N«. 9605 Woensdag 17" Juni. A* 1891. <geze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Bit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 16 Juni. feuilleton. DOKTER JANIN. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per S ma&nden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlek® Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Yan 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incas8eeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Eerste Blad. OsSIcieele Kennis^eTiu^en. Vergadering ran den Gemeenteraad van Lei- deïlj op Donderdag 18 Juni, des namiddags te 2 uren. Punten tor behandeling: 1°. Benoeming van een onderwijzer aan de Jongens school 2de klasse. (143) 2°. Idem als voren. (143) 3°. Idem van een Commissaris der Bank van Lee ning. (141) 4°. Yerzoek van C. J. Baron Leembruggen, om ontslag als Bestuurder der Stedelijke Werk inrichting. (147) 5°. Benoeming van drie Bestuurders der Stedelijke Werkinrichting. (148) 6°. Yerzoek van A. P. K. Hardeman en J. M. Nioleen, aannemers, om schadevergoeding. (135) 7°. Voorstel betrekkelijk het doen van herstellingen aan de Zijlpoort. (136) 8°. Idem betrekkelijk de vernieuwing van meubilair in de kamer der Commissie van Fabricage. (136) Yerzoek van Mcj. H. M. Schaepman, om ontslag als leerares in de Plant- en Dierkunde aan de Heogere Burgerschool voor Meisjes en de Kweek school vcor onderwijzers. (146) 10°. Kohier der Plaatselijke Directe Belasting voor 1891. (138) 11°. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de be sluiten betrekkelijk de heffing en invordering van de marktgelden. (139) 12°. Yerzoek van Mej. A. M. J. Perrin, om ontslag als derde onderwijzeres aan de Meisjesschool lste klasse. (144) 13°. Verslag van Commissarissen der Stedelijke Gas fabriek over 1890. 14°. Rekening der Stedel. Gasfabriek over 1890. (142) De volgende examens zijn aan de uni versiteit alhier afgelegd: het theoretisch- geneeskundig examen door de heeren A. J. Bossers en A. "W. A. Van Soters; het doc toraal examen in de rechtswetenschap door de heeren M. P. Nauta en J. C. Van der Lip; het doctoraal examen in de godgeleerdheid door den heer G. Tjalma; het voorbereidend examen in de geneeskunde door de heeren F. G. Cornelis, H. M. Hymans en N. L. Schoorel; het eerste natuurkundig examen door den heer B. P. B. Plantenga; het tweede natuurkundig examen door de heeren C. J. Blanken en A. E. Ten Oever. By de aanstaande verkiezingen voor leden van den gemeenteraad alhier zyn aan de beurt van aftreding de heeren Cock, Driessen, Kaiser, De Goeje, Knappert, Alma en Van der Breggen, terwyl de heeren Bool en Nykamp als raadslid hebben bedankt. De adressen in zake den Zondagsarbeid der hakkers zyn thans by de direotiën der broodfabrieken alhier ingezonden, voorzien van 1306 handteekeningen, van mannen en vrou wen uit elke maatschappelyke klasse. Ten aanzien van een desbetreffend adres van de aannemers A. P. K. Hardeman en J. M. Nielsen, beiden woonachtig te Leiderdorp, deelen B. en Ws., na ingewonnen rapport van do Commissie van Fabricage, don gemeen teraad het volgende mede: Adressanten waren aannemers van eenige werken aan de Aschschuur; het metselwerk werd uitgevoerd door B. Keiler als onder aannemer. Toen besloten was de pachterswoning van duinwater te voorzien, werd, blijkens het door den gemeente-architect ter zake uitgebracht rapport, den aannemers by mondelinge mede- deeling van den hoofdopzichter by de gemeente werken opgedragen de bestaande pomp af te breken en met de iooden pypen op de Stads- timmerwerf te brengen; dit was derhalve eene opdracht buiten het bestek, te verre kenen op den voet van meerder werkhet was geen werk, uit do bestekwerkzaamheden vanzelf voortvloeiende; ware dit laatste wel het geval geweest en had het bestek dan niet vermeld de pomp en de buizen op de Werf te bezorgen, zoo zouden deze als af braak eigendom der aannemers zijn geworden. Op 13 December 1890 werd alsnu aan den architect bericht dat op den vorigen dag in schafttyd door J. H. Nielsen met eenig werk volk de buizen waren opgegraven en ver kocht, terwyl het geld verteerd was; een en ander werd bevestigd door den pachter van de haardasoh Van Ulden en d9n onderaan nemer Keiler. Dientengevolge werd last gegeven do werk zaamheden te staken, met verlof de metsel werken voort te zetten, daar de onderaan nemer met de zaak niets te maken had gehad. Intusschen bleef deze uit den aard der zaak in dienst van de hoofdaannemers en kon der halve niet anders dan aan deze laatsten ver gund worden hun onderaannemer te laten doorwerken. Van de staking van het werk is onverwyld aan den voorzitter van het col lege van