9598.
Dinsdag 9 Juni.
A'. 1891.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Ticeede Blad
feuilleton.
DOKTER JANIN.
LEIDSCI
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franoo per post1.40.
Afzonderlijke Nommera.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Yam 1—6 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171.
ÖFOotere letters naar plaatsruimte. Voer bet
inoasseeren buiten de stad wordt ƒ0.18 berekend.
Gemengd Nieuws.
De opbrengst der Noord-Zuid-
Holl. Stoomtramweg-Maatschappij Haarlem-
Leiden bedroeg in Mei 1891 f 10,410.04 en
in Mei 1890 f 9255.60,/2. Sedert 1 Januari
1891 f 3S,595.77 tegen f 39,113.5772 over
hetzelfde tijdvak van 1890.
In deïra nestraat te 's-G raven-
hage kregen 2 kellnerinnen twist, waarbij de
eene de andere met een bierglas zóó ge
vaarlijk aan het hoofd verwondde, dat zij per
brancard naar het ziekenhuis moest worden
vervoerd.
Gister namiddag, ongeveer te
kwartier vóór vijven, brak te Bennebroek, bij
Haarlem, brand uit in eene strooschelf. De
nabij gelegen woning had het in het begin
van den brand kwaad te verantwoorden. Het
is echter aan het flink optreden der brandweer
te danken, dat dit pand gespaard is gebleven.
De brand moet, naar men zegt, door een paar
jongens, die met lucifers hadden zitten spelen,
aangekomen zijn.
Te Rotterdam word door middel
van een takel eene mand mot levende schol
uit oen aan de Vischraarkt liggend schip ge
lost. Onder het hijschen raakte do bodem
der mand los, zoodat een groot gedeelte der
visachen in het water viel en het ruime sop
koos. Dit ongeval wekte onder de aanwezigen
veel gelach, maar de eigenaar leed er be
langrijke schade door.
Eene weduwe te Amsterdam
heeft de onaangename ontdekking gedaan,
dat oen vriend, die sedert eenigen tijd ten
harent woonde, de linnenkast opengebroken
en zich vaD f 320 meester gemaakt had.
Ongovoer al de loten van de
Haarlemsche Paardenloterij, dit jaar te houden,
zijn aangekocht door den boekhandelaar H.
G. Koster Wzn., Nieuwendijk, te Amsterdam.
Op den 13den Mei j.l. werd te
Keulen eene bejaarde dame vermoord en be
stolen. De vermoodelijke dader van de misdaad,
zekere Bitz, wist te ontkomen en vluchtte
waarschijnlijk naar Nederland, waarom de
Duitsche politie aanwijzingen deed en zijne
aanhouding verzocht. De verdachte houdt zich
gewoonlijk op in ons land, en wel in gezel
schap van twee vrouwen. By aanhouding van
deze laatston zoo meende de Duitsche over
heid, zou men wellicht den moordenaar ook
op het spoor komen.
Do politie te Amsterdam heeft de bedoelde
vrouwspersonen opgespoord in gezelschap van
een man, mede een Duitscher, maar niet den
bedoelden Bitz.
Het drietal is ter beschikking gesteld van
den officier van justitie.
Eene emigranten-lijdensgeschiede
nis. Voor ongeveer vijf weken vertrok
uit het Friesche dorp St.-Anna-Parochie do
31-jarige smidsgezel D. Sleefstra met zijne
vrouw en drie kinderen naar Noord-Amerika.
Een aldaar wonende zwager had in het westen
alles voor hen in gereedheid, een gemeubeld
huis wachtte op de aankomst van het gezin,
terwijl aan Sleefstra passende arbeid verzekerd
werd. De overtocht zou plaats hebben met
eene der booten van de „White Star Lino",
doch het bleek dat deze boot te veel passa
giers had, waarom velen waaronder ook
Sleefstra en de zijnen zouden oversteken met
het stoomschip „Rotterdam" der Lunard Line.
Aan boord van dit schip was de behande
ling slecht, 6 gezinnen moesten in één verblijf
wonen, de slaapplaatsen waren veel te klein,
bodden on dekens waren er niet, men moest
op ruwe planken slapen. Het gezin van.
