N°. 9555.
Vrijdag 17 April.
A*. 1891.
vin Z?n- en feestdagen, uitgegeven.
Dit uommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 16 April.
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Alzondorlijke Nommers0.05.
(Deze Dourant wordt dagelijks, met uitzondering
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17$.
Gïootore letters naar plaatsruimte. Voor hot
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Eerste Blad.
Aan da universiteit alhier 13 hetcandidaats-
examen in de rechtsgeleerdheid afgeiegd door
den heer P. L. M. Driebeek Jr.
De 6 batterijen van het 2de reg. veld-art.
uit Leiden en 's-Hage zullen van 13 tot 31
Juli tactische schietoefeningen houden in de
legerplaats by Oldebroek en den 26sten Aug.
naar de legerplaats by Zeist vertrekken, om
tot 8 Sopt. met de 1ste divisie infanterie deel
te nemen aan de najaarsmanoouvres.
Aan 's Iljjks kleedermagazijn te Amster
dam is gisteren aanbesteed de levering van
0. 36,000 paar halve zolen in 6 perc. en
30,000 paar achterlappen in 5 perc., te leveren
2de halfjaar 1892; b. 56,000 paar halve zolen
in 8 perc. en 73,000 paar achterlappen, te
leveren in 10 perc. in het 2de halfjaar van
1893. Minste inschrijver was 0. a. voor ach
terlappen de heer C. H. De Jong, te Leiden,
1 perc. tegen ƒ3.75.
Men schrijft ons uit Nieuwe Wetering,
dd. 15 April:
Hedenmorgen werd op de R.-K. begraaf
plaats te Roolof-Arendsveen aan den schoot
dor aarde toevertrouwd het stoffelijk over
schot van den heer A. Straathof, in loven
wethouder der gemeente Alkomade, hoofdin
geland in list Sate district van Rijnland, en
voorzitter van den drooggemaakten Veender-
en Lykerpolder.
Eene menigte vereerders van den overledene
had zich op den doodenakker verzameld, om
aldaar een laatsteh blik te werpen op de
groeve, en blijken van deelneming te betuigen
over het verlies, dat door zijn heengaan
wordt geleden. Onder hen merkte men ook
op den edelachtb. heer burgemeester en de
heeren loden van den Raad der gemeente
Alkemade, bonovens de hoofden der vijf open
bare scholen in die gemeente.
Nadat door de eerw. geestelijkheid volgens
de plechtigheden der R.-K. Kerk het gebeente
des overledenen was gezegend en in het graf
neergelaten, was in veler oog een traan zicht
baar. En met recht. Niemand toch kan dezen
eenvoudigen, nederigon man zijne hulde ont
houden voor den ijver, de scherpziendheid,
de oprechtheid en strikte eerlijkheid, waar
van hp in de veelvuldige betrekkingen, waarin
het vertrouwon zijner gemeentenaren hem
sedert vele jaren geplaatst had, steeds blijken
gaf. En wie zal de noodlijdenden en hulpbe
hoevenden kunnen opnoemen, wien hy gaarne
de helpende hand toestak, vaak op milde wijze
uit moeilyke omstandigheden redde en hen
behoedde voor een wissen ondergang!
By allen, die hem van naby hebben gekend,
hetzy in zijne openbare betrekkingen, hetzy
in zyn gezin 01" in zyn particulier leven, zal
zyn naam steeds in gezegend aandenken
blijven.
Met ingang van 1 Mei aanstaande zal
het Rykstelegraafkantoor met telephoondienst
te Lisse op werkdagen open zijn van 8'/a tot
12 uren 'svoor- en van 3 tot 4'/2 en van
7 tot 9 uren 's namiddags. De diensturen op
Zon- en feestdagen blpven onveranderd.
Beroepen is by de Ned.-Herv. gem. te
Rottevalle ds. C. J. Van Arkel, te Noordwy-
kerhout.
Door den vice-admiraal der marine te
Amsterdam is aanbesteed het doen van eonige
herstelling en vernieuwing aan het dak en
de ventilatiekap van de werkplaats, genaamd
de nieuwe smederij. Ingekomen waren 10
biljetten. Minste inschryver was de heer Ph.
