N«. 9574. Maandag li Mei. A°. 1891. (§eze Courant wordt dagelijks, met mtzondering van Son- en (feestdagen, uitgegeven. Tic code Blad. Hükeriki. Leiden, 9 Mei. Feuilleton. DOKTER JANIN. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels 1.05. Iedore regel meer ƒ0.17$. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor Uaè incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Aan de Ahonné's daarop, wordt by dit Eommer verpanden No. 83 van KikerikL Aan d« universiteit alhier is het voorbe reidend examen in <Se geneeskunde afgelegd door den heer M. Ketting. Ey het gisteren te 's-Gravenhago gehou den examen (lager onderwijs) is als onderwijzer geslaagd de heer H. G. Martin, uit Leiden. Dr. J. D. Bierens de Haan, cand. tra Haarlem, heeft de toezegging van beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Gottnarsum aange nomen en voor Sassenheim bedankt. Door de kiesvereenigiag „Vrijheid en Eensgezindheid," te Koedyfc, is mr. W. Van ■der Kaay te Leiden (aftredend lid), met alge meens stemmen, voorloopig-opnieuw caodldaat gesteld voor de Tweede Kamer. Dezer 'dagen waren wij in de gelegenheid een kunststuk te zien, waarin eene waarlijk achoone gedachte werd vsitgesproken. Het was bestemd om als geschenk eener familie te worden vereerd aan een gouden 'echtpaar, uitmuntende door edelen weldadigheidszin. Het ontwerp daarvoor was waarlijk gelukkig gevonden. Een schoon beeld van den Christe- lijken Godsdienst draagt een keurig bewerkten vredepalm en slaat met welgevallen het oog op eene zwevende kir.dergenie, die-de woorden „Liefde en Weldadigheid" grift ir. eene afge knotte kolom. Deze zinrijke groep is geplaatst op een eenvoudig gedreven, .maar fraai bewerkt zil veren voetstuk, ruetende op een donker kleurig piëdestal. Aan de voorzijde van het piëdestal prijkt een gedreven zilveren bas-relief, waarop in massief goud het mcnogram is aangebracht, dat door kindergeniën met gouden bloem guirlandes wordt getoeid. Toepasselijke inscrip tion voltooien het geheel. Bewerking en ordonnantie .munten uit door eenvoud, kunstzin en technische volkomenheid. Het is ontworpen en uitgevoerd in de Konink lijke Nederland8che febriek der heeren Van Kempen, te Voorschoten. Do gemeente Zwamm6rdam leed een treffend verlies door het plotseling overlijden van haren burgemeester, den heer Von Oven. Ofschoon nog slechts korten tijd in die ge meente werkzaam, had hij zich veler sym pathie verworven. Gevolg gevende aan 2yn vroeger aan gekondigd voornemen en in verband met het rapport indertijd door de commissie van enquête omtrent de exploitatie der Nederlandsche spoorwegen uitgebracht, heeft de minister van waterstaat thans aan de Tweede Kamer de noodige voorstellen gedaan omtrent de reorga nisatie van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten. Deze voorstellen staan in verband met de nieuwe regeling van het spoorwegnet, welke verscherping van het F.ykstoezicht noodig maakt en tevens door verdere hervormingen op spoorweggebied behoort te worden gevolgd. De minister acht het noodig tusschen de Maatschappijen en den Raad van Toezicht eenige ambtenaren van hoogeren rang aan te stelten, die zoo dicht mogelijk by het arbeidsveld der spoorwegopzieners dezen kun nen oontroleeren. Daarbij wordt inzonderheid ook gedacht aan het plaatselijk onderzoek bij de aanvraag ran uitbreidings- of vernieu- wingswerken. De spoorwegepzieners zullen worden ver deeld in twee brigades van zes opzieners en elke van haar te stellen onder een ingenieur (Siijks-inspecteuT), die niet te 's-Gravenhage, maar elders ©p een knooppunt van samen- loopende spoorweglynen zal gevestigd zijn. Aan den Raad van Toezicht zal nog 66n hoofd ingenieur worden toegevoegd, die, aan het ■bureel van det college werkcaam, voor zooveel ■noodig de adviezen der ingenieurs zal ontvangen en den Raad in hoogste ressort van technisch advies zal dienen. Behalve twee Rijks-ingenieurs voor de spoorwegdiensten zal onmiddellijk onder hem zijn aan te stellen een Rijks inspecteur van algemeenen dienst, waarvoor een ingenieur zal zijn te Liezen op de hoogte van de theorie der construstiën van spoorwegbruggen. Het personeel en materieel voor de op neming en beproeving van bruggen enz. zullen door de Maatschappijen kosteloos beschikbaar worden gesteld. Voor het toezicht op hot rollend materieel zal het personeel worden uitgebreid on op centrale punten worden ge vestigd, vax waar uit tevens dagelijks toezicht zal worden uitgeoefend op het materieel, dat op de lijnen in beweging is. Mr. B. De Ruiter Zglker is weder zoover van zjjne ziekte hersteld, dat hij voornemens