en het misleidende draadje zyn voor belang-
stellenden en voor vreesachtigen ter gerust
stelling by de maatschappy te bezichtigen.
Omtrent de ramp, welke de fami
lie en het personeel van den heer Oscar
Carré getroffen heeft, wordt aan het „Hbl."
door een by'zonderen verslaggever, door dat
blal naar het tooneel des onheils gezonden,
uit Hannover nog het volgende gemeld:
Gelijk bij dergelpke treinen de gewoonte
is, was de samenstelling als volgt: locomo
tief, tender, goederenwagen, personenwagens,
paardenwagens, goederenwagens, te zamen
in d9 dertig voertuigen.
De reis tot Toorby Osnabrück was voor
treffelijk gegaanieder naar eigen ingeving
had gepraat, gelachen, geschertst, geslapen
ook want men was dien nacht vroeg uit,
of in 't geheel niet in de veeren geweest
anderen hadden een kaartje gespeeld, en soms,
bij de halten, was deze en gene even uitge
stapt, om een plaatsje te zoeken by de vrien
den in een anderen wagon, om daar even een
praatje te maken. Een half uur vóór het
onheil was men aan eene halte gekomen en
met anderen waren de kinderen uitgestapt
en hadden in 't vrye veld bloemen geplukt.
Van die halte had de heer Achille Vinella
gebruik gemaakt om in het compartiment van
den heer Carré plaats te nemen om met den
directeur en den heer Schuitenvoerder een
spelletje kaart te spelen. Mevrouw Carré was
vermoeid en in slaap gevallen.
De extra-trein van den heer Carré was te
kwart over tweeën te Kirchlengern aangeko
men. Kirchlengern is een onbeduidend stadje
aay de Elsa, tusschen de fraaie badplaats
Osynhausen en de fabrieksstad Löhne. Sta
tionschef was de heer Lange. Dit gedeelte
van de lyn heeft slechts enkel spoor, maar
voor het station is natuurlyk een zyspoor
om oen trein te doen wachten. Als extra-trein
had die van den heer Carré het recht van
doorrijden, dat wil zeggende andere trein
had behooren te wachten. De extra-trein reed
het station Kirchlengern voorby en stootte,
nauwelijks vyftig passen verder, met groote
vaart op een van Hannover komenden perso
nentrein, waarvan de beambten, meenende
dat de trein van don heer Carré voor Kirch
lengern stilstond, het gevaar eerst te laat
zagen om afdoende maatregelen te nemen,
maar, volgens ingewonnen inlichtingen, toch
nog eenigszins moeten hebben geremd. Dit
verklaart ook het feit, dat de locomotief van
dezen trein slechts betrekkeiyk weinig schade
heeft gekregen en er van de beambten of
passagiers slechts één lichteiyk gekwetst is.
Het onheil zelf was, gelyk men zich denken
kan, het werk van enkele seconden. Een der
artisten, die in den derden personenwagen
zat, vertelt„wy hoorden en voelden twee
op elkaar volgende, zeer hevige, maar tevens
zeer korte schokken. Onmiddellyk daarop
werd ons rijtuig heen en weder geschud en
toen stond het stil. Maar wy konden eerst
niet uit ons compartiment komen, want door
do schokken waren de portieren dichtgeklemd."
„■Wat wy, toen de ramp geschied wae en
wy met groote moeite uit onze wagens wa
ren geklommen, gezien hebben, zullen wy ons
leven niet vergeten," verklaarden weer andere
personen, die in den noodlottigen trein zaten
en ondanks de ramp genoeg tegenwoordigheid
van geest hadden behouden om zich reken
schap te geven van wat zy om zich heen
zagen.
De twee locomotieven zaten in elkaar ver
ward; maar die van den trein van Carré
vormde eene chaotische massa met de hier
en daar uitstekende brokken van den tender
en dsn daarop volgenden goederenwagen,
welke geheel verbryzeld was. Op dien bouw
val was de eerste personenwaggon gestooten,
waarin de familie Carré enz. zat, was er bovenop
gereden en toen, ontdaan van zyne wielen,
die boven op de massa bleven liggen, links
afgevallen. De volgende wagen was op den
kop gezet.
