N°. 9571. Woensdaa 6 Mei. A0. 1891. iDeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. CERR1TJ E." LEIDSCI DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAIïT: Voor Leiden per 3 maandenƒ1.16. Franco per post1.40. Aizonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171- Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Uemeugd Nleswi. „In naam der Koningin." Door den Hoogen Raad is gisteren in het arrest, waarbij het cassatieberoep werd verworpen :van eenige heeren, die to Woubrugge te laat in een koffiehuis waren bijeen geweest en deswege waren veroordeeld, eene beslissing genomen omtrent de vraag of de aanhef der vonnissen en arresten„in naam der Koningin" vernietiging moet ten gevolge hébben. De Raad overwoog dat art. 149 der Grond wet, aan 't hoofd der algemeene bepalingen omtrent de justitie geplaatst, niet inhoudt de omschrijving eener in alle rechterlijke vonnis sen op te nemen formule, doch 't beginsel uitspreekt dat alom in het Rijk wordt recht gesproken, niet door den Koning zeiven of door zijne gemachtigden, maar door bij de wet aangewezen rechters, echter niet op eigen gezag, maar als vertegenwoordigers van het Koninklijk gezag, anders gezegd „in naam des Koiings". Het bezigen dier formule in rech terlijke vonnissen is, behalve ten aanzien der grossen van burgerlijke vonnissen, nergens door de wet voorgeschreven. Wel vordert art. 20 al. 3. Recht. Organ, de inrichting der vonnissen volgens de voorschriften van het tegenwoordig art. 161 dor Grondwet, doch behelst, met het oog op die inrichting, geene verwijzing naar de bepaling, overeenstemmende met het tegenwoordig art. 149 Grondwet. Derhalve besliste de H. Raad, dat door het niet bezigen der formule „rechtsprekende of rechtdoende in naam des Konings" of door het bezigen van eene andere soortgelijke for mule noch art. 149 Grondwet, noch eenige wetsbepaling is geschonden. Gisteren, 4 Hei, werd onzen cor respondent te Roelof-Arendsveen ten geschenke aangeboden een ei, op den oden Mei gelegd door eene Engelscho eend, hetwelk de buiten gewone zwaarte had van 12'/2 D.G., dus ruim anderhalf-maal de zwaarte van een gewoon 'oendenei. De lengte der assen op de door snede van dit ei bedraagt resp. 84 en 56 ml. Deze eend, zoo schrijft hij ons verder, behoort aan den bekenden vogelenliefhebber, den heer H. l'Ami, aldaar, bij wien eieren van zoo'n kolossalen omvang volstrekt geene zeldzaam heid zijn. Nabij de buitenplaats „Oud-Rozen burg", aan den Loosduinschon weg, werd Zon dag wederom een man door de Westlandsche I Stoomtram aangereden. Eigen onvoorzichtig- j heid moet ook hier weder de aanleiding tot het ongeluk geweest zijn. De man scheen niet door de wielen, doch door een der uitstekende voorwerpen van een wagen (men meent een oliepot) geraakt te zijn. Bewusteloos werd hij in eene naburige woning binnengedragen. Als eene bijzonderheid kan wor den gemeld dat sedert 21 Februari 11. te Zootermeer geene aangiften van overledenen hebben plaats gehad. Onder de te Manipore achter- gelaten bezetting is de cholera uitgebroken, zoodat de troepen het fort hebben verlaten. De jongste berichten melden nog niet dat de gevluchte Maharajah achterhaald is. De vlucht moet zeer overijld zijn toegegaan, daar men verscheidene geweren en andere voor werpen op den weg heeft gevonden. De beredeu infanterie was de Manipuris op het spoor, doch kon de vervolging niet voort zetten door het voor de paarden zeer ongun stig terrein. De Bengaalsche