Maifindag '26 Januari.
A". 1891.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 24 Januari.
Feuilleton.
No. 94-87
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 matnden1.10.
Frsneo per post1.40.
AfeOEderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTEN:
Van 16 regela ƒ1.05. Ieder» regel meer 0.17$.
Grootore lettere naar plaateroimte. Yoor het iu-
caaeeeren buiten do stad wordt 0.10 berofcond.
Offioieele Kennisgjevlngren,
RATIONALE MILITIE.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders van Loiden;
Gelet op art. 26 der Wet van den 19den Augustus
1861, betrekkelijk de Nationale Militie (Stebl. No. 72);
Brengen tor algemeene kennis:
dat bot register van inschrijving en de alphabetisclie
naamlijst der in 1890 voor de Nationale Militie inge
schrevenen van don 26sten Januari tot en mot 4
Februari e. ter Gemeente-Secretarie voor elk ter
lezing worden nedcrgelegd;
dat bezwaar tegen register en lijst, binnon den
tijd der nederlegging, kan worden ingebracht aan
den Commissaris des Konings in doze provincie, schrif-
tel pk op ongezegeld papier bp den Bnrgemeester in
te leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEB, Bnrgemeester.
24 Jan. 1891. E. KI8T, Secretaris.
Dezer dagen ie bericht dat dr. W. Nolen
zijne inaugureels rede als hoogleeraar alhier
op 5 Februari a. e. zou houden. Dit ie onjuist.
Deze plechtigheid zal eene week later, dus
den l'2den Februari, plaate hebben.
- Inderdaad, er behoorde gisteravond
veel moed toe om lange Leidens straten te
voet een techt naar het schouwburggebouw
te ondernemen.
Ten gevolge van dooi en regen waren de
wegen meestal niet begaanbaar. Met volhar
ding moest men door dik en dun waden, en
wee dengenen, wier schoenen of laarzen niet
goed waterdicht waren!
Een en ander was daarom niet zonder
invloed op de opkomst, welke aan het door
„Sempro Crescendo" gegeven Invitatie-concert
ten deel viel.
Trots bet ongunstige weder waron vele
Leidsche echoonen toch niet achterwege ge
bleven om, in fraaio toiletten, hulde aan dit
studenten-muziekgezelschap to komen be
wijzen.
Er was andermaal voor eene gewonschte
verscheidenheid zorg gedragen, want behalve
dat het orke9t, bestaande uit de wer
kende leden van genoemd studenten-gezel
schap, versterkt door het strijkorkest van
het vierde regiment infanterie, een drietal
toonwerken ten gehoore bracht, traden er
twee solisten op.
Mejuffrouw Gerda Reinders, van Amsterdam,
was hier geene onbekende zangeres meer.
Integendeel, door haar vroeger optreden had
zij zich gunstig onderscheiden. Met reden wae
liare lieve verschijning dus opnieuw welkom
en met alles wat zij zong, oogstte zij ander
maal bijzonderen bijval in. Herhaaldelijk werd
zij teruggeroepen en na hare laatste voor
dracht werd zjj genoodzaakt nog een lied:
„In 't groene woud", ten besta te geven.
Onze stadgenoot de heer Gottfried Mann
bracht als pianist de overige solo-nommers
ten gehoore. Heeft hjj als componist en
dirigent reeds vele lauweren verworven, ook
als klavier-bespeler bekleedt hjj eens eervolle
plaats te midden zijner kunstbroeders. Dit
bleek nu wederom. Aan technische vaardig
heid en vasten aanslag paart hij eene gevoel
volle voordracht, vol uitdrukking en eeno
innigheid in zijn spel, dat daardoor vele
schoonheden, welke in andere omstandigheden
onopgemerkt zouden blijven, in het helderste
licht op den voorgrond traden. Toonde h(j
zich een meester in Grieg's omvangrijke
„Suite", waarna hem een sierlijke kran3 werd
aangeboden, in de kleinere nommers boeide
hjj niet minder, zoodat hjj eveneens de aan
wezigen op iets extra's moest vergasten.
