Op "grohd van dqze. beschouwingen neemt
ondergeteekende de vrijheid voor te stellen,
art. 2b van de Verordening, houdende rege
ling van de vaste commission, te laten ver
vallen. M. j. De Gokje.
B. en Ws. geven in overweging aan
de commissie van uitvoering van d9 verdie
ping en verruiming dor Sassenheimervaart
vergunning te verleenen om de geul in de
Dieperpoel uit te bakenen en daartoe te leg
gen twee houten of ijzeren boeien in dien
poel, mits zulks geschied» onder toezicht van
den gemeente-architect en na overlegging van
eene teekening, ten einde op de kaart der
Vroonwateren de ligging der boeien kunne
worden aangeteekend, een en ander behou
dens, voor zooveel noodig, de vergunning van
Gedeputeerde Staten.
B. en We. leggen aan den gemeenteraad
over een staat, vermeldende de namen van
eenige aangeslagenen in de Plaatselijke Directe
Belasting, over 1891, die gedurende den loop
van dat jaar de gemeente hebben verlaten of
overleden zijn, met voorstel om aan die per
sonen gedeeltelijke afschrijving of restitutie
te verleenen tot een bedrag als in de 11de
kolom van dien staat is aangewezen.
Ten aanzien van de aanslagen, voorkomende
onder Volgn. 123 en 124 van bedoelden staat,
meenen z(j in overweging te moeten geven
om overeenkomstig het daarbij vermelde te
beschikken.
Tevens stellen zij voor om, evenals andere
jaren, de tienden voor den oogst en de jaar-
schare dezes jaars, onder de gemeente Leider
dorp te veld staande, ter vermijding van
kosten, onder de hand tegen taxatie van twee
deskundigen, aan de tieudplichtingen af te
staan, tenzij dezen zich met de taxatie niet
mochten vereenigen, in welk geval eene open
bare verpachting daarvan het noodzakelijk
gevolg zoude zijn.
Verder geven zij, ten aanzien van een ver
zoek van de wed. D. Sluiter, in overweging
aan adressante, wegens vestiging in de ge
meente met Mei dezes jaars, terugbetaling
van schoolgeld te verleenen voor eene dochter,
leerlinge der Meisjesschool -2de klasse, en een
zoon, leerling der Jongensschool 2de klasse,
over de maand April, tot een bedrag van
twee gulden.
Naar aanleiding van oen desbetreffend ver
zoek van den heer L. M. De Laat de Eanter,
deelen zij mede dat diens zoon Carel Frederik
"Wilhelm den 6den Februari 1891 voor het
laatst de lessen van het Gymnasium heeft
bijgewoond en kort daarna den Rector heeft
kennis gegeven dat hy het Gymnasium had
verlaten. Zjj geven mitsdien in overweging
aan adressant vrijstelling of terugbetaling te
verleenen van schoolgeld voor zjjn zoon, vroe
ger leerling van het Gymnasium, over de
laatste twee kwartalen van den cursus 1890/91.
In handen der fungeerende leden der
commissie van financiën is gesteld een voor
stel tot het doen van eenige af- en overschrij
vingen op de gemeentebegrooting voor 1890.
Ook thans zijn huns inziens enkele posten
der begrooting zonder voorafgaande machti
ging van den Raad overschreden, terwijl het
tjjdig uitlokken van een Raadsbesluit mogelijk
en dus wenschelijk ware geweest.
Bijzonder trok hunne aandacht de ver
hooging van volgnummer 75„druk- en bind
werk", met 569.13. Zij zullen gaarne ver
nemen of zooale uit de toelichting moet
worden opgemaakt deze verhooging een
gevolg is van het drukken der rapporten
over de grensuitbreiding alleen.
Zij vinden echter geen aanleiding om de
aanneming van den staat van af- en over
schrijving te ontraden.
