N=>. 9499 Maandag O Februari. A°. 1891. dCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Uit nommer bestaat uit DRIE Bladen. K0STEL00ZE PREMIE Leiden, 7 Februari. Feuilleton. LEIDSOH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Lsidan p#r 8 naaadoa1.10. Franco por post..«..7....... 1.40. Afzonderlijk® Nonamers..'0.03. PRIJ6 DER ADYERTENTIÉN: Tm 1—regel» ƒ1.05. Ieder» regel meer /•.Iff. Grootere lettere aur pleelsralmte. Teer bet iaeteseereB b ai ten ltd wordt ƒ0.10 borekeod. voor onze Abonné's! De Bon voor bovenstaande Pre mie, waarvan in het Dagblad van 6 en 7 Februari uitvoerig melding is gemaakt, bevindt zich in dit nummer. Duidelijke en nauwkeurige invul ling van hetgeen in dien Bon wordt gevraagd, is een eerste Yereischte. Men zen de bij voorkeur een album buste-portret van volwassenen en eene photographie ten voeten uit van kinderen. Daar de photographie wordt ge bruikt, kan deze niet worden terug gegeven. Het geschilderde portret wordt binnen eene maand afgeleverd. DE UITGEVER. Officlëele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden, Gelet op art. 8. 2do alinea, der wet van den 2den Juni 1875 (8taateblad No. 95); Hebben beeloten om do boeliaeing op het verzoek van den heer kapitein, eerstaanwezend Ingenieur in het 2de Geuie Commandement te 'a-Gravenhage, tot opriohting van patronenbergplaatsen in het perceel Smideeteeg, kadastraal bekend Sectie B No. 92, en op hot terrein van de Doelenkazerne, kadastraal be kend Sectie F No. 938, te verdagen, ten einde een nader en grondig- onderzoek te doen instollen omtrent het gevaar, dat de oprichting van de bedoelde patro- non-borgplaatsen zoude kunnen opleveren. Burgemeester en Wethouder® voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 7 Febr. 1891. E. KIST, Secretaris. Samenstelling der Kiezerslijsten. De Voorzitter van den Gemeenteraad van Leidon Gezien art., 7, al. 2, der Wet van 4 Juli 1850 (Stbl. No. 87), zooa's die is gewijzigd bij art. VII der additionele artikelen van de Grondwet; Noodigt de mannelijke inwoners der gemeente wit om: lo. Zoo zij in eene andere gemeente over het laatst- verloopen dienstjaar, derhalve over 1889/90, in de personcele belasting ter zake van hunne woning naar eene hoogere huurwaarde dan die, welke vol gens art. 1 lett. a en b, van de wet van 24 April 1843 (Stbl. No. 15) aanspraak geeft op vermindering tot een derde of twee derde gedeelten der belasting naar de drie eerste grondslagen, of zoo zij in de grondbelasting in eene andere gemeonte of in meer gemeenten te zameu over het dienstjaar 1890 tot een bedrag van ten minste ƒ10 zijn aangeslagen, daarvan door overleggiüg der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15den Februari a. e. ter Secretarie dezer gemeente te doen blijken; 2o. Zoo zjj, hoofden van gezinnen of alleen-wonende personen zijnde, van den inwonenden eigenaar of eersten bunrdor van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de personeels belasting ten minste op het dubbele (en alzoo ten minste op ƒ140) ia gesteld van het laagste in deze gemeente voor den vollen aanslag vereischte bedrag sedert den 15den Mei 11. een gedeelte in hnur hebben en bewonen, waarvoor geen afzonderlijke aanslag in de personeele belasting geschiedt, maar waarvan de belastbare huurwaarde, ongestoffeerd. in verhoudiBg tot de belastbare huur- waarde van het woonhuis of afgezonderd gedeelte van het woonhuis geschat, het sub a van art. 1 der gewijsigde kieswet bedoeld bedrag van den vol len aanslag (voor Leiden ƒ70) bereikt, en zoo zjj alzoo krachtens al. c van art. 1 der gewgzigde kieswet aanspraak meeDen te mogen maken om op de kiezerslijsten te worden geplaatst, daarvan aangifte te doen ter Secretarie dezer gemeente vóór den 16den Februari a. s. 3o. Zoo zij als medeëigenaars van onroerend goed krachtens art. 7 al. 4 der gewijzigde kieswet bovon- genoemd aanspraak meeneu te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan eveneens vóór den löden Februari a. s.ter Secretarie aangifte te doen. De aangiften, bedoeld onder 2o. en So., moeten ge daan worden volgens het bij Kon. besluit van 28 November 1887 (Stbl. No. 211) daarvoor vastgestelde model, waarvan de formulieren aan de Secretarie kosteloos verkrijgbaar zijn. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 21 Januari 1891. DE KANTÉfc. Dewijl het van meer dan ééne zijde ge bleken ia, dat onder de kamerbewoners of zoogenaamde „lodgers" sommigen in den waan verkeeren, dat, zoo ze éénmaal kiezer zyn voor Gemeenteraad, Provinciale Staten of Tweede Kamer der Staten-Generaal, ze ook kiezer blyven, zonder zich er verder aan te storen, is het noodig er op te wijzen, dat dit niet het geval is. Al blyven de omstandigheden van den kamerbewoner ook in alle opzichten gelyk, moet hy toch telken jare, wil hy zyne kiesbevoegdheid niet verliezen, hiervan vóór den 15den Februari a. 8. ter gemeente-secre tarie zgner woonplaats kennis geven. Zy, die er dus prys op stellen kiezer te blyven, en ook, die aanspraak meenen te kunnen maken op kiesbevoegdheid, verzuimen dus niet hier van vóór 15 Februari aangifte te doen; na dien tyd is de kiesbevoegdheid voor de bezit ters van dit recht verloren. Betreffende het Eykstoezioht op de spoor wegen kan vermeld worden dat het dagelyksch toezicht op den dienst van de spoorwegei Utrecht—Amsterdam, Harmeien Breukelen en Leiden Woerden is opgedragen aan den ryksopziener W. D. Eeltjes, te Utrecht. De geneeskundige Staatscommissie be vorderde te Amsterdam tot arts dr. W. C. J. Verhulst, en liet toe tot bet 1ste gedeelte M. P. Marg Moesman, cand.-art», en dr. H. S. Pop. Met goed gevolg is te Groningen het 1ste gedeelte van het arts examen afgelegd door den heer S. Kater, cand.-arts, geboren te Appingedam. De minister van waterstaat enz. heeft aan de firma Ribbink, Van Bork Co., te Am sterdam, vergunning verleend haar telephoon- net te verlengen tot 5 kilometer uit het midden van Deventer. De dorpen Twelloo, Terwolde, Wiip en Diepenveen zullen nu aan het tele- phoonnet te Deventer worden verbonden. Te Rotterdam is heden verschenen het eerste nommer van een nieuw „Weekblad voor incourante fondsen," dat eiken Zaterdag het licht zal zien. Een nieuw tydschrift is ook „Onze Gids", een blauw op wit bedrukt vakblad voor den behanger, stoffeerder en meubelfabrikant, dat tweemaal in de maand verschynt. Hel heden door ons ontvangen derde nommer bevat eene teekening van eene canapé, een fauteuil en een stoel, voor salon-ameublement, in den Btyi van Lodewyk XV. Uit Den Haag wordt aan het „Utr. Dbl." geschreven Het bericht van het „Vaderland," dat de gouverneur van Suriname nu ook overhoop ligt met mr. Kalff, is wel geschikt om sensatie te maken. Toen de heer Lohman by het uitbreken van het conflict met de Koloniale Staten besloten had, den heer Kalff op te dragen naar Ne derland te gaan en by den ministor van kolo niën zyne verdediging voor te dragenschreef een hooggeplaatst ambtenaar in de kolonie, dat de heer Kalff de eenige in Suriname