Verbruggen, te Waddingsveen, voor f 10,420.
Door de afdeelingen der Tweede Kamer
zpn benoemd tot rapporteurs over eenige klei
nere ontwerpen en dat tot hot stichten van een
post- en telegraafkantoor te Amsterdam de
heeren Smeonge, Heldt, Dykmoester, Van de
Velde en Dobbelman; over de suppletoire be
grooting van waterstaat, de heeren Veegens,
Goekoop, Van der Kaay, Van Kerkwyk en
Van Kempen, en over dat tot regeling der
formulieren en titels in verband met liet over
gaan van do Kroon op eene Koningin, de heeren
Rooll, Gloichman, Van Houten, Brantsen van
de Zyp en Hicbiels.
Voor het wetsontwerp botrekkelyk het fail
lissement en de surséance van betaling, mede
in onderzoek, is eene commissie van voor-
boreiding benoemd.
In do gisteren te Delft gehouden zitting
van den gemoontoraad is ingokomen een voor
stel van den Raad van bestuur der Indische
instelling tot verandering van den 2-jarigen
in een 3-jarigen cursus; een voorstel van
B. en Ws. tot uitbreiding der werken van de
duinwaterleiding te Monster werd'aangenomen.
Blykens by de Regeering ontvangen
mededeeling, is door Z. M. den sultan van
Turkye eene medaille ingesteld, bestemd om
te worden toegekend aan verdiensteiyke
kunstenaars, zoowel Turksche als buiten-
landsche. SC.-Crt
De officier van adm. 2de kl. A. G. Ter
Cock, uit West-Indie in Nederland terugge
keerd, is op non-activiteit gesteld.
In het „Hbl." vindt men beden onder
de advertentiën een telegram uit Paramaribo,
door een aantal firma's aldaar aan eene expor
teursfirma te Amsterdam goricht en luidondo
als volgt
„Zeg onzen agenten rystverscheping te stop
pen. Afscheping Regeering ongerechtvaardigd.
Spreek Minister. Publiceer telegram."
Hot „Hbl." verneemt aangaande deze zaak
hot volgende:
De oogst der bananen (de aardappel van
de West) is mislukt door te veel regen.
Daarom is er ryst noodig, en hebben de West-
Indische handelshuizen ryst ontboden. Er is
op hun order reeds veel van Amsterdam ver
scheept. Eene boot nam 0. a. 2000 balen mede-
Nu heeft de gouverneur, naar men aan
genoemd blad medodeelt, uit Holland ryst en
meel ontboden, voor kosten der Regeering.
Het is niet by openbare inschryving geschied,
maar is geheim gehouden voor do handelaars
van West-Indië.
Zy kunnen met de ryst, door hen ontbodeD,
nu niets doen. Ryst moet in de West dade-
ïyk van de hand. De nachten zpn vochtig,
de dagen heet, de ryst gaat dadelyk broeien,
de worm komt er in, en ze kan dus niet
worden opgeslagen.
Verder schryft het „Hbl." het volgende:
De kooplieden zyn blykens het telegram
dus zeer toornig op den gouverneur. Ofzyno
daad ongerechtvaardigd is gelpk ze beweren,
kunnen wy niet beoordoelen. Het is zeer
wel mogeiyk dat goed regeeringsbeleid voor
schreef door energiek optreden een hongers
nood to voorkomen. Wellicht verdient de gou
verneur lof, in plaats van blaam voor zijn
denkbeeld. Doch oppervlakkig beschouwd,
schynt de uitvoering van zpn denkbeeld
het zy dit goed of kwaad was weder
zeer onhandig en ruw te zyn geweest. Want
ook indien het ontbieden van ryst op 's lands
kosten gemotiveerd was, dan schijnt het ons
bitter onbiliyk tegenover de kooplieden in
Suriname, hen daarvan onkundig te laten.
Europeanen hobben evenveel recht op be
scherming als boschnegers. Indien eene pu
blieke aanbesteding had plaats gehad of iets
openlyks geschied ware in deze, zouden de
grootste rystpelleryen te Zaandam en Wormor-
veer niet onkundig zyn gebleven van het
besluit der Regoering.
