K°. 3536. Zaterdag; <3 Juni. A9. 1891. feze gewant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Bit nonimer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 5 Juni. Feullleton. DOKTER JANIN. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden...f 1.1®. Franco per post1.40. Afzonderlijk» Kommer*.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: T»n 16 regel» 1.05. Ieder» regol meer f 0.17}. Gvootere lettor» n*»r plaatsruimte. Voor h«4 inoasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Eerste Blad. Door de alhier zitting houdende genees kundige staatseommisie werden heden tot arts bevorderd de heeren G. E. A. Brosse van Groenou en J. H. Van Dorsten en werd toegelaten voor bet eerete gedeelte van b6t arts examen de heer P. Ph. M. C. Murray. Aan de universiteitalbier ishetcandidaats- examen iu de godgeleerdheid, tweede gedeelte, afgelegd door den heer S. C. Kyl6tra, en het candidaats-examen in de geneeskunde door een heer C. H. Gantvoort, van Deventer. Andermaal vernemen wy met leedwezen het afsterven van een oud-strijder alhier, ge rechtigde tot het dragen van het metalen kruis. Onze geachte stadgenoot de heer Martinua Henricus Esser is na eene korte ongesteldheid in den ouderdom van ruim 82 jaren overleden. Tydens den veldtocht tegen België was hij opperwachtmeester by de landers. Hij was eere-voorzitter van de Leidsche afdeeling vau de Vereeniging „Het Metalen Kruis", op welker gewone en feestelijke ver gaderingen hy zelden ontbrak. Warm klopte zyn hart voor Vaderland en Vorstenhuis, eu voor do belangen van zijn evenmensch had hy oen open oog. Dit getuigde o. a. het initiatief, dat hy nam tot oprichting van de zieken- en begrafenis- sociëteit „Tot hulp der Menschbeid" alhier, ■waarvan hij tot zyn dood directeur bleef, ter zyde gestaan door een drietal heeren com missarissen. Dat hy hy het in het leven roepen van deze inrichting goed gezien had, blykt wel uit de deelneming, welke de instelling reeds kort na hare oprichting ondervond. In eene openbare zitting van het Cura torium der Thorbecke-sticbting, des namiddags te 2 uren in de Senaatskamer der universiteit alhier, onder eere-voorzitterschap van den reetor-magnifleus der Leidsche academie, dr. C. K. Hoffmann, gehouden, werd aan mr. N. G. Pierson de gouden eerepenning uitgereikt als bekroning voor zyn werk„Leerboek der Staathuishoudkunde". Van het Curatorium waren aanwezig prof. mr. Buys, voorzitter, en prof. Van Boneval Faure, secretaris, van Leiden, de heeren rrir. Coninck Liofsting en mr. Van Diesen uit Den Haag, prof. mr. Pols uit Utrecht, prof. mr. Opponheim uit Groningen, prof. mr. Den Haitog uit Amsterdam. Afwezig warmr. G. De Vries. Verder werd de plechtigheid bijgewoond door een groot aantal professoren, studenten en andere belangstellenden. Nadat de heer Pierson door prof. Van Boneval Faure was binnengeleid, opende de eere-voor- zitter de vergadering met een woord van welkom aan alle aanwezigen en gaf hy het woord aan den voorzitter, prof. mr. Buys. Deze begon te herinneren hoe hy het voor recht had, in hoedanigheid als voorzitter, nu voor de tweede maal den bekroonde te mogen gelukwenechen, eens deu öden Febr. 1875, toen de bekroonde uit zyne handen de bul ontving van zyn doctoraat honoris causa, nu als voorzitter van de Thorbecke-6tichiing. Hy wees daarop het doel dezer Vereeniging aan. Na den dood van dsn grooten staatsman Thorbeeke vereenigden zich eenige vrienden en vereerders om voor hem een standbeeld