Sleefstra moest slapen in eon verblijf, lang 2,
breed 1.50 en hoog 0.S0 M.
Het voedsel was slecht, men moest onge
schilde aardappelen eten zonder vet. Alleen
hot wittebrood was goed.
Gelukkig ging de reis voorspoedig, het oog
straalde van blijdschap, toen men hoorde spoe
dig de Amerikaanscho kust bereikt te hebben.
Men stapte te Nieuw-York aan wal en ging
naar Castle-Garden, om zich door twee docto
ren te laten onderzoeken. Ging dit schijnbaar
bij velen oppervlakkig, voor Sleefstra was dit
onderzoek noodlottig. Hjj werd afgekeurd.
Do doctoren oordeelden dat hjj te mager
was en zijn lichaam niet geschikt voor het
Amerikaausche klimaat.
Aan vrouw en kinderen werd vrjjhoid ver
leend de reis voort te zetten, doch deze wensch-
ten bij man en vader te blijven.
Het gezin werd eene plaats aangewezen in
de ziekenzaal op Castle-Garden en den volgen
den dag werd het weder aan boord gebracht
van het stoomschip „Rotterdam".
Zeker uit vrees voor ontvluchting, liet de
kapitein het gezin in een donker verblijf op-1
sluiten, waarin het drie dagen vertoefde. In
volle zee gekomen, werd hun eene hut aangfa-
wezen. Door al dit wedervaren was de vrouw
van Sleefstra ziek geworden. Te Liverpool
werd het gezin aan wal gezet, toen de agent
der „White Star" zich zijner ontfermde. Hjj
zorgde voor logies en liet een dokter by de
vrouw komen, die het wenschelyk oordeelde
haar in het hospitaal aldaar te laten opnemen.
Men gaf er echter de voorkeur aan naar
het moederland door te reizenper spoor ging
het tot Huil, om van daar per „Swasiland"
naar Harlingen óver te steker.
Den eersten nacht aan boord sliep het gezin
in de kolenbergplaats achter de machine, doch
toen den volgenden morgen de kapitein
een Harlinger aan boord kwam, werd voor
het ongelukkige gezin uitstekend gezorgd.
Te Harlingen liet de agent der „White Star
Line", de heer Van Slooten, het gezin per
wagen naar St.-Anna-Parochie brengen, waar
het in huis genomen werd door het echtpaar
J. De Groot. De vrouw is nog ernstig ziek,
het gezin is van alles beroofd en eet het ge
nadebrood.
Pogingen worden in het werk gesteld dit
arme huisgezin uit zjjn slechten toestand op
te heffen, waarvoor bjjdragen in ontvangst
genomen worden. Asser Grt.)
Een vreeselyke ontdekking werd
voor eenige dagen te Liverpool gedaan. In de
dokken werd namelijk een zak van zwarte
stof gevonden, welke het nog niet eens ge
heel koude lyk van een vijftienjarigen knaap
bevatte. De hals vertoonde eene gapende
wonde, terwijl de beide beenen ter hoogte
van de knieën gebroken waren, wijl men het
lijk anders niet in den zak had kunnen stop
pen. Onder in den zak werden een nieuw mes
en eene zaag gevonden.
Alle pogingen worden thans in het werk
gesteld om den naam van het jeugdige slacht
offer uit te visschen, terwijl men zich in gis
singen verdiept omtrent de dryfredenen tot
deze gruwelijke misdaad.
Het stoomschip „Sculptor" kwam
in de vorige maand met 1100 pelgrims, van
Bombay voor Jeddah bestemd, te Kamaran-
eiland, het Turksche quarantaine-station, aan.
Onder de Bengaalsche afdeeling der pelgrims
brak de cholera uit; om eene langdurige
quarantaine te ontgaan, vroegen de pelgrims
verlof naar Bombay terug te keeren, hetgeen
hun werd toegestaan.
De jonge koning van Servië zal,
als hij 16 jaren oud is, worden verloofd met
Kenia van Montenegro, die dan den aanval-
ligen leeftyd van 14 jaren zal hebben bereikt.
