den der koninklijke •waardigheid, wol zoo
aanzienlijk zouden behoeven te zijn, als later
het geval zal wezen. In verband hiermede
opperden eenige dezer leden de vraag of niet
bij do thans voorgedragen wet een verschil
lend bedrag zou kunnen worden vastgesteld
ten opzichte van het tijdperk vóór, en van
dat na de meerderjarigheid dor Koningin.
Tegen deze opmerkingen werd aangevoerd
dat de som, welke in 1849 voldoonde kon
worden geacht, thans niet meer als toereikend
kan worden beschouwd. In verschillende andere
landen is dan ook sedert 1849 het inkomen
der Kroon verhoogd.
Bepaling van het jaarlijksch inkomen op
tweeërlei bedrag ware voorts met bedoeling
en letter del Grondwet ni6t overeen te brengen.
De grooto meerderheid was van oordeel dat
er geene reden is om aan te nemen, dat tydens
de minderjarigheid der Koningin tot het op
houden der koninklijke waardigheid en de
handhaving van den koninklijken luister met
een minder bedrag volstaan zou kunnen
worden.
Gremengd Nieuw™.
Nu door dooiweer en regen
buien het aanleggen en onderhouden ven
ijsbanen op den Rijn in korten tijd tot de
onmogelijkheden is gaan behooren, beeft de
commissie tot werkverschaffing te Valkenburg
besloten het over eon anderen boeg te wen
den, en was op haren last weldra oen deirigt-l
arbeiders bezig de dorpsstraten te reinuon
van Bneeuw en ijs.
Stellig is het menigen werkman eenoware
uitkomst, op die wijze nog een klein daggeld
te kunnen winnen.
Fmeds meer dan acht weken toch staan de
steen- on pannenfabriekon stil, terwijl ook de
landbouw in dezen tyd weinig hulp van losse
arbeiders vraagt.
Alleen de kalkbranderij van den heer G.
Schutte J.F.z. verschaft een tiental werklie
den nog geregeld arbeid, zij het dan ook met
heel wat opoffering van de zijde van den
patroon. Over het algemeen is de toestand m
deze kleine gemeente, vergeleken met zoovele
andere, niet ongunstig te noemen.
Een historisch gebouw in do
residentie zal weldra eene geheele verandering
ondergaan. In den zoogenaamden Prakiizyii'
hoek, ter zijde van hot Buitenhof, staat hst
bekende „Hotel de Twee Steden", indertijd
het hotel der gecommitteerden tor Algcmesne
Staten van de Noord-Hollandsche stedon Alk
maar en Bakhuizen. De bloei dier steden
in dien tijd kan blijken uit het kolossaio go-
bouw, waartoe vroeger de Besognekamer
behoorde, dat. nu als particuliere sociëteit dien
naam nog hoeft behouden. Nog prijkt m don
voorgevel van hot hotel het aloude f r. do
wapen der beide steden. Ofschoon na ce ver
andering in de toestanden des lane's aan
particulieren verkocht, behield het hotel stsads
zijn goeden naam als een uitstekend tijdelijk
verblijf. Al waren 't niet enkel de afgevaar
digden uit Noord-Holland, steeds en ook nu
nog verblijven er vele lands vertegenwoordigers,
omdat keuken en bediening niets te wensehen
overlaten.
Bedoeld hotel wordt heden voor een ge
deelte weggebroken, om plaats te maken voor
een monumentaal gebouw, dat inderdaad eene
verfraaiing zal worden van de residentie en
in de historische omgeving, waarin het is
gevestigd, eene eereplaats belooft in te nemen.
De tegenwoordige eigenaar, de heer A. J.
Burgers, die dit hotel thans exploiteert en
het den naam van een hotel eersten rang wil
doen blijven waardig maken, heeft de verbou
wing opgedragen aan de hoeren architecten
Joh. Mutters Jr., te 's-Hage, on H. J. Verheul
Dzn., te Rotterdam. Uit een bouwkundig oog
punt kan men dus voel goeds verwachten.