Het tooneel wa3 ontzettend; de beschry ving
van verminkte leden, bloed, gekerm en ge
schrei zullen wy onzen lezers sparen.
By vele reizigers was de schrik zéé groot,
dat zy niet in staat waren zich te verroeren,
anderen vloden zinneloos van angst weg,
wear anderen jammerden en weeklaagden.
Gelukkig waren er eenigon, die hunne tegen
woordigheid van geest behielden en dadelyk
de haDden uitstaken. Tegen dien tijd begon
het te stortregenen, zoodat de weeke klei-
bodem het reddingswerk zeer bemoeilijkte.
De heeren Eugène en Sheldon behoorden tot
de eersten, die te hu'p kor.den schieteneerst
natuurlyk naar den wagen van de familie Carré.
Dit was eene groote massa van hout en
ijzer en menschenlichamen, die op en over
elkaar lagen, bekneld dikwyls in, tusschen
en onder loodzware voorwerpen, die men met
moeite, en dan nog alleen met hefboomen,
kon bewegen. Het lichaam van mevrouw
Carré wa3 een der eerste, dat te voorschyn
gebracht werd; de arme vrouw leefde nog,
het is waar, maar toen zy op het gras werd
nedergelegd, bewoog zy nog slechts de oogen
en gaf den geest. Behalve andere gevaarlyke
kwetsuren, was haar de borstkas ingedrukt.
De heer Carré, die in de onmiddellyke naby-
heid was en zyne vrouw op het oogenblik
van het onheil zelfs in de armen had gevangen,
was zelf op verschillende plaatsen aan hoofd
en lichaam vry ernstig, maar gelukkig niet
levensgevaariyk gewond. Mary Grethe had
op verschillende plaatsen hare boenen gebroken,
van Elise Adams was de onderkaak verbryzeld
en zij had bovendien eene ernstige beenbreuk,
mevrouw Persina en mejuffrouw Neville lagen
geheel onder de ruïne van den wagen, zoodat
alléén beider hoofden te zion waren, de heer
Pohlmann was door het kokend water der
locomotief overstroomd en had over het geheele
lichaam zware brandwonden.
Drie kwartier was men bezig om mejuffrouw
Adams en den heer Pohlmann uit hun ver-
schrikkelijken toestand te verlossen en dat,
'erwyl mejuffrouw Adams, die onverwrikbaar
vast tusschen de fragmenten van den wagen
beklemd was, by bewustzijn bleef. Van de
beambten had een drietal den dood gevonden.
De stoker Spellmeyer, de conducteur Hichethier
en de controleur Dierking. De laatste was te
Osnabiiiek met den trein meegegaan om
vroeger te Hannover te komen. Zyn door midden
gereten lyk hing over den tender.
In den wagen, welke achter dien van de
familie Carré en die, gelyk hierboven gezegd
is, op den kop stond, was maar één slacht
offer: het ongelukkige 13-jarige meisje Martha
Kiiiger, de balletdanseres, die den vorigen
dag haar engagement in den circus-Corty te
Rotterdam had verbroken, zich dienzelfden
Vrydag by het gezelschap Carré had gevoegd
en nu by het onheil een been brak, dat reeds
is afgezet. Zy was de eerige, die van hot
gezelschap in dezen tweeden wagen, dat uit
ongeveer 40 a 50 personen bestond, gedeerd
werd. Van al de gewonden verkeert zy in
den gevaarlyksten toestand. Op het oogenblik
der botsing sliep zyhaar linkervoet gleed
door eene scheur in den vlo9r van den wagen
en werd tot boven den enkel verbryzeld. Het
duurde een half uur eer deze dame uit haren
pynlykenftoestand verlost was.
