KUNSTKRONIEK. Goddarc Lisi, HiarMsM 105. Herstellenden I! Em ara-octaafs, Mssiarlp PIANINO ra zwart ppliloari laai, TE HUUR. Vordt gevraagd, G.S.POPP, esle Bieren - BillijKste Prijzen te er 500 Gulden Allsopp's Extra-Stout. Latijn en Grieksch. as GEBRs. BELT, N. Rijn 43. J. F. M. WIJTENBURG, Associatie met premiën. Een prachtig Zilveren Koffie- en Theeservies, Mej. DÉE, Stalhouderij. HoIImuds ln-Mwatsr S. G0LDMANN Co., TE KOOP, Feuilleton. Privaatlessen aangeboden, op aan nemelijke voorwaarden. Brieven onder letter X in den Boekhandel van S. C. VAN DOESBUEGH, alhier. 2744 6 I Bij alle Boekhandelaars is de inteekening opengesteld op de eene BOEREN WERKMEID, B.-K., goed kunnende melken. Brieven franco onder de lettere P K ter Handelsdrukkerij van C. DE BINK, Aalmarkt 13, Leiden. 2868 6 Bij JACs. GODDIJN, meubelfabrikant, 2760 8 groote voorraad van net en sterk bewerkte Meubelen, alle soorten Stoelen, Spiegels, enz., tot lagen prils. £0^ Door toeval 2 ge bruikte Canapés en dito Stoelen te koop. Sp eci&liteit in 1500 13 e M m (4 Tapijten, Meubelstoffen, Vitrages, Behangselpapier, Vloerzeil, Linoleums, enz. g Grootste voorraad. Laagste prijzen. U Nieuwste dessins. Bieiimtteldrij: Korte niefsteeg 8- Tèlêjtllööriiiimiiitei' JOG 746 1402 12 Drinkt niet anders dan Door tal van Doet. en Prof. aanbevolen. Hoofdagent voor Leiden en omstreken BREË9TRA4T 26. Bottelarij: Koddesteeg 20. 2712 13 Uitgegeven ter aanmoediging en bevordering der schoone kunsten. MET MEDEWERKING VAN NEDERLANDSCHE KUNSTENAARS EN LETTERKUNDIGEN. Weinig tijdschriften hebben in ons land een bijval gevonden en kunnen op zulk een lang en eervol bestaan roemen als DE KUNSTKRONIEK. Zij toch verrast hare inteekenaren niet alleen raet boeiende verhalen en belangwekkende mededeelingen uit de kunstwereld, maar zij brengt bij dien tekst telkens mooie platen, reproductiën, die kunstwaarde bezitten en de wanden onzer woning inderdaad versieren zouden. Maar ook hierbij laat de KUNSTKRONIEK het niet. Behalve dat genot voor geest en oog, wil DE KUNSTKRONIEK verrassingen in het huisgezin brengen, en zij doet dit in den vorm eener verloting van Kostbaarheden, Zilverwerken, Pianino's, Schilderijen en andere mooie dingen, welke jaarljjks duizenden Nederlanders in spanning houdt. DE KUNSTKRONIEK opent haren 48sten Jaargang met eene prettige vertelling van den populairen Novellist GERARD KELLER. Naast dezen schrijver zullen tal van andere welbe kende letterkundigen toonen, dat rijj het zich eene eer rekenen, aan DE KUNSTKRONIEK hunne schetsen en artikelen af te staan. De platen, welke den nieuwen Jaargang versieren, zullen wedijveren met de beste licht drukken, photogravures en houtgravures, die er volgens de nieuwste procédés gemaakt worden. Voornamelijk zullen het reproductiën zijn naar schilderijen van bekende Hollandsche en Ylaamsche kunstenaren, platen, die, omlijst, een sieraad voor menig vertrek zouden uitmaken. Achtereen volgens zullen daarin verschijnen: Photogravures naar: J. STROEBEL, De Bloemenverkoopster. J. W. VAN BORSELEN, Landschap aan de Vlist (tusschen Schoonhoven en Haastrecht). GERARD PORTIELJE, Le quart d'heure de Rabelais. JACQ.. JANSSENS, Watermolen bq Hoei in België. H. W. MESDAG, Na den Regen. A. VAN DEN BERG, Dobbelaars. Houtgravures naar: PRED. J. DU CHATTEL, Het Hemeltje te JAN H. B. KOEKKOEK, Het Strand te Eg- mond. J. G. VOGEL, Herinnering aan Vreeland. Lichtdrukken naar: C. SPRINGER, Het Acaderaiestraatje te Harderwijk. W. VERSCHUUR, Winter in de Jura. J. WEILAND, De Spieringvisschers. CHR. DOMMERSHUIZEN, De Maas voor Rotterdam. J. M. SCHMIDT CRANS, De onachtzame leerlinge in het Spinnen H. VAN MELLE, Soubrette. Vreeland. A. M. GORTER, Zandweg bij Alraeloo. E. J. BOKS, Een Duo. ED. PUTZEYS, Gevallen Bladeren. Behalve deze kunstenaren hebben