege zonk hy weer terug. Half toornig en half smeekend keek hy naar het schoone meisje op, maar hy moest zyne oogen neerslaan, want hy kon baren blik niet verdragen. „Kent gy de gevolgen van uw besluit?" vroeg hy met schorre stem. „Ja!" „Dus wilt gy uw vader in de gevangenis brengen (Wordt veroolt i.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1