Maakten wij in ons vorig nommer mel
ding van de ernstige ziekte van den zeereerw.
heer J. C. H. Muré, pastoor aan de Sint-Petrus-
kerk alhier, thans moeten wij do treurige
tijding mededeelen van het overlijden van ge
noemden priester, wien het heil zijner parochia
nen zoozeer ter harte ging en die zich ook
als een ernstig geleerde heeft doen kennen.
In 1828 geboren, werd hij in 1853 tot
priester gewijd en in 1875 benoemd tot pastoor
der Petrus-parochie alhier, na vooraf professor
op „Hageveld", te Voorhout, en pastoor te
Berkenrode, bij Haarlem, te zyn geweest.
Zijn overlijden zal door allen, die hem
hebben leeren waardeeren en hoogachten,ten
diepste worden betreurd.
Het stoffelük overschot is reeds naar het
in rouw gehulde kerkgebouw overgebracht,
waar het thans in de kist rust en waar
morgen-, Dinsdag avond, de Laude zal wor
den gezongen, terwijl "Woensdag-morgen om
halftien eon plechtig ïeqtrëm zal worden
uitgevberd, waarna de plechtige begrafenis
zal plaats hebben in het priesteregraf aan
de Zijlpoort.
In de alhier gehouden algemeens verga
dering der „Leidsche Duinwater-Maatschappij"
is uitgebracht het verslag over 1890. Daaruit
blijkt dat gemiddeld per etmaal werden op
gepompt 2159 M3 water, zoodat het verbruik
met 4S0 HJ is toegenomen.
De stoomwerktuigen, ketels, bassins en
filtirs bevinden zich in uitstekenden toestand.
Het steenkolenverbruik beliep 594,729 Kg.
of 0.75 Kg. per M3 water.
Het aantal contracten vermeerderde met
129 abonnenten en 17 meter-contracten. Het
water werd geregeld aangevoerd en was steeds
van de beste qualiteit. Het buizennet word
met 2032.50 M. vergroot, zoodat dit nu
44,778 50 M. bedraagt. Eene nieuwe gegoten
jjzeron aanvoerbuis werd tot vermeerdering
der drukking in Wijk IX in het Galgewater
gelegd.
De vergadering besliste, dat, behoudens de
goedkouring van den gemeenteraad van Leiden,
en r.a behoorlijke afschrijving, het winstcijfer
van 61,491.32'/a zoude verdeeld worden,
waarvan de gemeente Leiden ƒ18,000 ont
vangt en aan de aandeelhouders 7 pet. kan
worden uitbetaald.
Bjj de heden gehouden openbare verkoo
ping van cokes, in partijen van 10 en 5
hectoliters, waren de prijzen5 en 2.50.
De Koninginnen te Rotterdam.
Vervolg.)
Te kwart voor elven ongeveer waren de
Koninginnen met gevolg, in rijtuigen van de
residentie gekomen, aan den Hoek van Holland
aan boord van de „Merwede I" gegaan, waar
zt) ontvangen werden door den burgemeester
van Rotterdam, mr. Vening Meinesz, c'e
wethouders en andere gemeentelijke overheids
personen. De jongejuffrouwen Vening Meinesz
en De Monchy, dochtertje van den voorzitter
der K. v. K., mochten den Koninginnen bloem
ruikers aanbieden en voort ging de tocht r aar
de Maasstad, gevolgd door groote en kleine
booten, zwart van de menschen. En vroolijk
wapperden toen de vlaggen in het zonlicht
en breed dreven de rookwolken op den wind
af, door zestig schoorsteenen uitgeblazen,
terwijl de Koninginnen van boord van de
„Merwede I" eene fraaie salonboot van de
reederij Fop Smit Co., te Rotterdam
vriendelijk naar alle kanten groetien- en
wuifden.
Op de booten, welke achter de koningsboot,
waarop de koninklijke standaard was ge e-
scheo, aanstoomden en hoog voor de boegin
het schuim doorsneden, dat op de golven der
rivier wegdreef, was het verkeer allergezelligst.