JOZEF ISliAËLS, W. MARIS, W. ROELOFS, CH. ROCHUSSEN, J. H. WEISSENBRUCH, LOUIS A.POL, G. HENKES, JULIUS VAN DE SANDE BAKHUIZEN, P. STORTENBEKER en Mevrouw RONNER, namen, die in de Hol landsche kunstwereld klinken als een klok, hunne medewerking voor dezen veelbelovenden Jaargang toegezegd, zoodat de KUNSTKRONIEK ditmaal bij uitstek een aanschouwelijk en getrouw beeld zal aanbieden van onze tegenwoordige vaderlandsche schilderschool. De inhoud van de KUNSTKRONIEK zelf zal dus even onderhoudend als artistiek zijn. Nu komt daar echter de Verloting nog bij, die als een betooverende gouden regen ieder inteekeuaar verrassen zal. De volgende prachtige en sierlijke prijzen zijn daarvoor aangekocht: bestaande uit een Blad, Bouilloire, Koffiekan, Theepot, Melkkan, Suikermand, Lepelvaasjes, Theekist en Komfoor, wegende ongeveer 500 lood zilver, in Palissanderhouten Etui, inwendig met rood zeem bekleed, vervaardigd in de Kon. Ned. Fabriek van J. M. VAN KEMPEN ZONEN, te Voorschoten, ter waarde van circa Twaalf Honderd Gulden. TWEEDE PRIJS: te Utrecht, ter waarde van ƒ500. Een groote en 12 kleine IJslepelljes in lederen étui. Een Soeplepel in étui. Een dozijn Zilver vergalden Theelepels in roodflanellen étui. Een dozijn Zilveren Theelepels in blauw- flanellen étui. Twee Suikerstrooiers iu étui. Bustes en andere voorwerpen van Neder- landsche Kunstnijverheid. Boek- en Plaatwerken, enz., enz. Dit alles nu50 vellen druks, belangrijken tekst met 24 voortreffelijke platen, die als kunstwerkjes mogen gelden, benevens een lot (tevens quitantie) in de verloting van kostbaar heden, is te verkrijgen voor den prijs van f 10.betaalbaar bij afl. 11 en 12. Lelden, 1891. A. W. SIJTHOFF. uit de Fabriek der firma II. RAHR, Vijfentwintig Schilderijen van Neder- landsche Schilders, waaronder van David Oyens, P. Stortenbeker, J. M. Schmidt Crans, E. Koster, Mevrouw BildersVan Bosse, Mej. Betsy Berg, David De la Mar, J. Akkeringa, C. A. Van Waning, Jan Van Rhijnnen, P. W. Sebes, C. Moser, Jan Gidding, Jan Ten Kate, J. H. Coster, A. C. Hazeu, en anderen. Twaalf paar Tafelzilver in lederen étui. 69 Breestraat 69. Specialiteit van alle soorten eigen handig bewerkte ONDERGOE DEREN. 2008 6 De ondergeteekende bericht aan zfjne ge- eerde Begunstigers en Stadgenooten, dat by nu geheel ingericht is voor Begrafenissen, en ook voorzien ia van een Hinderlijk wagen. Aanbevelend, 2546 10 P. VAN VLIET. Zandstraat 8, Telephoonnummer 93. Ontdekking. - Geen Asthsso. I Benauwdheid, Zinking noch Hoest |m«jr.—Bekroningen: Zilv. en Gou den Had. en holten concours. Aan. wöaingen grab» en/V-onco.Schrfl ven aan het adresDr. C™. OLEKY, te Marsetik. (FrankrOk). voor Zilveren en Vernikkelden Voorwerpen. Zes-maal met goud bekroond. Contractanten voor Nederland en Koloniën: «F. K. JAUSEX A Cle., Rotterdam. Détail-verkoop in Leiden: J. H. Dijkhuis, N. K. Swemer, F v. Dorp en Rkijst Krak. 2894 13 betalen wfj aan hem, die bij gebruik van ooit weder Tandpyn krygt. 1634 DRESDEN. 50 Cts. de flacon, verkrijgbaar te Leiden by den Drogist N. K. SWEMER, Mare 56. het HEERENHUIS „Zuydwijk", aan den Straatweg van 's-Hage naar Leiden, nabj) het Dorp Wassenaar, met Koetshuis, Stalling, Visschery en uitgestrekte, aangename Wan deling. Information by Notaris BROEKSMIT, te Wassenaar. 2721 8 tegen concurreerenden prysRoode en Witte Bessenwijnen, Bessensap, Inge maakte Snij- en Prlnsessenboonen en Zuurkool. Te adresseeren met fr. br. aan de Groenten- en Vruchten-Inmakery by H. NOORT, te Katwpk. 1867 8 Honger en Poëzie. Naar eene Russische vertelling. 