op te richten. De byeengebrachte som was meer dan voor dit plan benoodigd was. Dat overblyvende deel werd nu besteed voor het tegenwoordig doel. Op 1 Juni 1878 werd er, na bekomen machtiging, een hlyvend onver vreemdbaar fonds van gemaakt en volgens 'de statuten zyn de revenuen van dat fonds be stemd om de auteurs van uitstekende werken te bekronen, of tot deu aankoop van boeken voor de academische bibliotheek. Het laatste is meestal geschied. Tot nu toe ie maar eene (aan prof. dr. P. J. Veth) het eere-metaal dezer vereeniging uitgereikt. Na deze inleiding ging de voorzitter over tot de rsdenen, welke het curatorium tot de bekroning hebben geleid. Terwyl by de vele voortrefielykheden van bet boek debd uitko men, noemde hy het een werk deugdelijk wat zyne concluBiën betreft en aantrekkeiyk en helder van inhoud. Het is zoo aantrekke iyk door het klaar besef, dat daaruit spreekt, om door dat boek de intellectueels behoeften van den tyd te bevredigen. De schryver geeft er getuigenis in, dat hy beide ba do studeerka mer én het practische leven kent. Hy meent dat 't is een bescheiden, moodig en eerlyk hoek, het beste, dat Nederland op dit gebied bezit, waarom hij dan ook, met den grootsten lof voor dien uiinemenden arbeid, gaarne aan den bekroonde het gouden eere metaal overreikt. Na deze rede stond mr. N. G. Pierson cp om te betuigen, hoezeer deze plechtigheid hem trof. Het was do derde maal, dat by voor den voorzitter stondimmers, ook een maal toen hy 't diploma voor middelbaar onderwys uit zyne hand ontving. Daarna wees hij er op, hoe zich eene nationale school vau economie vormt. Hy sprak wen6Chen uit voor den bloei der wetenschap. Waarom niet in deze nationale universiteit ook van nationale wetenschap gesproken? Spreker had veel goeds van zijn hoek ge hoord, hy zelf zou er de critiek op geven. „Wat is de grootefout van myn boek?" vroeg hy. „Een mijner leerlingen, een mjjner beste, heeft gezegd, dat men, het boek doorlezende, telkens stuit op dingen, die men niet ver wacht. De conclusie, waartoe ik daardoor ge komen ben, is deze, dat, nadat wy allerlei invloeden hebben doorleefd, den Franschen, Duitschen, Engelschen en Oostenrykschen, wij uit alle h6t beste hebben meegenomen, 't aan ons niet gegeven is de synthese van dat alles te vinden. Dat is weggelegd voor een jonger geslacht. Ook dit werk ie slechts materiaal, om daaruit eene nationale school van economie te vormen." Met een wcord van opwekking aan de aan wezige studenten, om daarvoor hunne krachten in te spannen, een harteiyk woord van dank aan curatoren, byzonder den -voorzitter der Thorbecke-etichting, eindigde de bekroonde zijne rede. De eere-voorzitter, na ook namens den Senaat der Leidsche universiteit den geluk - wensch aan den bekroonde te hebben overge bracht, sloot daarop de vergadering. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Banana (Congo-staat), door middel van het stoomschip „Erasmus", van Botterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlyk ZaterdagJ morgen om 7.55 bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort dufdeiyk op het adres vermeld te worden. Door de anti revolutionnaire kiesvereni ging te Zoeterwoude is tot candidaat voor het lidmaats.chap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gesteld de heer J. H. Doe ner, aftredend lid. Aan mej. S. Verhoef, onderwyzeres aan de openbare school te Zoetermeer Zegwaard, is op haar verzoek eervol ontslag verleend, met ingang van 1 Juli a. s. Ds. J. A. Ruys, te Oegstgeest, is beroe. pen by de Ned.