Een oldors vermeld gerucht, volgens hetwelk do gouverneur van Suriname zou worden teruggeroepen en vervangen door oer. bekend (doch niet genoemd) lid der Tweedo Kamer uit do Katholieke fractie, is naar het „Baagscho Dagbl." verneemt geheel ongegrond. Het „Yad." bericht dat Adeüna Patti te 's-Qravenhage twee concerten zal geven. Dr. W. H. Julius aanvaardde gistermid dag te drie uren te Amsterdam in de groote zaal van het gebouw van de „Maatschappij voer den Werkenden Stand", waar tal van autoriteiten bijeen waren, op de gebruikelijke plechtige wijzo het ambt van buitengewoon hoogleeraar in de wis- en natuurkunde. Bij deze gelegenheid hield hl) eene rede over: „MethodeD van onderzoek in de Natuurkunde". Bij het bestuur van hot Kon. Zool. Bot. Genootschap „Natura Artis Magistra" te Am sterdam bestaan omvangrijke plannen tot verbetering van het terrein om het orkest, vooral met hot oog op do zoozeer gewenschte gelegenheid voor de bezoekers der concerten om by guur weer of regen beschut te kunnen zitten. Daartoe zullen langs de zalen veranda's worden gebouwd, en aan de andere zyden van het terrein kiosken, eenigszins in den geest van die in den voormaligen Parktuin. Men rekent dat op deze wyze een paar dui zend bezoekers eene beschutte zitplaats zul Jen kunnen erlangen. De uitvoering dezer plannen zal vermoedelijk eerst ln het najaar plaats hebben. Naar wy vernemen, is Hr. Ms. schroef- stoomschip 4do kl. „Suriname", comm. de kapt.-Iuit. ter zee H. R. J. J. Tnorbecke. be stemd, om gedurende den a. 8. zomer te kruisen op de Noordzee ter uitoefening van politietoezicht en daarna naar West-Indiö te vertrekken. Vod.) De Staatscourant van 1/2 Febr. bevat de op 27 Dec. 1890 te Parijs tusschen Neder land, België on Frankryk gesloten telegraaf- overeenkomst. De seinkosten der gewone telegrammen tusschen Nederland en Frankrijk w,orden eenvormig bepaald op 16 centimes per wootd. zonder dat de prijs van het tele gram lagor kan z(in dan 1 fr. Hiervan ont vangt Nederland 5'/,, België 3 en Frankrijk 7'/2 centimes. Voor telegrammen tusschen Nederland eenerzijda en Algerië en Tunis anderzyds wordt een verhoogd bedrag van 10 centimes per woord geheven, uitsluitend ten behoeve van Frankryk voor de onder zeesche verbinding. De overeenkomst, welke die van 30 Maart 1880 vervangt, zal in wer king treden op den dag, door contracteerende partyen nader te bepalen, doch uiteriyk op 1 Juli 1891. De vereoniging „Am9tels Werkman", te Amsterdam, heeft zicb tot B. en Wa. dier ge meente gewend met een adres, waarin zy, onder waardeering van hetgeen in den laat- sten tyd is gedaan om de noodlydendon te helpen, verzoekt op kosten der gemeente do panden te lossen van f 1 tot ƒ5, welke in de afgéloopen maand Januari by de Stadsbank van Leening zyn ingebracht en in dekking, kleedingstukken, gereedschappen enz. bestaan. Met 6 maanden is verlengd het verlof naar Nederland van den kapt. der inf. van het O.