is, eerstdaags opnieuw de zittingen der Tweede Kamer bij te wonen. In de Woensdag gehouden openbare ver gadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, werd mede- deeling gedaan van een koninklijk besluit, waarby, met handhaving van het besluit van Gedep. Staten van Groningen van 21 Nov. 1890, waarby goedkeuring is onthouden aan het besluit van den gemeenteraad van Veen- dam tot vermindering van de jaarwedde van den onderwijzer, hoofd der school in de Nieuwe Laan, T. Boerma, van 1300 tot ƒ1000, het door genoemden gemeenteraad tegen het besluit van Ged. Staten ingesteld beroep on gegrond wordt verklaard. Een zeer uitvoerig rapport heeft de com missie uit de Tweede Kamer uitgebracht over de door de Regeering overgelegde stukken betreffende het Congo-tractaat. De commissie, bestaan hebbende uit de heeren Mees, Tak van Poortvliet, Reekers, Brantsen van de Zijp en Van Bylandt, heeft gemeend zich by haar onderzoek te mogen bepalen tot een over zicht van den loop der zaak en van de door de Nederlandsche Regeering daarin gevolgde gedragslijn. De conclusie der commissie luidt om aan de Regeering dank te betuigen voor" de mededeeüng der overgelegde bescheiden en toezending van een afschrift van het rap port aan den minister van buitenlandsche zaken. Men schrijft aan het „Utr. Dbl." Over de toestanden by het rykstelegraaf- weaen is indertyd in de pers zooveel geklaagd, dat de billykheid nu ook vordert, openlyk te getuigen, dat de wijze, waarop de minister van waterstaat zijne reorganisatie heeft tot stand gebracht, werkeiyk in die toestanden eene groote verbetering heeft gebracht. Over het algemeen kan dan ook gezegd worden, dat het personeel bij dien tak van dienst tevreden is, en erkent dat de minister het goed gemaakt heeft. Wel zijn er enkele ontevredenen, en zelfs hoort men spreken van .gevallen, dat ambtenaren onder het lagere personeel door de nieuwe regeling in trakte ment zyn teruggezet, maar dit zyn uitzonde ringen, en vermoedelijk zal men in deze ge vallen wel met onwillekeurige vergissingen te doen hebben, die de minister herstellen zal zoodra hy er van hoort. Op het oordeel over •de reorganisatie in haar geheel kunnen in elk geval deze uitzonderingen geen invloed hebben. Wat vooral een gelukkige greep van den minister mag genoemd worden is, dat hy al de jongere ambtenaren (op twee na, waarvoor wel deugdelyke redenen zullen geweest zyn) heeft voorgedragen voor eene benoeming tot commies der derde klasse. Al hebben zy ook niet allen terstond het traktement gekregen, aan dien rang verbonden, de overgangs-trak- tementen zyn toch zóó geregeld, dat allen geldelyk vooruitgaan, en zy weten nu in eik geval, waarop zy in de naaste toekomst te re kenen hebben, en beginnen niet weder van onderen op. Da minister heeft zich werkeiijk aanspraak verworven op erkentelykheid; h(j heeft een einde gemaakt aan den geest van ontevredenheid, welke tot nadoel van den dienst onder dit personeel heerschte. Men zal hebben opgemerkt, dat de reorga nisatie zich niet heeft uitgestrekt tot de hoogste rangen. In stryd met hetgeen verwacht werd, zyn de inspecties by de rykstelegraaf gebleven wat zy waren, nog altyd verbonden met de directie van een kantoor. Ook daarin eehter heeft men later verandering te wachten, thans vermoedelyk nog op practische moeilykheden afgestuit. De minister van justitie heeft bepaald dat het examen, bj) art. 11 van de wet op het netari8ambt bedoeld, voor het jaar 1891 zal aanvangen op Woensdag 1 Juli a. s. en dat het zal worden gehouden te 's-Graven hage; en benoemd: tot lid en voorzitter der Staatscommissie, belast met het afnemen van genoemd examen, mr. J. Kalff, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlandentot leden mr. M. A. Van den Acker, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden; mr. H. J. Hamaker, hoogl. in de rechtsgeleerdheid aan de Ryks-Univ. te Utrecht; mr. A. Telders, adv.-gen. by het gerechtshof te 's-Hage; F. Meyer, notaris te 's-Hage, mr. P. P. P. Kist, te ScheveningenF. Gordon, ontv. der registr. en domeinen te Apeldoorntot plaatsv. leden mr. B. Hulshof! Gzn., president der arr.- rechtbank te Breda; mr. L. J. G. Van Ogtrop, kantonrechter te Amsterdam; P. C. L. Eikendal, notaris te 's-Gravenhage; T. W. P. Hofstede, notaris te Grootegast; J. C. Bouman, bewaarder van de hypotheken en het kadaster te Almeloo; tot seer.: G. A. N. T. Jansen van Aderden, hoofd commies by het Dept. van Justitie. (St.