Te Evroux (Frankrijk) is een moor
denaar, Fizoteau genaamd, ter dood gebracht,
dia van buitengewone zelfbeheersching blu'k
gaf. Toen hom de tijding van zijn naderend
einde gebracht werd, zeide by met luider stem
„Ik heb de daad begaan en moet boeten. Ik
zal mij goed houden!" Ook legde hy op het
schavot zonder iemands hulp het hoofd onder
de valbijl.
Te Berkeley, by Gloucester, in
Engeland, heeft een man, die dronken thuis
kwam, zijne vrouw, met wie hij ruzie kreeg,
met eene laars doodgeslagen. Daarna zat hjj
rustig neer en at oen stukje brood met kaas.
Men beweert nu dat hy niet wel bij het
hoofd is.
Boven Weenen heeft Woensdag
middag een buitengewoon hevig onweer ge
woed, dat een paar uren duurde en waardoor
vele ongelukken werden veroorzaakt. Twee
jongens werden door den bliksem gedood, de
een terwijl hjj binnenshuis vertoefde, de ander
terwijl hjj buiten met een paar andere jongens
speelde. Vele menschen werden in de straten
en in de huizen door bliksemstralen verdoofd
of gewond. Alleen in de oude stad werden
dertig bliksemstralen waargenomen, welke
alle meer of minder nadeel aanrichtten.
Ook langs den Rjjn woedden hevige onwe-
ders met wolkbreuken en slagregen, welke
groote schade veroorzaakten. In de haven van
Mainz werd een met petroleum geladen schip
door den bliksem getroffen en in vlam gezet.
Daar het schip niet meer te redden was, werd
het uit de haven in den Ryn gesleept en daar
aan zjjn lot overgelaten.
In de Sted. Wcrklnr. zijn opgenomen:
DATUM.
DAGEN.
Volw.
per a.
Kinde
ren.
Totaal
31
Mei.
Zondag
44
11
55
1
Juni.
Maandag.
57
12
09
2
Dinsdag
05
16
81
3
Woensdag
70
18
88
4
Donderdag
08
17
85
5
Vrijdag
71
19
90
6
Zaterdag
55
9
04
OEGSTGEEST. Geboren: Hubertue Adrianus,
z. van J. De Groot en K. Eraaeem. Baatiaan
Gerard Jokann, z. van J. Vink on A. P. Boers.
Overleden: Johanna Cornelia Do Boer 54 j.
Ondertrouwd: J. G. Bikkelman 35 j. on D.
C. Van Konijnenburg 32 j.
Gehuwd: A. P. Van Strien 27 j. en II. Spaans
25 j. G. Van der Zon 33 j. on G. Zonderop2Gj.
SASSENHEIM. Ondertrouwd: Houdrik Van
Haastor, wonende te Hillegom on Anna Rotteveel,
weduwo P. Elstgeest.
Getrouwd: Arie De Ridder en Catkarina Jacoba
Van der Snoek. Hendrik Duym, wonende to Haar
lemmermeer, en Maria Schalk.
G o b o r e n Maria, d. van P. Van Rijn cu J. Lem
mers. Gerardus Cornelia, z. van C. D. Van Goe-
verden en A. Van der Maik. Jeanne, d. van M.
Van den Brandeler en J. A. P. G. Klom.
Overleden: Alida De Nobel, weduwe van J.
Bakker, 8G j.
DE GEHEIMEN
van een krankzinnigengesticht.
58.)
„Wat gy daarmoe wilt zeggen, weet ik
niet", antwoordde Frederik, zich met moeite
goedhoudend, „gij schijnt wonderlijke be
grippen van een krankzinnigengesticht te
hebben, maar met eon opgeblazen Amerikaan
kan men over begrippen niet redeneeren."
„Met hem toch zeker eerder, dan met een
man zonder oer", zeide Alfred, die ook ter
nauwernood langer1 kalm kon blyven.
„Wy zullen u wel weten to vinden", ant
woordde Rabenau.
„Ik ben nooit iemand ontweken, die my
zocht", was Alfreds antwoord.