was, die voor znlk eene taak te vinden was. In Den Haag aangekomen, kweet de heer Kalff zich van zyne taak, en waarscbyniyk is het alleen op zyne inlichtingen, dat het minieterie-Mackay by de verdediging van den gouverneur is Wanneer nu ook de heer Kalff het niet meer met den gouverneur vinden kan, dan zal de minister toch wel eindelyk tot de over tuiging moeten komen, dat de heer Lohman zich voor iedereen onmogeiyk maakt, behalve voor die enkelen, welke belang hebben by zekere, door den gouverneur op eene in het oog loopende wyze begunstigde ondernemingen. Er dient hier nog bpgevoegd te worden, dat de Surinaamsche correspondent van het „Vaderland" tot hiertoe getoond heeft zeer goed ingelicht te zyn, zoodat ook de ver rassende mededeeling, welke hy thans aan zyn blad deed, wel niet uit de lucht zal ge grepen zyn. By suppletoire begrooting voor 1891 is de Tweede Kamer door de RegeoriDg een krediet van f 68,000 aangevraagd voor aan koop van een huis te 's-Gravenhage. Ten einde aan een meermalen ook van de zyde der Staten-Generaal te kennen gegeven wensch tot voortzetting der restauratie van gebouwen aan het Binnenhof gevolg te kun nen geven, waartoe in de allereerste plaats gerekend moet worden te behooren het stichten van een nieuw gebouw voor het departement van binnenlandsche zaken, is het noodig dat voorzien worde in de behoefte aan localiteit tot plaatsing der ambtenaren, in het tegen woordig gebouw van dit departement werk zaam. Het Ryksgebouw aan den Fluweelen Burg wal, waarin thans nog eenig personeel by den aanleg van Staatsspoorwegen ie gehuis vest, zal, wanneer dit weldra ontruimd wordt, reeds voor een deel in de behoefte aan localiteit voor binnenlandsche zaken voorzienvoor het overige heeft de Regeering de benoodigde ruimte gevonden in het huis, gemerkt No. 1, aan het Korte Voorhout te 'B-Gravenhago. Het is een uitmuntend onderhouden pand en kan voor het doel van den koop zonder noemenswaardige kosten ingericht worden, en wat de ligging betreft zeer geschikt wegens de nabyheid van andere Ryksgebouwen, die voor dageiykschen dienst bestemd zyn. Op 3 Juni 1889 is dit perceel voor de voldoening van het recht van successie door drie deskundigen geschat op eene waarde van f 70,000, terwyi de in het perceel aanwezige roerends goederen, bestaande in zonneblinden, jaloozieöo, dubbele ramen, gordynen, spiegels, enz. zyn geraamd op f 1600. De Regeering heeft gemeend dit perceél ten behoeve van den Staat te moeten aan- koopen, waarby door den verkooper de over neming dier roerende goederen verplichtend werd gesteld. De koop is, behoudens goed keuring der wetgevende macht, gesloten voor f 68,000, nameiyk voor het perceel en de zich daarin bevindende en hierboven bedoelde goederen. Het stoomschip „Prinses Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 7 Febr. Ouessant; de „Soerabaia", van Batavia naar Rotterdam, is 6 Febr. te Marseille aangekomen de „Utrecht", van Rotterdam naar Java, is 7 Febr. van Marseille vertrokkende „Schie dam", van La Plata naar Rotterdam, vertrok 6 Febr. van Boulogne-sur-Mer. BE TWEE NEVEN. Novelle van W. IIILDEBRAVD. 36) Zonder een woord terug te zeggen, ging Hendrik mede. Ook van de officieren waagde niemand eene poging om der woedende een verzoenend voorstel te doen; zy zwegen om zpn toom miet opnieuw gaande te maken. Zoo verlieten de beide neven het lokaal en terwyi de officieren vol verbazing over deze raadselachtige booBheid elkaar vragend aankeken, legde de assessor Lutner zyne courant neder, greep hoed en wandelstok, groette en ging ovcnals anders zwygend de zaal uit. „Ik zal hem jrekon!" lachte Leo met eene half waanzinnige uitdrukking op het gelaat, tor-a >.j huiswaarts reed„hy heeft het my ze! gisteravond gezegd, waar hy hedenmiddag seen;7 at. Hg moet boeten; hy is het, die .