B. en Ws. kennis gegeven, op wiens last een gerechteiyk onderzoek is ingesteld, hetwelk echter niet heeft geleid tot eene ver volging in rechten, terwijl daarop de werken door de aannemers zijn afgemaakt en de pomp en de buizen aan de Werf bezorgd. Mocht nu, ten gevolge van een en ander, door adressanten, gelijk door hen wordt be weerd, schade, zoo wat geld als goeden naam betreft, zyn geleden, dan hebben zij dat, zeg gen B. en Ws., op grond van de bovenom schreven handelingen alleen aan zichzelven te wyten. B. en Ws. zyn daarom met de Commissie van Fabricage van oordeel, dat afwyzend op het verzoek (publieke eerherstelling en eene schadevergoeding van zeshonderd en vyftig gulden) behoort to worden beschikt, met wolk gevoelen zich de rechtskundige adviseur der gemeente heeft vereenigd. Behalve het voorstel van dr. J. Ten Brink, gewijzigd doorhetamendemont-Küssing, om de f 550 aan contribution te schenken aan de Leidsche Maatschappij van Nederland- sche Letterkunde, ten einde met dit geld de Huygens-uitgave van dr. Worp te steunen, is door een der leden van de Vereoniging van Nedorlandsche Letterkundigen nog een tweede voorstel gedaan, dat insgelyks tot do laatste vergadering op 11 Juli a. s. is aangehouden. Men stelde nl. voor, de f 550 te schenken, bywyze van beurs, aan een student der letterkundige faculteit te Amsterdam, die door familie omstandigheden anders de studie zou moeten opgeven. De Vereeniging, meende men, zou op deze wijze in de hoofdstad „steeds in dankbare herinnering blyven". Het schriftelijk gedeelte van do eind examens der hoogere burgerscholen met 5- jarigen cursus in ons land vangt den 17den Juni aan en eindigt don 26sten. In de prov. Noord-Holland zal het monde ling gedeelte den lGden Juli a. s. aanvangen de examens, waarvoor 82 candidaton zich hebben aangemeld, worden afgenomen te Hoorn. Voorziltor der examen commissie is dr. C. A. Tebbonhoff; leden zijn de heeren dr. Doyer van Cleeff en dr. v. Hennekeler te Amsterdam, mr. De Graaft' en dr. Calkoen van Haarlem, Iverkhoff en Delachaux van Alkmaar, Van Duinen van Hoorn, dr. Van Wettom en Seipgens van Leiden, allen leeraren aan de H. B.-S. met 5-jarigen cursus, dr. Pelt en Kieviet, directeur van en leeraaraan de H. B.-S. met 4-jarigen cursus te Zaandam en Van Goor en Blits, leeraren aan de H. B.-S. met 3 j. cursus to Amsterdam en Haarlem. Beroepen is bij de Herv. gem. te Garyp de hoer Jac. Eringa, cand. te Leiden. De officier van adm. 2de kl. J. Van Gorsei wordt met 8 Juli a. s. geplaatst in de rol van Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam en gedeta cheerd by de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden, ter vervanging van den officier van administratie der 2de kl. C. J. Blok, die met gelyken datum wordt op non activiteit gesteld en den 16den Juli daaraanvolgende geplaatst wordt aan boord Hr. Ms. stoomschip .Van Galen". De daar aan boord dienende officier van administratie der lste klasse F. H. M. Rant wordt met laatstgenoemden datum op non-activiteit gesteld. De Eerste Kamer hield gisteravond om lialfnegen weder eene vergadering tot her vatting harer werkzaamheden. De Voorzitter deed mededeeling van de sodert de vorige byeenkomst ingekomen stuk ken, onder welke behooren de laatstelijk door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen, o. a. betrekkeiyk de verlenging van der, dienst tijd der militiepliehtigen; onteigening voor verbetering van den Ouden IJselverbouwing van het departement van binnenlandsche zaken; goedkeuring van de Congo akte en de formulieren en titels in verband met het over gaan van de Kroon op eene Koningin, benevens een zeventiental ontwerpen van meer onder geschikt belang. Deze wetsontwerpen zyn naar de aföeelingen verzonden. De heer Van Roijen heeft verlof gevraagd en verkregen om aan den minister van water staat inlichtingen te vragen omtrent den toestand van het stationsgebouw te Groningen. Deze interpellatie zal plaats hebben in eene vergadering, te houden morgen, Woensdag, 's namiddags te 3 uren. Tot dien tijd is de Kamer gescheiden. Na des middags aldaar uit Bei lyn te zyn gearriveerd, hebben de leden van het Philhar- monisch Orkest gisteravond hunne plaatsen weer ingenomen in do kurzaal te Scbeveningen en daarmede de feitelijke opening van het seizoen aangekondigd. Was het afscheids concert in September druk bezocht, deze openingsavond was het niet minder. Er was geen plekje in do fraaie zaal onbezet. Toen de directeur, de heer Gustav Kogel, ver scheen, werd hij luide toegejuicht en ontving by een krans. Door de artisten werd nu het Volkslied aangeheven, dat door het publiek staande werd aangehoord en zóó lang geapplau disseerd, dat eene herhaling noodwendig werd geacht. Een tweede krans werd den directeur aangeboden en toen was de begroeting afge- loopen en kon met het keurig programma een aanvang worden gemaakt. De concerten zullen nu weder geregeld tweemaal daags worden ge geven. Als het weder nu maar wat wil mee werken Gisteravond toch, tegen het einde van het concert, barstte onverwacht een vry hevig onweder los, dat de bezoekers deed ijlen naar stoomtram en electrische tram, welke laatste DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. 