JLiJjJ.
T 771T
W. 9499
Maandag O Februari.
A9. 1891.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Leiden, 7 Febmari.
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden1.10.
Franco per poet.1.40.
Afzonderlijk® Nommere9 0.05.
PRIJS DER ADVERTBNTTHN:
T*n 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}.
Grootore letten neer plaatsruimte. Yoor het in
caeseeTen buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Aan de Abonné'e daarop, wordt bjj dit
nommer verzonden No. 20 van Kikeriki.
Oftlcieele Kenntagevlngen.
Loting voor de Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Leidon,
Brengen ter algemeens kennis: dat de loting der
in het vorig jaar binnen deze gemeente voor do
Nationale Militie ingoechrevenen, en alzoo voor hen,
die geboren zijn bet jaar 1871, zal geschieden in
een der vertrekken van het Raadhuis, op DinedRg
en Woensdag, 10 en 11 Februari a. 8., telkens aaB
te vangen des morgens to halftien;
dat deze loting in oene alphabetische volgorde
der namen van do ingeschrevenen zal plaats hebben,
en wel:
op Dinsdag don lOden Februari 1891,
des morgens te halftien, voor de ibgeschrevcnen,
wier familienaam begint met de letter A tot en met
de lotter E,
en des middags te twaalf uren, voor de ingeschre
venen, wier familienaam begint met de letter F tot
en met de letter K,
en op Woensdag den llden Februari 1891,
des morgens to halftien, voor de ingeschrevenen,
wier familienaam begint met de lettor L tot en met
de letter 8,
en des middags to halféén, voor de ingeschrevenen,
wier familienaam begint met de letter T tot en met
de letter Z.
Heden is aan do universiteit alhier do
heer F. J. A. Levadag, geb. te Leiden, be
vorderd tot doctor in de geneeskunde, met
academisch pr.efschrift, get.„De diagnos
tiek van Aretaeus."
De alhier tot arts bevorderde student
A. De Jong is bestemd tot off. van gez. bi)
het leger in Nederl.-Indië.
Blijkens de statistiek der geboorten en
der sterfte naar den leeftijd en de oorzaken
van den dood in Nederland in de maand Dec.
1890, bedroeg het aantal overledenen op
1000 inwoners per jaarte Amsterdam 32.2
Arnhem 25.7; Dordrecht 33; 's-Gravenhage
28.6; Groningen 24.1Haarlem 29.6's-Herto-
genboech 35.5Leeuwarden 23.4Leiden 26.6
Maastricht 28.7; Rotterdam 33; Utrecht 28.
Ds. E. Van Loon, predikant by de Ned.-
Herv. gemeente te Sassenheim, komt voor
op het drietal voor de vacature derzelfdo
gemeente te Winschoten.
Op 31 Dec. 1889 beetond de bevolking
der gemeente Valkenburg uit 284 m. en 290 v.,
totaal 574.
Vermeerdering had in den loop van 1890
plaats door de geboorte van 14 jongetjes en
11 meisjes, totaal 25, en door vestiging in
de gemeente van 18 m. en 19 vr., totaal 37.
Vermindering had plaats door overlijden
r>E TWEE NEVEN.
NoVtLLE VAN
W. R1LSKKRAXD.
35)
„Ik zeg en herhaal het nog eens", hernam
hy, „het is lat hartig en infa-m een onbe
sproken jong meisje, dat zich niet verdedigen
kan, te belasteren, den ongerepten naam
eener verlaten w-es, haar eenig goed, haren
eenigen schat, z io schaamteloos te beliegen
en te bezwalken!"
Leo verhief de gebalde vuist, doch liet die
weder zakken
„Dank het uwen gryzen haren, dat ik my
niet dadelyk genoegdoening verschaffel" nep
hy tandenknersend. „Uw ouderdom ontheft
u echter niet van de plichten eens edel
mans. Gy moet weten, hoe gy den smaad
behoort uit te wisschen, welken gy my hier
oponiyk aandce ook nog eene andere smet,
weike ge my wondt aanwryvon, en welke ik
toevallig ontgaan ben."
