's-Hertogenboscb, f 175,000 voor Maastricht, f 262,000 voor Nymegen en f 167,500 voor Roermond. De heer C. W. Van der Pot, emeritus predikant by de Remonstrantsche gemeente te Rotterdam, is in den ouderdom van 77 jaar overleden. Z9B en twintig jaren was do heer Pot predikant te Rotterdam, na eerst te Haarlem en te Leiden gestaan te hebben. In 1870 nam hy zyn emeritaat. Ook op let terkundig gebied heeft hy zich een welver dienden naam gevestigd. De Staatscourant van 21 dezer bevat de wet van 15 dezer (Staatsblad Nr. 89), houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op de suiker. De correspondent van het „Vad." te Para maribo seint dat de oneenigheid tusschen den Gouverneur en mr. Kalft' tot verschillende heftige tooneelen in den Raad van Bestuur aanleiding heeft gegeven, en dat de heer Kalff, ten gevolge der ondergane bejegening, Zaterdag de vergadering van don Raad van Bestuur verliet. Naar het „Vad." verneemt, zal eene com missie worden benoemd om do Regeering to dienen van advies over de vraag, wat haar te doen staat naar aanleiding der opzegging van de handelstractaten. Door de arrondissements-rechtbank te Alk maar is, ter vervulling van eene vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navol gende alphabetische lyst van aanbevelingmr. J. A. G. Gockinga, ambtenaar van het open baar ministerie by de kantongerechten in hot arrondissement Groningenmr. B. Simons, substituut-griffier bij do arrondissements-recht bank te Amsterdam, en mr. C. IV. Vollgraff, kantonrechter te Goor. De heer Land heeft eene nadere redactie van do vroeger door hem op de Logerwet voorgestelde amendementen, betrekkeiyk den dionsttyd by de actieve zeemacht en by de zeeweer, ingediend. De zakelyke inhoud blyft onveranderd, maar de heer Land heeft er nu bygevoegd eene reeks van wyzigingen in andere artikelen, welke het uitvloeisel zyn van de vroeger voorgestelde. Het stoomschip „Amsterdam", van Am sterdam naar Nieuw-York, vertrok 19 April van Boulogne-sur-Mer en passeerde 20 April Lizard; de „Batavia", van Rotterdam naar Java, is 19 April te Southampton aangeko men de „Soerabaia" is 19 April van Rotter dam te Batavia aangekomen; de „Utrecht", van Java naar Rotterdam, is 18 April van Rerim vertrokken; de „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 20 April van Genua. liet Lcldsche Tooncel. Paolo Giacommetti is een Italiaansch tooneel- schryver, die verschillende drama's in het leven heeft geroepen alleen om de beroemde tragédienne madme. Ristori in de gelegenheid te stellen hare kunst, haar talent in al hun omvang en verhevenheid ten toon te spreiden. De meest bekende zyner werken zyn „Marie Antoinette" en het gisteren hier ten tooneelo gevoerde „Elisabeth". De auteur heeft dit "treurspel eer. „historisch" drama genoemd, volgens onze bescheiden meening echter ge heel ten onrechte. Multatuli heeft ergens gezegd: „Op den bodem van het menschelyk hart sluimeren paarlen naast ondieren en gedrochten". Deze werkelyk schoone woorden waren in alle mogeiyke opzichten ook toepasseiyk op de machtige heerscheres van Engeland. Elisabeth had vele ondeugden en gebrekeB, maar zy bezat daarentegen ook edele hoedanigheden. Dsze laatste eigenschappen nu worden haar door den schryver ten eonenmale ontzegd. Hy schetst ons de zuster dor ongelukkige Maria Stuart als een monster van boosheid en ver dorvenheid; goen enkele goede, edele harts tocht mag haar deel zyn; de liefde, welke zy immer aan kunst en wetenschap gewyd heeft, vindt, volgens Giacommetti, hare bron in eene buitengewone ijdelhoidhare groot moedigheid wordt eene gril gbheeten en zoo is het geheele tooneelwerk een volgepropt magazyn van booze, slechte en onmenschelyke neigingen. Ook de tafereelen, welke wy mogen aan schouwen, zyn dikwyls volslagen in strijd met de geschiedeniszoo laat zy byv. den jeugdigen graaf van Essex, haren gunsteling, ter dood brengen, omdat deze, tegen den last van den opperbevelhebber, Cadix in haren oorlog met Philips II bestormd en overwon nen had een tweede Manlius Torquatus derhalve terwy! de geschiedenis ons leert dat hij deel had genomen aan eene samen zwering, tegen