N". 9556. Zaterdag- IS -Aapril. A0. 1891. (§eze (Courant wordt dagelijksmet uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. i e éénoorige. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden..........;, f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Yan 16 regels ƒ1.05. Iedero regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. INGEZONDEN. §tadgenooten. Sedert eenige jaren is het werken op Zon dag, vroeger in het bakkersbedrijf bpna on bekend, te dezer stede by de broodfabrieken in zwang gekomen. Wel is waar zijn door de Laidsche Brood fabriek onlangs eenige maatregelen getroffen om den arbeid der bakkersgezellen in de week te verlichten en aan hen een vrijen Zondag om de vijf weken te verschaffen, wat met waardeering moet worden vermeld. Maar tien vrije Zondagen in een geheel jaarbetee- kenen toch niet veel! Wat meer zegt, de Zondagsarbeid als zoodanig wordt voortdurend als noodwendig beschouwd en voor goed als vaste insteiling op de genoemde fabriek inge voerd. Daarenboven blijven de andere onderne mingen voortgaan met het werken op Zon dag en nemen hun personeel de geheole week in beslag. Een noodwendig gevolg van het een en het ander zal zijn, dat ook de parti culiere bakkerijen, in den strijd om het be staan, den Zondagsarbeid gaan invoeren en den vrijen Zondag aan de bakkersgezellen zullen ontnemen. Naar onze vaste overtuiging is het een groot gevaar, waarmede alzoo onze goede stad wordt bedreigd. Het leven van een aanmer kelijk gedeelte van onzen werkmansstand wordt verkort. Voor het huisgezin kan de man en vader niet zijn, wat hjj op een wel besteedden Zondag er voor zijn kan en zijn moet, terwijl hjj de verfrissching en ontspan ning niet ontvangt, die de besten van ons volk nog steeds des Zondags in huis en daar buiten zoeken en vinden. De maatschappij on dervindt de gevolgen, waar één tak van bs- dr(1f stelselmatig aan den Zondag de plaats ontneemt, die deze dan in en voor do gemeen schap behoort te bekleeden, en het gegeven voorbeeld straks op ander gebied wordt na gevolgd. Wjj doen daarom een beroep op U allen, van welken stand en welke belijdenis ook! Altijd wordt gezegd, dat de eischen door het publiek gesteld het werken op Zondag noodzakelijk maken, daar het toch duidelijk is, dar het produceeren op Zondag geen meer dere eonsumtie ten gevolge heeft en derhalve geen grootere winsten doet behalen Welnu, gaat met ons tot aandeelhouders, commissarissen, directeuren van de verschil lende broodfabrieken te dezer stede. Zegt tot dezen, met ons, dat wjj niet ver langen des Zondags van versch brood te wor den voorzien, dat w\j tevreden zijn, zoo wjj des Zaterdags avonds, gelijk in vroegeren tijd, de I noodige inkoopen kunnen doen. Vraagt van hen, door met ons te teekonen op het adres dat wij willen aanbiedensluit des Zondags uwe fabrieken en werkplaatsen en geeft den bakkersgezellen den Zondag vrjj, op welken zij voor zichzelf er, met het oog op hun huiselijk leven prijs stellen, den Zon dag, welks gepaste viering door alle standen is in het belang der geheele Maatschappij. Het adres luidt als volgt Aan de aandeelhouders, commissarissen, directeuren van de te Leiden gevestigde broodfabrieken De ondergeteekenden hebben met bekom mering waargenomen dat te dezer stede de Zondagsarbeid op de broodfabrieken een groo- ten omvang heeft verkregen. Wel is er op ééne van de bedoelde inrichtingen een ver andering ten goede aangebracht, maar de Zondagsarbeid als zoodanig blijft gehandhaafd, gelijk hij ook door de andere fabrieken als noodwendig wordt beschouwd, en, gaat het zoo voort, ook op particuliere bakkerijen zal worden ingevoerd. De ondergeteekenden achten het overbodig in het breede uiteen te zetten dat de Zondags arbeid schadelijk is voor hot individu, tot ver nietiging leidt van het huiselijk leven en ver derfelijk is voor de gemeenschap. Vermits het hun gebleken is dat door som mige bestuurders en patroons groote waarde wordt gehecht aan den vrjjen Zondag, maar dat de eischen, door het publiek gesteld, het noodwendig schjjnen te maken om op den eersten dag der week te arbeiden, zoo komen zij tot u in de eerste plaats met de verklaring: dat zjj zeiven geen versch brood op Zondag verlangen, en dat zjj alles zullen doen wat in hun vermogen is om overal de overtuiging te vestigen dat het genot van versch brood, wanneer het gekocht wordt voor den prijs van den vrjjen dag die den bakkersgezellen toekomt, te duur wordt betaald; en