r. 9602. Zaterdag 13 «Xuiii. A*. 1891. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 12 Jnni. Feuilleton. DOKTER JANIN. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJB DEZER COURANT: Toor Lolden por 8 maRisdeE.7.\.r. fl.lt. Franoo por pooi1.40. Afaonderlrjk® Nommerm.O.GI. PRIJS DHR ADVERTENTCÊN: Tm 1—4 regel» ƒ1.45. Iedere regel meer f 0.17f. toootere lettere naar plaaftnmimto. Voor het inoaeseeren bui tea de tied wordt ƒ0.10 berekend. Ofllcieele HenslogeylBgeii. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, leto alinea, der Wet van den 2don Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, -welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen vergunning ie verleend aan G. S. POPP en recht verkrijgenden, tot het oprichten van eene slachterij in het perceel Haarlemmerstraat No. 217. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Buigemee6ter. 11 Juni 1891. E. KIST, Secretarie. Heden is aan de universiteit alhier de heer J. D. De Lind van Wijngaarden, geb. te Zevenbergen, bevorderd tot doctor in de god geleerdheid, na openbare verdediging van een acad. proefschrift, get. „Antonius Walaeus." Aan dezelfde universiteit is het voorberei dend examen in de godgeleerdheid afgelegd door de heeren A. F. Krull en A. W. Ippius Foekens; het doctoraal examen in de rechts wetenschap door den heer Ed. H. Winkelman, en het doctoraal-examen in de geneeskunde door den heer J. M. W. Scheltema. Door de alhier zitting houdende genees kundige staatscommissie zjjn heden bevorderd tot arts de heeren W. Van Krimpen en N. C. Mulder. De heer D. W. Ekker werd toegelaten voor het eerste gedeelte van het arts-examen. In den ouderdom van 55 jaren is alhier overleden de gepensionneerde overste der mariniers, de heer M. C. Koning. Voor het apothekersbediende-examen zg'n nog geslaagd de dames J. L. Boekwijt, geb. te Leiden, en M. A. P. Jlarinkelle, geb. te Helder. De kapt. voor speciale diensten T. Schar - ten, van het 4de reg. inf. te Leiden, wordt belast met het bevel over de 3de comp. van het 2de bat. alhier, terwijl de kapt. A. Jonquière, van het 1ste bat., 4de reg. inf. te Delft, wordt bestemd tot kapt. voor speciale dienBten, tevens commandant eener by mobilisatie op te richten depot-compagnie. Zondag a. 8., des voorm. te halftien, hoopt voor do Ned.-Herv. gemeente te Kat wijk aan den Ryn op te treden ds. Plug, predikant te Katwijk aan Zee. De volgende veranderingen zjjn geko men in het personeel der rjjksveldwacht lo. Ingetrokken de verplaatsing van den rijksveldw. 3de kl. (brig.-tit.) J. J. J. Soomers, van Lochem naar Charlois. 2o. Op verzoek eervol ontslagenmet 15 dezer de rijksveldw. 2de kl. (brig.-maj.-tit.) J. C, Zegers, te Alfen; - met 21 dezer de rijks veldw. 3de kl. (brig.-tit.) J. J. J. Soomers, te Lochem voornoemd. 3o. Aangesteld tot rijksveldw. 2de kl. (brig.) M. Verhagen, thans 3de kl. (brig.