Volgens de teekening worden het vroeger
aangetrokken pand en ruim de helft van het
bestaande hotel weggebroken. De entrée (rufm
en breed), wordt overboeks geplaatst op bet
thans weggebroken perceel, zoodat het geheel
moer te zien komt van af de Gevangenpoort,
Vijverberg en Binnenhof.
Bangs de breede hoofdtrap met bordessen
bereikt men de verschillende verdiepingen,
waaronder verschillende salons en uitpak-
kamers worden bijgebouwd. Vooral de in
richting van de conversatie-, lees- en eet zalen,
die in oud-Holiandschen stijl worden betim
merd, beloven zosr fraai te zijn.
Teoordeelen naar de projectie, zal het nieuwe
gebouw eene eereplaats innemen ondor do
groote inrichtingen, welke m den laatstsn tyd
in de residentie verrezen.
De sociëteit „Vredebest", te 'Wad
dingsveen, hield Dinsdag jl. haren tweeden
feestavond, bestaande uit een concours van
verschillende gezelschapsspelen.
Op het Kanaal te Waddingsveen werd
Woensdag 11. eene hardrijderij gehouden tns-
schon paartjes. Prijzen en premién werden
gewonnen door de heeron Alblas, Jacobi cn
Oesterom.
Het „Ro11. Nb 1." meldt het vol
gends:
Op eene voorname gracht van eene onzer
provinciesteden bracht St. Nicolaas eene aller
aardigste surprise. In een doftig gezin aan
dis gracht waren drie dienstboden, van vne
er twee in hooge mate laboreerden aan de
kwaal van wijlen móeder Eva. Wel Yi-oht;-n
zy zoo nu en dan met lontjes en glimlachj s
en kregen zij cok wel eens „3an", maar uit
kieskeurigheid hadden zjj nog niet in den
appe! gebeten. Nu naderde St.-Nicolaas, d:e
zoo menigeen eene verrassing bereidt. Wio wo t
welk mamiolpk wezen in alle stilte aan or.z.e
dienstmeisjes had gedacht
De avond van 5 December was gekomen.
Tingehng, tingeling!
Dat hield maar niet op.
Voor wie er echter wat kwam, voor onze
meisjes geen enkel pakje.
Een hernieuwde, krachrige luk aan de se!iel
deed beiden tegelijk opspringen en naar da
deur snellen.
„Een rijtuig voor mijnheer!"
„Ajakkes, weer n,ks."
Nauwelijks was de deur geopend, of behalve
den koetsier bemerkte men vlak voor de deur
eene grooto mand, blijkbaar voor de dienst
meisjes bestemd. De koetsier, die toch moest
wachten, hielp e6n handje, en weldra had do
mand een plaatsje in de vestibule gevonden.
„Maar Koe, daar is leven in!"
„Smijt weg, in de gracht!" roept Marie.
„Ben je mal, eerst kijken wat er in zit,"
adviseert do koetsier.
Aldus werd besloten.
benden Dinsdag avond ten stadhuize eene
samenkomst gehouden van leden van het
dagelijkech be6tuur, vertegenwoordigers van
den handel in goederen, granen en effecten
en van de Kamer van Koophandel.
Daarin werd algemeen de afscheiding van
den effectenhandel voor do andere takken
van den handel nadeelig, en eene oplossing
dor beurequaestie gewenscht geacht. Velen
waren bereid over de bezwaren tegen eene
nieuwe Beurs op het Damrak heen te stappen.
Daarom stellen B. en Ws. den Raad voor,
te nemen het volgende besluit:
De gemeenteraad van Amsterdam, gezien
de voordracht van B. en We., dd. 22 Januari
1891, besluit: lo. te verklaren: a. dat een
terrein buiten de omgeving van den Dam of
het Damrak voor den beursbouw minder ge
schikt is te achten en dat eveneens geen
terrein in aanmerking kan komen, door ont
eigening te verkrijgenb. dat de gemeente
bereid is een bedrag beschikbaar te stellen,
dat met het oog op de opbrengst der beurs-
belasting enz., de som van 21/a mill, gulden
niet overschrijdt;
2o. B. en Ws. uit te noodigen, zoo spoedig
mogelijk, in overleg met de Kamer van Koop
handel en na de vertegenwoordigers der ver
schillende takken van handel te hebben ge
hoord, de noodige voorstellen te doen, om
van gemeentewege een voldoend beursgebouw
te stichten op het thans aangeplempte of,
zoo noodig, verder aan te plempen deel van
het Damrak.