-.lies zoo netjes aangelegd had, en nu wii hij zich nog opwerpen als den wreker dar beleed'.,rde onschuld. Ik zal hem toeren. Zyne opgewondenheid verliet hem ook niet toen hy thuis was. „Laat u niets ophouden 1" zeide hg tot Hendrik, toen de kamerdienaar kwam zeggen dat het diner gereed stond. „Ik kan niet eten. Ik wil ook niet eten vdór ik volkomen voldoening heb. Ik ben tot niets in staat; zog, Hendrik, zult ge ook voor het nood- zakelyke zorgen? Zie naar myne pistolen; zy hangen boven het bed, ik geloof dat zg nog geladen zgn van onze laatste reis. Onder zoek ze eens en maak ze in orde. Met klok slag vier uren moet het rytuig vóér zyn!" Hendrik, die tot heden geen woord had gesproken, verwyderde zich zonder tegen spreken. De klok sloeg vier uren, toen hy weder in de kamer by Leo kwam, die nog altyd in heftige gemoedsbeweging verkeerde en in zichzelven liep te praten. „Is het vier uren?" Hendrik knikte. „Alles in orde?" „Ja." „Je wilt mg vergezellen?" vroeg Leo ver rast, toen hy zag dat Hendrik in jachtge waad verscheen en een geweer droeg. „Zeker, ik kan u onmogelijk geheel alleen laten gaan." „Trouwe kerel!" Leo stak hem de hand tot dank toe. „Maar ge moet ons toch alleen laten. Ik heb den waarden heer opperhoutvester nog menig woordje in vertrouwen te zeggen, dat geen sterveling hooren mag, zelfs gy niet. Ik wil effen rekening maken met hem." „Dan zal ik voor het minst de wacht hou den; het trok myne aandacht, dat de assessor Lutner hedenvoormiddag ook in het café was." „Dat is waar ookge denkt toch aan alles, ik had hem geheel vergeten." „Ik zal my op behoorlyken afstand hou den en den omtrek verkennen, opdat gy in uw samenzyn niet gestoord wordet. Een ge weerschot zal bet waarschuwingsteeken voor u zon!" „Voor iets anders hebt ge uw geweer ook zeker niet noodig. Hoe komt ge toch aan dat oude ding? Ik heb het je nog nooit zien hebben en ik kan my zyne herkomst niet herinneren." Hendrik scheen opeens ontstemd over de opmerkzaamheid, welke Leo aan het geweer schonk. „Ik heb het eerste het beste van het wapen rek genomen", sprak hy, terwyi hy het achter zich hield. „Het ding moet oud zyn" öénloope, met percu.ssielading maar goed, met getrokken loop van klein kaliber. Ik zal het later eens probeeren. Wat hebt ge er op?" „Eene losse patroon." „Zyn de pistolen geladen?" „Ja, het étui ligt reeds in het rytuig." Beiden verlieten het kasteel. „Naar de holling op den driesprong 1" beval Leo toen hy insteeg. De helling was een lang uitgestrekte, matig hooge bergrug, welke evenwydig liep met den straatweg, waarmee men de residentie kan bereiken. Heeriyke beukenwouden scheidden helling van straatweg. Slechts smalle voetpaden waren hier en daar in het dichte woud zicht baar, dat voor de eene helft bezit van den graaf Van Wulfenstein was, voor de rest tot het kroondomein behoorde. Toen het rytnig den woudzoom had be reikt, bemerkten de neven dat er eenige houthakkers bezig waren het hout, dat in de hoogere deelen des wouds geveld was naar beneden te brengen, om het te kunnen vervoeren. „Is de opperhoutvester Yan Willingen in het bosch?" vroeg Leo. j (IVordt veruolqd.\

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 9