In den derden personenwagen had de schok
alléén mevrouw Ciotti, die in de eerste coupé
zat, met eene enkelbreuk getroffen.
De paarden en het materieel hebben slechts
weinig schade geleden. De reden ligt voor
de hand. De ruïne is geëindigd by den derden
personenwagen, terwyl, zooals reeds is mede
gedeeld, paarden en goederen in het laatste
gedeelte van den trein vervoerd werden.
Allereerst hebben eenige ongedeerde leden
van het gezelschap krachtdadig hulp verleend.
Maar er waren volstrekt geene hulpmiddelen
by de hand: geen draagbaar, geen verband-
kisten. Drie onbekend gebleven personen van
den van Hannover komenden trein hebben
evenwel krachtig bij het eerste bulp-verleenen
en het vervoer der gekwetsten, dat in aan
de vier hoeken opgenomen paardendekens
moest geschieden, bygestaan. Maar do door
den regen doorweekte kleibodem maakte het
vervoer hoogst moeilyk. Telkens gleden de
dragers uit. Eindelyk konden de gekwetsten
voor een groot deel in een baanwachterswoning
opgenomen worden. De vrouw van den predi
kant van Kirchlengern was een der eersten,
die op de plaats van het onheil kwamen en
hare liefderyke en zaakkundige zorg heeft
veler ïyden verlicht. Zelfs liet zy mevr. Wolff
en haar dochtertje naar hare woning brengen.
Even na haar kwam de burgemeester van
het plaatsje met een verbandkist. Eerst een
uur later kwamen uit Löhne en Oeynhausen
doctoren met verbandmiddelen om den ge
kwetsten hulp te verleenen. Om tien uren
's avoDds, dus 7 uren later, kwamen uit Han
nover spoorwagens met de noodige middelen,
om de ongelukkigen naar de naburige hoofd
stad te vervoeren. Met dit vervoer gingen
eenige uren heen, zoodat men eerst na mid
dernacht te Hannover kwam, waar de droevige
trein opgewacht werd door militaire doctoren
en hospitaal-soldaten. Met een SaniUUszug
werden de lyders naar het naburige Linden
gebracht, waar zich het stedelyke ziekenhuis
bevindt en de ongelukkigen allen opgenomen
en verbonden werden.
De kleine Amalia Wolff leeft nog en er is
hoop haar in het leven te kunnen behouden.
Voor het leven van Mary Grothe wordt ern
stig gevreesd, evenals voor dat van mevrouw
Persina; mej. Elise Adams verkeert even
eens in groot gevaar.
Slechts de naaste betrekkingen der zwaar
gewonden worden in het ziekenhuis toege
laten.
Het gezelschap heeft van alle kanten uit
Europa telegrammen ontvangen en de bewyzen
van deelneming, aan de familie Carré gezonden,
zyn vooral zeer talryk. H. M. de Regentes
van Nederland zond o. a. per telegram een
harteiyk woord van deelneming aan den heer
Carré. Den gekwetsten en hunnen bloedver
wanten i3 door de betrokken autoriteiten
finantiëele onderstand aangeboden. Dit is echter
afgeslagen, ten eerste omdat men dien niet
behoefde en ten tweede om op den uitslag
van een mogelyk proces van de zyde van
den circus-Carré tegen den Staat niet vooruit
te loopen.
De schade zal waarschynlijk hoogst belang-
ryk zyn, maar kan nog niet bepaald worden.
Immers: het is mogelyk, dat eenige en
daaronder de voornaamste leden van het
gezelschap voor altyd buiten staat zyn gesteld
om weer op te treden en dat hun daarvoor
vergoeding moet worden uitgekeerd.
Onder de Amsterdammers, die op de tyding
van het onheil dadelyk naar Hannover zyn
gegaan, bevond zich ook mr. W. K. Van der
Breggen, de rechtsgeleerde raadsman van den
beer Carré.