-tit.) te Sommelsdyk. De groothertogin van Saksen-Weimar is gisteravond te 8 uren van het Loo naar Weimar teruggekeerd. H. M. de Regentes geleidde H. K. H. per rijtuig tot het station Apeldoorn. De groothertogin heeft f 300 aan de armen van Apeldoorn geschonken. Naar men meldt, zal H. K. H. de Prin ses Von Wied Woensdag-avond der volgende week met haar gezin in Den Haag aanko men; ze zal eenigen tjjd op Wassenaar door brengen. De hertogin van Albany, prinses van Waldeck-Pyrmont, is uit Londen vertrokken, ten einde eenige weken op het vasteland door te brengen. Het eerste bezoek der her togin-weduwe geldt hare zuster, onze regen tes Emma. Naar men aan het „Vad." mededeelt, zou er bjj het hoofdbestuur ernstig aan ge dacht worden de aanstaande manoeuvres te doen plaats hebben op kleiner schaal dan eerst het plan was, en wel om de hooge kosten. De minister van binnenlandsche zaken Overwegende, dat herstemming voor de ver kiezing van een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal moet plaats hebben inde hoofdkiesdistricten Deutichem, Eist, Delft, Schiedam, Gouda, Bodegrave, Katwijk, Loos duinen, Alkmaar, Haarlemmermeer, Zaandam, Beverwijk, Middelburg, Breukelen, Wyk-by- Duurstede, Amersfoort-, Franeker, Sehoterland, Wolvega, Bergum, Ommen, Enschedee, Veen- dam, Winschoten en Groningen heeft goedgevonden te bepalen dat bedoelde herstemming in gemelde hoofdkiesdistricten zal plaats hebben op Dinsdag 23 Juni a. s. (S.-C.) De kapt. A. P. Vaillant, van het 3de bat. 5de reg. inf. te Grave, is overgeplaatst- bü het 4de reg. inf. By kon. besluit worden, voor het tijd perk van 27 Juni tot en met 5 Juli, vereenigd tot een afzonderlijk eskader: Hr. Mr. schroef- stoomschepen lste klasse „Koningin Emma der Nederlanden" en „Johan Willem Friso"; Hr. Ms. ramschepen „Buffel" en „Guinea"; Hr. Ms. rammonitor lste klasse „Draak", en Hr. Ms. pantserdekkorvet „Sumatra", en wordt het bevel over dit eskader opgedragen aan den schout-bij-nacht C. H. Bogaert. Ü3 Rotterdamsche gemeenteraad nam gistermiddag een voorstel aan, dat eene groote en goede verandering zal brengen in de Kruis kade tusschen den Weetersingel en de Cool- scheetraat. De moddersiooten, welke ten ge volge der talrijke bevolking aldaar sedert jaren op open privaten geleken, zullen gedempt, gerioleerd en bestraat worden, waartoe eene schikking is getroffen met de eigenaren en eene som van 32,300 uit de gemeentekas zal worden besteed. Verder besloot de Raad nog tot hetriolee- ren en ophoogen van den Parallelweg, tus schen de Wilhelminakade en den HillediJk, ad ƒ16,500; en tot <en aanleg eener straat in den Zwaanshals, in verbinding met de Tollens- en Jacob-Catsstraten, ad ƒ4300. De staten van oninbare posten, wegens plaatselijke belasting, werden tot een cijfer van ƒ51,390,11 vastgesteld. Benoemd werd tot leeraar in aardrijkskunde en geschiedenis aan het Erasmiaansch Gym nasium, op eene wedde van 2500, de heer J. F. Nlermeyer. Het stoomschip „Zuid-Holland", van Rot terdam naar Java, vertrok 11 -Juni van Mar seille; de „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 11 Juni Ouessant; de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 11 Juni van Suez; de „Didam" vertrok 10 Juni van Nieuw-York naar Amsterdam; de „Edam", van Rotterdam naar Baltimore, via Nieuw-York, passeerde 11 Juni Dover; de „Rotterdam", van Nieuw- York naar Amsterdam, vertrok 11 Juni van Boulogne-sur-Mer. Bjj koninklijk besluit is benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Zwolle, mr. P. Buys, adjunct-commies van de eerste klasse ter griffie van de provincie Overijsel, wonende te Zwolle; tot ld. in het kanton Ommen, M. E. Yan Lidth de Jeude, ontvanger der directe belastingen, invoerrech ten en accijnzen te Ommen. Benoemd tot notaris binnen het arr. Rotter dam, ter standplaats de gemeente Middelhar- nis, J. C. Van Bergeyk, candidaat-notaris te Rotterdamtot notaris binnen het arr. Utrecht, ter standplaats de gemeente Woerden, S. F. De Vries, thans notaris te Waalretot notaris binnen het arr. Tiel, ter standplaats Leeuwen, gemeente Wamel, G. H. Van Haastert, candi daat-notaris te St.