-I. leger C. A. Van Loonen, van deri kapt. der art. H. W. A. S. Loke en van den 2den luit. der inf. J. W. F. Kuypers, terwyl nogmaals met 6 maanden verlengd is bet verlof van den dir. off. v. gez. 2de kl. F. Van Gelder, van den off. v. gez. 2de kl. M. B. Romeny en van den lston luit. der inf. D. M. Vis. De minister van waterstaat, handel en nyverheid brengt ter algemeene kennis, dat op Donderdag 5 Febr. a. s., in aansluiting op het vertrek uit Genua van het stoomschip „Bargemeest«r Deu Tex", der stoomvaart- maatschappy „Nederland", met den trein van 4.6 a. van Amsterdam naar Antwerpen, eeno verzending zal plaats hebben van brieven en andere stukken voor Nederlandsch Oost-Indiö. Het kapitaal voor net te Hoorn op te richten standbeeld van J. Pz. Coen is, naar gemeld wordt, bijeen. Wet I„i-tdsnlic Toonocl. Het grootste sieraad van den menseh is zedelijke moed: d. i. moed om do waarheid to zoeken en te zeggenmoed om rechtvaar dig te zynmosd om weerstand te bieden aan de verleiding; moed in één woord om zyn plicht te doen. Ziedaar eeno prachtig schoone theoretische stelling, door Ssuinel Smiles verkondigd, maar ris zy in de prtr ir voerbaar? José Ecbegaray do -cbrljver van „Galeoto" eh van het gisteren hier ten tooneele ge voerde „Waanzinnig of Heilig", meent dezo vraag bepaald beslist ontkennend te moeten beantwoorden. „Ik wil de idealen van het brave, van het ware zoeken; ik wil breken met het laffe proza van ons alledaagsch egoïsme; ik wil recht en waarheid eeren", laat de auteur zyn hoofdfiguur „Don Lorenzo do Avendano" zeg gen, maar tegelykertyd plaatst hy tegenover dezen held niet alleen de geheels wereld, maar ook hen, die den edelen stryder het liefst en dierbaarst zyn, en zy overwinnen, zy verplet teren hem, ze behandelen hem als een dwazen jager naar ydele denkbeelden, kortom zy ver klaren hem krankzinnig. Eene korte schets van den inhoud diene tot verklaring dezer woorden. Don Lorenzo is ryk, geëerd, geacht; hy kan bogen op het bezit van eene brave, rechtschapen echtgenoote; hy is vader van eeno lieftallige dochter, die weldra in het huwelijk zal treden met den hertog Eduardo De Almonte. Eene belangryke ontdekking echter brengt in dit alles een plotselingen ommekeer tot stand zy maakt een einde aan dat innig huiseiyk geluk, aan deze wereldsche zaligheid. Martha, de oude min van Lorenzo, is ster vend en vóór haar heengaan wil zy haren voedsterling, dien zy met moederlyke teeder- heid heeft liefgehad, een geheim openbaron. „Men heeft my veroordeeld wegens diefstal van een medaillon," vertelt zy; „de schyn was tegen my; ik was onschuldig." „Ik weet het, Marthaik ben er van over tuigd," zegt Lorenzo. „En toch heb ik het gedaan 1" „Wat zeg je, Martha?" „Ja, Ik wilde een verschrikkeiyk geheim aan je oog onttrekken, dat in dat medaillon verborgen was." En bu komt haar verhaal hierop neer, dat hy, Lorenz®, niet het kind is der vrouw, die hy altyd moeder heeft genoemd, maar het hare; zy heeft echter gezwegen, ten einde haar kind zich in grootheid en weelde te doen baden, om het gelukkig te makenmaar thans, aan het einde van haar leven, wil zy zich ééne, ééne enkele maal slechts moeder boeren noemen. 't Was verschrikkeiykLorenzo had dus geen recht op den naam, dien hy droeg; de schatten, de rykdommen, welke hy de zyno noemde, waren de zyno nietzyno dochter was derhalve niet het kleinkind van eene dame der groote wereld, maar van eeue min. Hy moest dus van alles afstand doen; rijk dom, eer, aanzien, naam, alles was gestolen, alles moet hy prysgeven en dit niettegen staande het huwelyk zyner dochter met den man, dien zij liefheeft, dientengevolge eens onmogelykheid wordt, niettegenstaande hare gezondheid reeds geknakt en haar leven in gevaar is. Vleien, bidden, 3meeken van den vriend, van de