Deze woorden bracht Leo er heftig uit.
De opperhoutvest-r behield evenwel zyne
gewone kalmte
„Indien ik nog josg ware, zooals gy, myn
van 6 m. en 7 v., totaal 13, en door vertrek
uit de gemeente van 24 m. en 20 vr., totaal 44.
Op 31 Dec. 1890 bestond de bevolkiDg der
halve uit 286 m. en 293 vr., totaal 679.
Er werd geen enkel huweiyk voltrokken.
By de te Hazerswoude gehouden aan
besteding van het bouwen eener pastorie
voor de R.-K. gemeente, was van de 17 in-
schryvers de minste de heer F. Baars, te
RyBwyk, voor f 13,900.
Ter betere en tydiger herkenning, vooral
met het oog op het doen van eerbewyzen
door troepeD, wachten enz., is door H. M.
de Koningin-Regentes bepaald, dat voortaan
de overjas, waDneer die gedragen wordt door
den koetsier en de palfreniers van het rytuig,
waarin eene der Koninginnen gezeten is, voor
zien zal zyn van een breed gouden galon,
langs den zoom van het losse gedeelte aan
gebracht.
Door H. M. de Regentes is aan den met
1 April a. s. gepensionneorden hoofdinspec
teur van administratie J. C. L.K. VanWely,
op zyn verzoek, de vergunning verleend tot
het blyven dragen van de activiteitsuniform
van zpn rang.
By koninklyk besluit zyn de heeren P.
A. F. Eyken, W. G. Boorsma, P. J. S. Soer
en F. H. LeuBden benoemd en aangesteld tot
apotheker der 2de klasse by het personeel
van den geneeskundigen dienst van het leger
in Nederlandsch.Indië.
Op 5 dezer is te 's-Gravenhage uitgewis
seld eene nota, geteekend door den minister
van buitenland8che zaken, tegen eene geiyk-
luidende nota, onderteekend door den buiten
gewonen gezant en gevolmachtigden minister
van Oostenryk-Hongarye, waarby de Neder-
landsche regeering zich verbindt, na iedere
tienjarige telling van de bevolking der Neder
landen aan Oostenryk-Hongarye mededeeling
te doen van de by die gelegenheid verkregen
gegevens nopens de personen, die tot de Oos-
tenryksche of Hongaarsche nationaliteit be-
hooren en verblyf houden op het grondge
bied van het koninkryk dor Nederlanden. De
nota ia in de Staatscourant van 7 dezer op
genomen.
Naar het „Haagsche Dagbl." meent te
weten, is by de Regeering nog niets bekend
van een conflict tusschan den gouvorneur
van Suriname en den procureur-generaal mr.
Kalff.
Tot directeur der Fransche Opera te
's Gravenhage is volgens hot „Vad." benoemd
Jozef Mertens te Brussel.
Zooale eenige dagen geleden werd mede-
jongeheer, dan zou ik met zoo lang wachten
om voldooniDg te eischen voor den schande-
iyken laster, dien go hier in het byzy» van
vreemde heeren over het hoofd eener arme
nicht hebt gestort 1"
„Hier helpt geene laffe verontschuldiging!"
schreeuwde Leo, „leven om leven! Uwe
jaren maken niets uit en zyn u nog een
voordeel."
„Ik ben niet alleen ouder, maar ook ver
standiger en ernstiger geworden", ging de
opperhoutvester voort, „en ten leeren inzien
dat een degen een onvertrouwbaar gewicht
in de weegschaal is, wanneer het recht en
onrecht geldt. Ook vind ik het een treurig
beginsel des adels, om zyn goed recht afhan
kelijk te stellen van de punt eens degens,
welke menigmaal bandieten beter kunnen
hanteeren."
„Behoud gerust uwe zedepreekenSlechts
een lafaard kan my, na hetgeen gy my toe
gevoegd hebt, voldoening weigeren."
„Toch doe ik het, zonder een lafaard te
zyn. Ik geloof dat myn leven zulks bewyst;
glizalf zult my nog dankbaar zim, wanneer
myne oogen nog een poosje open blyvon,
ofschoon er wellicht andeien zyn, die ze
gaarne gesloten zagen."