-Herv. gemeente te Maassluis. Bedankt is voor het beroep naar Oudega en Koiderwolde door den heer Jac. Eringa, candidaat te Leiden. Aan den voorzitter van den Deutschen Verein te Amsterdam is medegedeeld dr.t Z. M. de keizer van Duitschland het hem door de aldaar wonende Duitschers, in ver band met de Wagner-Vereeniging, aangeboden feestconcert niet kan aannemen, wegens den korten tyd, welken do keizer er zal vertoe ven. Z. M. is daarentegen wel geneigd eene deputatie te ontvangen, bestaande uit ver tegenwoordigers van den Deutsche- Hülfe- verein, den Turn-Yereio, uit de muziekwereld, vertegenwoordigd door den heer Julius Rönt gen, de Bielefolder Miesion en de Deutsche Club. Aan Z. M. zal by die gelegenheid een adree worden aangeboden, met welks samenstelling o.a. de heeren prof. Conrat, EItzbacher en- Westenberger zyn belast. Dinsdag en Woensdag werd in het ge bouw der Haagscbe Kookschool het eerste examen afgenomen ter verkryging van het diploma als kookschool-leerares. Na de:i eersten dag zoowel mondeling als sehriftelyk geëxami neerd te zyn in de theorie dor kookkunst, alsmede in de aanverwante vakkeD, gaven de adspiranten don tweeden d2g proeven van- hare practische bedrevenhoid in het bereiden van spyzen. Eenige leden en oud-leden van- het bestuur hadden zich namelyk met de directrice der school vereenigd aan een dé jeuner, waarvan de verschillende schotels door de dames adspiranten waren toebereid. Zoowel de hoedanigheid der gerechten, als de smaak volle schikking van eiken afzonderiyken schotel gaven ruime stof tot tevredenheid. Na afloop van het déjeuner werd het diploma uitgereikt aan Mevrouw Wildrink-Jansen en aan mejuf frouwen M. De Ligt, S. Canno, L. Van Bueren en W. R. Van Winsheim, allen te 's-Hage. Ten slotte sprak de heer P. J. Van Houten, die de diploma's had uitgereikt, eenhartelyk woord van welverdienden lof tot de yverige en bekwame directrice, mej. A. C. Manden, wier nauwgezette plichtsopvatting, gepaard aan de gave om op bevattelijke wyze hare meer dan gewone kundigheden aan anderen- mede te deelen, by deze gelegenheid weder om ten duidelykste was gebleken. Men verneemt dat in de maand Septem ber a. s. een nieuwe diploma-cursus geopend wordt, en dat er by tydige aanmelding kans bestaat op huisvesting in het gebouw der Kookschool. Mevrouw Wildrink en mej. Van Winsheim. hebben reeds een werkkring gevonden aan. de school zelve, en daar er ook van eldere herhaaldelyk aanvragen komen om dames, I die na eene voldoende kookschoolopleiding genoten te hebben - genegen mochten zjjn om zich te belasten met de eene of andere betrekking op dit gehied, acht men de ver- DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. 52.) „Bovendien zie ik vooreerst nog geen ge vaar", vervolgde Froliberg; „als mijn neef argwaan gekoesterd heeft, is die nu toch weer verdwenen, en zelfs als het gerecht zich nog eens genoodzaakt zag, dit gesticht te onderzoeken, zou het toch, dank zy uwen voorzorgsmaatregelen, niets verdachts ont dekken." Sprakeloos van ontsteltenis legde Janin het papier ter zyde; maar in het volgende oogen- blik vlamden zyne oogen van woede en haat. „Ik geloof dat gy dit ook zonder mijn raad en myne hulp ton uitvoer kunt brengen", zeide Frohberg met een veelbeteekenenden blik op de neargeschreven mededeelingen, waarvan de dokter de bedoeling niet kon misverstaan. „Zekor", antwoordde Janin, zich mot moeite bedwingendo. „Dat