echtgenoote, van zyn eenigst kind, van den man, die beloofd heeft haar zyn naam te geven, niets is in staat hem van zyn onwan kelbaar besluit te doen terugkeeren. „Ik wil recht en waarheid oeren", heeft hy altyd verkondigd, en thans zal hy bewyzen dat die woorden geene ydele klanken waren hy zal alles openbaren en wereldkundig maken. Met vrees en ontzetting hoort de stervende Martha deze verklaring; zy zal echter haar kind beletten dit voornemen ten uitvoer te brengen on met de laatste inspanning harer krachten neemt zij den brief, het eenige be- wys, weg, welke bet verschrikkelyke geheim inhoudt, en verbrandt dezen. Als niemand Lo renzo gelooft, en hy verklaart zijn beweren op ouwederlegbare bewyzen te kunnen sta ven, ontbreekt natuuriyk het bewfjs; in stede daarvan vindt hy slechts een vel wit papier en tie menschheid verklaart hom krankzinnigen veroordeelt hem om zyne verdero levensdagen te slyten in een gekkenhuis. Z'edaar hot geheel, dat door den auteur ongetwijfeld geschreven is voor den een of anderen talentvollen tooneolspeler. Men kan dan ook niot beweren dat hy dezen slechts „tin brin de röle" heeft gegeven, 't Was in- togondeel „toute une poutre". Met hot oog hierop moet men dan de on- waarschljnlykheden, die in dit stuk voorko men, eenigszins vergoelijken. De geheele geschiedenis toch is eene on megelykhoid, tenzy de registers van den burgtilyken stand in Spanje er al echt Spaansch uitzien, of de dokters aldaar straf feloos valsche verklaringen kunnen afgeven. Vervolgens zyn de twee helpers van dr. Ber- madez, die reeds jaren lang gewoon zyn met krankzinnigen om te gaan, buitengewoon groote ezels. Immers, in het huis van Lorenzo geplaatst om straks hun bystand te verleenen by het vervoeren van een ongelukkige, is hun eerste werk dit geheim te openbaron aan een hun ten eenenmale onbekend per soon, die natuuriyk de gewaande krankzin nige in eigen persoon is. Lorenzo blyft niet in het huis zyner oude getrouwe, maar by haalt de stervende vrouw in zyne woning en deze heeft twee lange acten noodig om dood te gaan. Maar wy hebben Haspels, by gelegenheid van zyne dertigjarige tooneelloopbaan, gezien in al zyne kracht; hy heeft ons weer dat onnavolgbaar talent ten toon gespreid, dat wy zoo menigmaal hebben bewonderd en toege juicht. Ik weet niot welke scène in 't byzonder te vermeldenèf tegenover de stervende moeder, óf tegenover zyne vrouw, als deze hem smeekt het geheim niet te openbaren ter willo van het geluk van hun kind, of eenige andero alleen de slotscène mag ik niet onvermeld laten, het tooneel, waar Lorenzo zich overwonnen verklaart en allen vervloekt, door wie hy zich bedrogen waant, waarby hy afscheid neemt van het kind, van welks liefdeen gehechtheid hy zich verzekerd blyft houden. Dat alles was heerlyk, aangrypend schoon. Met genoegen en blydschap zagen wy dan ook het tweetal fraaie kransen, welke den jubilaris overhandigd werdenmet vreugde hoorden wy de woorden van den heer Blok, die namens een aantal studenten hem een fraai bronzen beeld ter hand stelde, als herinnering aan den dag. De overige acteurs en actrices schenen ons ditmaal niet zoo opgewekt als anders, 't Was of de schitterende stralenkrans, waarmede Haspels zich tooide, hun spel verbleekte, hen- zeiven verblindde. De titel van het nastukje„Esmeralda", doed ons onwillekeurig denken aan bet kuische, reine