Op de „Rheinlaender", aan wier boord zich
de journalisten bevonden, was o. a. em
handpersje en daarop werden oranjekleurige
bulletins gedrukt, met welkomstgroeten aan
de Vorstinnen als hoofdartikel, gedichten,
huwelyksaanvragen „langs dezen meer en
meer gebruikelijken weg," en advertentiën van
dien geheimzinnigen aard, dat er onbekende
dames aan te pas kwamen.
Het gezicht op de rivier was eenig. De
lange en breede r(j stoomers wiegelend op
de golven, welke zij elkaar toestuwden,
straks bjj Maassluis vermeerderd door de
voor anker liggende loggers, waarvan by het
voorbijtrekken daverende toejuichingen en
muziek weerklonken, dan de aan de rivier
oevers opeengedrongen menschendrom, naai
de riviersteden gestroomd, om de Koninginnen
even te zien, dat was allee even opgewekt
als schoon en overal waar de vloot langs
de oevers kwam, juichte en jubelde men do
twee Koninginnen toe, die met haar gezel
schap van boord der „Merwede I," welker
salons om den hofrouw niet versierd waren,
intusschen genoten van een „wandelend
boterhammetje," voor welks stoffeering do
Rotterdamsche kok P. C. Poortman hal ge
zorgd.
Te Vlaardingen, welks havenhoofden zwart
van de menschen waren, kwam, toen de ko
ninklijke boot, gevolgd door de anderen, voor
bijvoor, de schutterij in 't gelid, voorop de
burgemeester en wethouders in ambtsgewaad,
en van alle schepen galmde het gejuich en
gezang, van de booten beantwoord^ door een
woest gefluit in alle toonaarden. Te halféén
ongeveer kwam de vloot, welke zich middeler
wijl wat verspreid had, waardoor de grootsch-
heid van het schouwspel werd geschaad, aan
de kade aan, waar straks de steen le gging
zou geschieden en die voortaan „Wilhelmina-
kade" zal worden genoemd.
Aan den kop dier kade was eene fraaie en
met rijke drapeeringen versierd» kiosk gezet,
waar de Koninginnen in mooie fauteuils plaats
namen, terwijl de genoodigden zich in eene
galery daarachter nederzetten. De groote hoek
steen, 4800 KG. zwaar, was in het midden van
de kiosk aan takels gehangen, wachtende op
het oogenblik, dat het electrische sein zou
worden gegeven om hem neer te laten.
Op het oogenblik van aankomst leverda
Rotterdam met zijne vele op stroom liggende
schepen en de honderden toppen der met vlag
gen wapperende masten een trotsch gezicht. De
Maasoevers wemelden van dicht opeengepakte
toeschouwers, die de lucht deden daveren
van hun gejuich. De zon scheen op dat
oogenblik heerljjk en 't was oen schoon ge
zicht al die met menschen beladen schepen te
zieD, die nu dicht bjj elkaar kwamen en eene
bedekking van de Maas vormden, waarbij
men slechts hier en daar het golvend water
kreeg te zien en tusschen al die groote zee-
en kleinere rivierreuzen vloden de jollen heen
en weer over de rivier, als kleine vlugge
spinnen, die naast olifanten voortglijden.
Toen de Koninginnen op de landingsplaats,
waar duizenden haar stonden te wachten, aan
kwamen, hief een koor, samengesteld uit leer
lingen van 15 scholen, het Koninginnelied
aan, dat schoon over het water klonk en
geestdriftig werd toegejuicht. Toen was het
plechtig oogenblik van de steenlegging geko
men. De burgemeester, de heer Vening Mei
nesz, hield eene korte rede, waarin hij de
beteekenis dezer plechtigheid uiteenzette.
Da koren hieven het lied „Bljjf één" aan,
dat eveneens luide werd toegejuicht, en toen
kort daarna de beide Vorstinnen in hare rij
tuigen stapten, werden schetterende fanfaren
gehoord, die evenwel spoedig door geestdriftig
gejuich waren overstemd. Nu ving een wer
kelijke triomfroeht door de stad aan. Geon
huis of het vlagde, geen toeschouwer of hjj
had zich met do nationale kleuren versierd.