in de tweede plaats met het verzoek: dat gij uwe fabrieken en werkplaatsen op Zondag sluit en aan uw werklieden de door dezen zoo vurig gewenschte Zondagsrust vor- schaft, die, voor hon en voor hun huisgezin nen een zogen, ook ten goede komt aan do gemeenschap, waartos zjj, gjj on wij samen belmoren. M. A. Gooszen, C. G. Chavannes, W. F. Van Wyk, C. A. Simonis en H. C. Van der Heyde, Bestuursleden van de Afdeeling Leiden der Nederl. Vereeniging tot Bevordering van Zondagsrust. H. Van der Meer, H. C. De Jong, J. Crama Jr., H. J. Blommendaal, A. Koppier, J. Boekooi en H. W. Warners, Bestuursleden van de Afdeeling Leiden van het Nederlandsch Werk liedenverbond „Patrimonium". C. H. Kouw, N. Van Weizen, W. Segaar, C. Cossee, G. Voorhorst en J. Boon, Bestuurs leden van de Afdeeling Leiden van het Alge meen Nederlandsch Werklieden-Verbond. van coöperatieve fabrieken van bceren on derling. Vr.Geeft een en ander niet te denken j voor onze Z.-Hollandsche boeren? U, Mijnheer do Redacteur, dankzeggend voor do mij verleende plaatsruimte, heb ik de eer te zijn UEd. dw. dnr. Leiden, 17 April 1891. C. L. og eenige bitterpraatjes. lo. In den zin der Boterwet wordt onder boter verstaan het vetartikel, bereid uit zuivere koemelk zonder verdere bestanddeelen als kleursel en zoutalle andere vetsoorten mogen niet onder de benaming van boter verkocht worden. Vr.Waarom leest men dan nog steeds van plantenboter, alsmede van boter van 30 ct. per kilo met nog KG. extra toegift? 2o. In dat gedeelte van de Waag alhier, waar des Zaterdags de boter wordt gemarkt, is het blijkens aanplakking verboden te rooken. Zeer ten ongerieve van de koopers wordt aan dat verbod al zeer weinig de hand ge houden. Vr.Als iedere overtreding daarvan met bjjv. f 5 werd beboet, zou dat ook beter helpen 3o. Niemand zal het nut ontkennen van betrouwbare marktberichten. Zaterdag 11. ver kocht de Melkinrichting Levendaal hare boter hier aan de markt voor f 40 a ƒ41 per '/,-vat; misschien kreeg een enkele andere verkooper 1 of 2 gl. meer. Vr.Wie kreeg volgens het marktbericht a f 54? 4o. De boter, welke hier gemarkt wordt, is geheel voor binnenlandsche consumptie be stemd, waaraan te danken is het feit, dat de boeren vele malen, ook de laatste weken, met hunne boter staan te markten als stonden ze met bedorven visch; dat spel duurt soms van halfnegen tot ruim 11 uren. In Sneek bijv., waar nu wekelijks ruim 1000 '/,-vaton van 40 KG. worden aangevoerd, geschiedt do verkoop bjj afslag, en is die groote markt binnen het uur afgeloopende prjjs der boter lste keur is deze week te Sneek en Heeren veen resp. f 52 en f 53 per 7p (feitelijk be taalde marktprijzen). Daar is het echter alles export naar Engelandmen maakt daar meer werk van de zuivelbereiding ook in den vorm CORRESPONDENTIE. Reeds meermalen hebben wjj er aan herinnerd dat mededoe- lingen of ingezonden stukken moeten verge zeld gaan van den naam des inzenders. O oineiigr<1 IVieuws. Te Harlingen hoorde eene vrouw, die haren hoogbejaarden stervenden vader be zocht, plotseling een hevig geschreeuw en zag uit een naburig huis een meisje komen met een klein kind, waarvan de kleoren in brand stonden. De vrouw nam het kind, wik kelde het in de matten en kleedjes, die ze kon grijpen en.viel toen zelve in flauwte, doch het kind was gered, want hoewel de kleertjes tot het bovenlijf waren verbrand, heeft de kleine geene noemenswaardige brand wonden bekomen. De reeds voor ƒ14,500 aanbestede verbouwing van het huis „Berkenstein", te Apeldoorn, tot hotel zal geen voortgang hsbbon. De woning wordt thans vermoedelijk afzon derlijk geveild, terwjjl de tuin in perceelen voor bouwterrein zal worden verkocht. Dat de bende Zigeuners, welke voor eenigen tijd beproefde onze grenzen over te trekken, niet onbemiddeld was, blijkt hieruit, dat ze don marechaussees te Nieuwe Schans ƒ1000 boden, indien dezen haar er over lieten trekken. Toen do marechaussees dit van de hand wezen, beproefden ze met geweld verder te komen, zoodat men hun de wapens moest toonen. Een eigenaardige straf werd in het Pai jjsche garnizoen door generaal Poillone de Saint Mare gegeven. Een soldaat was 's nachts over den muur van de kazerne ge klommen en had den nacht verder buiten doorgebracht, waarvoor hjj politiekamer had gekregen. De generaal liet zich het zakboekje van den bestrafte brengen en toen hjj zag dat deze goede klimmer b(j de laagste afdeeling van de turnschool was ingedeeld, werd de instructeur