zyne gebiedster gericht, en dien tengevolge ter dood is gebracht. Het geheel stel ik verre beneden de „Marie Antoinette" van denzelfden schryver. Beide hebben dit gemeen, dat het den toeschouwers slechts in kennis brengt met enkele taferoelen en feiten, welke niet in on derling verband met elkander staan. In de „Marie Antoinette" echter aanschou wen wy de deugd naast ondeugd, het recht schapene, het edele, het verhevene tegenover het lage en gemeenehier ontwaart men den Btryd der hartstochten, lerwyi de „Elisabeth" ons slechts eéne ydele, onbarmhartige, mee- doogenloeze vrouw vertoont, byna uitsluitend omringd door kruipende vleiers. De rol van Elisabeth werd door mevrouw Beeismans met die kracht, met dat talent vertolkt, welke wy zoo meDlgmaal in haar bewonderd hebben; vooral het zoogenaamd stille spel, de uiting d6r zielsaandoeningen, de stryd der hartstochten werd op meester- lyko wyze te aanschouwen gegeven. Daar waren enkel momenten, welke boven onzen lof verbeven zyn; als zoodanig noemen wy: de aarzeling, waarmede zy het doodvonnis van Essex onderteekende, hare houding tegen over Maria Lambrun, die een aanslag tegen haar leven had gewaagd, en ten slotte de ge heele vierde acte, den stryd tusschen den on- verzotteiyken wil van den geest en do zwakte des lichaams, den stryd, welke met den dood eindigt. Over bet algemeen werd zy uitstekend ter zydo gestaan, ofschoon niemand een bepaald zware rol naast haar had te vertolken. Eene enkele maal had de heer Tartaud, als graaf Essex, gelegenheid om een waardig tafereel vol kracht en majesteit te schotsen bet was dat, waar hy zyn degen, welken hy tot roem van Engeland en diens koningin heeft gevoerd, aan stukken breekt en dezon voor de voeten der heerscheres werjt. Ook mevrouw Van Kerckhoven in hare tra^tsti-rol van Jacobus VI, koning van Schot land, deed ons hare smart by het vernomen van den dood van Maria Sluart, zyne moeder, innig gevoelen. Het huis was uitverkocht: er was geen enkel plaatsje in den schouwburg onbezet. Er was echter nog eene andere reden dan het zooeven geschetste drama, dat de inwoners dezer gemeente tot zulk een talryk bezoek had genoopt; het was de avond dat Leidens huldeblyk aan mej. Vink en den heer P. D. Van Eysden, ter gelegenheid van hun aan staand huweiyk, zou overhandigd worder. Tusschen het vierde en vyfde bedryf ver- eeDigden zich te dien einde enkele leden der burger-commissie en de vertegenwoordigers van het Leidsch Studentencorps op het tooneel. Namens LeideDs burgery Dam de heer H. Van de Velde het woord; by vrenschte den jubilarissen van harte geluk met het feest, dat zy weldra hoopten te vieren, en bood hun als bewys der sympathie, welke Leidens ingezetenon voor het waardig paar koestoren, esnige geschenken aan, bestaande uit een tweetal omlyste gravures, voorstellende „Die Vorstellung der Braut" en „Für's Leben ge- funden", en wyders nog eene pendule met lustere, terwyi spreker dit alles deed verge zeld gaan van don wensch, dat beide jubila rissen nog menigmaal hier voor het voetlicht zouden treden om zich te overtuigen van de bly vendo genegenheid van bet Leidsche publiek. Een storm van toejuichingen volgde op deze woorden; het waren teekenen van instem ming met dezen heilwensch, het waren uitin gen van dankbaarheid en bewondering tegen over mej. Vink, de talentvolle tooneelspeeister, en den heer Van EysdOD. In gelyken geest drukte de heer W. C. Th. Van der Schalk zich uit namens het Leidsch Studentencorps en ook hy bood haar zyne huldeblyken aan, bestaande uit een twaalftal prachtig bewerkte dessert-lepeltjes en verder nog een mosterdvaatje met bybe- hoorend zout- en poperetel, van oud zilver, alles in keurige étuis gestoken. Z:chtbaar geroerd, dankte mej. Vink haar innig geliefd Leidsch publiek voor al deze teekenen van vriendschap en waardeering, den wenech er byvoegende, dat hel haar nog lange jaren mocht gegeven zyn hier deze planken te betreden. De luide, stormachtige byralsbetuigingen, welke haar na deze woorden ten deel vielen, het tot driemalen toe terugroepen der ge vierde actrice, bewezen op onwedorlegbare wijze, dat de toeschouwers eveneens