l)e onderwijzers-traktementen. ei O rÏENLAN3D. Frankrjjk. Te Parijs is veroordeeld de te Arlon ge- Loren Belg, Pierre Theissen genaamd, die eenigen tyd geleden als spion gearresteerd vrerd, en wel tot vijf jaren gevangenisstraf en 3000 fr. geldboete. HU was beschuldigd met den Brusselschen correspondent van een Buitsch blad, die spionnendiensten verricht, in betrekking gestaan en dezen geheime stuk ken, Frankrijk betreffende, geleverd te heb ben. Do behandeling had met gesloten deuren plaats. Theissen zal in hooger beroep komen. Eerie rumoerige vergadering van 2000 kiezers in een der Parjjscho arrondissementen heeft Woensdag-avond plaats gehad, belegd om den afgevaardigde Dreyfus gelegenheid te geven zich tegen beschuldigingen van af rettery ts verdedigen. Het gir.g er zóó opgewonden toe, dat ge noemde heer een tegenspreker met vuisten te lijf ging en er een gevecht ontstond, waarop de heer Dreyfus door een tuin ontvluchtte. Tea slotte nam de vergadering eene motie aan, h9m uitnoodigende om zijn ontslag te nemen. iiuitechland. De regeering is vast besloten ten opzichte van de zich steeds uitbreidende werkstaking der mUnwerkers in Westfalen ten strengste alle middelen toe te passen, welke de wet te harar beschikking stelt. Te Wattenscheid zijn resds twee der hoofdleiders wegens op ruiing ir. het Essoner mijndistrict in hechtenis genomen. De eigenaars der mijnen hebben den arbei- dors aangezegd, dat zy zich als ontslagen kunnen beschouwen, zoo zp vóór den 27sten dezer het werk niet hebben hervat. Het sociaal-democratische blad „Vorwaerts" spoort de werklieden dringend aan niet hun gevoel, maar hun koele verstand te volgen, want de beweging moet nu eindigen met de nederlaag der werklieden, die hunne pas ver worven vrijheid zullen verliezen en het heft den werkgevers weer voor jaren in handen zullen geven. „De werkstaking", zegt het socialistische blad, „va! den werklieden slechts groote ellende bezorgen en bevordert weer het opdrijven der kolenpryzen en beursspeculaties." Het blad zegt dat bp den tegenwoordigen cconomischen toestand nagenoeg elke werk staking eene onbezonnen handeling is. Tot dusver is in 11 mUnen van het district Essen de arbeid geheel of gedeeltelik gestaakt. Zondag zal te Bochum eene algemeene verga dering worden gehouden, waarbij ook de werk lieden uit de overige kolendistricten in de Rijnprovincie en Westfalen vertegenwoordigd zullen zijn. De beslissing zal dan genomen worden, of men zal pogen eene algemeene werkstaking der Duitsche mijnwerkers door te zetten. Het doel is do inwilliging te ver krijgen van de bekende wijzigingen in den arbeid en de loonen, welke in het vorigo jaar in de vergadering te Bochum werden vast gesteld, maar die door de mijneigenaren zijn geweigerd. Hoe weinig men overigens nog kan oor- deelen over den omvang der arbeidstakings- beweging onder de Westfaalsche mijnwerkers blijkt hieruit, dat in de verschillende berich ten de begrooting van het aantal werksta- kenden tusschen de 4000 en 10,000 varieert Haar het schijnt, zijn er van de 127,000 mijn werkers nog niet meer dan 6000 totarbeid- etaking overgegaan. Daar intusschen alle groote ■établissementen, inzonderheid de spoorweg- en ztoomvaartbesturen, reeds sinds maanden met reserve-kolen hebben gewerkt, wordt er van alle kanten verwacht, dat er geene algemeene werkstaking zal worden geproclameerd. De oude veldmaarschalk graaf Yon Moltke, die nog gisternamiddag de zitting van den Rijksdag bijwoonde, is gisteravond te kwart voor tienen, ten gevolge van een aanval van beroerte, zacht en kalm overleden. België. Bij eon gevecht te Gent tusschen linie- soldaten en werklieden werd een der laatsten gedood en een ander zwaar gewond. De burgemeester van Brussel heeft den werklieden toegestaan, den lsten Mei eene groote betooging te houden, op voorwaarden dat de burgemeester den weg, welken de op tocht moet volgen, mag vaststellen en de leiders der werklieden voor de handhaving der orde instaan. De redacteur der liberale „Economie," te Doornik, Adolf Delmée, een der oudste journalisten in België, is overleden. Hij was een bekwaam politiek hoofdartikelschrijver en algemeen geacht. Groot-Brixaaniö. Nog is het tusschen de