der turnschool met 4 dagen kamer arrest gestraft, „omdat hij de lichaamskracht en geschiktheid van zjjne leerlingen niet goed beoordeeld had." 2.) Toen Lo-seng op zekeren dag zijn werk verricht had en naar zjjne cel terugkeerde, hoorde hjj luide jammerkreten. Zij kwamen uit. de cel van don ouden, zieken Suang. Verschrikt snelde de knaap toe. Suang ver miste zijn houten talisman; nergens was hy te vinden. Na lang zoeken bracht Oraing het heilige beeld en fluisterde den directeur der in richting in „Deze dief daSr heeft het gehad, onder het bed van Lo-seng vond ik hot verstopt." Lo seng bezwoer schreiend zjjne onschuld, maar tevergeefswie zou anders de dief zjjn Do talisman lag immers onder zjjn bed? Do handboeien werden voor den dag ge haald en de arme, onschuldige knaap' gebon den, den gestolen talisman hing de oude, zieke Suang om den hals van Lo-seng en gevolgd door alle bewoners der inrichting en do schreeuwende straatjeugd zweepte men, onder begeleiding van trommelslag, den be schaamden, weenenden Lo-seng door de stra ten. Oraing liep, vroolijk lachend, naast zyn slachtoffer en zag met welgevallen, hoe de zweep striemen achterliet. Veel onheil veroorzaakt de afgunst in de menscheljjke borst. Op bijna zestienjarigen leeftijd verliet Lo- seng de inrichting. Zyn gezicht stond ern3tig en het glimlachen schoen hij verleerd te heb ben; een droeve trek omgaf zjjne fijne, smalle lippen. Nooit had de jongeling iets misdaan en talloozo malen werd hg beschuldigd. De eigenlijke boosdoener word nooit ontdekt, men deed or ook geene moeite voor, men had immers een zondenbok. Nu stond Lo-seng op eigen boenen. Hjj was met de schrijfteekens bekend; snel en zeker wiérp hy ze op het perkament, daarom wilde hjj openbaar schrijver worden en voor het der schrjjf kunst niet machtige volk de brieven stellen en daardoor mettertijd een rjjk man worden. Reeds had bij zjjn gepolijst tafeltje op den hoek der straat en oud en jong omringde hem. Onder de jongen waren twee mannen met een verdacht voorkomen; met vleierijen over Lo-sengs verstand en bekwaamheid wis ten zij den jongeling te doen toetreden tot een bond, die zich aan wetenschap en boeken wijdde. Althans Lo-seng meende dit. In wer kelijkheid bestond do bond uit jonge deug nieten, die zich tegen het al te strenge op treden dor regeering verzetten en den schrift geleerden Lo-seng als dekmantel wilden ge bruiken. Het kwam den onervaren jongeling won derlijk voor, toen de bondgenooten hem in een onderaardsch gebouw voerden. Bij den rooden schjjn ran een gloeilicht zaten vele jongelieden uit lange püpen het bedwelmende opiumgif te rooken; z(j gesticuleerden en discussieerden, totdat do een na den anderen bewusteloos op den grond viel. Met groote oogen overzag Lo seng het af schuwelijke tooneel; de pijp lag onaange roerd naast hem op den grond en alles om hem heen scheen in doodsslaap verzonken. Zacht werd de zware houten deur geopend. Verbaasd keek Lo-seng op, een aantal ge- ïechtsdienareh tradon in het onderaardsche vertrek binnen, en voordat de jongeling zich verdedigen kon, lag hij met de andere op roerlingen gekneveld op den grond. Weer bezwoer Lo seng jammerend zijne onschuld, maar men lachte hem uit. Drie dagen later werd hem en zjjne bondgenooten als oproerlingen het rechteroor afgesneden, als waarschuwing voor alle oproerlingen in het rijk van het midden. Woedend sloeg Lo seng zich voor hot voor hoofd, de betelnootpap was toch bepaald be hekst geweest. Met slechts één oor en het hart vol droef heid en verbittering verliet Lo-seng Kanton en ging naar Amoy. Zonder kash in den zak, hongerig en dor stig, kwam de jongeling na eenige weken bij zonsondergang te Amoy aan. Vermoeid betrad hij een der eersto huizen. In gouden letters stond eene spreuk in den versierden gevel „Wendt u af van zonde en onreinheid." Spellend leunt Lo seng tegen den ingang. Een oude witgestaarto Chinees ontwaart in de kamer den indringer. Hp treedt nader, ziet naar de reclueizpde van des jongelings hoofd en wyst gebiedend eerst naar de spreuk in den gevel en dan naar da deur. Lo seng heft smoekend de handen op, maar de oude Chinees schudt mot het hoofd en wflst naar de straat. Lo-seng wil heengaan, maar zjjne voeten dragen hem niet langer; uitgeput zjjgt hij onder de spreuk van den vromen Confusius neer. De oude witge staarto Chinees geeft den vreemdeling een. schop en slingert hem op de straat. Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5