Kamer van Koophandel neemt deze gelegenheid te baat, om op het gebrek aan verkeerswegen met die streken te wijzen, en stelt, zoowel uit het oogpunt van handel als uit dat van militaire belangen, de wenschelijkbeid in het licht van het aan leggen van goede wegen naar Cachow. De parlementen van Frankrijk en Italië bespreken de gebeurtenissen van den lsten Mei. In beide landen z\jr, bloedige botsingen voorgekomen tusschen de openbare macht en muitend volk. De grootste wanordelijkheden zijn in België voorgekomen, wel niet op den dag zeiven, maar toch in verband met de betoogingen. De werklieden, veelal weinig ontwikkeld, be grijpen niet, waarom hunne leiders trachten hen te weerhouden, het werk te staken terwijl diezelfde leiders de algemeene werk staking als het onfeilbaar geneesmiddel van alle sociale en politieke kwalen hebben aan- geprozen. Zp zijn ongeduldig geworden, de mijnwer kers en fabriekarbeiders van Luik; zij storen zich niet meer aan den algemeenen raad der werkliedenpartij, waaraan zjj tot nog toe hadden gehoorzaamd. En niet alleen hebben zij, dien raad ten spijt, tot de algemeene werkstaking besloten, maar dadelijk zijn zjj overgeslagen tot wanordelijkheden, zoodat maar al te zeer is te vreezen, dat weder in België een strijd begint, niet zoozeer tusschen kapitaal en arbeid, als tusschen de maat schappelijke orde en do anarchie. Het is te hopen, dat de regeering niet zal aarzelen of 1 weifelen, maar krachtig haren eersten plicht, de verdediging der maatschappelijke orde, i vervullen. De 1ste Mei was te Rome een prachtige i dag, maar vele winkels bleven geslotenpa trouilles politie en soldaten liepen door de straten. Er zijn meer dan 16,000 soldaten te Rome. De stad is verdeeld in vijf militaire districten. Alle openbare gebouwen waren be waakt. In het Vaticaan waren al de gendarmen, de Zwitsersche en Palatijnsche wachten gecon signeerd. Den vorigen nacht was huiszoeking gedaan bij vele anarchisten. De riolen zijn insgelijks onderzocht. Het gerucht liep dat het Kapitool ondermijnd was. Een nauwkeu rig onderzoek deed echter niets ontdekken. Te 2 uren kwamen omtrent 5000 personen bijeen op de plaats het H. Kruis van Jeruza lem, welke reeds sedert 10 uren 's morgens door de troepen bezet was. Midden op de plaats stond eene tribune, met vlaggen om ringd. Daar spraken velen en ook de heer Cipriani. Op een gegeven oogenblik kregen de ruiters bevel te paard te stijgen, waardoor eene groote paniek ontstond. De vergadering duurde echter voort. Opeens klimt een anarchist op de tribune en roept uit„Ge noeg gepraat! Wij moeten handelenWij z(jn geen lafaards!" Een revolverschot werd gelost als een afgesproken teeken, en aanstonds vliegt, er uit de huizen een regen van steenen op de soldaten. De officieren bevelen de charge; twee revolverschoten werden gelost. Er vlie gen voortdurend steenen. De. ruiterij chargeert in alle richtingen. In den hoek tusschen de basiliek van St.-Jan en de Santa-Scala wordt de weerstand ingericht. Een politie-agent werd doodgestoken met een dolk. De gendarmen gaven herhaaldelijk vuur. De betoogers schieten terug. Er zijn aan beide kanten reeds ver scheidene gekwetsten. Drie soldaten en 9 burgers hebben erge wonden ontvangen. Cipriani is, zegt men, aan het been gekwetst en aangehouden. Talrijke personen zjjn in hechtenis genomen. Later duurden de betoo gingen in de volkswijken voort,, niettegen staande de charges der ruiterij. Op de Victor- Emmanuelplaats had