8504 Zaterdag 14 Februari. A0. 1891.
<§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 Februari.
Feuilleton.
LEIDSCH tfSfc DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maiad-a..-..'r..*7.;v. 1.10.
Prenco per post...V.'.'.'.T. 1.43.
Aftenderlijke Nommers..".'..'.77m.7i77. n 0.05.
Offloteele Hennlagerliigen.
Burgemeester en 'Wethouders der gemeente
Leiden herinneren bU deze belanghebbenden
dat tot IS Februari a. s. gelegenheid be
staat tot het doen van aangifte voor plaatsing
op de Kiezerslijsten en dat daarvoor blanco
formulieren ter Secretarie verkrijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 13 Februari 1891.
Door de alhier zitting houdende geneeskun
dige staatscommissie zijn heden voor het eerste
gedeelte van het artsexamen toegelaten de
heeren D. A. Boon en L. F. Driesseri.
In een der lokalen van de Studenten
sociëteit „Minerva" alhier heeft eene vergade
ring plaats gehad der juridische faculteit van
het Leidsch Studentencorps, waarin de praeses,
de heer A. J. Blok, het debat inleidde over
de vraag of de juridische faculteit al dan niet
adhaesie zou toevoegen aan het adres der
juridische faculteit te Utrecht, waarin aan
den minister van binnenlandsche zaken schei
ding wordt gevraagd van het doctoraal examen
in twee afzonderlijke examina, één voor privaat
en één voor publiek recht.
Na een vrij langdurig debat, waaraan velen
deelnamen, word het voorstel tot het betuigen
van adhaesie in stemming gebracht en met
15 tegen 10 stemmen verworpen.
De motieven tegen het voorstel waren voor
namelijk lo. de vrees, dat bij splitsing de
eischen van elk der examina sterk verzwaard
zouden worden; 2o. de vrees, dat men, oens
aan het splitsen zijnde, op dezen weg zou
voortgaan, en ook het publiekrecht b. v. weer
zon gaan splitsen; 3o. dat de wet hier zóó
geïnterpreteerd werd, dat wanneer men btj
het tweede gedeelte niet slaagde, men niet
genoodzaakt was om ook het eerste gedeelte
weer te herhalen, zoodat men geene officiééls
interpretatie verlangde, waardoor de voor
waarden mogelijk minder gunstig zouden
worden, terwijl men het ook wel wat onge
motiveerd vond, om, terwijl de verlangde toe
stand hier ongeveer bestond, op wettelijke
regeling daarvan aan te dringen. {Vox.)
De Studentenafdeeling Leiden van het
„Nederlandsch Tooneelrerbond" hoopt in het
begin van November haar tienjarig bestaan
te vieren. Zij zal eene prijsvraag uitschrijven
voor een blijspel in drie bedrijven en een
„lever de rideau" in één bedrijf. In het midden
der volgende week zal eene circulaire worden
verzonden.
De openbare bijeenkomst van „'s-Graven-
hage," waarin de Leidsche hoogleeraar mr. J.
T. Buys als spreker zal optreden, is belegd
tegen aanst. Woensdag, 18 Februari, 's avonds
te acht uren, in „Diligentia", te 's-Hage.
De nieuwbenoemde raadsheer in het ge
rechtshof te 's-Hage, mr. C. H. Star Bus
mann, laatstelijk president van de rechtbank
te Assen, heeft heden voor den Hoogen Raad
den vereischten eed afgelegd.
Als advocaat en procureur bij den Hoogen
Raad is heden beëedigd mr. L. Yan Praag,
te 's-Hage, gepromoveerd te Leiden.
Bij koninklijk besluit is, als blijk van Hr.
Ms. goedkeuring en tevredenheid, de bronzen
medaille en een loffelijk getuigschrift, inge
steld bij kon. besluit van 22 Sept. 1885, toe
gekend aanA. Bon, werkman te Leiden,
wegens het met levensgevaar redden van oen
kind, dat op 24 Aug. 1890 alhier te water was
geraakt.