geitenmeisje, door Victor Hugo jinzyn „Notre Dame de Paris" geschetst, maar 'tmocht niet zoo zyn. Esmeralda heeft een tendenzhet houdt een wenk in voor gehuwde vrouwen. Er is geen enkele getrouwde man of hy heeft wel eens Het binnenkomen van een knecht belet Mevrouw Carlo den zin te voleindigen, maai later geeft zy haar dochter de verzekering, dat „de minnares verdwynt, de brave gehuwde vrouw blyft"dus, gehuwde dames, weest niet al te boos over een klein trouweloosheidje van mynheer uwen echtgenoot. De heerGallina, schryver van „Esmetalda", geeft u de plechtige verklaring dat alles weer terecht komt. Mis schien geldt zyn stuk uitsluitend Italiël Mevrouw Burlage-Verwoert, de echtgenoote der rechterzijde, mevrouw Coelingh-Vordermar, de vrouw van den linkerkant, deden deze mo reele f?) strekking volkomen tot hun recht komen. Mej. Alida Klein ontvisg als de jongge huwde schoondochter een bouquet. Mr. L. H. Geoien gd Nieuw». Van de gelegenheid om inhet gebouw 's-Gravenstein alhier gratis brood en koffie te nuttigen, werd gistemamiddag van 3 tot 5 uren gebruik gemaakt door 855 per sonen, hedenmorgen van 8 tot 9 uren door 438 kinderen en van 9 tot 11 uren door 740 personen, te zamen 2033. Het middel van Koch. Het „Weekblad van het Ned. Tydschrift voor Ge neeskunde" van 31 Januari bevat het uit voerig verslag van eene klinische les, door prof. dr. H. Treub te Leiden gehouden op 21 Jan. jl., omtrent een zieke, die wegens tuberculose was geopereerd. De hoogleeraar heeft toen het middel van prof. Koch niet toegepast en gaf daarvan uitvoerig rekenschap. „Ik weet niet of 6én van u beproefd hoeft in een der beide groote Duitsche medische weekbladen regelmatig te lezen, wat daarin over het middel van Koch gepubliceerd is. Zoo ja, dan durf ik wedden, dat hy die proef neming gestaakt heeft. Mocht ik die wedden schap verliezen, dan maak ik den winner mijn compliment over zyne volharding. Ik althans verklaar ronduit, dat het my niet meer moge- lyk is die raededeelingen te lezen. Onrype waarnemingen met nog onryper conclusies, dat is zoo ongeveer het korte resumé van den indruk, dien ik gekregen heb van wat ik dan nog gelezen heb." Hy verwyst verder met instemming naar hetgeen prof. Pel over het middel in een vorig Weekblad heeft gezegd, namelyk dat hy het aanwenden er van voorloopig nog als een klinisch exporimont zy 't dan ook een alleszins geoorloofd beschouwt, en niet beeft kunnen besluiten zyn lyders aan inwen dige tuberculose den raad te geven, zich vol gens Koch's methode te laten behandelen. Zoo schreef prof. Pel, toer. het middel nog een geheim was. Sedert echter is bekend ge maakt dat hot „een glycirine-c.-xi.ract ia uit reine culturen van tuberkel-bacillen". En nu moet prof. Treub het middel „een voorloopige ongeoorloofd klinisch experiment" noemen. Immers, wat by de bacillen is te vreezen, zyn de door hen geproduceerde stoffen. Door die stoffen in groote hoeveelheid in te spuiten, wil men in één slag doen wat by lyders anders laDgzaam geschiedt. Daartoe zou alleen reden bestaan, indien die producten op de bacillen nadeelig werkten. Ware dat zoo, dan moest elk teringlyder zichzelf genezen. Wel bestaat die natuurgenezing tot zekere hoogte, maar alleen als de ziekte lokaal optreedt. Door de inspuitingen wekt men echter het proces in groote hevighoid op en vergroot de uitbreiding der