DAGBLAD
}szs Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
DU Hommer bestaat uit TWUe,
Bladen.
Leiden, 20 Maart.
Feuilleton.
Het slangenmeisje.
N*. S534.
Saterdag; S3L Maart.
A0. 1831.
PBJJS DEZER, COURANT:
Toor Loidfcii per 3 tnft&uden..f 1.10.
Franco per post1.40.
AfaoBderljjke Kommer»0.05.
PRIJB DER ADVERTENTTEN:
V*n 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer/0.17J.
Grootere lettere na&r plaatsruimte. Voor bet in-
casseeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
Officieel© KeimI«geTin^en.
Loiaen kan waarlijk den naam van pouöraars-
8laa wel verruilen voor een eervoller, dien
DRAMWET.
Burgemeester en Wetboudere van Leiden brengen
ter algemeene kennis dat door H. J. GEENJAAFi rn
"W. J. M. DER KINDEREN verzoekschriften zijn
ingediend om vergunning voer den kleinhandel in
sterken drank reep. in do perccelen Haarlemmerstraat
No. 153 en Uakker6teeg (wijk C) No. 15.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeeeter.
18 Heart 1891. E. KIST, Secretarie.
Kostelooze Inenting voor On* en
minvermogenden.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeene kennis dat op Dinsdag 24 Maart
1891 en verder eïken Dinsdag, des namiddags te 2
uren, in bet Eiieabetbshof, aan de Oude Vest, ge
legenheid wordt gegeven tot kostelooze inenting.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KAN TER, Burgemeester.
19 Maart 1891. E. KIST, Secretaria.
Heden zijn aan de universiteit alhier be
vorderd de hoer J. TV F. Telting, geb. te
Leeuwarden, tot doctor in de rechtsweten
schap, met academisch proefschrift, get.„Iets
over hazardspel in verband met de aitt. 406
en 457 van het 'Wetboek van Strafrecht",
en de heer J. B. Van Loenen, geb. te Soest,
tot doctor in de godgeleerdheid, met acade
misch proefschrift, get.: „ADtiocbifi in de
geschiedenis van het Christendom."
Aan dezelfde univereiteit is het candidaats-
examen in de rechten afgelegd door den beer
J. Wiarda, en Lat voorbereidend kerkelijk
examen door den heer W. Van Deursen.
Op de Roomsch-Katholieke begraafplaats
aan de Zgipoort alhier ie ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van don -63-jarigen,
eepensioDneerden agent van politie L. A.
Beyer. Be lijkstoet werd vergezeld door 15
oud-collega's, in uniform, van den overledene,
-die op deze wijze geheel vrijwillig hulde aan
diens nagedachtenis brachten. Een groot e
krans was aan het lijkkleed gehecht. Aan
het graf bevonden zich bovendien eenige
gepensionneerde politie-beambten.
Naar aassleiding van het feit, dat gister
namiddag in onze Raadsvergadering werd
medegedeeld dot door de erven van den heer
A. J. Krantz toezegging is gedaan van oei e
gift van ƒ40,096 voor de oprichting van oen
afzonderlijk archiefgebouw ten behoeve der
gemeente, waarvoor de teekening tevens is
aangeboden, schrijft men aan het „Vad." het
volgende:
Tan stad der maecenaten. Naar men zich zal
herinneren, werd der stad twee jaar geleden
f 10,000 geschonken voor den bouw eener
Kunetzaal tot opneming van de fraaiste stuk
ken van Leidsche meesters uit het opgepropt
volle stedelijk museum in do vroegere Laken
hal. Herhaaldelijk werden in de laatste jaren
kostbare schilderijen ea andere kunstwerken,
de Leidsche geschiedenis illustreerende, ver
eerd, voor enkele weken pas een stuk van
den ze'dzaam voorkomenden Nic'olaas Yan
Gelder. Thans had de burgemeester bet voor
recht mededeeling te doen van eene nog
grootscber gift dan de voorgaande. De nage
laten betrekkingen toch van den heer Arnoldus
Justus Krantz, geboren L9idenaar en in leven
lid van den Raad, stelden, overeenkomstig den
uitgedrukten wenech van dien heer, de kapitale
som van 40,000 gulden beschikbaar voor den
bouw van een nieuw archiefgebouw.