Het zal den 15den Februari a. s. vijftig
jaar geleden zijn, dat de heer A. Borsboom,
hoofdcommies bjj het departement van water
staat, handel en nijverheid, in 's lands dienst
trad.
De 2de luitenant der genie voor het Indisch
leger I. Van Rinkhujjzen wordt als 2de luite
nant der cavalerie overgeplaatst b(j het leger
hier te lande.
De bij het leger hier te lande gedeta
cheerde Iste luitenant der infanterie G. A.
Gennet heeft verlenging dier detacheering
met één jaar aangevraagd om gezondheids
redenen.
Mgr. Rinaldini, Pauselijk Nuntius bjj
ons Hof, zal aanstaanden Zaterdag te 's-Hago
uit Luxemburg terugkeeren, alwaar hij den
groothertog zijne geloofsbrieven heeft over
handigd als vertegenwoordiger van den H.
Stoel bij het Groothertogdom.
Gisteren is te 's-Gravenhage eene ver
gadering gehouden door 44 heeren uit alle
oorden des lande, uitmakende het uitvoerend
comité voor het internationaal landbouwcon-
gres, dat in September a. s. aldaar zal wor
den gehouden. Deze vergadering heeft een
bureel gevormd, bestaande uit de heeren D.
Bauduin, voorzitter; baron Van Brienen van
de Groote Lindt, onder-voorzittermr. H.
Zillesen, secretaris, en jhr. W. Roéll, penning
meester.
Voorts is benoemd een dagelijksch bestuur,
bestaande uit de heeren van het bureel met
de heeren mr. C. J. E. graaf Van Bylandt,
jhr. H. A. Clifford, J. F. W. Conrad, C. J. Van
der Oudermeulen, mr. W. O. T. Van Oud-
heusden van Achttienhoven, allen aldaar, en
P. F. L. Waldeck, te Loosduinen.
Er is bepaald dat het congres zal gehouden
worden te 's-Gravenhage van 7 tot 12 Sep
tember a. s.
Eerstdaags zullen reglement en programma
verspreid worden.
Aan de universiteiten was op 1 Jan jl.
het volgende aantal studenten toegelaten tot
de verbintenis voor officier van gezondheid
bij het leger h. t. 1. en dat in O.-I.te Leiden
3 voor h. t. 1. en 27 voor O.-I.; te Utrecht:
2 voor h. t. 1. en 18 voor O.-I.te Gronin
gen: 2 voor h. t. 1. en 11 voor O.-I.; te Am
sterdam: 9 voor b. t. 1. en 32 voor O.-I.
Dinsdag 17 dezer zal door hot gezelschap
Le Gras en Haspels te Rotterdam de eerste
vertooning plaats hebben van „Fragmenten
uit een blijspel van Multatuli." Het zijn twee
bedrijven, welke geen van beide voltooid zijn.
Vooraf gaat „Een liefdesduel" (Bataille des
dames) van Scribe en Legouvé, vroeger onder
den titel „Vrouwenkrjjg" gespeeld.
Dezer dagen verscheen bij den heer Smits
te 's-Hage „Multatuli en Spiritisme, naar de
oorspronkelijke handschriften uitgegeven door
den heor S. F. W. Roorda van Eysinga."
Tot lid der Tweede Kamer voor het hoofd
kiesdistrict Zuidhorn is gekozen de heer G.
Zijlma (lib.), met 1252 stemmen. Op den heer
Brummelkamp waren er 891 uitgebracht.
De Duitsche gezant baron Von Saurma
Jeltsch gaf gisteren te 's-Hage een gastmaal,
waaraan de meeste buitenlandsche gezanten
daar ter stede deelnamen.