dien wensch deelden, dat zy mej. Vink ook als mevrouw Van Eijsden nog dikwyls hoopten h»nne toejuichingen te scheDken. Nog moet ik melding maken van eene gravure, voorstellende „Sein Glückwunseh", door den heer P. Somerwil, pedel van het Leidsch Studentencorps, den jubilarissen toe gezonden. Talryke en groote bloemenmanden, beuquetten en kransen begeleidden dit alles. Het was een schitterend feest, een feest, den jubilarissen, maar ook onze stad waardig. Gaarne neem ik dan ook deze gelegenheid te baat om namens de commissie mynen hartelyken dank te betuigen aan allen, die medegewerkt hebben tot het doen welslagen- van oezen avond. Mr. L. H. Gemengd Menws, Door een defect aan den weg tusschen Warmond en Pietgyzenbrug konden gieterochtend de treinen van Rotterdam via Leiden dit gedeelte tydelyk niet passeeren. Trein 14 uit Rotterdam had daardoor een oponthoud van ruim een uur; de volgende treinen passeerden weer geregeld. In de zaak van den schipper te Koudekerk, die van de gemeente 's Graven- hage schadevergoeding vorderde op grond dat hij ten gevolge van het aftappen van water ten behoeve der waterverversching dier ge meente, schade had geleden door het kante len en zinken van zyne schuit by den Leid- schendam, concludeerde heden de officier van justitie by de Haagsche rechtbank, van oor deel zynde dat de eischer te kort was ge schoten in het leveren van het hem opgelegde bewys, tot ontzeggiDg der vordering. In de laatste dagen melden z i c h roeds tal van Egmondsche en Noordwykeche zeelieden te Schevoningen aan, om te dienen op de vloot gedurende de aanstaande haring- viaschery. In vergelyking met vorige jaren kan deze bymonstering zeer vroegtydig go- noomd worden. De roeders wenechen blykbaar hunne equipages spoedig compleet te hebben. Uit Haarlem wordt gemeü: De hyacinten beginnen hier en daar de eer6te bloemknoppen te ontplooien en het is te ver wachten dat by eenigszins zachter weder de bloembollenvelden rondom Haarlem over eene week in alle verscheidenheid en kleurenpracht te aanschouwen zuilen zyn. Een onbekend persoon heeft gisternacht in een bierhuis aan do Begynen- straat te Rotterdam 300 aan Duitsch en Hollandsch geld ontvreemd. Men melit uit Hearenvesn aan de „Amst. Crt.": Alle arbeiders ook de niet-Bildters hebben het werk gestaakt; alles is volkomen rustig. Jan S:ap, de voorzitter van „Broeder trouw," komt heden te 4 uren te Heerenvetn. Zondag-avond brandde te Sneek de olieslagery met woning van den heer F. Do Boer af. De eigenaar was dien dag afwezig. Naar men ons meedeelt, waren huis en molen verzekerd. Op het eiland Marken is, naar aanleiding van een door doleerenden inge zonden verzoekschrift, de kermis afgeschaft. Men schryft aan het „Hbl." van Terschelling: Met den oostenwind zyn in de vorige week geheele vluchteD vreemde vogels komen aanvliegen, welke veel overeenkomst hebben met de reeds bekende steppenhoenders, doch een 3lagje grooter zyn en watlangeren hals en bek hebben. In tegenstelling met de laatstgenoemde vogels, die in het zand leggen, zoeken deze de ruigte op. HuDne kleur is bruin als dio der meeuwen. Zy voeden zich met zee dieren. Men zal thans trachten eenige dezer dieren levend in handen te krygen, of althans hunne eieren te doen uitbroeden. Misschien smaken ze heter dan de steppenhoenders, welke een taai en tranig vleeseh hebben, terwyi hunne eieren naar visch smaken. Een tiental jongens teTilburg van 9 a 10 jaar volmaakte zich al spelende voor het huis van zekeren S. in de Schyf- straat en bemerkte de dochter, die niet wel by het hoofd is en voor het raam zat. Zij begonnen haar te plagen, waarom zij naar buiten kwam en een der jongens een oor byna geheel afsneed en verschill-nde wonden toebracht. De politie is met een onderzoek aangevangen. Een roman uit het leven. Uit Groningen wordt aan de „N. R. C." het vol gende gemeld Een agent van politie, die in het Sterreboseh surveilleerde, bemerkte eene jonge vrouw, die bij eene bank zat te schrijven. Toen hy nader kwam, werd het geschrevene haastig verbor gen, hetgeen de achterdocht van den agent wekte. Hij sprak haar aan, en ten slotte werd hem inzage gegeven