Thans ligt het archief verspreid, grooten-
deels op de daartoe totaal ongeschikte zolders
van het stadhuis. Bezit Leiden een der be
langrijkste, misschien wei het meest gewichtige
stadsarchief van ons land, thans zal het zich
kunnen verheugen het best ingerichte gebouw
daarvoor in eigendom te hebben. Utrecht heeft
een deel van het Rijksarchief aldaar gehuurd
Amsterdam, lang achterlijk gebleven, richt er
thans zoo goed mogelijk eene oude stadspoort
voor in; Rotterdam heeft in het Boyman's
museum plaatsing gevonden. Alle overige
steden hebben hare archieven op hare Raad
huizen geborgen, veelal op zolders, soms in
behoorlijke vertrekken, welke evenwel evenmin
kunnen vervangen een brandvrij, overeen
komstig de eischen van het archiefwezen
ingericht gebouw.
Niet alleen voor Leiden, maar ook als voor
beeld voor andere steden en corporaties is de
erkenning van dezen eisch onzer oude oor
konden en historische bescheiden hoogst be
langrijk. Is het R(jk, dank zü de werkzaam
heid van den referendaris der afdeeling K. en
W., ten deze in verschillende provinciën voor
gegaan, than6 volgen de steden.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Nieuw-York, door middel
van hot stoomschip „Werkendam", van Amster
dam vertrekkende. Ten postkantore alhier
moeten de brieven enz. uiterlijk hedenavond
orn 9.35 bezorgd zijn.
Be wijze Tan verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Aan den heer W. Van Rijn, landbouwer
te Zoeterwoude, is op zpn verzoek eervol
ontslag verleend als diaken der Ned.-Herv.
I gemeente aldaar.
Ned.-Herv. Kerk. Bedankt: voor Heerden
op de Yeluwe, door da. J. G. Yerhoeff, te
Bodggrave; voor Zandvoort door ds. L. Smit,
te Nieuw-Yennep.
Ned.-Ger. Kerk. Beroêpén: te Wilnis, de
heer Koffijberg, te Amsterdam.
Te Utrecht is gisteren voor het examen
in de nuttige handwerken geslaagd mej. C.
Spruitenburg, van Haarlemmermeer. De exa
mens zijn afgeloopen.
De voor het Indisch leger bestemde
militaire apotheker P. Eykon heeft een bui-
tenlandsch verlof van drie maanden aange
vraagd naar Jena, om aldaar te kunnen pro-
moveeren.
De heer W. Burkels, onze vroegere stad
genoot en thang directeur van het post- en
telegraafkantoor to Vianen, die dezer dagen
zijn zilveren jubilé vierde, heeft bjj die ge-
legonheid vele blijken van vriendechap, toe
genegenheid en waardeering ontvangen.
De gemeenteraad van Rotterdam beeft
gietemamiddag de voorstellen tot uitbreiding
der gie.nzen van Rotterdam aan de zijde van
Charlois, IJselmonde, Ovorschie en Kralingen
aangenomen.
Een amendement om Charlois geheel te
annexeeren, werd mede aangenomen.
Een gelijksoortig voorstel betreffende Kra
lingen werd verworpen.
Donderdag avond vergaderde te Heeren-
veen de centrale anti-revolutionaere Kieaver-
eeniging in het district Schoterland. Men
besloot een eigen candidaat te stellen voor
het lidmaatschap der Tweede Kamer, waartoe
gekozen werd mr. U. H. Huber, te Leeuwarden,
lid der Kamer, thans afgevaardigd door het
kiesdistrict Dokkum.
Tweede Kamer. - Aangenomen werden
de conclusion van do commisie van rappor
teurs, strekkende tot aanneming voor kennis
geving in zake het adies Mahieu, zich be
klagende over onrecht, hem aangedaan door
ontslag uit den hospitaal-dienst, en van lin
nen-fabrikanten te Boxtel, aandringende op
herkeuring van goederen voor het departe
ment van marine. De minister verklaarde dat
toelating van herkeuring wordt overwogen.
