de beide factoren: de nationale draagkracht
en het landsbelang in het oog gehouden. Echter
erkende spr. dat binnen den kring der hoofd
beginselen nog meer -waarborgen zouden
kunnen gegeven worden. Dat afdoende ver
betering van de levende strijdkrachten noodig
is, erkent ieder. De Regeering heeft met
onverdroten (jver in dezen arbeid gestreefd naar
uitvoering van den wensch des Grondwet
gevers op dit punt.
Spr. kon zich zeer goed vereenigen met
het stelsel der Rsgeering. Liefst zou hy echter
de inwoning in de kazerne niet verplich
tend gesteld zien. Maar dat is een ideaal
stelsel, gelijk in 1S13 gebleken is bij de toen
met de landmilitie genomen proef. In den
tegenwoordigen tijd, nu de eischen zooveel
hooger zjjn, zou de toepassing van dat stelsel
boogBt gevaarlijk wezen. Hy zou den moed
niet hebben op zulk een stelsel eene leger-
Organisatie te baseeren.
Het stelsel van het ontwerp achtte hy
verre verkieselyk boven dat van Zwitserland
en die van de heeren Seyffardt en Van Vlymen.
Bepaald ontkende hy dat art. 181 der Grond
wet vrywilligers als regel stelt. Het beroep
van den heer Van Houten op den heer De
Roo is ongegrond, daar deze èn ten aanzien
van de plaatsvervanging èn ten aanzien van
de schntteryen van opinie verschilde.
Verder verklaarde de heer Seret zich
krachtig voorstander van den persoonlyken
dienstplicht en bestreed de overdreven be
zwaren tegen de kazerne.
De heer Rutgers had met het oog op de
corvee van redevoeringen van geiyk gehalte,
welke wy hier moeten verduren, gaarne ge
wild, dat het reglement toeliet redevoeringen
te doen drukken zonder ze uit te spreken.
De theorie van den heer Sanders, die eerst
eene legerorganisatie wilde, stelde spr. geiyk
met den onzinnigen eisch om een schip te
bouwen zonder zekerheid, dat men de noodige
matrozen kan krygen. Van de bewering van
den beer Van Houten, dat de officieren de
wet verdedigen om promotie te maken, zeide
spreker: foeil De officieren, zoomin alswy,
laton hun oordeel influenceeren door hun be
lang. Treurig is het vooral, dat een man als
Tindal, die zelf officier is geweest, zoo iets
beweert. Tegen eene zoo onwaardige onder
stelling teekende spr. uit de burgermaat
schappij protest aan! (Bravo! bravo!) De leer
lingen der gymnasia en burgerscholen zouden
moeten geoefend worden. Goed, maar moeten
dan de andere kinderen ongeoefend blyven?
Waar krygt men de instructeurs en de schiet
banen voor de school-bataljons? Dat zou óók
tonnen kosten. Willen kost niets, maar zal
de vyand versteend blyven staan voor zooveel
wilskracht? Zyn wy dan de Israèlieten ver
geten, die, na in Jeruzalem te zyn geweest,
weer door Vespasianus er uit zyn gehaald
en 1800 jaren smachten naar hem, die ze
er zal terugvoeren, ofschoon, als deze kwam,
ze misschien geen zin zouden hebben mee
te gaan?
Spr. kwam daarna op tegen hetgeen van
de zyde der anti-militaristen is gezegd.
De heer LieftinckEr is geen enkele in de
Kamer.
De heer Harte: Ik weet niet wat anti
militaristen zyn.
De heer Rutgers: Het is te bezien. Houd
je maar stil! (Algemeen gelach.) Wie er niet
toe behoort is de heer Viruly. Deze komt
echter in stryd met den strateeg uit Arnhem
over den aard van het veldleger. Welnu, laat
de minister de beslissing maar overlaten aan
den commandant van het veldleger en desnoods
zien uit welk timmerhout de btste comman
dant te halen is, hier in de Kamer, van de Afge
vaardigden uit Rotterdam of van dien uit
Arnhem(Gelach.) De anti militaristen willen
een klein leger, opdat de vyand ons niet
bemerke en ons ongemoeid late. Dat is de
tactiek van den huisvader, die de dekens over
het hoofd haalt als er's nachts dieven komen.