Manipuri's en de drie op hen afgezonden kolonnes niet tot een treffen gekomen. De Kaopan Valley, waar de Manipuri's groote voorbereidingen ter verde diging hadden gemaakt, is op de nadering der Engelschen door hen ontruimd, en thans door de Cachar-kolonne bezet. Ofschoon de troepen te ïyden hadden van den regen, welke vier dagen aanhield, zfjn zij toch vol goeden moed en twijfelen geen oogenblik aan den goeden uitslag der expeditie. Het bericht, dat de Lenaputti niet bjj den aanval op luitenant Grant is gesneuveld, maar nog in leven is, wordt nader bevestigd. Vereenigrtlo Staten. In de kolendistricten van Pennsylvania komen herhaaldelijk schermutselingen tus schen de ontboden militairen en de werksta kers voor, daar de besturen der mijnen den werkstakenden do woningen willen doen ont ruimen, waartegen dezen zich verzetten. Ook de vrouwen nemen aan het verzet aeei. Te Leisenring, waar 85 vreemden in plaats van de werkstakers aan den arbeid zijn gezet, werden in een gevecht met de militairen vijf mannen en twee vrouwen gedood. Te Scott- dale werd eene vergadering van 4000 werk stakers gehouden, die door eenige socialisten werden toegesproken. De mijnwerkers van de mijnen aan de Opper-Monongabela rivier, 12,000 in getal, hebben intusschen geweigerd aan de algemeene beweging op 1 Mei doel te nemen en den arbeid hervat. Servië. De gewezen koningin van Servië Nathalia blijft weigeren Belgrado te verlaten. De regen ten blijven echter op hun standpunt, zoodat weldra een gedwongen vertrek te wachten is. Het lot van den jeugdigen koning is onder deze omstandigheden zeker niet benijdens waard. Volgens een bericht uit Belgrado zou koning Alexander, toen zijn vader was ver trokken, tot den regent Ristitcs gezegd heb ben: „Eerst wordt mijn vader verwijderd, daarna mijne moeder. Ik vrees dat nu de beurt ook aan mjj zal komen". fimengd Nieuws* De ontploffing in een kruitmo- len by Rome. Donderdag-ochtend om zeven uren werden de inwoners van Rome opge schrikt door een hevigen knal, veel gelijkende op een donderslag, die zóó hevig was, dat in vele huizen de ruiten sprongen. Spoedig bleek dat de slag was veroorzaakt door eene ontploffing in den kruitmolen op den Monte Testaccio, drie mijlen buiten de Porta Por- tese, welke ongeveer 10,000 kilogram kruit en eene groote hoeveelheid dynamiet en ge latine bevatte. Groote verwoesting werd natuurlijk door da ontploffing aangericht, vooral in de onmid dellijke omgeving van den molen, waar vele kleine huizen stonden, welke alle instortten. Waar de bewoners zijn gebleven, is nog niet bekend. Alleen weet men dat een groot aantal menschen door de ontploffing is gewond. Meer dan 100 gekwetsten werden naar het hospitaal de la Consolazione gebracht en 30 hunner moesten in behandeling worden gehouden. Dat de ontploffing nog niet meer slachtoffers heeft geëischt, is alleen te danken aan de koelbloedigheid van kapitein Spaccamela, den commandant van een klein fort, dat in de nabijheid van den kruitmolen scaat. Toen de officier zijne gewone ochtendronde deed, hoorde by in den molen een geknetter alsof er salvo's geweerschoten werden afge vuurd De kapitein alarmeerde terstond de manschappen van het fort en gelastte hun zich op het veld te verstrooien. Terstond vluchtten de 6oldaten naar alle kanten. De kapitein kwam het laatst, maar toen hy vluchtte was het te laat. De molen vloog in de lucht en men vond den kapitein op een afstand van 100 meter van den molen. Ko ning Humbert, juist opgestaan zynde, toen hy den slag hoorde, en in de verte een vuur kolom zag opstygen, reed terslond narr de plaats des onheila en liet den officier in zyn eigen rytuig naar het ziekenhuis brengen. Te Rome heorschte natuuriyk groote ont steltenis, vooral omdat men wist dat de jongensschool Vigna Pia in de nabyheid van den kruitmolen stond. Geen dor jongens werd echter gedeerd. Trouwens, groot kan het aan tal der dooden niet zyn, want de soldaten van het fort hebben zich allen kunnen redden. Er worden echter nog eenige personen, die in de nabyheid woonden, vermist, en men vreest dat dezen bij de ontploffing zyn om gekomen. De schok was zóó hevig, dat zelfs in hot Quirinaal en het Vaticaan vele vensterruiten zpn gesprongen. In