De heer Levyssohn Norman interpelleerde
den minister van marine over het passeeren
van den heer Luid voor den hoofdofficiers
rang. HU vroeg of de ongeschiktheid van den
heer Land welke de minister beweerde
dat bestaat reeds bestond voordat de heer
Land Kamerlid werd.
De minister |Dyserinck verzekerde dat
het hem leed had gedaan den heer Land te
moeten passeeren. Die passeering behoefde
evenwel geene verwijdering uit den dienst
ten gevolge te hebben. De heer Land is vol
strekt niet verwijderd uit den dienst bp het
neerleggen van het lidmaatschap der Kamer;
hu kan dan weer actief dienen en reden geven
tot bevordering naderhand; de geschiktheid
voor bevordering wordt beoordeeld op het
oogenblik, dat er van bevordering sprake is.
Toen de heer Land Kamerlid word, stond hij
No. 27 op de ranglUst.
De heer Levyssohn Norman noemde dit
antwoord ontwakend. De vraag is: had de
heer Land aanspraak op bevordering, toen
hU gekozen werd?
De heer Schimmelpenninck van der Oije
betoogde dat de Kamer zich niet kan inlaten
met de motieven voor voordrachten aan de
Koningin.
De heer Schaepman verklaarde zijn ver
trouwen in den minister verloren te hebben,
nu deze beweert dat na 't gebeurde de heer
Land weer actief zou kunnen gaan dienen.
(Bravo's, handgeklap).
De minister hield dit niettemin vol. Hem
deert het niet, wat anderen oordeelen. HU voor
zich is overtuigd, rechtvaardig te hebben ge
handeld en dat door bevordering eene onge
oorloofde daad zou zUn gepleegd. HU bleef
den heer Land ongeschikt noemen.
De heeren ZaaUer, Rooseboom en A. Van
Dedem drongen nader aan op mededeeling van
het tUdstip, waarop de ongeschiktheid aanving.
De minister van marine beriep zich opnieuw
op het onderscheid tusschen het wettelijk
bagrip van recht en aanspraak. De
Volksvertegenwoordiger-officier heeft geen pri-
v.lege op bevordering; diti8uitdrukkel(Jk
bij de gewijzigde wet op do bevordering uit
gemaakt. Do minister kan geene nalere expli
catie geven. HIJ moet voorzichtig wezen, omdat
de heer Zaa'Jer reeds constateerde, dat de
minister indirect heeft erkend, dat de andere
ministers hem in deze niet steunen. De minister
neemt de verantwoordelijkheid op zich, maar
dat wettigt nog niet de gevolgtrekking van
den heer Zaaijer. Ook de andere gevolgtrek»'
kingen van dien spr. laat do minister, ve-or
zUne rekening. Nadere inlichting kan-hij niet
geven, omdat dit zou aanleiding geven tot
het oordeel van de Kamer over de geschikt
heid van een officier en dat oordeel is alleen
bU den minister. Alleen zeide bU, dat wat
Eeti berhaal wn Herman Kindt.
1)
Ik was gedurende acht dagen gast van
dr. B- In Smyrna. Het schoone land hield
mU langer aan zich geketend dan ik in den
begimie had vermoed. Alles om mij heen
was nieuw en belangwekkend.
Daar dc dokter door drukke bezigheid
verhinderd was m'U op den dag te verge
zellen, deden wü des avonds eene wandeling
door de straten van Smyrna.
Den avond, waarop hetgeen ik u wilde
varhalen, voorviel, waren wjj juist een kof
fiehuis binnengetreden. Onze gastheer, een
Armeniaan, schonk ons een kop geurige
koffie, met door vpgenboomsap geronnen
melk; er werden ook heerlijke geconfijte
rozenbottels rondgediend.
Wel bospiodde men ons van allo kanton
en staarde men ons nieuwsgierig aan, maar
daar bekreunden wij ons weinig om. Hot
was warm, drukkend weder; het was zelfs
min of meer benauwd in da kamer van het
koffiehuis.