Het orkest kweet zich over het algemeen
dapper van zjjne taak. Liet een godeeltevan
O. Nicolaï'e o«verture „Die lustigen Weiber
von Windsor" wel wat aan eenheid tusschen
verschillende partijen te wenschen over, aan
Von Webers „Oberon"-ouverture deed het
alle recht wedervaren. Dit grootsche werk
werd bijna onberispelijk ten gehoore gebracht.
Grootecher nog wae de toonschopping,
welke de geheele tweede afdeeling in beelag
nam en waarmeie de avond besloten werd.
Reeds meermalen, ofschoon niet in de laat
ste jaren, werd Mozart's „Symphonic C-dur"
hier uitgevoerd, een werk zóó prachtig
van theoretische instrumentatie, dat de be
roemdste musici roede voorlang er den naam
van „Jupiter" aan gaven, ofschoon de techni
sche moeilijkheden niet zdó groot zjjn als in
andere werken, b. v. ale in do hierboven ge
noemde „Oberon".
De hernieuwe uitvoering er van kon aldus
niet anders dan hoogst aangenaam zyn, -
en nu des te welkomer daar ze geschiedde
op eene wijze, waarvoor aller lof toekomt,
vooral ook aan den heer Mann, die mede door
zijne bezielende leiding zooveel tot het welsla
gen van dit concert heeft bijgedragen.
"Wij berinneren nogmaals aan het bui
tengewoon groot concert van a. s. Maandag
avond in den Schouwburg alhier. Wy noemen
het „buitengewoon groot concert", daar er
niet minder dan drie der eerste artisten zullen
medewerken. Louise HejjmaDn, de in het
buitenland zoo gevierde zangeres, heeft ook
de verwachting hier te lande geenszins be
schaamd.
Het „Handelsblad" zeide o. a.„Zaterdag
avond gaf het zusterpaar Heymann een con
cert in de zoogenaamde schouwburgzaal van
het Paleis voor Volksvlijt, dat door een tal
rijk publiek werd bijgewoond. Louise Heij-
mann wae voortreffelijk gedisponeerd; zjj
maakte zich dozen avond den naam van
„Hollandeche Nachtogaal" volkomen waardig.
In de zoo uiteenloopende, door haar voorge
dragen nummers kwamen hare voortreflyke
eigenschappen ten volle uit; de grootste
moeilijkheden werden schitterend overwonnen
en haar geheele optreden kenmerkte zich
door eenvoud en rust. De fraaie liederen ver
tolkte zjj fijn en met smaak.
Ook Johanna Hetjmann verwekt overal door
haar merkwaardig pianospel groote sensatie.
Zulks is niet te verwonderen, wanneer mon
weot dat haar spel geheel in het genre is
van den genialen pianist Carl Heymann. Jo
hanna Heljmann is eerst 15 jaar oud, doch
reeds toen zy zes jaren telde, heeft Anton
Rubinstein, die haar hoorde spelen, baar
eene schitterende toekomst voorspeld. De
critiek is eenstemmig in haar lof; men noemt
haar eene „Küostlerinn Gottesgnaden."
Men zal dus Maandag in de gelegenheid
zyn, behalve de gevierde zangeres Louise
Heymann, eene pianiste van den allereersten
rang te kunnen hooren.
Heden ontvingen wy de „Zwolsche Crt.",
waarin het twoetal eveneens de uitbundigste
lof wordt toegezwaaid. De beide dames, aldus
wordt er o. a. in gezegd, zyn twee echte
„Sonntagekinder", door de natuur kwistig
bedeeld met van het edelste en schoonste wat
zy vermag te schenken.
H. M. de Koningin-Regentes heeft jonk-
vrouwe T. L. H. Van de Poll benoemd tot
sur-intendante van de opvoeding van H. M.
de Koningin en benoemd tot eerste hofdame
by H. M. de Koningin-Regentes E. G. baro
nesse Van Ittersum.
De Rotterdamsche gemeenteraad haeft
besloten tot het opkoopen van een perceel
slikken aan de Zalmhaven, ad f 17,000. Afwy
zend werd beschikt conform B. en Ws. op
het adres der afd. Leiden van „Schuttevaer"
om do lage brug te Overscbie te verhoogen,
en op de adressen der afd. van den Sociaat-
Damocratischen Bond om ƒ20,000 of meer
beschikbaar te stellen voor gebroklijdende
stadgenooten.