het Viticaan zyn zelfs zeer kostbare glasruiten vernield, o. a. de glazen der koningstrap, welke koning Maxi- mihaan van Beieren aan paus Pius IX ten ge schenke zond. Ook zyn door den dreun vele andere kostbare reliquieën gebroken of be- sihadigd. De oorzaak der ontploffing is niet hekend. Men denkt echter aan boos opzet, omdat in den molen sedert den vorigen dag niet werd gewerkt. Het terrein, waar de molen gestaan heeft, is door militairen afgezet. De groote wed rennen, welke Donderdag zouden worden ge houden, zyn uitgesteld. De minister van bin- nenlandsche zaken Nicotera was even snel ter plaatse als de koning, om het reddings werk te leiden. 's Konings plan was om de gewonden in het hospitaal te gaan bezoeken. Opmerkeiyk is het, dat, zoodra de slag ver nomen werd, de meeste inwoners naar het paleis snelden, in de meening, dat daarop een dynamietaanslag was gepleegd. De laatste uit Rome ontvangen berichten biy ven spreken van misdadig opzet als oorzaak van de ontploffing. Ja zelfs werden de anar chisten er reeds van beschuldigd. De Fransche gezant Billot, die reeds op zyn bureel zat te werkOD, werd door eene glasscherf van eene ruit, die brak, aan hot gelaat ver wond. De wond is echter niet gevaarlyk. De Paus had juist zijne mis aangevangen, toen de hevige slag vernomen werd. Volgens mededeeling van den Italiaanschen minister van binnenlandsche zaken, Nicotera, in de Kamer van Afgovaardigden, zyn by da ontploffing in den kruitmolen 48 personen zwaar en 200 licht gewond, en zijn 2 per sonen by het onheil gedood. Omtrent de oor zaak van het ongeval is nog niets met zekerheid bekend. Er wordt echter een nauwkeurig onder zoek ingesteld. De minister van oorlog ver klaarde dat zich in den kruitmolen 265,000 KG. kruit bevonden. Kapitein Spaccamela, die zwaar gewond werd by zyne pcging om de manschappen van het naby gelegen fort te redden, is nog in leven. Verder verklaarde de minister van oorlog dat de administratie geene schuld had. Onder de omgekomenen, zeide deze, was een civiel ingenieur. Terwyi generaal Pelloux sprak, viel een stuk glas van den koepel zyn ambt genoot van openbare werken, Branca, op het boofd zonder dezen letsel te veroorzaken. Hy achtte, vervolgde do minister, het waar- scbyniyk, dat er eene langzame ontbranding in het kruit ontstaan zou zyn, maar dit was kwaiyk uit te maken. Het gedrag der officie ren en soldaten is, eindigde hy onder leven dige toejuichingen, boven lof verheven. In den Senaat heeft de Regeering dergelyke verklaringen afgelegd. Gel\)k wij reeds meldden, is deze week by onzen gemeenteraad ingekomen een verzoek der afdeeling Leiden van den Bond van Neder- landsche onderwijzers om eene billijkere en finantiëel gunstigere regeling der onderwijzers traktementen alhier. Yan dat adres laten wij thans hier den volledigen inhoud volgen: „Terwijl men meer en meer getoond heeft het groote belang van goed onderwijs in te zien, is men ook hoe langer hoe hooger eischen gaan stellen aan den onderwijzer Algemeen is men thans doordrongen van de waarheid, dat het onderwijs eene zaak is, die een geheelen mensch vordert en dat de onderwijzer een ontwikkeld en beschaafd man moet zijn. Krachtens zijn gewichtig beroep nu en de hooge eischon, die men aan hem stelt, heeft ht) ontegenzeglijk aanspraak op eene maat schappelijke positie, welke hem een burger lijk bestaan waarborgt. In de tegenwoordige omstandigheden echter is het hem zoo goed als onmogelijk zulk eene positie te veroveren. Noch getrouwe plichtsbetrachting, noch uit stekende bekwaamheid volstaat om hem zijne toekomst te verzekeren. Dat deze beweringen niet op losse schroeven staan, zal uit het volgende duidelijk worden. In de laatste jaren is het aantal onderwij zers verbazend toegenomenhet aantal scho len daarentegen is uit den aard der zaak niet zoo sterk vermeerderd. Het gevolg daarvan is, dat de kans om hoofd eener school te worden aanmerkelijk geringer is dan vroeger, zoodat, indien er geene verandering in don ■stand van zaken komt, verreweg de meeste onderwijzers zich hun geheele leven zullen moeten vergenoegen met eene betrekking, die hen niet in staat stelt, voldoende in hun levensonderhoud te voorzien. Die ongunstige