Wij vlijden ons das op den divan, welke
voor de geopende deur stond, neder. Tusschen
bet gegons en gesis der verschillende stem
men om one heen, konden wij van tyd tot
tUd klagende, geheimzinnige tonen van eene
fluit onderscheiden, welke zich nu eens zeer
zacht, dan weder luid en schril deden booren.
„O", zeide de dokter, „dat is myn vriend
Abra!"
„Abra, wie is dat?"
„Een Indiaan uit Delhi, die hier, evenals
in Londen, zich eerst door handel in rbabar-
berwortel8 een bestaan heeft verworven,
maar nu tot zijn oud beroep is teruggekeerd,
dat hu in lodiö heeft uitgeoefend. HU is een
slangenbezweerder."
„Oefent hp op dit oogenblik zijn handwerk
nog uit?" vroeg rk nieuwsgierig.
„WU zullen het weldra bemerken. Laten
wij eens goed op do muziek letten."
De maan was opgegaan. Wp zotten onze
wandeling nog een poosje voort, de dokter
verhaalde mü onderweg dat het meisje met
die weemoedige oogen e.i die bruine gelaats
kleur eene nabestaande van Abra was; het
was dus geen wonder dat by haar in zijn
dienst had genomen.
„Het is een echt slangenmeisjs", ging de
dokter voort.
„Een slangenmeisje, wat betcekent dat?"
t
„Abra zegt dat hp haar gaarne in eene
slang zou veranderen."
Al pratende waren wU den slangenbezweer
der genaderd. Hp zat daar neergehurkt naast
twee vlakke ronde manden, welke toegedekt
waren, en blies op eene soort van klarinet
eene treurige melodie, dezelfde, welke ik reeds
in de verte had gehoord.
De dokter sprak nu den slangenbezweerder
in het Engelsch aan.
Abra verstond die taal volkomen, maar kon
er niet goed in antwoorden.
„Nu, Abra, hoe gaat het?"
Abra hield een oogenblik op met op de
fluit te blazen, boog zjjn bronskleurig gelaat
voorover en zeide bedaard
„Hot gaat mp evenals altyd, mpolieer!
Mag ik u verzoeken, mp niet in mpn werk
te storen?"
Dit zeggende wees hU met den wpsvingor
naar eone groote toegedekte mand.
„Vandaag moet zp ontwaken. Zij hesft nu
156 dagen geslapen, nu is het tijd; zoodra
het volle maan is, wordt zp wakker."
„En wanneer is het volle maan
„Over een uur."
„Elpfr go al dien tijd bü da mand wakc-n
„Ja mijnheer!"
„Welnu", zeide de dokter tot mij in het
Fransch, „laat ons naar het koffiehuis terug-
keeren en over een uur hier weer komen."
„Toegestemd."
„Tot straks, Abrat"
Abra nam zpne fluit weer op en deed1
dezelfde weemoedige tonen hooren.
Het uur was «nel veratreken. Abra zat
nog in dezelfde houding, het deksel -van den
ronden korf was opgelicht, altots zachter en
geheimzinniger deed de muziek zich hooren.
Opeens Ternam men een kort afgebroken,
8Chrillen toon. Abra boog het hoofd achter
over, uit de mand verhief zich eene slang
zoo dik als een kinderarm, langzaam en statig
verhief zjj zich hooger en hooger, zonk weer
neer, verhief zich weder, naar de muziek
luisterende, welke weer in een zacht geruisen
was veranderd.
Weer begon zy zich te verheffen, naderde
den rechteram, welken de oude man diebt bp
haar hield, wond er zich omheen, strekte
den gezwollen kop naar voren en deed alsof
rij de tonen wilde verzwelgen. Zachtjes wiegde
zp het hoofd op en neer, alsof zjj de muziek
met zacht vibreerenden adem wilde nzboot-
spn; baar gesis verhief zich of daalde vol
gens ds maat der muziek.
Wordt vervolgd.)