eene nieuwe botsing plaats te 8 uren. Er zijn verscheidene gekwet sten. Een karabinier is gedood. Te Avesnes (Frankrijk) wilden den lsten Mei de gendarmen eene samenscholing van ongeveer 4000 personen uiteendrijven, doch zij werden op eene hagelbui van steenen ont haald een luitenant en een gendarme werden gewond. De troepen, welke onthaald werden op 't geroep: „vive 1'armée", konden met moeite de orde herstellen. In den namiddag wilden de werklieden van Fourmies de kame raden verlossen, die in het stadhuisvan Avesnes werden gevangengehouden, Zij wond den twee soldaten, en toen de troepen gebruik maakten van hunne wapenen, werden drie man gedood en drie gewond. Te Lyon ging het woelig toe. Niet minder dan vier botsingen hadden plaats. Op de Placo Tolozan moesten de huzaren het volk char- geeren, en werden 20 personen aangehouden door de politie. Op de Font Lafayette wilden twee duizend manifesteerders, met zwarte en roode vlaggen, de politie-agenten in de Rhuno werpen. De agenten trokken de sabel, do huzaren chargeerden met de blanke kling. Trouwen geraakten onder de hoeven der paar den. Een man kreeg een sabelhouw op 't hoofd en een agent werd door een steen het hoofd verbrijzeld. In eene andere botsing tusschen werk lieden en kurassiers bleven er verschillende gewonden. Te 10 uren des avonds had echter de ergste botsing plaats voor de Bourse du Travail. Twee eskadrons kurassiers hebben vijfmaal achteroen het volk op den Cours Yiton moeten chargeeron. Al de tafeltjes en stoelen der koffiehuizen werden vernield. De troepen voetvolk hebben de bajonet op de geweren moeten zetten, en eerst bij het commando„legt aari 1" dat het schieten voorafgaat, namen de onruststokers de vlucht. De paniek was toen verschrikkelijk. Er zijn vele gewonden. Een werkman werd hot been verbrijzeld door een trap van een paard. Nabij het kerkhof der Guillottière werd een brigadier der politie het been verbrijzeld. Een sergeant werd gevaarlijk aan het hoofd gewond. Uit de vensters der werkbeurs werden vijf revolver schoten gelost op de kurassiers. Een briga dier werd ernstig aan de hand gewond, en een kogel droDg door zijne kuras. Een luite nant der kurassiers kreeg eene flesch tegen de hand en werd met gobroken pols weg gevoerd. Pesth, 4 Mei. De ongeregeldheden onder de landarbeiders in het graafschap Bekos duren voort. De dood van twee der aanvoer ders, die in eene schermutseling sneuvelden, veroorzaakte groote opgewondenheid. Do menigte trachtte eenige personen, die in hech tenis waren genomen, te bevrijden, maar do soldaten dreven de aanvallers mot debajonot terug. Zie vervolg in het Ee)\ïte Blad.) H Door Joram Snel). 12.) Zoo nu on dan sprak zij mot Gerritjes moeder en daardoor was eene grootere inti miteit ontstaan dan wol met de andere buren, die echter, als de beide echtelingen het met elkander te kwaad hadden, de steeds verzoe nende hand uitstrekten, die soms wat al te sterk werd uitgestrekt. "-".