Het stoomschip „P. Caland", van Nieuw-
York naar Amsterdam, passeerde 14 April
Lizard; de „Spaarndam", van Nieuw-York
naar Rotterdam, vertrok 15 April van Bou
logne sur-Mer; de „Prinses Sophie", van Ba
tavia naar Amsterdam, passeerde 15 April
Point de Galle; de „Voorwaarts", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 15 April Gibraltar
do „Bromo" vertrok 16 April naar Rotterdam
do „Piins Hendr.k", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 15 April van Suez.
Bij koninklyk besluit van 13 dezer is
bevorderd tot commandeur in de orde van
den Nederlandschen Leeuw, dr. C. E. Van
Koetsveld, hofprediker.
Bovendien zyn ter zake der krygsverrich-
tingen in Atjeh in 1890, de 1ste luitenant
M. Van der Meer Mohr, de 21e luitenant J. F.
Wonz en de korporaal A. O. P. Vogel, allen
van het wapen der infanterie, benoemd tot
ridder 4de klasse der Militaire Willemsorde,
terwijl verder daarby is bepaald dat de fuseliers
D. A. Arens en W. C. G. Van Dooren, ter
zake voormeld, by afzonderlyke dagorders, zoo
in Indië als in Nederland, eervol zullen worden
vermeld.
By koninklyk besluit is aan mr. R.
Koopmans, op zyn verzoek, met ingang van
1 Mei 1891, eervol ontslag verleend als
rechter-plaatBvervanger in de arrondissements
rechtbank te Haarlem.
Benoemdtot griffier bij het kantongerecht
te Sittard, mr. C. M. A. H. Geuljans,. advo
caat en procureur te Maastricht; tot griffier
by het kantongerecht te Groningen, mr. J.
G. Van der Hoop, thans substituut-griffier
by de arrondissement8-rechtbank aldaar; tot
ambtenaar van het openbaar ministerie bij
de kantongerechten in het arr. Dordrecht,
ter standplaats Dordrocht, mr. W. H. Van
Nes van Meerkerk, thans kantonrechter-plaats-
vorvangor, advocaat en procureur te Zwolle,
tevens beëedigd klerk ter griffie van de ar-
rondissements-rechtbank aldaar; tot id. in
hot arr. Middelburg voor do kantons Middel
burg en Goes, tor standplaats Middelburg,
mr. E. Dull, advocaat en procureur, tevens
werkzaam by den officier van justitie bij de ar
rond.-rechtbank te Zutfen, wonende te Lochem.
Aan C. Post, op zyn daartoe gedaan ver
zoek, eervol ontslag verleend als notaris '9
Tiel, met ingang van 1 Juni 1891.'
Met ingang van 1 April 1891, de kapt.
ter zee P. Le Comte, op zyn verzoek, op pen
sioen gesteld, onder toekenning van een jaar-
lyksch pensioen van f 2100 en eene verhoo
ging van ƒ1125 'sjaars, voor werkelyk ver-
blyf in militairen dienst in 's Ryks over-
zeesche bezittingen en koloniën en tusschen
de keerkringen.
IDE EENOORIGE.
1.)
Lo-seng ja, heette hy eigenlyk wel
Lo-seng? Lo-Beng was door ongeluk, tegen
spoed en booze machten vervolgd, zoolang
het hem heugde. Zyne moeder, Kwun-tain,
had wol is waar onmiddellijk na zyne ge
boorte zyn voorhoofd zoo dik mogolyk met
betelnootpap ingewreven, maar dit middel,
dat de Chineesche kinderen anders voor ver
driet en ongeluk behoedt, hielp ditmaal niets,
misschien was de pap behekst, Kwun-tain
heeft dat, helaas, nooit nagegaan.
Kwun-tains man stierf vóórdat Lo-seng
het levenslicht in het hemelsche ryk voor
het eerst aanschouwde. Toen hy een jaar
oud was geworden, werd Kwun-tain plotse
ling blind; dat was natuurlyk eene straf der
goden, en iedereen ontweek de beimelyke
zondares. Wat zou zij misdreven hebben?