De Staatscourant van 13 dezer bevat
een koninklijk besluit van 10 dezer van den
volgenden inhoud:
„Krachtens artikel 125 der wet van 19
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), betrek
kelijk de nationale militie, woiden de miliciens-
verlofgangers der lichting 1886, behoorende
tot het 2de, het 3de en het 6de regiment
infanterie, onder de wapenen geroepen om in
den wapenhandel te worden geoefend, en zulks
voor de hierna vermelde tijdvakkendie van
het 2do en het 6de reg. inf., van 6 April
tot 18 April; die van het 1ste bat. van het
3de regiment inf., van 9 Maart tot 21 Maart
1891die van het 2de, 3de en 4de bat. van
het 3de reg. inf., van 6 tot 18 Aprilen die
van het 6de bat. van het 3de reg. inf., van
20 April tot 2 Mei 1891."
De minister van oorlog heeft dit besluit ter
kennis gebracht van de landmacht en tevens
PRIJS DER ADVERTENTTÈN:
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /0.13|.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor bet
lncasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
bepaald dat de verlofgangers, gevestigd in
gemeenten, van waar zij niet in één dag hun
garnizoen kunnen bereikeD, niettemin zich
eerst op den dag, voor de opkomst bepaald,
op marsch behoeven te begeven, en den vol
genden dag zoo vroegtijdig mogelijk bij hun
corps zullen moeten aankomen.
In verband met het afloopen van het
Billiton-contract moet er bjj de Rogeering
sprake van z(jn, aan den landsadvocaat eene
zending naar Indië op te dragen.
Tot gemeente-geneesheer te Gouderak is
benoemd dr. T. Beekenkamp, arts te Gouda.
Het „Haagscho Dbl." zegt dat men uit
het particulier telegram van de „N. R. C.",
over de onlusten in Endeh, allicht zou ver
moeden met een zeer ernstig geval te doen
te hebben. „Ware dit echter zoo, dan zou",
meeat dat blad, „de Indische regeering wel
een officieel bericht herwaarts hebben gezon
den. Dat is niet geschied, en dus mag met
grond worden ondersteld, dat de zaak geen
ernstig karakter draagt."
Hetzelfde blad meldt dat b(j het departe
ment van koloniën evenmin tijding is ont
vangen van eene oneenigheid, welke tusschen
den gouverneur van Suriname en den proc.-
generaal, mr. Kalff, zou zijn ontstaan.
Omtrent het bericht, dat onderhandelin
gen zouden worden gevoerd tusschen het Rijk
en den prins Von Wied tot aankoop van bet
paleis van prins Frederik, ten behoeve van
den dienst van het departement van water
staat, kan het „D. v. Z.-H." ten stelligste
verzekeren, dat daarvan niets aan is.
Twee jaren geleden was er eenoogen-
blik sprake van den aankoop van bedoeld
paleis om het in te richten voor het depar
tement van binnenlandsche zaken, maai- het
bleek toeD, dat de eigenaar het paleis in
eigendom wilde behouden.
Het stoomschip „Prins Hendrik," van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 Febr.
Gibraltar; de „Prins van Oranje," van Am
sterdam naar Batavia, vertrok 12 Febr. van
Suez; de „Semarang," van Java naar Rot
terdam, arriveerde 12 Febr. te Suez.
De audiëntie van den minister van wa
terstaat, handel en njjverheid zal Zaterdag
14 dezer niet plaats hebben.
By kon. besluit is met 1 Maart de ge-
pens. luitenant-kolonel, provinciaal adjudant,
A. A. J. N(jland, en wel voor drie jaren, op
nieuw benoemd tot commandant van het corps
geleiders van ontplofbare stoffen.
Benoemd tot rechter in de arrond.-rechtbank
te Zwolle mr. W. H. Rojjer, thans subst.^
stegen zij uit, lieten het rfltuig wegrijden en
gingen het woud in."
„Beide graven?"
„Ja, maar graaf Leo ging linksaf hierheen
en de andere, die zwarte, met dat bleeke ge
zicht, ging een anderen kant uit."
„In tegenovergestelde richting?"
„Juist, mijnheer!"
„Is daar dan een weg?"
„Neen, maar de heeren hebben het jacht-
recht en mogen overal heenloopen."
„Kondet gij hem nog ver met de oogen
volgen?"
„Ongeveer vijftig pas; er ls daar nogal
veel kreupelhout."
„Waren de heeren gewapend?"
„De zwarte, ja; die had een jachtgeweer
over den schouder, maar graaf Leo.een
geweer had hy niet, maar.
„Nu, wat dan?"