(Doch 'allen 'werden geïnviteerd, benevens aen paar lótgenooten van Gerritje, die zich niet lang lieten noodigen, maar al ras be grepen dat hét onbetamelijk zou zijn hun kameraad ïh den steek te laten. Op een avond twee dagen voor zjjn -vertrek - vinden wij een aardig gozolschap bij Gerritjes moeder op do kamer. Maar met een bekommerd hart had deze do toebereidselen gemaakt, ze had zoo'n zonderling gevoel daarbij gehad, „net of het het galgemaal was", alsof zij met haren zoon voor het laatst elkaar een pleizier hadden gedaan. Hoe beklemd echter haar gemoed was en zij daar alleen verlichting dacht aan te brengen, begreep zjj toch dat daardoor de vroolpke stemming veel zou ljjden. En bovendien, z(j wist dat haar zoon van al die „narigheden" niets wilde weten. Reeds zoo dikwijls had hij als laatste groet tegen haar gezegd „Nou, moeder, hou je goed, ik kom gauw terug!" Het was al eene gewoonte geworden, dit van haren zoon te hooren en telkens had zij hem gezond mogen wederzien. Kenmerkte het gezelschap zich in den aanvang door een beetje stijfheid, al spoedig wisten onze Janmaats wat „leven in de brou werij" te brengen en weldra zat het gezel schap te giebelen van pleizier over de ver schillende „moppen", welke zij ten beste gaven. Gerritje, die aau niets meer hekel had dan aan droefheid, zat te liegen, dat hij zelf geloofde dat het waarheid was en kreeg op zijne vragen: „Niotwaar, Jaap?" „Nietwaar, Kees?" of „je kunt het hun ge rust vragen", steeds bevestigende antwoorden. Toch waren or wel zaken, welke niet zoo, grifweg geloofd werden, o. a. toen Jaap ver telde dat de meisjes in de Oost op tien- en elfjarigen leeftijd trouwden en een man kregen. Dat kon Keetje, die als negentien jarige deerne (link uit de kluiten gegroeid was, met armen om er in te bijten en oogen, stralende van levenslust misschien ver hoogd door het zoete slokje niet gelooven (ze had nog nooit aanzoek gohad) en nu was het wel wat moeilijk voor onze zee vaarders dat te bewijzen. Jaap maakt er zich af door te zeggen „Ja, maar eerst trouwen zjj en later krij gen z(j elkaar." Maar dat was het rechte niet en werd meesmuilend aangehoord. „Van praten krijg je eene droge keel", sprak Gerritje- nu en stelde voor nog eens te „preuven." „Daarbij moet gezongen worden", zei Jaap, en begon met stentorstem te zingen: „Lang zal hij leven!" Dit vond instemming en weldra klonk het forsch en flink door het vertrek en nu een maal -li6t ijs gebroken was, werd er een lied opgehaald, gevolgd door andere, soms luchtig, soms ernstig. Een der buurmannen wilde nu ook iets ten beste geven en zong een aardig liedje, maar terwjjl dit geschiedde, ontdekte Ger ritje eene bloemkool in oen hoekje van de aanrechtbank. Fluks sprong hij op om oene nieuwe sna- kery uit te halen. Met schijnbare aandacht luisterend, staat lijj gereed om, zoodra het lied geëindigd is, zijn slag te slaan en weldra wordt onder den uitroep: „Boeketten, boe ketten!" de bloemkool den buurman ter hand gesteld. Maar deze wijst dit geschenk van de hand, waardoor het voorwerp uit Gerritjes handen op de tafel valt, daar neerrolt, een paar glaasjes „zoetigheid" omgooit en de lamp een duw geeft, dat zij omduikelt, doch ge lukkig plotseling uitploft. Indiende petroleum eens aan het branden was gegaan, dan zou den er voorzeker ongelukken gebeurd zijn. Ieder sprong dadelijk op en daarbij ook Jaap, die het nu de geschiktste gelegonheid vond om een aantal kussen van Keetje te rooven, maar, daar deze achteruitgesprongen is, heeft Jaap do vier en vijftig jarige buurvrouw te pakken, dat spoedig blijkt, toen Gerritje een lucifer aansteekt en in de hoogte hield. „Een geluk bjj een- ongeluki3 de alge meene uitroep, behalve van de buurvrouw, die erg boos is geworden, en van Jaap, die zich aan „ongeoorloofden diefstal" had schuldig gemaakt. Begrijpelijk is het, dat er nu stof te over was voor het gesprek en allerlei wonderlijke brandvorhalon werden gedaan. Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5