De Raad heeft tevens in zyne gisteren
gehouden zitting onveranderd goedgekeurd de
aanhangige voorstellen tot wyziging der ver
ordening op het lager onderwys, ten einde
die in overeenstemming te brengen met de
nieuwe wet.
De directeur, de heer U. A. J. Lo3gert,
heeft vastgesteld het plan der 336ste Staats-
lotery, welke bestaat uit 21,000 loten, 10,500
pryzen en 2 premiën. De collecte wordt ge
opend op 18 Febr. en gesloten op 8 Mei a. s.
De trekking begint op 16 Maart en eindigt
op 6 Juni a. s.
Hot „Hbl." verneemt dat de eerstaan
wezende ingenieur by de Staatsspoorwegen,
de heer J. Leyds, te Amsterdam, is benoemd
tot hoofdingenieur.
De Amsterdamsche gemeenteraad zal
"Woensdag 28 Januari vergaderen en dan o. a.
de beurevoordracht behandelen.
Door de heeren A. D. Loman Jr. en Chr. J.
Schaver zal te Amsterdam worden opgericht
eene „Maatscbappy voor photographische
industrie", met eem maatschappeiyk kapitaal
van 150,000, verdeeld in 300 aandeelen, elk
groot 500.
Commissarissen zyn de heeren: jhr. H. Van
B9resteyn, G. Peck (lid der firma Peck en Co.)
en A. Scheltema Beduin, (candidaat-notaris),
allen te Amsterdam. Een vierde commissaris
zal worden gekozen door de aandeelhouders).
Deze maatschappy zal zich, golyk haar
naam uitdrukt, hoofdzakeiyk ten doelstollen,
de bevordering der photographische indnstrie,
hier te lande, en zal daartoe exploiteeren de
zaak, thans gedrevon door de beide bovenge
noemde directeuren onder de firmaLoman en Co.,
te weteneene „Fabriek van photographische
instrumenten", waaraan verbonden is een
Magazyn van alle artikelen, by de photograpbie
in gebruik.
Zy stellen zich voor, hunne geheele zaak,
met de daaraan verbonden octrooien, in de
op te richten Maatschappy te doen overgaan.
De vennootschap zal niet worden opgericht,
zoolang niet minstens voor een dorde gedeelte
van 't maatschappeiyk kapitaal, en dus voor
ƒ50,000, is deelgenomen.
Vermits, wegens den ystoestand In het
Noordzeekanaal, van 17 Januari 11. geen stoom
schip van de stoomvaart-maatsohappy „Neder
land" van Nederland is vertrokken, zal ook
de verzending dor mail naar Nederlandsch-Oost-
Indië, langs den weg van Genua, welke den
27sten a. s. zou moeten plaats hebben, ach
terwege blyven.
Alzoo zal, nii de verzending van 24 Januari
a. s-, langs den weg van Marseille, eerst den
303ten Januari a. s., Iang3 den weg van Brin-
disi, gelegenheid ter verzending naar Neder-
landsch-Oost-Indiè bestaan.
I >IZ TWEE NEVEN.
Novelle van
W. HILSEBKAKD.
13)
Hoe helder hy ook den pynlyken toestand
inzag en de aanwassende isoleering moest
erkennen, zoo hield hy het toch met taaie
standvastigheid uit en week niet eer, dan
toen men hem uitdrukkelijk de deur wees.
De gewenschte gelegenheid daartoe bood
zich eindeiyk aan, als het uitkwam, hoe Hen
drik de zuster van Frans verleid had. Mar-
greet was toch do dochter van een welge
steld en aanzionlyk landbouwer uit het dorp.
Zijne hoonende en verachtelyke houding jegens
het ongelukkige meisje deed alle medelijden
voor hem ophouden.
„Hy moet weg!" riep Leo's oom woedend.
„Weg, zeg ik, en nog eden. Geen dag lan
ger kan ik zulk een rdorven en gevaarlyk
mensch in de nabylieid van myn pupil
dulden!"