omstandigheid wordt nog verergerd door een bijna overal heer6chend urbanisme. De geest der bescherming, die zich allerwegen zoo krachtig openbaart in handel en nijverheid, schijnt ook doorgedrongen op het gebied van het onderwijs. Terwijl vroeger de vrije mededinging aan de onderwijzers gelegenheid schonk door stalen volharding eene betere betrekking in eene andere plaats te verkrijgen, komt dat verschijnsel thans zoo zelden voor, dat men h9t zonder over drijving een witte raaf kan noemen. De ge ringe kans, om eenmaal, zij het dan ook op rijperen leeftijd, een behoorlijk stuk brood te verdienen, werkt verlammend op den ijver des onderwijzers en bijgevolg ook hoogst na- deelig op de vruchtbaarheid van zijn arbeid, want om op den duur met. lust en opge wektheid de taak van opvoeder te vervullen, moet hij zekerheid bezitten, dat eene goede toekomst hem wacht. In dien treurigen toestand vindt adres sante aanleiding Uwe aandacht te vestigen op dj onvoldoende bezoldiging der onderwij zers, werkzaam aan openbare lagere scholen te dezer stede, en neemt zij de vrijheid U de grondslagen eener traktementsregeling in overweging te geven, die met hare wensehen rekening houdt. Adressante acht de tegenwoordige verdee ling der onderwijzers in drie klassen eene verkeerde bazis voor eene billijke salariüering, aangezien de gelegenheden, om tot eene hoogere klasse bevorderd te worden, zich zóó schaars voordoen, dat vele derde onderwijzers er zich geene illusie van behoeven te maken, ooit tot tweeden, laat staan tot eersten op te klimmen. En zij, die zoo gelukkig zijn, het ooit zoo ver te brengen, zullen dan zeker den middelbaren leeftijd bereikt, wellicht overschreden hebben. Overtuigender intusschen dan het helderste betoog is de logica der feiten. Neemt men, in verband met het voor gaande in aanmerking dat het maximum van een derden onderwijzer met hoofdakte f 700, dat van een tweeden f 900 is, dan raoet men volslagen onbekend zvin met de eiscben des levens, om staande te houden, dat met deze geldsommen voldoende de diensten be loond worden van menschen, die de toekomst des vaderlands voor een groot deel in banden hebben. Het onvoldoende der bezoldiging springt nog scherper in het oog, wanneer men de salarissen der onderwijzers met die der hoofden vergelijkt. Zelfs een eerste on derwijzer, die toch geschikt geacht wordt als plaatsvervanger van het hoofd op te treden, verdient weinig meer dan do helft van de jaarwedde des laatsten. Naar het bescheiden oordeel van adressante zou het eene groote verbetering zyn, wanneer het aantal dienstjaren en practische en theo retische bekwaamheid (de laatste blakende uit behaalde akten) de grondslagen vormden eener nieuwe regeling. Ijverige plichtsbetrach ting en studie moesten den onderwijzer hot vooruitzicht openen op eene voldoend beloonde betrekking, hetgeen buiten kyf ook het onder wijs gröoteiyks zou ten goede komen. Thans verkeeren velen in de noodzakelijkheid hun schraal inkomen door allerlei bezigheden te vermeerderen en zyn daardoor van tijd en lust verstoken om buiten de schooluren nog eenige aandacht te wijden aan de studie van hun eigenlijk werk: onderwijs en opvoeding. Het traktement (ƒ550), waarmee een onder wijzer in deze stad zijne loopbaan begint, kan men als voldoende boschouwen voor een jongmensch van achttien- a twintig jarigen leeftijd. Daarin behoeft dus geene wijziging gebracht te worden. Doch, wat blijkens het voorgaande wel dringend verandering eischt, is de voor den onderwijzer ontmoedigende en pijnlijke onzekerheid, of hij het ooit aan merkelijk beter zal krijgen. Daarom zou het gewenscht zijn, dat hy telkens na verloop van een bepaald aantal dienstjaren recht had op verhooging, tot hij een zeker maximum bereikt had, zoodat hij, op dertigjarigen leef tijd bijv., eene jaarwedde genoot, die hem in staat zou stellen burgerlijk te leven. Mocht onverhoopt op dit verzoek door U niet gunstig beschikt worden, adressante zal toch iedere verbetering der onderwijzerstrak tementen, naar welken maatstaf dan ook, dankbaar aanvaarden." Waar in deze to; lichting 3prako is van onder wijzers, worden ook onderwijzeressen bedoeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 12