73.) „Zoo zyn wy op deze verdieping dus klaar", merkte de dokter lachend op; „waar heen wenschen de heeren nu gebracht te worden?" „Zyn er hierboven nog cellen?" vroeg de officier van justitie. „Neen, slechts kamers voor het dienst- bodenpersoneel, provisiekamers en vertrekken voor het drogen der wasch." „Breng ons ook daarheen!" Dokter Janin knikte toestemmend en ging de trap opzyne bezoekers volgden hem het scheen alsof zy de hoop koesterden, dat zy daarboven zouden vinden, wat zy zochten. Zooals de dokter gezegd had, vonden zy hier slechts de vertrekken der oppassers en andere, waarvan er evenwel geen enkele voor de opneming van krankzinnigen was ingericht. „Nu blyft nog het sous-terrain over", zeide Janin, op wiens gelaat zich eene mengeling van zegepraal en spot afspiegelde. „En de vertrokken daaronder", voegde Bochuer er by. De politie commissaris knikte, de dokter haalde de schouders op alsof hy wilde zeg gen dat het te ongerijmd was, om op deze dwaze opmerking antwoord te geven. „In het sou3-terrain bevinden zich de keu kens en andere vertrekken voor zaken van huishoudelyken aard", zeide hy, „wasch- en badkamers, een vertrek voor het bewaren der tuingereedschappen en der planten, welke in den herfst uit den tuin hierheen ge bracht worden." „En de ond6raardsche cellen?" vroeg de officier van justitie, nadat ook het sous- terrain bezichtigd was. „Wy zullen naar heneden gaan", was het kalme antwoord van den dokter. Hy' ging zyn bezoekers voor naar den wyn- kelder en den groentenk'elder en ook in do nauwo gang, waar Zich zyne onderaardsche cellen bevonden. „Gy ziet, dat ik niets voor u verberg", zeide hy, „gy hebt de lichtzyde myner in richting gezien, nu meet gy ook met de schaduwzijde kennismaken. Frederik, open deze deuren! Gy ziet, myne heeren, de cellen zjjn alle leeg en in langen tijd niet gebruikt." „En waartoe dienen deze hondenhokken?" v.oeg de politie commissaris op scherpen toen, terwijl hij de cel binnenging, waarin Tom kort geleden gebracht was. „Men zou my van wreedheid kunnen be schuldigen, ais ik deze vraag naar waarheid beantwoord", zeide Janin, „maar de heeren kunnen zich niet voorstellen, welke middelen er soms aangewend moeten worden om in een krankzinnigengesticht orde en rust te bewaren. By deze ongelukkigen helpen goede woorden in den regel nietsvelen onder hen beklagen zich over alles en zyn met alles ontevreden en niet zelden brengen zy die ontevredenheid op hunne lotgenooten over. Andere doctoren wenden by zulke patiënten de douche of de zweep aan, maar naar myne meeniDg is dat eene geheel verkeerde be handeling, waardoor de ontevredenheid dezer ongelukkigen slechts vermeerderd wordt. Ik vind het beter zulk een patiënt hier op te sluiten,, hem geheel af te zonderen, hem licht en krachtig voedsel en in het algemeen all9 gemakken zoolang te onthouden, tot hy het zelf inziet, dat zijne ontevredenheid van allen grond ontbloot ie. Dan eerst breng ik hem in zyne cel terug, en de herinnering aan de eenzame opsluiting in den donkeren kerker verlaat hem zoo spoedig niet. Zooals ik u reeds zeide, ben ik in de laatste jaren god dank niet genoodzaakt geweest, deze mid delen te moeten aanwenden; ten gevolge daarvan zyn deze cellen ook zoo verwaar loosd; zij moeten eens ter dege schoonge maakt en gelucht worden." „Dat dunkt my ook", zeide de officier van justitie. „De heeren hebben nu het gansche ge bouw bezichtigd; ik hoop, dat zij zich over tuigd houden dat de verdenking tegen my geheel ongegrond is." „Gy blijft dus by hetgeen ge mij over het bezoek van mynheer Frohberg hebt gezegd?" vroeg de officier van justitie. „Die vraag is eene beleediging „Ik moet haar toch doen." „Ja, daar biyf ik by." „En gy verzekert ons op uw woord van eer, dat gy niets in uw gesticht voor ons verborgen hebt?" „Is deze verzekering nog noodig?" vroeg de dokter spottend; „gy hebt u toch over tuigd dat iedere deur geopend is. Als ik de heeren een glas wijn mag aanbieden—" „Dank u", zeide de commissaris, terwyl hy den tuin inging; „wy rijden dadelyk weg." (TFordf vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1