Zy stellen het voor, alsof de voorstanders der
wet willen agressie, aanvallend te werk
gaan. Dat was de tactiek ook tegenover de
bestrijders der Atjeh politiek. Er is geene
quaestie van oen9 agressieve staatkunde.
Spr. voor zich bleef overtuigd dat de Re
geering eene tameiyk goede regeling wil.
Eene goede zegt hy niet, met het oog op
den korten oefoningstyd. Het-i9 waar, de rege
ling van den minister is tameiyk bezwarend,
maar wij zijn met onze legerorganisatie eene
halve eeuw ten achter en komen er dus nogal
goed af; den 3pr. is het meegevallen. Het
ontwerp is beter koop dan het voorstel Reuter
en dan het hooggeroemd Zwitsersch stelsel,
ook dan het huu:l:ngenstelsel-Van Vlijmen.
De uitgaven zullen met l'/2 millioen stygen,
maar ware in de wet van 18G1 een relatief
cyfer van 34'/2 pCt. der minderjarigen vast
gesteld, het contingent zou van 11,000 tot
13,800 zijn geklommen en wy zouden reeds
lang l'/2 millioen meer betaald hebben. Maar
goedkoop i3 het ontwerp door de wyze, waar
op het zal voorzien in de kadervorming, nl.
door invoering van den persoonlyken dienst
plicht. Welk katholiek dogma dat beginsel in
den weg staat, begreep spreker niet. Wel
heeft de heer Travaglino gezegd dat een vader
zy'n zoon liever naar het kerkhof bracht dan
naar de kazerne, maar die afgevaardigde had
een nog aandoenlyker verhaal kunnen geven
als hy had gewaagd van een vader, die zyn
zoon bad doodgestoken om zyn kind te houden
buiten de kazerne.
Of de heer Travaglino vader is of niet,
onderzoekt spr. niet, want dat is verboden
(gelach); of hy zoons heeft weet hy niet, en
zoo ja, dan veronderstelt hy dat zy vryge-
steld zullen zyn krachtens art. 47 lo. der
militiewet, volgens hetwelk vrystelllng ver
leend wordt van den dienst by de militie aan
den loteling, die kleiner is dan 1.55 el. (Uit
barsting van algemeen gelach.)
Wel heeft ook de heer Schaepman ge
wezen op de Katholieken der vorige eeuw.
Maar zóó -rancuneus zyn toch de Katholieken
niet! De heer Schaepman heeft ze te zwart
gemaakt. (Gelach). Ook wees de heer Schaep
man op ergerlykheden van de troepen in Lim
burg en Noord-Brabant. Maar dat zou niet
pleiten voor de schutteryen. (Gelach). Spreker
heeft echter ook wel het tegendeel gehoord,
n. 1. dat flinke Hollandsche, Geldersche en
Friesche jongens met geld en een ontvan-
kelyk hart een zeer goeden indruk maakten
op de Brabanijonnes. Ook zeide de heer Schaep
man, dat de officieren niet wisten dat de
Katholieke jongelui niet naar de avondkerk
kunnen gaan. Spreker heeft wel eens gehoord
dat dit geschiedde in overleg met den pastoor.
De heer Schaepman: Dat kan niet, dat is
absoluut onwaar I
De heer Rutgers beweert vervolgens dat
de dienst opvoedend werkt. Hy heeft gewezen
onder-officieren in zyn dienst, die zóó opge
voed zyn door den dienst, dat, als spr. in
den landstorm moest optreden, hy er eene eer
in zou stellen onder hen te dienen.
De heer SchaepmanDan zouden zy een
lastig milicien in u hebben. (Algemeen gelach.)