Maar men wilde H n-ik niet hulpeloosde
wyde wereld inzenden men wilde voor zyne
toekomst zorgdragen, f was het maar om
der wille van den no m, welken hy droeg;
men wilde hem by het kiezen ven een mid
del van bestaan toch niet de noodige onder
steuning onthouden.
De opperhoutvester vroeg hem aan welk
beroep hy de voorkeur gaf.
„Aan een edelman is zulk eene vraag over
bodig", antwoordde Hendrik trotsch. „Ik kies
de militaire loopbaan."
De voogd bood hem aan heer 5o >r zyn invloed
by een of ander regiment i en ficierapatent
te verschaffen.
„Ik dank u, in eone Du t8Ch armee wil ik
niet dienen."
„En welken anderen dienst geeft de jonge-
heer-edelman dan de voorkeur?" vroeg de
voogd koud.
„Ik zal in Franschen dienst gaan."
„Mag ik vragen waarom?"
„Omdat ik Duitschland, met allen, die er
in en daaraan hangen, haatriep Hendrik
heftig uit. „Omdat ik geen laud dienen kaD,
welks wetten het gemeenschaunt-iyk erfgoed
onzer voorouders dezen melkmuil alleen toe-
wyzen en my van myn rech'matig aandeel
berooven, waardoor dit verwed mannetje,
d e Leo iaar, miilionair wordi ik bedelaar,
omdat ik het recht hebben w dit Duitsch-
laad en allen, die daarin zyn rn|) verdriet
aangedaan hebben, myn haa «n afkeer uit
den grond myns harten te kunnen bewyzen."
„Hoeveel heeft de Duitsche graaf Hendrik
van Wulfenstein voor deze edele zending wel
noodig?"
„Geef my eenvoudig reisgeld; de rest is
myne zaak."
De opperhoutvester telde hem zwygend
een vry aanzieniyk bedrag op de tafel voor
en Hendrik streek het geld ongeteld in
den zak.
„Ik houd myzelven van dank ontheven en
neem dit geld als oen billyken koopprys
voor de bevryding myner lastige aanwezig
heid hier", sprak hy hoonend; dan oehter,
allen dwang en zeifbeheersching afleggend,
bief liy de gebalde vüiet op en riep:
„En nu nog eons, mijnheer de opperhout
vester! U heb ik het te danken dat ik dit
slot verlaten moet; het was reeds lang by u
alzoo besloten en eene eenvoudige boeren
deerne moet hier het voorwendsel voor myne
verwydering zyn. Ook hier weer moet de
moraal oer, dekmantel wezen voor de booze
ïntrigen van u en de anderen. Gy drijft my
uit, heer opperhoutvester, gy alleenMaar
er komt een tyd, dat ik zal terugkeeren in
andere positie, dan ik nu verkeer. Houd daar
aan vast, ik zal torugkeeren en dan houden
wij samen afrekening, mynheer Tan Willin-
gen. Ik vergeet nietsgeene krenking, geene
achteruitzetting en ik heb nog menig appeltje
met u te schillen.
Daarop schreed hy, zonder afscheidswoord,
trotsch naar de deur en trok die hard achter
zich toe.
Een gevoel, alsof hy eene misdaad begaan
had, overviel thans Leo by de gedachte aan
die profetische bedreiging van Hendrik. Was
deze bedreiging niet ten deele vervuld? En
was by het zeiven niet, die den boozen Hen
drik op Wulfenstein teruggevoerd had? Het
was hem ook of hy reeds de gevolgen van
deze lichtzinnige daad ondervond.
Hierover verschrikt, doch aanstonds zicb-
zalven rechtvaardigende, vroeg hy zich af, of
graaf Hendrik geen ander en beter monsch
kon geworden zyn, of er nog reden voor hem
bestond, den uitgeworpene den terugkeer
naar bet vaderland langer te weigeren, ja, of
het zelfs geen plicht was, iemand, die den
zelfden familienaam droeg, krachtens de
voorschriften van de christelyke liefde, zoo
goed mogeiyk de gelegenheid te schonken
zich te beteren. Hy dacht ook nog aan die
eerste ontmoeting op den Appischen weg te
Rome en het gesprek, dat by daarna onder
vier oogen met hem gehad had.
(Wordt vervolgd.)