ziekte. Tegenover de kans, dat in gunstige geloca- liseerde gevallen eene snellere genezing plaats heeft, Btaat de kans, dat de zieke juist door de inspuitingen nog erger wordt aangetast en nog wel zonder, als by geneest, voortaan voor de ziekte gevrijwaard te zyn. Men be hoort den zieke daarom in allen gevalle die kansen te doen begrypen. Deze theoretische beschouwing acht prof. Treub bevestigd door de mededeeling van prof. Virchow, die by met Koch's middel be handelde personen nieuwe optreding van tu berkel-bacillen heeft waargenomen. Daarom acht prof. Treub de toepassing van het middel ongeoorloofd en als hy „de pro- gusse van het middel zou moeten stellen, dan zou die luiden, dat het teringmiddel be- Btemd is aan vliegende tering te doen be- zwyken." „Ik heb," zoo eindigde de hoogleeraar, „de restrictie gemaakt van voorloopig het aan wenden van Koch's middel ongeoorloofd te noemen. Mogeiyk is het, dat eene lang voort gezette reeks van proeven op grootere die ren waarby men gomakkelyker de patho- logisch-anatomische resultaten met die, by den mensch vorkregen, vergelyken kan, speciaal bedoel ik koeien en kalveren ons leert, hoe men het nadeel van het middel, het mobiel maken van onverzwakte bacillen, kan ont gaan, zonder het voordeel, het sneller beloop van het locale proces, te derven. Mogeiyk is het, waarschynlyk acht ik het niet. In elk geval moeten de resultaten eerst afgewacht worden." Het aantal a angeb1otenen a an het telephoonnet te dezer stede blyft voort durend vermeerderen, terwijl daardoor tevens het aantal verbindingen, dagelyks op het cen- traal-bureau tot stand gebracht, een aanzienlyk i.yfer bedraagt. Men deelt ons mede dat eene der „Carsjens"-stoombooten (dienst Leiden Amsterdam) by pogingen om door het ys te komen, vry aanzienlyke schade heeft beloopen. Het „Haarlem's Dagblad" maakt met lof melding van de „Haarlemsche Ry- baan", achter het hotel-Van den Borg ln den Haarlemmerhout, nu deze overgegaan is in handen van onzen voorm. stadgenoot P. A. W. Stallinga, vroeger ondor-directeur der manége te Arnhem. De stallen, kleedkamers en grooten- deels nieuwe harnachementen zien er keurig uit. De directeur kocht vele nieuwe paarden aan en wydt aan hen blykbaar de meeste zorg. Voor hen, die van Haarlem uit, als het seizoen is aangebroken, te paard een bezoek willen brengen aan de schoone omstreken, is dit bericht zeker zeer welkom. BIykens achterstaande adver- tentie zal do vanouds bekende jaarlyksche lotery te Lisse plaats hebben op Dinsdag 10 Februari a. s. Men meldt uit Katwyk aan Zee, d d. 2 FebruariHeeft hier in langen tyd geone schuit zee gekozen, heden vertrokken 2 schuiten van den reeder Haasnoet naar de Maasvlakte, om behulpzaam te zyn by het lossen van een aldaar vastzittend schip. De meeste bommen zyn zoo goed als klaar voor de vangst V2ii versche visch. Reeds hebben 7 schuiten hun volk voor de schrob- on haringvisschory in 1S91 aangemonsterd. Bezuiden Katwyk is een stoom schip gestrand. Bljzondorheden ontbreken. De sleepboot „IJmuiden" is van IJmuiden der waarts vertrokken. Eene firma te Haarlem g3f Za terdag aan een harer bedienden ter verwis seling af een bankbiljet van tweehonderd gulden, die daarvan een schromeiyk misbruik heeft gemaakt. Hy toch ging mot het toe vertrouwde geld aan de zwier en maakte dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 2