-Michielsgesteltot notaris binnen het arr. Rotterdam, ter standplaats de gemeente Kapelle aan den IJsel, J. H. Muller, candidaat-notaris te Meerkerk. Met ingang van 15 dezer aan den heer J. M. Lamaison van Heenvliet, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Monnikendam en van Katwoude. De heer J. Goedhuis, arts, benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid der 2de kl. by het personeel van den genees kundigen dienst van het leger in Nederlandsch- Indie. Aan mr. A. P. Visser, op zyn verzoek, met ingang van 1 Juli 1891, eervol ontslag verleend als notaris te Amsterdam. Aan jhr. J. M. Van Asch van Wgck, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit zöne betrekking van adjunct-commies by het Munt- college. Gemengd Nlsavrs. De arrond.-rechtbank te 's-Graven- hage, vonnis wyzende in de verleden Donder dag door haar behandelde zaken, veroordeelde gisterenH. v. d. D., te Delft, die in de zout- ziedery van den heer K., aldaar, diefstal met braak pleegde, tot 6 maanden gevangenisstraf W. K. B., te 's-Gravenhage, die, als knecht by eene verhuizing werkzaam, een ganglooper ontvreemdde en zich toeeigende, tot 14 dagen-; L. d. K., koetsier te 's-Gravenhage, die een agent van politie met zyne zweep sloeg, toen deze zyn paard tegenhield omdat hy 's avonds zonder voldoend licht reed, tot 14 dagen; A. J. S., huisvrouw van H. M., te 's-Graven hage, die in dronkenschap een agent van politie mishandelde, tot 14 dagen; J. H., te Delft, eveneens wegens mishandeling, tot 1 maand, en C. v. J., te Alfen, mede wegens mishandeling, tot 5 dagen. Vrygesproken werden H. M., spoorweg beambte by de H. IJ.-S.-Mil, te 's Gravenhage, die terechtstond wegens valschheid in ge schrifte en verduistering; K. P. J., aldaar, die zich had te verantwoorden wegens verduis tering, en J. C. v. d. K., te dier stede, beklaagd een knaap mishandeld te hebben. Het O. M. by dezelfde rechtbank vorderde voor W. F., 47 jaar, zonder beroep en zonder vaste woonplaats, wegens diefstal te Koude kerk van een paar kousen ten nadeele van eene dienstbode, 6 maandenvoor J. G., die, van eene uitstalling van manufacturen aan den Ouden Langedyk te Delft, een stuk bont schortengoed stal, met het oog op zyne vele vroegere veroordeelingen, 1 jaar; voor een 10-jarig knaapje, dat op 30 Mei in een win keltje aan het Molenslop te Scheveningen diefstal pleegde van 2 dubbeltjes en voor twee andere veelbelovende jongens van 13 en 10 jaar, die zich aan verschillende on- DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. 