„Men ziet ia den regel, dat juist diegenen
zich onbeschaamd en trotsch aanstellen, die
daartoe geen recht hebben", zeido Fredorik
sarrend. „Ik begrijp mijn vader niet; hjj had
dien ploert de deur moeten wyzen. Nu
ondervindt hij de gevolgen zijner goedhar
tigheid."
„Kellner!" riep Alfred, „roep den hotel
houder I Als hy duldt jdat zyne logé's hier
beleedigd worden, zal ik liever in oen ander
hotel mijn intrek nemon."
De kellner haalde de schouders op en ver
liet de zaal; Robenau en Frohberg iachten.
„Wy zjjn hier op neutraal gebied", spotte
da laatste; „als onze opmerkingen u niet be
vallen, wordt gy door niemand verhinderd u
to verwijderen."
„Het is beter, dat wy gaan", zeide Rabenau
hoonend, „in zjjn gezelschap wordt iedere
droppel wijn een droppel azijn."
Een purpere gloed overtoog Alfreds gelaat
hy kon en mocht zich dezon smaad niet laten
welgevallen.
Rabenau wilde de zaal verlaten; hy was
reeds op weg naar de deur, toen Alfred hom
tegenhield.
„Alles heeft zyne grenzen", zeide hy, tril
lend van verontwaardiging, „en al ben ik
ook in het algemeen van oordeel, dat iemand,
die zijne eigen eer met voeten treedt, my
niet beleedigen kan, moot ik voor deze be-
leedigende woorden voldoening eischen."
Rabenau zette zijn gouden lorgnet op den
neus en mat den jongen man met een ver-
achteltjken blik.
„Wat wonscht gij?" spotte hy. „Ge
goten kanonnen of sabels? Met u duelleer
ik niet!"
„Dan zljt gij óf een lafaard óf een schurk
misschien wel beide."
„Ba, uwe opinie heeft voor my geene
waarde! Denk er eens goed over na wat gij
zelf zytmisschien zult gy dan wel inzien,
dat gy het recht niet hebt, een oordeel over
anderen uit te spreken."
Met deze woorden en een tweeden verach-
teljjken blik stak Rabenau zjjn arm in dien
van Frederik en onder schaterend gelach ver-
wyderden de beide achtenswaardige hoeren
zich op hetzelfde oogenblik, dat de hotel
houder de zaal binnenkwam.
Hy betuigde zijn leedwezen over het ge
beurde en beloofde dezen bezoekers, door wie
hij bovendien al veel onaangenaams onder
vonden had, zjjn huis te zullen ontzeggen.
Hiermee moest Alfred genoegen nemen
hjj verliet kort daarop het hotel om het ry-
tuig te bestellen, dat hem 's avonds naar het
gesticht van dokter Janin moest brengen.
Nadat dit geschied was, ging hjj naar den
bankier, wien hy zijn vermogen had toever
trouwd. Hy liet zich door hem de geldsom
geven, welke Tom geëischt had; als het
plan gelukt was, wilde hy den oppasser nog
meer geven; den twyfel, welke nog telkens
boven kwam, kon hjj niet geheel overwinnen.
Hy had plan ook nog den waard Bochner
op te zoeken om dezen zyne ontdekkingen
mee te doelenzelfs dacht hy er over dezen
trouwen vriend mee te nemen, maar hij
kwam er niet toe, doordat hy by den ban
kier te lang werd opgohouden, en moest zich
nu haasten om op den bepaalden tyd aan
het gesticht te zijn.
Het rytuig stond reeds klaar; hy stapte
er In en ontwierp onderweg plannen voor
de naaste toekomst.
Natuurlyk zou z(jn vader in den eersten
tyd eene zorgvuldige verpleging en de meest
liefdevolle behandeling noodig hebben on
bovendien moest het proces tegen Huida's
vader met kracht gevoerd worden. Niet het
geringste der erfenis, welke hy door eene
misdaad verkregen had, zou in het bezit
van dien schurk blyven, en dadelijk moest hy,
evenals dokter Janin, gevangengenomen wor
den. Als de dames tot aan het einde van
het proces op de villa wilden blyven, wat
wel waarschynlyk was, wilde Alfred dat
toestaan; Frederik Frohberg echter mocht
den drempel er van zelfs niet meer over
schrijden.
Vervolg ommezijde.)