De spreker hield by deze woorden den blik
gedeeld, is door den minister van oorlog, naar
aanleiding van zeker bekend voorval te
's-Gravenhage, bepaald dat officieren van ge
zondheid in de zittingen van den militieraad,
van de commissie in art. 15 der schuttery-
wet vermeld, of van Gedop. Staten zich heb
ben te onthouden van een geneeskundig
onderzoek van personen, die hun in bloed- of
aanverwantschap, den derden graad ingeslo
ten, bestaan.
ThaDB is door den minister van binnen-
landsche zaken aan Ged. Staten der onder
scheidene provinciën een schqjven gericht,
om gelyke uitsluiting ten aanzien van de
burger-geneeskundigen, zooveel mogelyk, te
bevorderen. (N. R. C.)
Te Arnhem is overleden de heer A. J.
Schroder, predikant by de Evangelisch Luth.
gemeente aldaar.
By beschikking van den minister van
waterstaat, handel en ny verheid is, met ingang
van 1 Mei a. e., aan A. G. J. Henkelman,
op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als
opzichter van den waterstaat 1ste kl.,enmet
ingang van dien datum bevorderd, tot opzichter
van den waterstaat 1ste kl. W. Tan Enet B.Jz.,
tot id. 2de kl. J. Bos, en tot id. 3de kl.
J. Schol.
Gemengd Nleiiwa.
Vermoedeiyk door het omvallen
van eene lamp ontstond gisteravond, om
streeks zeven uren, een begin van brand in
het steenkolenpakhuis van den heer Osinga,
aan de Kraaierstraat alhier. Door het werpen
van zakken op de vlam werd de brand in zyn
voortgang gestuit. Een paar aangerukte spui
ten behoefden geen water te geven.
Te Alfen aan den Ryn is van de
weif van den heer D. Boot met goed gevolg
te water gelaten een yzeren boeierscheepje,
genaamd de „Johanna Cornelia," groot 27
last, voor rekening van den heer Th. Hendriks,
te Vreeswyk. Daarna ie de kiel gelegd voor
een dito boeierscheepje, groot 35 last, voor
rekening van den heer J. De Jager, te Koog
aan de Zaan, en ook voor een yzeren tjalk-
schip, groot 60 last, voor rekening van den
hoor J. Booi Jr., te Hoogeveen.
Gistermiddag ontstond bij den
kastelein H., in het Achterom te 's-Hage, een
begin van brand, doordat het kleed van eene
wieg, waarin een kind lag, in aanraking kwam
met een brandend spirituslampje. Gelukkig
kwam de dienstbode toevallig op de kamer
en redde zy het kind, dat aan hoofd en armen
op Hendrik gevestigd, die een zwygend,
doch zeer belangstellend toeschouwer van dit
voorval was.
„Gy wilt niet met my due'leeren?"
Leo trad eene schrede achteruit.
„Neen
„Ge wilt niet met my vechteD, na alles
wat ge my h'ebt aangedaan?"
„Wat ik u gezegd heb, was een welver
diend antwoord op den smaad, welken ge
uwe arme nicht hebt aangedaan, een ant
woord, dat elk van die heeren daar u reeds
had moeten en mogen geven, behalve uw
waarden neef hier."
Hendrik scheen het noemen van zyn naam
niet te hooren.
„Ge wilt niet met my vechten? Ik zal u
daartoe weten te noodzaken!" riep Leo
woest uit.
„Probeer het!"
De oude houtvester zeide dit met eene
heldere, vaste stemhet klonk byna als eene
spottende uitdaging, daarna draaide hy zich
om en verliet met een kort „Adieu, heeren
bet café
Leo'i woede had baar toppunt bereikt. Hy
voelde zich door de koude, afwyzende hou
ding zyns ooms diep gekrenkt; in zyn brein
woelde en kookte het; hy geleek waanzinnig.
al brandwonden bekomen had. Dr. R. ver
leende aan den kleine de noodige hulp.