-Crt.) Men zegt dat de Belgische regeering geene bydrage wil geven voor het Nederlandsch taal- en letterkundig congres te Gent, in het laatst van Augustus te houden. De Nieuwe Afrikaansche Handelsvennoot schap te Rotterdam keert over 1890 een dividend uit van 20 pet. By koninklyk besluit is bepaald dat jur, mr. M. F. J. Van Sasse van Ysselt, ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kanton gerechten in het arrondissement 's-Heitogen- bosch voor de kantons Veghel, Boxmeer en. Eindhoven, zyne standplaats zal hebben te Boxmeer. DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. 4.) „Het kan wel zyn dat uwe moeder aan dit gerucht vastgehouden en u hetzelfde onge gronde vermoeden ingeprent heeft", ging de magere heer voort; „ik zou dat zeer natuurlyk vinden, en u daarop niets weten te antwoor den dan hetzelfde, wat in dit bericht daar over geschreven is." „Ik wensch slechts te weten, of myn vader ook soms papieren heeft nagelaten", zeide Alfred, terwyl hy een bepaald antwoord op de opmerkingen van den dokter vermeed. „Er zou zich daaronder misschien een stuk kunnen bevinden, dat groote waarde voor mij heeft." „Gy meent met betrekking tot de erfenis van uw grootvader?" „Natuurlyk „Mynheer, ik geloof dat alle grond voor deze hoop ontbreekt", zeide de dokter op eenigszins spottenden toon; „gy zoudt in de allereerste plaats moeten bewyzen dat gij werkeiyk de zoon van Eduard Frohberg zyt. Daartoe is in ieder geval eene bevestiging van ambtswege noodig, dat uwe moeder de wettige echtgenoote van den overledene was." „Onder de papieren van myn vader zou. „Myn waarde heer, ik heb mij om deze papieren niet bekommerd. Het stond niet aan mij die te onderzoeken, of in het algemeen na te zien, wat zich in zyne zakken bevond. Ik weet alleen dat de heer Herman Frohberg dat alles heeft meegenomen; hij zal het uw grootvader overhandigd hebben." De jonge man drukte zyne lippen op elkaar; er schenen gedachten in zyne ziel op te komen, welke hy voor den dokter geheim wilde houden. Herman Frohberg heeft de bezittingen van myn grootvader na diens dood overgenomen vroeg hy, opstaande. „Ja, hy was de naaste en ook de eenige erfgenaam. Gaat gy hem opzoeken?" „Misschien „Hy woont hier nauwelyks een kwartier vandaan." „Dat weet ik", zeide Alfred, „maar of en wanneer ik hem zal opzoeken, daaromtrent heb ik nog geen besluit genomen. Neem my niet kwalyk dat ik u heb gestoord en ont vang myn dank voor uwe mededeelingen 1" „Bardon, dat was myn plicht", antwoordde de dokter vriendelijk, „en wat het afschrift van het bericht betreft. „Ik zal het een der eerstvolgende dagen halen." „Zeer goedik zal zorgen dat het klaar ligt." De jonge man boog en verliet het vertrek. Dokter Janin begeleidde hem. Zwijgend gingen zy de gangen en den tuin door; aan de yzeron poort nam Alfred met eene tweede buiging afscheid. Kort daarop rolde het rytuig met hem weg en de dokter hoorde nog dat de jonge man den koet sier beval hem naar het naaste station terug te brengen. De dokter keerde in huis terug; zyn ge laat stond somber en dreigend en daarby sprak er uit zyne boosaardige oogen een onmiskenbare angst, welke aan zyne trek ken eene afschuwelyke uitdrukking gaf. Hy 6loeg geen acht op de patiënten, die onder toezicht der oppassers in den tuin gingen wandelen; hy, die gewoon was een ieder, dien hy hier ontmoette, met een scher pen en te gelyk dreigenden blik te mon steren, hij sloeg de oogen neer, telkens als hy in de nabyheid van een dezer ongeluk- kigen kwam. Hy bemerkte niet dat eenigen zijner patiënten hem getroffen nakeken, zelfs dat veler oogen vroolyk straalden, hetgeen hem, als hy in zyne gewone kalme stem ming ware geweest, zeker tot ernstig naden ken over de oorzaak van deze vreugde ge stemd zou hebben. Den oppasser, die Alfred Frohberg had. binnengelaten, ontmoette hy in de eerste gang. Hy gaf hem een wenk en trad kort daarop, door dezen man vergezeld, een zeer élégant gemeubileerd vertrek binnen, waarin niets ontbrak, wat tot gemak van een zelfs veeleischend bewoner kan dienen. Een kostbaar Turksch tapyt bedekte den vloer. Hooge spiegels en schilderstukken van waarde, in breede, vergulde lysten, versier den de muren; de fraaiste meubelen, vazen, beelden en andere kunstwerken, een boeken- standaard met de mooiste banden, bloemen tafels met prachtige planten, kostbare gor- dynen en smaakvol borduurwerk, kortom, er ontbrak niets, wat men in een élégant salon verwacht te vinden in onzen aan genot en verkwisting zoo ryken tyd. En op alles, wat men hiet zag, kon het oog met welgevallen rusten, want ieder stukopziebzelfbeschouwd of als een deel van het geheel, strekte den fijnen smaak en den kunstzin van den dokter tot eer. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5