De heer Rutgers verklaarde voorts weinig
te hechten aan het oordeel van de heeren
De Roo en Stieltjes van vóór 18 jaren omtrent
den persoonlyken dienstplicht, welken hy nu
verdedigde in het belang van kadervorming;
het remplacantenleger kon voor Indië benuttigd
worden.
Laten wy maar de proef nemen met den
persoonlyken dienstplicht. De behoefte aan
kader staat of valt er mee. De minister geve
daarop niets toe, opdat hy niet alles er
by inschiete. Het tegenwoordige remplai;an-
tenleger moet beschikbaar blyven voor het
Indische leger en de Indische brigade, het
eenige middel om in Indië ons gezag te hand
haven. De verdediging des vaderlands is plicht,
waarin geene negotie mag worden gedreven.
Als dit ontwerp er door komt, zal 't niet
zyn door de sleepboot van den persoonlyken
dienstplicht, want dat is eene sleepboot, welke
achteruitwerkt en de aanneming belemmeren
zou met 1 stem meerderheid. Maar als het
ontwerp verworpen wordt, zal de minister
kunnen zeggen: „in magnis voluisce sat est;"
in moeilyke ondernemingen kan men zich
reeds verantwoord achten door het goede te
hebben beproefd.
De heer Schepel vroeg nogmaals overleg
ging vaD het advies van den Raad van State,
des noodig alleen voor de leden, of opgaaf
der redenen, waarop de weigering tot over
legging gemotiveerd is.
De heer Schreinemacher bestreed op ver
schillende gronden het ontwerp als onduide-
lyk, onstelselmatig en dus moeilijk in toe
passing te brengen en waarin hy regelen
mist omtrent do verplichtingen dergenen, die
niet by land- of zeemacht dienen. Spreker had
ook bezwaar tegen do persoonlyke en finan-
tiëele lastrn. Het ontwerp wil e9ne revolutie
in de maatschappelyke toestanden. Als Volks
vertegenwoordiger, uit plichtsbesef en voor
zyn eigen geweten zal hy tegen stemmen.
In den lrop der zitting werd het reeds
vroeger door ons vermelde adres van handela
ren in Suriname, zi;h beklagende over last
tot rijstaanvoer, door den Gouverneur gege
ven, naar den minister vau koloniën ver
zonden om inlichtingen.
De voorzitter had tevens het voorstel gedaan,
om, ter bevordering eener tijdige afdoening
van de Legerwet, ook 's Zaterdags- en 's Maan
dags-middags te vergaderen en drie avond-
zittingen per week te houden. (Gelach). Wekt
dit vooistel opgewondenheid, zeide hy, ieder
voor zich moet de verantwoordeiykheid weten
te dragen voor het te nemen besluit, De voor
zitter voor zich achtte zich niet verantwoord
met het nalaten van dit voorstel.
De heer Van Kerkwyk durfde de verant-
woordelykheid voor eene afstemming er van
wel op zich nemen. Hy achtte het onaan
nemelyk. Avondzittingen kunnen niet gehouden
worden, en denkt men aan de tusschenvallende
kerkelyke feestdagen en aan het gebruikelyk
recès vóór de verkiezingen, dan nog zou men
door de vermeerdering der zittingen niet tot
het doel kunnen geraken. Spreker verklaarde
z'ch bereid om n a de verkiezingen door te
werken tot September, maar thans wilde hy
aan de overhaasting niet meedoen.
De heer A. Van Dedem kon zich ook met
het voorstel niet vereenigen. Hy gaf in over
weging om de gebruikelyke vrye Zaterdagen
en Maandagen te laten aan de leden en liever
'smorgens te 10 uren te beginnen en tot
's namiddags 5 uren te werken.
De heer Van der Kaay gaf in overweging
het voorstel te splitsenMaandagsche en Zater-
dagsche zittingen en avondzittingen.
De voorzitter bleef by z(jn voorstel volharden.
Het werd verworpen met 64 tegen 22
stemmen.