„Ja, toen hy uit het rijtuig kwam, stak
hij iets bjj zich.zeker weet ik het niet.
maar het leek rnjj toe dat het een paar
pistolen waren."
„Zeide een der beide heeroa nog mis
schien iets?"
,Dat is wel mogelijk, maar ik herinner
mij dit niet."
Wordt vervolgd.)
DE TWEE NEVEN.
Novelle van
W. HILDEBRAAB.
42)
Een houthakker wenschte ook iets te zeg
gen en trad voor.
„Gisternamiddag had de opperhoutvester
de portefeuille nog bjj zich. Ik vertelde hem
dat Frans uit Wulfenstein weer zoo dikwjjls
in het boscb gezien werd en voor mijne oogen
schreef hy dit m eene blauw gestikte porte
feuille op.
De heer Lutner vertrok geen spier.
„Zoo, zoo", sprak hij, „en wie is die Frans
uit Wulfenstein?"
„Frans Helmert heet hij, als het mij ver
gund is, en uit Wulfenstein is hij", ver
klaart de boschwachter nu bereidwillig; „hij
stamt af van goede ouders, heeft een aardig
vermogen, is ook soldaat geweest; hy is
meest een goede jongen, maar staat in den
omtrek bekend als wildaief. De opperhout
vester heeft hem zelfs al betrapt en ons
bevoleu een waakzaam oog op hem te
houden 1"
„3oo, en n hebt den opperhoutvester gis
teren nog in het bosch gesproken?" wendde
zich Lutner weder tot den houthakker.
„Om u te dienen, heer assessor 1"
„Hoe laat was dat?"
„Even na drieën 1 Ik en Christiaan daar en
Hendrik Ellner, die nu hier niet is, werkten
in het hout beneden aan den weg. Toen
kwam de opperhoutvester en groette ons op
zjjne gewone vriendelijke en goedhartige
manier; ik bracht mijne aanklacht bij hem
in en daarna ging h(j opwaarts, den weg
naar den „Berenval" inslaande en toen, een
klein uurtje later.
Do man hield eensklaps op en zag deern-
standers beurtelings zéé zonderling aan, alsof
er eene verschrikkelijke gedachte in hem
opkwam.
„En dan moedigde Lutner hom aan, met
heldere, rustige stem.
„Och, ik weet niet, hoe ik er aan kom",
stotterde de man, maar het viel mij zoo in.
ik wil niemand verdenken ten minste
niet zulk een voornaam en rjjk heer.ik
meende maar.ik dacht maar dat de graaf
van Wulfenstein toch beter inlichting geven
kan dan ik, daar hij toch nog later den
opperhoutvester gesproken heeft, hier op
den „Berenval" namelijk."
Niets verried op het gelaat van Lutner,
dat hem het gesprek van gisteren in het
café „Doretti" levendig voor den geest stond,
geen zweem van verrassing of nieuwsgierig
heid merkte men by hem op, toen hy even
vriendelijk en rustig sprak:
„Het zou zeer gewenscht zijn, dat de jonge
graaf er meer van wist. Hoe weet gij dat
h(j den opperhoutvester nog later gespro
ken heeft?"
„Ik weet.ik geloof.bezweren kan ik
het niet.
„Juist zoo, beste man I Vertel het ons
maar zonder omwegen."
„Ja, toen de opperhoutvester bjj ons ge
weest was, het kon een half of heel uur ge
leden zjjn.zoo precies weet ik het niet."
„Dat doet er ook niet toe."
„Nu, toen kwamen de beide genadige hee
ren van Wulfenstein in bun rijtuig en vroe
gen naar den opperhoutvester."
„Beiden?"
„Ja.Neen, ik weet het waarlijk niet of
zj) beiden naar hem vroegenmaar ik geloof
vast dat hot do jongste was, die met dat
blonde krulhaar en dat vriendelijke gezicht.
Wjj noemen em altoos graaf Leo. Toen ik
hem zei op deu „Berenval", omdat de j
opperhoutvester daar zoo dikwjjls heenging,
en wellicht ook nu te vinden zou zijn,