3.) Maar hoe groot was zyne verbaziog toen hp op den avonddisch niets vond dan een zilveren theeservies en oen klein trommeltje met beschuitjes, omgeven door een paar vazen vol prachtige bloemen. „Thee! Afschuwelykl" dacht hy. „Maar waarschijnlyk zal er later gebraad komen en wyn." Hy dronk dus een kopje thee, bedankte voor een beschuitje eu bleef de dingen wach ten, die komen zouden. Maar er kwam niets, en er bleef Stengel niets over dan hongerig naar bed te gaan. „Dat is ongehoord", dacht hy by zichzei ven by het ontkleeden. „Maar zy zullen zeker zeer Iaat gedineerd hebben. Ik zal maar spoedig den slaap zien te vatten. Op het land is het ontbyt in den regel kostelpk: eieren, ham, een glas wyn. En met deze aangename gedachte sliep hy in. Maar den geheelen nacht door droomde hy van niets dan van eten en van eieren en ham en toen hy eindelyk wakker werd, had hy kramp in de maag van belang. Hy stond onmiddellyk op, kleedde zich en ging naar beneden. „Mynheer en mevrouw zyn in den tuin", zeide een der bediendeD, en eenige minuten later had Stengel hen daar gevonden. Beiden begroetten hem allervriendeiykst. „Goeden morgeD, waarde neef", zeide Erich met de handen vol bloemen. Zie, deze heer- lyke blauwe hyacinten, ze waren byna ver welkt, maar ik heb ze nog gered." „Hy redt de hyacinten", dacht Stengel, „maar my laat hy misschien van honger omkomen." „Gy ziet, hoe gelukkig wy zyn", ging Erich voort, Elsa naar zich toe trekkende. „Gy ziet hier voor u twee menschen, die elkaar oprecht liefhebben. Als men bemint, waarde neef, heeft men weinig behoeften. De voorby- trekkende wolken, het murmelen van een beekje, het ruischen van een windje, het zich openen van een bloempje.Alles ver vult het hart met onuitsprekelyke zaligheid. Wy hooren het gezang der nachtegalen en van verrukking komen ons de tranen in de oogen. Weenend werpen wy ons menigmaal in elkanders armen!" De jonge vrouw slaakte een lichten zucht. „Eene merkwaardige natuur heeft toch m(Jn man", dacht zy. „Dat is eeist echte poëzie. O, als hy eens wist, wat eene prozaïsche vrouw hy heeft!" Onderwyl dacht Erich „Zy moest het eens weten dat ik eet als een houthakker. Als zy eens wist wat ik hedenmorgen reeds gehad heb en welk een honger ik toch al weer heb." Maar wat gevoelde Stengel onderwyl? Dat is onmogeiyk te beschryven. „Denkeiyk zyt ge beiden zeer vroeg opge staan", stamelde hy eenigszins verlegen, „en hebt ge reeds ontbeten." „O neen, nog niet", antwoordde Erich, „maar wy denken byna niet aan ontbyten en aan dergeiyke dingen. Hadt gy er ons niet aan herinnerd, dan waren we misschien nog wel een paar uren tusschen onze bloe men blyven wandelen. Maar kom, laten wy gaan, want het is al laat, en wanneer ik laat ontbyt, bederf ik gewooniyk myn middagmaal." „Gelukkig", dacht SteDgel. „Eindelyk zal het er dan toch op los gaan." Maar toen zy de eetkamer binnentraden, zag hy een porseleinen koffiekan, drie sier- ïyke kopjes, een weinig grooter dan een vin gerhoed, en hetzelfde peuterachtige trommeltje met beschuiten van den vorigen avond. Toen ieder zich daaruit eens bediend had, was het trommeltje leeg. Daarbij kreeg Stengel twee mondjes vol koffie en. het ontbyt wae afgeloopen. „Wanneer dineert gij?" vroeg Stengel by het opstaan. „Om twee uren, maar als u dat soms te vroeg is. „O neen, volstrekt niet", viel Stengel hem in de rede. „Maar gy, stedelingen, zyt toch gewoon laat te eten?" „Neen, ik eet nog vroeger, nog vóór twee uren. „Als zy maar éénmaal per dag eten, zaj dat waarschynlyk toch wel heel goed wezen", dacht Stengel. Te twee uren bittere teleurstelling! Een klein bordje bouillon, een beschuit met aardbeien en een klein glaasje zoeten Hon- gaarschen wyn, ziedaar alles „Het verheugt my dat gy u zoo goed in onze bescheiden leefwyze weet te schikken", sprak Erich tot Stengel. En zich toen tot Elsa wendende, ging hy vriendeiyk voort: „En zoo blyven wy bestendig in eene dich- terlyke stemming. Het proza heeft nog geen vat op ons." (Slot volgt.) Lhidzn, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 6