Vóór stemden de heeren: Oppedyk, Van
Bylandt, v. d. Bosch, Keuchenius, LucasseD,
v. d. Feltz, Gleichman, v. Velzen, Brantsen
v. d. Zyp, Gildemee3ter, Donner, Schimmel-
penninck v. d. Oye, Seret, DomelaNieuwenhuis,
G. Van Dedem, Okma, Rooseboom, v. Was-
senaer, v. Löben Seis, v. Asch v. Wyck en de
voorzitter.
Het voorstel A. Van Dedem om van Dinsdag
af van 10 5 uren te vergaderen, werd aan
genomen met 65 tegen 21 stemmen.
Oremengd Nieuws.
Van hedenavond af zal nade
gewone 30-April-avond-verschynseIen op en
om de Vischmarkt, alshet wederom springen
van water uit de fontein, de luidruchtige
meeting der jeugd onder den blooten hemel
rondom die waterbron, vrouwen met kinder
wagens en kleintjes op den Nieuwen Ryn, voor
zoover de schoonmaak en de hevige wind hare
aanwezigheid toelaten, een en ander opge-
vrooiykt door de hoogverheven tonen en op
wekkende melodieën van het carillon al
vorens telkens het heel-uur in 1891 '92 van
den stadhuistoren slaat, het voorspel doen
hooren een melodie uit „Jozef in Egypte,"
van Mehul, en alvorens het halfslag weer
klinkt, een melodie uit „La Norma," van
Bellini.
Genoemde verschynselen doen vermoeden
dat het morgen de 1ste Mei is, want de
natuur is heden niets laatste-April-achtig. Van
groen aan de boomen is ook nog weinig te
ontdekken; uitzondering hierop makon de
kastanje-boomen, welke pryken met eene vry
doorzichtige groene bedekking.
Omstreeks halfacht gisteravond
heerschte er op het Levendaal, naby de Nieuw-
brug, eene groote ontsteltenis. Een jongen,
die met een wagen kwam aanryden, kon op
eens het voortuig niet meer tegenhouden, zoo
dat dit te water reed. Het ergste was echter
dat op dien wagen twee kinderen zaten, die
eveneens te water gingen. Eon hier ter stede,
om zyne donkere gelaatskleur, algemeen be
kend zeeman, kwam aanloopen en sprong van
de brug de kinderen na. Een der kleinen was
reeds in de diepte verdwenen, doch onze
kloeke matroos dook en bracht den kleine
boven, nam hem onder den arm en greep
daarna het tweede kind, klemde dit onder
den anderen arm en zwom zoo met beide
jonge drenkelingen naar den wal, waar
hy door eene groote menschenmassa onder
luid gejuich werd opgewacht.
Ongeveer ter zelfder ure viel de 5 jarige
K. over de leuning van de brug aan den
Zuidsingel, on werd ook nog bijtijds door twee
mannen op eene schuit gered.
Gedurende de 1 a atste dagen is
men yverig bezig het familiegraf dor Wasse-
naeren, waarboven zich in de kerk teKatwyk
aan den Ryn de fraaie tombe bevindt, te
vergrooten. Nadat voor een paar jaren het
stoffelijk overschot van wylen O. Baron Van
Wassenaer van Catwyck en dat zyner echt-
genoote waron bygezet, was de kelder vol.
Door eene vergrooting buiten het kerk
gebouw zal men in ruimte voorzien.
De burgeriyke begraafplaats, by de kerk
gelegen, heeft door het planten van hout
gewas en het aanleggen van nieuwe paden
een vriendelyker aanzien gekregen.
Gisteren hield de reedery te
Scheveningen eene buitengewone algemeens
vergadering, waarin door de meeste reeders
werd besloten dit jaar deel te nemen aan de
haringjagery. Slechts enkele reeders maakten
bezwaar zich reeds te verbinden.
De Haagsche politie heeft gis-
teren aangehouden een knaap, die verdacht
wordt lombardbriefjes te hebben vervalscht
door de daarop gestelde bedragen te vergrooten,
ten einde daardoor van de bank-van-leening
meer uitbetaald te krygen dan op het inge
brachte pand verstrekt was.