Gister-, Maandag-ochtend, om halftwaalf werd
het stoffelijk overschot van mevrouw Carré
op het kerkhof van Strangried in de nabybeid
van Hannover ter aarde besteld. De bevolking
toonde groote deelneming. Eene buitengewoon
talryke menigte, die zich zeer ordelyk gedroeg,
was op het kerkhof bijeen.
Het lyk was Zaterdag terstond naar het
kerkhof vervoerd en werd gisteren in de kapel
aldaar gekist. De Hjkkist was bedolven onder
bloemen en kransen. Daartoe behoorde ook
een krans, neergelegd door den correspondent
namens de Amsterdamsche pers in het alge
meen en namens het „Handelsblad" in het
byzonder. Toen de heer Oscar Carré, met een
verband om het hoofd en met den tweejarigen
Ernst op den arm, omgeven door zyne andere
kinderen, verscheen, bleef geen oog droog.
De heer Carré zelf was diep geroerd. Toen
hy de trappen naar de kapel «pging, moest
men hem het kind van den arm nemen.
In de kapel toonden alle aanwezigen groote
ontroering teen/de fadilie Carré binnenkwam.
Het koor van het hoftheater zong een requiem.
De predikant, dr. Hilmer, van de Aegidius-
kerk, hield eene treffende lykrede naar den
tekst: „Ik leef en gy zult ook leven," en
sprak over geloof, hoop en liefde, van welke
drie de liefde de grootste is en in de dagen
van tegensp'oea onze toeverlaat. Ten slotte
wees ce predikant op de goede hoedanig
heden der overledene, die hp schetste als eene
liefhebbende moeder en eene welwillende
meesteres, met een open oog voor al wat
schoon, goed en edel is.
Daarna werd de baar naar het graf ge
dragen. By het graf speelde de kapel der
artillerie het koraal: „Jezus, myn toeverlaat."
By de begrafenis waren ook verscheidene
directeuren van groote paardenspellen uit het
buitenland aanwezig, o. a. die van het Parijsche
Hippodrome. De heer Carré, die met moeite
achter de lykkist ging, werd ondersteund door
zyne vrienden, de gewezen directeuren Basch
en Mellini. Vergezeld van zyne jongste dochter
en van zpr.e drie zonen, die alle by het ongeluk
verwond zyn en het verband nog droegen,
knielde de diep bedroefde vader by de groeve
neder. Het was een alleraandoenlykst tafereel.
Nader wordt nog uit Hannover gemeld:
„De bijzetting van het stoffelyk overschot
van mevrouw Carré in het familiegraf te
Amsterdam is, wegens den beklagenswaardigen
toestand van den heer Carré en zyne zonen,
uitgesteld tot November.
Tot by woning der plechtigheid van de voorl.
ter-aarde-bestelling waren uit Amsterdam hier
aangekomen de heeren mr. Van der Breggen,
Greeve, Bicker, Van den Broek en Peters.
Als blyk van deelneming zyn reeds 42
telegrammen uit Holland in den circus ont
vangen, waaronder, zooals men weet, een van
H. M. Koningin Emma.
Mevrouw Pohlmann is van schrik krank
zinnig geworden en naar een gesticht ver
voerd.
Ter vervanging van de gewonde artisten,
hebben zich reeds vele eerste sujetten aange
boden en waarschynlyk-zal aanstaanden Zater
dag de eerste voorstelling plaats hebben.
De toestand der paarden is over het alge
meen zeer bevredigend.
De schade wordt verschillend beoordeeld
men spreekt over een millioen gulden."
In den omgevallen waggon vond men onder
andoren twee vernielde vogelkooienmen weet
dat reizende artisten steeds veel liefhebberij
in dieren en vogels hebben en ze steeds mede-
nemen. Carré's artisten blyken du3 geene uit
zondering op dien regel gemaakt te hebben.
De traliën der kooi waren geheel verbogen
en de vogels gevlogen.