Oranje tuiltjes, strikjes, draagteekens waren
dezon dag en den vongon bjj duizenden ver
kocht, en overal, waar de Koninginnen voorbij
kwamen, was de geestdrift zoo groot, dat
eene zware regenbui, die op dat oogenblik
viel, haar niet kon doen verflauwen.
Langs een omweg reed de koninklijke stoet
naar het gebouw der Academie van Beel
dende Kunsten op den Coolsinge), ter bezich
tiging der driejaarlijksche tentoonstelling, waar
de Vorstinnen werden ontvangen door het
bestuur en eene grooto schare kunstenaars-
inzenders, die alleen toegang tot. de zalen
hadden gekregen.
De voorzitter, mr. "W. H. s'Jacob, verwel
komde de Vorstinnen met een kort woord cn
de jongejuffrouw Christina Van Moll mocht dor
Koningin en de jongejuffrouw Corry Loder
der Regentes een bloemruiker aanbieden.
In do zalen der academie bezichtigden de
hooge bezoeksters eenigon tjjd met groote
aandacht do schilderijen, waarbij zjj zich met
eenige kunstenaars onderhielden. Bij den in
gang van eene der zalen bevond zich een
m irmeren borstbeeld, in halfverheven arbeid,
van de jonge Koningin, met rozen omkranst
oene beleefdheid van het bestuur, die klaar
blijkelijk door de twee Vorstinnen zeer ge
waardeerd werd.
Ook op den weg van den Cooleingel naar
de Lutherscho Vest gingen overal, waar het
koninklijk rijtuig verscheen, dat intusschen
nagenoeg gevuld was met bloemen, daverende
toejuichingen op. De stoet, door een detache
ment huzaren voorgegaan en door een ander ge
volg i, bood een hoogst levendig schouwspel.
Opnieuw werd een tocht door de stad onder
nomen en kwam de stoet ook de Nieuwmarkt
over, waar de „dames de la halle" hun ijzeren
Vriend Erasmus in een groenen met oranj9
versierden krans hadden getooid.
In de Goudsche "Wagenstraat werd een
oogenblik stilgehouden voor het Protestant-
sche weeshuis. De meisjes stonden daar ge
schaard en oen harer bood der Koningin een
ruiker aan. Toen ging het naar de Luthersche
Vest om eene bewaarschool te bezoeken. De
Voretinnen toefden er niet lang, hoewel zy
blijkbaar genoegen vonden in htt onderwijs
en in de leerlingen, maar de tyd van vertrek
beam reeds te dringen. Het was al kwart
over drieën en spoedig toog het hooge ge
zelschap naar de Diergaarde, waar eene talrijke
menigte het opwachtte.
Voor het Sociëteitsgebouw steeg men uit.
De jonge Koningin was blijkbaar zeer ver
moeid en daar werden haar opnieuw bloemen
aangeboden. Na eenig verwijl in den tuin en
na sommige dierenverzamelingen bezichtigd
te hebben, vertrokken de hooge gasten, ditmaal
weer langs oen omweg, naar het Maasstation,
van waar zij te halfvjjf niet een extra-trein
naar het Loo terugkeerden.
De feestdag was hiermee echter voor Rot
terdam niet geëindigd, want de even tairjjke
als opgeruimde menigte, die zich langs den
weg, waar de Vorstinnen reden, zeer ordelijk
in breeds rijen had geschaard, begon nu eerst
recht vroolijk feest te vieren.
Het feest op de Maas had een werkelijk
grootschen indruk gemaakthet was eene zoo
groote koopstad als Rotterdam waardig.
'..emeogd Nieuw»*
Hedenmorgen om halfelf is in
hot Rapenburg, bjj het watertrapje voor de
academische Bibliotheek, door een paar vuil-
msophaalders, toen zij zich op hunne schuit
bevonden, drijvende gevonden het lijkje van
een zeer jong kindje. De politie werd ge
waarschuwd en nam het naar het commis
sariaat mee.