van het geschrevene. Het bleek een afscheidsbrief te zynzy wilde zich verdrinken. Toen word vanzelf dat voornemen verijdeld en een onderzoek ingesteld naar de beweegredenen. Zy was modiste, had aunvanke- lyk volop werk, maar langzamerhrnd werd dit minder, totdat zy vóór eenige wek. n zonder brood en zonder dak was. Zy ging toen vry- willig in een slecht huis, doch liep daar weg, omdat zoo'n levou haar walgde. Eenige ingezetenen hebben zich nu het lot dezer vrouw aangetrokken. Volgens telegrammen u t Czer- nowitz heeft daar in de voorstad Rohozna een boer een woedenden wolf gedood, die, voor zoover tot heden bekend is, 32 personen gewond heeft. By geneeskuodig onderzoek werd geconstateerd dat de wolf Jol was. Daarom i3 besloten de door het eest ver wonden naar Pasteur te Parys te wrvoeren. In de Ruhr-mynstreek hebben 2000 mynwerkers den arbeid gestaakt, waar door thans 15 mynen stil staan. In de vorige week zyn te Nieuw- York niet minder dan 1347 psrsonen estorven, tegen 731 in dezelfde week van i et vorige jaar. Het aantal der in dit se zo.-n aan de daar heerschende griep overledenen bedraagt 356. Onder anderen zyn thans 170 politie agenten wegens ziekte buiten dienst. De Engelsche schoener „Heather Beli" is tusschen "Wangeroog en Spiekeroog gestrand c-n geheel wrak. Vier man der rquipage zijn verdronken. De lyken zyn te Wangeroog, zoo meldt men uit Emden, aan gedreven. Omtrent de aanvaring tusschen de stoomschepen ,,P. Caland" en „Glamorgan" zijn nog de volgende byzonderhednn bekend geworden Het stoomschip „P. Caland" bevond zich des avonds van den 15den April te ongeveer 9 u e.a in het Engelsche Kanaal benoorden do Varna-bank, toen een rood vuur van een stoomschip werd gerapporteerd aan bakboord- zyde kraanbalksgewyze vooruit. Terwyl de „Caland" in goeden staat stoo- mende was, waarschuwde de machinist dat eene der stoomschuiven defect was en verzocht om te stoppen, In 't nauwste gedeelte van 't Kanaal zijnde, achtte de kapitein het niet raadzaam daar te stoppen en wa3 van oordeel om zacht aan door te stoomen tot men op meer ruimte was en liet, eene gerinp e vaart loopende, in over eenstemming met de bepalingen, benevers de gewone lichten, die aanwezig waren, de drie roode lichten hijschen (art. 5 der wet), ter aanduiding voor anderen, dat hy niet kon manoeuvreeren. De gezagvoerder en de stuurman bevonden zich toen op de brug. Had de „Glamorgan" zyn koers bly ren behouden, dan waren de stoomschepen zeker ver van elkander vry geloopen. Doch plotsoling zag men het stoom schip van koers veranderen en vertoonde zich het groene licht, zoodat blykbaar aan boord van de „Glamorgan" het roer tegen het re glement aan stuurboord werd gedraaid. Het is ook mogelijk, dat men gemeend heeft op het zien der drie ioode lichten, dat zich een stoomschip in nood bevond en dat er assis tentie noodig zoude kuDnen zyn; anders is het onverklaarbaar dat de „Glamorgan" op de „P. Cabmd" afuield. Vrydag-avond te 5 uren vertrok de „P. Caland" van Dover, doch had met tegenwind en hooge zeo in de Noordzee te kampen. Met den open boeg moest men voorzichtig aan stoomen en kon men niet moer dan drie en eene halve rnyl tegen wind en zee maken. Op de hoogte van den Nieuwen Waterweg gekomen besloot de gezagvoerder, dewijl wind en zee steeds toenamen, tot veiligheid van schip en lading den Nieuwen Waterweg binnen te loopen en arrivc-erde het stoomschip te on geveer 3 uren des nachts aan de kade, bij het Poortgebouw, te Feyenoord. De boeg van het stoomschip ziet er vree- soiijk uit. De boegspriet is afgebroken, er ligt een gedeelte voor op den hak. Het boven deel van boeg en steven is grootendeels weg, evenals de bakboornskluis, terwyl die aan stuurboord ook defect is, en zooverre de boeg nog zichtbaar is, wijkt, het overschot naar stuurboord over. Alleen het bovenstuk gal joen met den scheepsnaam hangt er nog aan. Aan alles kan men zien dat de aanvaring plaats vond door een van bakboord afkomend stoomschip. BUITKNL. Jk.N X>. Frankrijk. De directeuren van de leigroeven te Trélaré, by Angers, die mot eene werkstaking werden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 2