De jongen is naar het huis van bewaring
overgebracht.
Omtrent het in brand geraken
van een goederenwagen in den sneltrein van
Amsterdam naar Den Haag en Rotterdam,
wordt nog gemeld dat het personeel aan het
station te Leiden het onheil opmerkte, en men
van hier naar Voorschoten seinde om den trein
te doen ophouden.
Te Bilbao hebben de vrouweiyke
dienstboden den arbeid gestaakt. Vele huis
vrouwen moeten het daarom zonder meiden
stellen.
Volgens de laatste mailberichten
uit Canton heerschte daar eene epidemie,
waaraan dagelyks honderden menachen stier
ven, zoodat er niet voldoende doodkisten kon
den gemaakt worden. De aard der ziekte was
nog niet volledig bekend, maar vertoonde ver
schynselen zoowel van cholera als van in
fluenza. Men schreef deze plaag toe aan de
langdurige droogte.
Toen Von Moltke n.og luitenant
was in het Pruisische leger, schreef hy eene
nu weinig bekende brochure, getiteld „Holland
und Belgién," het eerste, dat van hem in druk
verscheen. In dit vlugschrift werd de aandacht
van Europa gevestigd op de Belgische Revolutie
en België's afscheiding, door Frankryks onder
steuning, van het Koninkryk der Nederlanden.
Van Lady Huntly werden, toen
zy logeerde in Bedford-Hotel te Brighton,
hare juweelen tot eene waarde van 1300 pd. at.
gestolen. Zy stelde een eisch tot schadever
goeding voor dit bedrag tegen de hotel-maat-
schappy in, maar verloor haar proces.
BUITENLAND.
Frankrjjk.
De prefect van politie te Parys gelastte
allen handelaars in geweren en ammunitie om
van 30 dezer af alle wapenen uit de vitrines
te nemen en den winkelvoorraad op te bergen,
zoodat geene gevaariyke wapenen voor de hand
liggen.
De Meibeweging neemt ook in de provincie
eenige afmetingen aan.
De afgevaardigde Paul Dóraulède, thans
te Nizza, heeft den minister van justitie in
een telegram verzocht, ingeval van eventueele
gerechtelyke vervolgingen naar aanleiding
van de onlangs by vroegere leden der Patriot-
tenliga gehouden huiszoekingen, mede ver
volgd te worden.
lOiiitwoliIaniL
In het Hui3 van Afgevaardigden gaf de
kanselier Von Caprivi onverwacht eene ver
klaring over het Welfenfonds. Do byzonder-
heden betreffende de wyze, waarop de rente
van dit fonds gedurende de laatste 20 jaren
werd beheerd, waron ook den kanselier niet
bekend, daar alle rekeningen en quitanties
elk jaar verbrand werden, nadat de keizer elk
der ministers had gedechargeerd. Dat het
geld besteed werd tot bestryding van kuipe-
ryen van de tegenstanders van Pruisen en het
Duitsche ryk, daarover bestond in de volks
vertegenwoordiging geen twyfel, en daarom
heeft prins Von Bismarck zeker te goeder
trouw gehandeld.
Men meende middellyk en onmiddollyk met
behulp van het Welfenfonds de pogingen van
koning George tot herstel van zyn koninkryk
te kunnen verydelen. De regeering was vol
komen gerechtigd aldus te handelen en ten
onrechte zyn haar hierover verwijten gedaan.
Dat het fonds tevens gebruikt werd ten be
hoeve van de kerk en werken van openbaar
nut in Hannover en Keur-Hessen, was mede
algemeen bekend.
De regeering was reeds in het vorige voor
jaar van plan het beheer van het Welfenfonds
opnieuw te regelen. Deze tijd bleek toen ech
ter ongeschikt, omdat toen juist de beweging
der Welfen in Hannover toenam. Ook was
een gedeelte van de uitgaven van zoor teede-