Inkomen der Kroon.
Het afdeolingsonderzoek van het wetsont
werp tot regeling vaD het inkomen dor Kroon
heeft aanleiding gegeven tot do volgenöe
opmerkingen
Terwijl da groote meerderheid zich met het
voorstel der Regeering vereenigde, achtten
sommige leden eenige nadere toelichting noodig
en hadden andoren voorshands togen dat
voorstel eenig bezwaar.
De leden, die nadere toelichting wenschten,
waren in do eerste plaats van meening, dat
het voor de heoordoeliDg van het wetsont
werp noodig is inlichtingen te erlangen omtrent
de bestanddeelen, waaruit het kroondomein
thans bestaat, en wonschten in de twee Ie
plaats eene opgave overgelegd te zien van 'Ie
jaailyksche opbrengst van dat domein ovur
do laatste tien jaren, omdat de door do Rtg-js-
ring gegeven opgave ten aanzien van den
tegenwoordigen toestand geen voldoend licht
verschaft.
De leden, die zich voorshands met het voor
stel der Begeering niet konden vore:.::.; n,
stelden voorop, dat daarbij, zonder vermel
ding van redenen, is afgeweken van den
grondslag, voor de regeling van het inkomen
der Kroon aangenomen bij dotroonsbeklimming
van Koning Willem III. Waar de Regeering
het jaarlijksch inkomen uit 's Lands kas by
voortduring op zes ton wonscht to stellon, en
dientengevolge het geheele inkomen met twee-
en-een-halve ton gouds zou vermeerderd wor
den en de Regeering voor deze vermeerdering
geenerlei redenen had aangevoerd, zagen deze
leden daarin voorshands wel eenig bezwaar,
te meer, omdat de vraag kon gedaan worden
-of althans gedurende de minderjarigheid der
Koningin de uitgaven, vereischt tot het ophou-
F'eullleton.
DE TWEE NEYEIV.
Novelle van
W. HILBËBRIM).
11)
De verstrooiingen en genietingon, welke
hem in den vreemde zoo ruimschoots waren
toebedeeld, schenen hem thans alle even ijdel
en laf; de tegenwoordigheid van zijn neef
was hem op dit oogenblik, waarin ed6le,
reine gewaarwordingen in zjjn gemoed op
welden, drukkend; voor de groote, koude
wereld mocht die tegenwoordigheid pasBend
zijn, zij maakte hem eenigszins beangst op
deze plaats, in deze omgeving, op dezen tyd,
en onwillekeurig voerden hem zijne gedachten
terug naar dion tyd, op welken neef Hen
drik voor het eerst aan deze plaats ge
komen was.
Graaf Leo had zjjn vader zóó vroeg ver
loren, dat het hem onmogelijk was zich dien
voor te stellen. Het groote portret, dat thans
zoo vol mannelijken ernst op hem nederzag,
vertelde hem dat zyn vader een schoon,
statig heer geweest was. De val van zijn
paard had hem by eene jachtgelegenheid een
vroegtijdigen dood bezorgd.
Leo, dio door dit treurige voorval In het
ryke Majoraat der graven van Wulfenstein
de erfopvolger was, kreeg den broeder zijner
mama, den opperhoutvester Van Willmgon,
tot voogd, en werd door zyne moeder, eene
zachte, stille vrouw, wiens beeld by zich diep
in het geheugen had geprent, opgevoed. In
den geheelen omtrek word zy als eene wel
doende fee vereerd; haar eigen leed over het
verlies van haren echtgenoot maakte haar
te meer ontvankeiyk, om het verdriet en
lyden van anderen te deelen en te verzach
ten, en haar vermogen stelde haar in staat
om aan hare zucht tot weldoen op de meest
onbekrompen wyze den vryen teugel te laten.