Zondag-ochtend zyn op den weg
van Wolvega naar Blesse eene vrouw en hare
dochter dood in eene sloot gevonden. Of hier
aan zelfmoord, misdaad of ongeluk moet worden
gedacht, is onbekend. In de sloot stond zeer
weinig water. De moeder was lydende aar.
vlagen van verstandsverhystering.
Wegens het te laat in de herberg
vertoeven is te Horst door de marechaussees
proces-verbaal opgemaakt tegen 23 personen,
waaronder de gemeenteveldwachter.
Een 11-jarige knaap te Middel
burg, die een zakje met bleekpoeder zag lig
gen, en, meenende dat dit suiker was, daar
van heeft gesnoept, heeft zyn snoeplust duur
moeten bekoopen, daar hij na het uitstaan
van hevige pynen is overleden.
Een knaapje, dat Zaterdag-middag
met eenige kameraadjes aan de afzandery
aan het kanaal te 's Gravenhage speelde, trof
het ongeluk onder eene nederstortende zana-
massa bedolven te worden.
Hoewel spoedig er onder uitgehaald, bleek
de ongelukkige reeds te zyn gestikt.
Gistermorgen is aeBelgische
paketboot „Comtesse de Flandre," welke te Dou-
vres de pier wilde verlaten om ter reede voor
anker te gaan, ten gevolge eener verkeerde
manoeuvre gezonken. De equipage is gered.
Naar men zegt, zou de ketel gesprongen z{jn,
doch byzonderheden ontbreken.
De sultan v9Ë T urkye heeft aan
de Joden, die Corfu mochten willen verlaten,
de gelegenheid opengesteld zich in Albanië te
vestigen en daar grondbezit te verkrygen.
BUITENLAND.
Fraokryk.
De Kamer van Afgevaardigden heeft het
wetsontwerp betreffende de rechten op paarden,
ezels en muilezels onveranderd aangenomen.
De verwachte werkstaking by de omnibus-
maatschappyen te Parys is gisteren uitge
broken. De werkstakers spannen de paarden
van de tramwagens, welke ryden. Verscheidene
personen zyn in hechtenis genomen, wegens
pogingen om de vryheid van den arbeid te
beletten.
De mar., die te Tarbes op het rytuig
van president Carnot wilde springen, heet
Besque; hy wilde den president spreken en
had den prefect verzocht hem eene audiëntie
te bezorgen, wat niet was toegestaansedert
twee dagen stond hy onder toezicht der politie.
Duitsohlasd.
Uit Berlyn wordt gemeld dat nietderyks-
kanselier Yon Caprivi, maar de staatssecre
taris van buitenlandsche zaken, de heer Von
Marscball, den keizer naar Nederland zal ver
gezellen.
De arbeidstak-ing der mynwerkers in het
district van de Saar is gisteren afgeloopen.
De bedreiging, dat al de werkstakers zouden
ontslagen worden, heeft doel getroffenslechts
16 man ontbraken.
Tegenover het verlangen der „Hambur
ger Nachrichten", dat de aanstaande partydag
der nationaal-liberalen zich moge verklaren
ten gunste van prins Von Bismarck en zijne
economische politiek, verklaart de „Nat.-Zei-
tung", dat iets dergelyks volkomen is uitge
sloten. De trouw aan het Ryk verbiedt den
nationaal-liberalen, de oppositie van Von Bis
marck tegen de tegenwoordige regeering te
ondersteunen.
België.
Men meldt uit Luik, dd. 25 Mei: De
werkstaking is geheel geëindigd. By de kolen-
mynen der Maatschappy Cockerill is eene
groote verbetering in den toestand waar t«
nemen. By de Maatschappy Mari la-haye zyn
byna volledige ploegen in de mynen afgedaald.
De werkstaking zal morgen nagenoeg geheel
geëindigd zyn.
Te Bergen is hedenochtend het werk in alle
mynen hervat. De werkstaking is daar vol
komen geëindigd.
Te Charleroi hebben 2200 metaalsmelters
den arbeid hervat. In twee smederyen kan
I wegens gebrek aan steenkolen niet gewerkt