Meedoogenloos was de blinde jonge vrouw
prysgegeven aan honger en ellende. Wie
wilde zich blootstellen aan de wraak der
goden, met name Juh-Wong, als men de
aldus beteekende beschutte en beschermde?
Kwun-tain verliet haar geboortedorp en
ging, tastende met een stok, den kleine in
een zak op den rug dragende, naar Kanton.
Daar, by een der eerste huizen, legde zy
haar onschuldig knaapje op een harden stoen
neer en vluchtte.
Of Kwun-tain verhongerde dan wel of eene
medelydende godheid haar den weg in een
nat graf wees, wie kan het weten?
Toen Lo-seng het bewustzyn kreeg, dat
hy een schepsel, een wezen, een mensch
was, bevond hy zich in een groot, steenen,
grys, vierhoekig gebouw met vondelingen,
grysaards en zieken; hy vroeg tevergeefs
naar vader en moeder. Men noemde hem Lo-
seng, maar Kwun-tain had hem zeker anders
genoemd.
De kleine Lo-seng leerde de menschelyke
ellende vroeg kennen, hy behoefde slechts
zyne heldere, verstandige oogen te gebruiken,
behoefde slechts een blik te slaan in elke
van de vele kleine cellen der inrichtinghier
ziekte, daar gebrekkige ouderdom, en bovenal
armoede en onzindelykheid, en toch gingen
al deze menschen eiken dag met gekruiste
armen naar de met steenen geplaveide bfh-
nonplaats en aanbaden het groote, houten
afgodsbeeld en dankt9n het voor het geluk
des levens.
Ja, bescheidenheid leerde Lo-seng in het
groote gebouw achter de kleine getraliede
vensters wel.
Eens, Lo-seng was precies vyf jaren oud,
het was misschien juist zyn geboortedag,
knielde by met de vondelingen en weezen
voor het afgodsbeeld op de binnenplaats.
Voor hen knielden de ouden en zwakken in
ryon. Met groote oogen zag Lo-seng den hei
ligen, dikken afgod aan, of dezen hem ook
een kleinen kash zou toewerpen, opdat by
de lange, witte, zoete stangen by den toko
houder eens kon proeven.
Innig vouwt Lo-seng de kleine handen en
ziet voor zich neer. Maar, wat is dat? Eene
kleine lederen beurs valt in zyn schoot. Met
glanzende oogen en dankbaren glimlach knikt
de kleine den stijven, ernstigen afgod toe en
steekt de beurs in zyn zak.
Oraing, zyn buurman, ziet den oneerlykon
Lo-song verwonderd aan. Hooft hy dan niet
bemerkt dat de oude voor hem het vuile
kapje van het hoofd heeft getrokken en dat
de daaronder verborgen beurs daardoor in zyn
schoot is gevallen?
Als het gebed afgeloopen is, gaat Oraing
naar den directeur der inrichting. Hij schreeuwt
en jammert en wyst woedend op Lo-seng,
die zich snel uit de voeten maakt. Lo-seng
is de dief.
Lo-seng wordt gehaald; by stond reeds bj
den tokohouder. Snikkend verdedigt hy zich
en vertelt van den goeden, heiligen afgod,
die hem de beurs in den schoot heeft go-
worpen.
De knaap wordt niet geloofd. Men sleept
hem naar den schandpaal op de binnenplaats,
hij staat recht tegenover het styve, houtea
beeld, elke bewoner der inrichting, oud of
jong, zwakken en sterken, neemt de zweep,
welke aan den schandpaal hangt, en slaat
meedoogenloos op den bovenden, weenendea-
knaap, die de roodgeschreide oogen op het
onbeweeglyke gezicht der godheid richt.
Oraing was een beenige, groote jongen,
met een door pokken geschonden gozicht.
Hy haatte Lo-seng, bovenal zyn glad, helder,
verstandig gezicht en diens vriendeiyko
manieren.
Jaren verstreken. In de inrichting was de
diefstal van Lo-seng byna vergeten. Voor-
boeldig, braaf, hield by de dompige en lage
collen der ouden en zieken schoon en kookte
smakelyke ryst en thee en in het koude
jaargetyde warme gembersoep. Zoo was hy
steeds yverig bezig.
(Wordt vervolgd.)