06.) „Geef u geene moeite, juffrouw", zeidehy, op het punt de trap af te gaan, „ik bedank mijnheer Frohberg voor zyne beleefdheid, maar het is my onmogelyk in dit huis iets te gebruiken." „Ik moet u spreken", antwoordde Hulda zacht. De waard keek het meisje getroffen aan; de ontroering, welke zich op haar gelaat afspiegelde, kon hem niet bevreemden, daar hij zelf in de hoogste mate aangedaan was. Zy gingen de trap af. „Waarheen hebt gy nu plan te gaan?" vroeg Hulda op de laatste tr6de. „Kan ik u vertrouwen „Dat kunt gy!" „Nu dan, ik ga naar het krankzinnigen gesticht." „Dan gelooft gy dus werkelyk „Ik geloof niets, wat ik niet weet, juf frouw; ik kan slechts vermoeden en niet zonder grynd." „Wilt gy niets gebruiken? Geen glas wijn?" „Nu gy my dit vraagt, neem ik het gaarne aan", zeide Bochner met eon vriendelyken blik op het jonge meisje, dat verward de oogen neersloeg. „U wil ik niet beleedigen, maar ik neem ook niets anders dan een glas wyn." Hulda opende eene deur; Lambert Bochner trad een zeer smaakvol ingericht vertrek binnen. Reeds na eenige minuten kwam Hulda terug; zy bracht zelve eene flesch wyn, en de waard liet zyn blik vol bewondering op haar rusten, toen zy een glae voor hem inschonk. „Zeg my ronduit uwe meening", ver zocht zy„wat denkt gy van Alfreds ver- dwynen „Veroorloof my eerst u eene vraag te doen", antwoordde Bochner. „Heeft mynheer Alfred ooit met u over het lot van zyn vader gesproken „Slechts éénmaal liet hy zich daarover eene uitdrukking ontvallen, welko my verraste en welke ik niet begreep", zeide Hulda peinzend. „Het was den dag vóór zyn vertrek." „Herinnert gy u deze uitdrukking nog?" „Ja; hy zeide dat het leven van myn vader slechts in zooverre vlekkeloos is, als ik het kenwat er vroeger gebeurd was, wist ik niet. Het lot van zyn vader was nog altyd in het duister gehuld en hy stond voor dit raadsel in de vaste overtuiging, dat slechts twee menschen, myn vader en dokter Janin, daarvan de oplossing konden geven." De waard knikte peinzend. „Hy had het zich tot plicht gesteld, dat raadsel op te lossen", zeide hy„moesten zyne navorschingen dus niet onaangenaam zyn voor degenen, die er belang by hadden?" „Angst, ontzetting en koortsachtige span ning spraken uit Huida's strakken blik. „En wat wilt gy daaruit opmaken vroeg zy met bevende stem. „Ligt dat niet voor de hand? Laten wy eens aannemen, dat mynheer Alfred het ge heim ontdekt heeft en dit een der betrok ken personen ter ooren is gekomen; ge looft gy dat een misdadiger zwarigheid zou maken om de ontdekking zyner eerste mis daad door eene tweede te voorkomen?" „Gij. brengt my daar aan den rand van een vreeseiyken afgrond", zeide Hulda ont steld; „slechts met huivering kan ik u volgen." „Laten wy eens verder aannemen, dat mynheer Alfred onder het een of ander voor wendsel in het gesticht van dokter Janin gelokt is en daar wordt vastgehouden; zou dat niet eene verklaarbare reden zyn voor zyn spoorloos verdwynen „Ik geloof toch dat gy te overyld oor deelt", antwoordde het meisje, zich inspan nende om kalm te blyven. „Is het dan vol strekt onmogelyk, dat Alfred, zooals papa zegt, op reis is gegaan „Mejuffrouw, ik wil niet beweren, dat hy in dat geval afscheid van my zou genomen hebben, maar ik mag toch aannemen, dat hy dan zyne bagage niet achtergelaten zou heb ben. Ik moet daarnaar in elk geval nog nader onderzoek doen „Doe dat", verzocht Hulda hem, „en deel het my mee, zoodra gy daaromtrent iets weet. Het zou vreeselijk zyn, als uwe ver moedens bevestigd werdenik kan het niet gelooven." „En als nu, niettegenstaande-" „Laten wy daarover niet verder spreken, ik moet tyd hebben om my met deze ont zettende mogelykheid vertrouwd te maken. Als ik moest gelooven, dat myn vader o, het zou verschrik'kelyk zyn." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1