Daar het strydig was met haar gevoel van
biliykheid, dat haar zoon de schatten alleen
zou erven, welke sedert eeuwen door haars
echtgenoots vooroudere waren verworven,
terwijl er enkele bloedverwanten van het ge
slacht in behoeftige omstandigheden verkeer
den, zoo besloot zy om Hendrik, wiens beide
ouders gestorven waren zonder hem eenig
noemenswaardig vermogen na te laten, en
die daardoor van de liefdadigheid zijner familie
bestaan moest, op het kaeteel by zich te
nemen en hem als speelkameraad aan haren
zoon toe te voegen.
Leo herinnerde zich nog volkomen den
dag, waarop hem zijn nieuwen makker door
don oom voogd en zyne moeder voorgesteld
werd; hy zag nog duideiyk dien slanken,
geblazeerden knaap, met die zwarte oogen en
vaBtberaden gelaatatrekken, die eenigszins
teruggetrokken en met zekere vormelpkheid
de hand aannam, welke Leo hem met echte
jongensoprechtheid ter kennismaking toestak.
„Waarom spreek je Leo met ,,u" aan
vroeg de oom-voogd, toen hij Hendrik dit
hoorde doen.
„Omdat hy de majoraatsheer dergrafelyke
familie van Wulfenstein is!" antwoordde de
knaap, zonder zich een oogenblik te bedenken.
„Och wat, gekheid!" bromde de oom.
„Jelui zyt beiden nog domme knapen en moet
elkaar maar heel familiaar met jy en jou
aanspreken."
Toen Leo zyn speelgoed opzocht en den
nieuwen kameraad zyn mooiste stuk, eene
kleine beweegbare muis, liet zien, beschouwde
Hendrik dit met minachtend gebaar.
,,'t Is toch niets anders dan eene veer met
een paar raderen, waardoor dat ding gaat",
zeide hy en schoof het ding ter zyde.
Oom Willingen keek den knaap scherp aan.
„Gaat in den tuin en speelt met elkander",
zeide hy na eene korte poos, „blinde koe,
bal, haasje, net wat je maar wilt."
Op eerbiedigen afstand volgen de vrysters
In zenuwachtige spanning elke beweging, die
de koetsier met het mes maakt, om het deksel
los te maken. De laatste touwtjes zyn door
gesneden, het deksel is opgelicht od oen kreet
van schrik slaken de meisjesuit de mand
kwam als surprise te voorschyn een
heusche vrijer, levend, van vleesch en beent
Twee minuten later was de gemaskerde-
vryer even geheimzinnig veidwenen als hij
gekomen was.
De mand, waarin het hem gelukte toegang
tot beide meisjes te verkrygen, ligt nog steeds
vastgevroren in het. ys van de gracht voor
die woning.
Telkens als nu do St. Nicolaasvryer de gracht
passeert, ziet hy met 't eene oog vrooiyk naar
de woning der trouwgrage dienstmaagden en
houdt het andere oog weemoedig op de mand
gevestigd, in ziehzelven prevelend: „daarhad
ik óók terecht kunnen komen 1"
Donderdagnacht ontstond er
brand in de photographische werkplaats va»
den heer S. R. Elzinga, te Goes. In een half
nur tyds lag het atelier tegen den groDd.
Alles was verzekerd by het Nedorlandseh
Brandwaarborg-genootschap te Amsterdam-
De schade wordt geschat op f 4000. De oor
zaak wordt toegeschreven aan eene ontplof
fing in de donkere kamer of het springen
van een spirituslampje in de werkplaats, welke
ongeveer drie kwartier te voren verlaten was.
Meer licht! - Zutfon krygtge-
brek aan petroleum het gas moet zoo
erbarmelijk slecht zijn, dat heel Zutfen, wie
weet hoe gauw in 't duister zit.