Opmerkelijk ie het, dat gister
ochtend nog 'eene vrjj groote vlam in de
puinhoopen der verbrande meelfabriek gezien
word. Men gaat Bteeds voort met de op
ruiming.
Men meldt ons uit KatwjjkTtar.
Zee dat aldaar heden 4 bomechuiten gereed
liggen om van avond zeo te kiezen ter haring-
visschery. Thans levert bet strand een eigen*
aardig gezicht en veel drukte op door de
vele omhooggetrokken schepen, welke alle
gereed gemaakt worden om genoemde 4 voor-
loopers te volgen.
Een „hondenleven" is blijkens
de beteekenis, welke aan dat woord wordt
gehecht, niet erg aantrekkelijk. Maar de twee
honden, die voor do kar Zoeterwoude No. 11
gespannen waren, welke Zondag-namiddag
omstreeks halfvier langs den Haagweg reed
waren er al heel slecht aan toe. Zjj werden
door hun baas flink afgeranseld, die daartoe
van tjjd tot tyi zijne kar verliet. Het wekte
terecht de verontwaardiging van vele wande
laars op.
Geiyk we reeds meldden, worden
bjj gelegenheid der eerstesteenlegging te
Amsterdam eenige geschenken namens het
Buiten Gasthuis aan H. M. de Koningin aan
geboden, o. a. eene kleine verzilverde kribbe
of wieg, eenigermate naar het gasthuismodel
ontworpen en vervaardigd door den heer
A. P. J. Haalmeier, smid te Amsterdam. In
die wieg ligt eeno pop, voorstellende oen Hol-
landsch kind. De bekleeding van het wiegje,
de kleeding van de pop en alle overige détails
zijn met de uiterst6 zorg door de verpleegsters
van genoemd gesticht bewerkt, ten bewijze
ook het fijne miniatuur wollen dekentje, dat
in de fabriek van wollen dekens der firma
Jan Zuurdeeg Zonen, te Leiden, werd ver
vaardigd en waarin de sleutels, de figuren uit
het gasthuiswapen en het jaartal zjjn ingewerkt.
Genoemd dekentje was door de firma ter.
geschenke aangeboden.
By de wieg staat eeno andere pop, voorstel
lende eone hoofdverpleegster als symbool der
dienende liefde. Dit figuurtje, waarbij tot in
bijzonderheden het kostuum eener verpleegster
van het Witte Kruis is nagevolgd, is zeer fraai.
Door den Amst erdamschen agent
van het ministerie van financiën wordt mede
gedeeld dat dezer dagen ontdekt zijn drie in
omloop geweest zjjnde valsche muntbiljetten
van 10 van den tegenwoordigen vorm, alle
genommerd K 02772. Zij zpn met het bloote
oog van echte muntbiljetten te onderscheiden
door het papier, dat bij de valsche harder is
en zonder watermerkook is de kleur lichter
dan van de echte muntbiljettende bewerking
is minder zorgvuldig, de letters zijn zwaarder
en minder genuanceerdde woorden „tien
gulden" zijn op de echte biljetten donkerder
van kleur dan do rand, in de valsche zijn
beide kleuren geiykOok zjjn de valsche bil
jetten iets grooter dan de echto.
Uit Benares wordt een verschrik
kelijk ongeluk gemeld. Een groot, uit Hindoes
bestaand bruiloftsgezelschap, had zich op de
Ganges begeven, om deze rivier, zooals bij
zulke gelegenheden te doen gebruikelijk is,
te aanbidden. Plotseling verdween de bodem
van de boot, waarin men zich bevond, naar
de diepte; de last was te zwaar geweest.
Allen vonden den dood in den vloed. Reeds
negentien lyken zijn gevonden.
De „Norddeutsche L1 o y d" heeft
zijn agenten in Europa aangeschreven nauw
keurig onderzoek te doen naar den lichame-
ljjken en zedeljjken toestand van alle naar
de Vereonigde Staten van Noord-Amerika
reislustige personen. De agenten zullen voort
aan voor eiken uit Amerika teruggezonden