Het brandje was door de bezoekers van
bet café reeds gebluscht, toen de gealarmeerde
brandweer aankwam.
Gedurende de 6 weken, datde
gemeente Haarlemmermeer bedeeling heeft
gehouden, zyn aan niet minder dan 2500 arme
gezinnen op onbekrompen wyze verschillende
levensmiddelen uitgereikt.
Volgen3 opgave van het Bureau
„Veritas" zyn in de maand Dec. 1890 veron
gelukt 113 zeilschepen, waaronder 4 vermisten,
als: van Duitschland 4, Amerika 12, Engeland
46, Oostenryk 1, Denemarken 2, Spanje 1,
Griekenland 1, Frankryk 10, Italië 8, Noor
wegen 18, Portugal 4, Rusland 4 en Zweden 2.
Door stranding verongelukten er 74, door aan
varing 3, door brand 1, gezonken zyn er 8,
verlaten 13 en afgekeurd 10, terwyi er 4
als vermist zyn opgegeven.
In dezelfde maand verongelukten 23 stoom
schepen, als: van Duitschland 1, ïugeland
15, Oostenryk 1, België 1, Frankryk 3, Por
tugal 1 en Zweden 1.
Door stranding verongelukten er 14, door aan
varing 3, door brand 2, gezonken 3 en ver
laten 1.
Brand in het stoomschip Shanghai.
Uit China komt hot bericht van het verbranden
van het Chineesche stoomschip „Shanghai"
op den eersten Kerstdag. Het kwam van
Shanghai te Chingkiang aan, maar verliet die
haven na eenige uren oponthoud met vier
honderd Chineesche en andere passagiers aan
boord. Kort na het vertrek van Chingkiang
werd men in bet achterdek, waar, nevens
andere goederen, eene groote ladiDg katoen
bewaard werd, brand gewaar. Dadelyk werden
de pompen aan het werk gezet, maar de rook
wa8 dadelyk zóó erg en verstikkend, dat er
aan geene redding te denken viel. Daarby
kwam, dat er onder de honderden Cbineezen
aan boord eene verschrikkelyke paniek ont
stond, zoodat de pogingen om nog te redden
wat er te redden was, moesten worden opge
geven. Velen sprongen over boord en ver
dronken; anderen vonden den dood in de vlam
men,, die reeds van alle zyden uitbraken.
Intusschen had de kapitein het stoomschip
op eene bank doen sturen en van daar uit
gelukte het velen opvarenden het schip te
verlaten. Maar de bewoners van het kustland
waren niet zeer hulpvaardig. Integendeel: zy
vielen do drenkelingen aan en beroofden hun
van wat zy bezaten. In 't geheel brachten
van alle opvarenden slechts 65 er het loven af.
„Ja, ga maar heen!" riep hy den hout
vester na. „Ga maar heen, ge zult my niet
ontloopen! Ik zal u op eene plaate weten te
vinden, waar gy my niet kunt ontwyken.
Vandaag zal ik het nog doen! En wee u!
Zoo ge opnieuw weigert my voldoening te
geveD, schiet ik u als een hond neder. Als
een dollen hond. Daar heb ik het recht toe,
houtvester I"
Hy keerde zich om.
„Kom, Hendrik!" riep hy, zonder op de
andere heeren te letten, „gy zyt myn vriend.
Gy meent het goed en eerlyk met my, op
u kan ik my verlatengy hebt my heden,
zonder het te weten, uit een groot gevaar
gered. Kom, ik reken op u! Wy willen dien
mynheer zeggen, dat wy den valstrik, welken
hy myne eer had gespannen, hebben opge
merkt; wy willen hem zeggen dat er nog
eergevoel in de wereld is, dat de fijnst over
legde hofintrigue nog niot altyd haar doel
bereikt. Het is nog dag; eer de avond komt
moet ik revanche hebben, bloedige revanche I
Kom, Hendrik, kom, ik weet hem te vin
den, ik weet, waar hy hedonmiddag aan te
treffen is."
(Wordt vervolgd.)