Te J u m e t (Henegouwen) is eene
koe op stal doodgevroren.
Te Obaix, in dezelfde provincie, is, op 500
meters van zyne woning, het lyk gevonden
van een werkman, Navet genaamd, dis, blij
kens de sporon in de sneeuw, geruimen tijd,
van Gouy naar huis gaande, in de duisternis
had rondgedoold, tot hy waarscbynlyk van
vermoeienis bezweek.
To Pmerolo zijn oen koetsier en een deur
waarder, dien bij vervoerde, van koude om
gekomen.
Duizenden gingen reeds het meer vanGenève
over, zelfs met ozols. Ongelukkig hebben
enkelen zich op gevaarlijke p'aatsen gewaagd
en zyn er drie verdronken, o. a. eene Russischs
studente.
UITLOTINGEN. Lolcu der stad Brussel van
1886 a 100 fr., trekking Tan 15 Januari 1891. Be
taalbaar 2 Januari 1802. Getrokken aerieën: Nos.
1731 3146 5367 3829 8570 13219 25465 27951 32006
32-111 32866 34662 35030 S7274 12929 42969 50256
55280 56822 58970 60903 62395 63i 04 03975 64242
64860 05935 67315 67390 090-13 69380 70417 70870
72305 77913 79465 SJ022 SGS47 92018 94532 100828
101772 102600 102978 105044 107950 108250 110100
114864.
Hoofdprijzen: serie 102G00 n. 11 a 150,000 fr.
s. 8570 no. 4 a 5000 fr.s. 65935 n. 9 a 2500 l'r.;
s. 32411 n. 1, s. 101772 n. 24 ieder 1000 fr.si
3140 n. 16, 3. 18219 n. 6, a. 32866 n. 7, s. 31662
n. 2, s. 42929 n. 10. a. 129S9 n. 10, e. 65280 d. 21,
s. 56822 n. 23, s. 58970 n. 14, 8. G0903 n. 16 a. 62395
n. 5 en 19, a. 63957 n. 7, e. 64242 n. 20, a. 07306
n. 6 en 18, s. 62043 n. 15, s. 77913 n. 22, a. 101772
n. 20, s. 105914 n. 7 ieder 150 fr.; alle overige
nummera, in bovenstaande aerieën verrat, a 110 fr.
3 pCt. Gentsclie Loten van 1868 a 100 fr.,
trekking van 15 Januari 1891. Betaalbaar 15 Februari
1891. No. 104641 10.000 fr-.. n. 10930 en n. 07025
1000 fr-., n. 24381, n. 79840 en n. 132136 500 fr.,
n. 103372 en n. 160845 250 fr., n. 153990 en n.
159475 200 fr. Volgen 432 nummera aflosbaar met
110 f.
„Blinde koe? Bal? Hiasje?" herhaalde
Hendrik en liet de lip hangen.
De wenkbrauwen van den oom fronsten
zich weder.
„Nu, wat zou je dan willen, jongeheer?
Wat kan je dan?"
„Ik kan schieten en ik tref altoos juist,
ik kan ook paard rijden, ik ken ook den
stamboom der grafelijke familie van Wulfen
stein, ik.ik.ik dacht dat we een beetje
op een pony zouden rijden en jagen, zooals
myn overleden vader altyd zeide, dat zoo
iets voor een edelman van kindsbeen af
paste!"
„Arme jongen", zeide oom Willingen, met
medelyden, „het schijnt my toe, dat men u
te vroeg wys gemaakt heeft", en tot Leo's
moeder zich wendend, sprak hy halfluid: „dat
zal voor Leo nu juist niet de beste speel
kameraad worden."
Hendrik bai deze woorden ver.-faaii en
sprak op beangstigden toon, daar hy snel
had begrepen, dat men hem weer ev n gauw
kon wegsturen als hy gekomen wa-
„Maar... ik wil wel blinde koe spelen!
Ik wil wel bal spelen ook. Ook met het
muisje vul ik spolon. Ik wil allés c en wat
Leo wil; ik leer alles even gemakk jk."
Wordt va