er iets gebeuren moet, zult gy wol inzien." „Natuurlijk." „En dat dit met kostegepaard gaat, zult gy ook wel begrypen." „Als de kosten niet te vermyden zyn, zal ik ze u zonder tegenspraak vergoeden", zeide Frobborg. „Hot was niet noodig, dat gij daar over schreefc; ik laat alles aan u over, want ik weet dat in deze zaak uw belang met het myne ten nauwste verbonden is en dat gy met de noodige voorzichtigheid zult te werk gaan." Dokter Janin staarde weder op het papier; de stoim, welke in hom woedde, was op ayn verwrongen gelaat te lezen. „Ga niet overyld te werk", vervolgde FroL- berg, „gy weet wat er op het spel staat." „Gij moet mij volkomen vrijheid geven en don man geheel in myne macht latenriep de dokter uit. „Dat is natuurlyk „Goed, morgenavond zult gij hot overige vernemen en gy zult tevreden over mij zijn. Kom dan op denzelfJon tijd als nu." De oudo heer w as opgestaandokter Janiu vouwde het papier dicht en stak hot in zyn borstzak; toen schelde hy heftig. Ofschoon er eor.e minuut verliep, voor Tom aan deze oproeping gehoor gaf, merkt Frohbergs scherpe blik dadelijk op, dat de oppasser ge'.uislord had,- en ook do wantrou wende dokter moest dit m de loerende blik ken van zijn voi trouwde lozen. „Laat mijnheer Frohberg uit", beval Janin op zyne gewone, barsche wyze, „daarna heb ik u nog eenige andere bevelen te geven." Nauwelyks was de dokter alleen, of hy nam uit het vergif kastje een fleschje en goot de helft van den inhoud in het kristallen glas, dat Frohberg niet aangeroerd had. Nadat dit geschied en het kastje weder gesloten was, nam Janin op de canapé plaats eu in zyn mager gelaat was nu geen spoor meer te ontdokken van de ontsteltenis, welke zich nog kort te voren zoo geweldig van hem had meester gemaakt. Oogenechynlyk opgeruimd, ontvouwde by eone courant, om het gemengd nieuws te beetudeeren; zoo vond Tom hem, toen hy terugkeerde. „Gy zult u het gesprek nog wel herin neren, dat ik eenige dagen geleden met u over onze twee oudste patiënten gehad heb", zeide Janin kalm. „Teen weigerdet gy my te gehoorzamenik kan niet denken, dat hot u met deze weigering ernst i3." „Wat ik u toen gezegd heb, herhaal ik ook nu", antwoordde Tom; ik wil myn ge weten niet met een moord bezwaren." „Ba, geweten!" spotte de dokter. „Ik bob er goon, en myne oppassers mogen er ook geen hebben. Gij geeft hun do geneesmid delen en volgt daarmee slechts myne be velen op." „Wat niet weet, wat niet deert", ze.de Tom schouderophalend, „maar als ik weet dat ik iemand vergif moet ingeven, doe ik het niet. En al zegt gy mij ook duizendmaal dat gij alleen de verantwoordelykheid op u neemt, ik doe het niet." „Zyt gy zoo eigenzinnig?" „In dit opzicht, ja!" Dokter Janin dronk zyn glas leeg en nam de courant, welke hy neergelegd had, weer op. „Dan zal ik het zelf moeten doen", zeide hij, „het is tot uw eigen nadeel, want gy zult geen aandeel in de winst hebben." „Van zulk eene winst doe ik afstand." „Janin lachte; het was een hoonende lach en men kon duidelijk hooren, dat hy ge dwongen was. „Gy zyt plotseling zeer nauw van geweten geworden!" spotte hy. „Men merkt wel dat gij oud wordthet zou mjj niet verwon deren, als ik in uwe kamer een bybel vond. Nu, dat is mij tameh-k onverschillig, zoolang gij uwe plichten niet verzuimt. Drink dit glas wyn uit, als gy er trek in hebt. Mijnhser Frohberg heeft het laten staande rijke man zal een fijner merk gewoon zyn. [Wordt vorcolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1