Met blijdschap en vreugde werden desa vluchtelingen binnen der stede vrijheid door de regeerders en de inwoners ontvangen. Zij, die in Vlaanderen en andere Zuid-Nederland- sche gewesten met draperieën in hun onderhoud voorzagen, zijn in Leiden hun handwerk gaan voortzetten. Zy maakten verschillende werken van saai, fustein, grogrein, baai, borat, laken, lint, tryp. Ten tweeden male waren 't alzoo vreemdelingen, die door hunne komst een zegen voor Leiden waren. Zy deden de nijver heid woder herleven, terwyi de regeerders daartoe bereidwillig alle hulpmiddelen ver strekten en voor goede wétten en ordonnan-, tién zorgden. In korte jaren had Leiden zyne vroegere welvaart herkregen, want in 1612 werden 47,000 stukken baai, laken, fustein, enz. vervaardigd, alsmede een getal vaar'8 a 9000 kleine stukken, als: karpetten, baai, vaandoeken en andero, die alle het ventlood haalden. Die toevloed van vreemdelingen maakte, dat Leiden binnen eenige jaren te klein was om al de inwoners te kunnen huisvesten. Alvorens de stad weder uit te leggen, werden groote, schoone huizen door kleine vervaugen niet zelden kwamen, waar-vroeger 6én huis stond, er 4, 6, 8 of meer, ja zelfs heele stra ten werden gemaakt, om de menschen te gerieven, dat zy konden wonen. Een dergeiyke maatregel bleek niet voldoende om in den woningennood te voorzien, waarom de vroed schap den heeren Staten ten jare 1610 ver zocht de stad te mogen vorgrooten door aan koop van Leiderdorp en Oegstgeest, hetgeen toegestaan werd. Dientengevolge kwamen de landen, speel hoven en tuinen, gelegen aan de west- en noordzyde der stad, omtrent de Wittepoort aan den Ryn, voorby de Rijnsburgsche en Marepoort, tot de Zijlpoort aan Leiden, dat daardoor eene byna ronde gedaante verkreeg. Het volgende jaar werden de vestingwerken, als: vestgracht, wallen, singel, singelslooten vier rondeelen of bolwerken aanbesteed, welk werk in 1612 "voltrokken was. Daarna werd het aangeworven land, ten meesten nutte en sieraad der stad, verdeeld in straten, wateren en erven. Nadat dit geschied was, ging men over tot den verkoop van een goed getal erven aan burgers en andere gegadigden. Die, welke in de voornaamste straten waren gelegen, vonden het gereedst koopers en werden het eerst met verscheidene schoone groote huizen bebouwd. Het heeft langer dan 30 jaren geduurd, eer dit nieuwe stadsge deelte geheel betimmerd was. Was in 1515 (geljjk wy zagen) het getal haardsteden te Leiden 3017, in 1638 bevond men, dat het 21,194 bedroeg. Leiden telde destyds meer dan 70,000 inw., niettegen staande er in 1624 en '25 byna 10,000 en in 1625 ongeveer 15,000 menschen, zoo groote als kleine, aan besmettelyke ziekten waren gestorven. Het getal woezen was door deze sterften van 300 op 700 gekomen, die in het weeshuis verpleging vonden. Het getal armen was tot 16,000 gestegen, maar tot lof van Leidens voorvaderen moet getuigd worden, dat zy goedo zorg voor hen droegen. In de predikatiën en des Zondags langs do huizen door de gansche stad, werd te hunnen be hoeve eene collecte gehouden. Bovendien ver leende de stadskas tegen den winter eone ruime gift en werden alsdan, met vergunning van de burgemeesters, door de bedienaars des woords met de armverzorgers twee extra-collecten gehouden, die ruim opbrachten. By testament vermaakten vele ryken eenig kapitaal aan de armen, terwyl er gedurende de drie laatste eeuwen tal van zoogenaamde hofjes waren gestiebt, waar eerlyke, arme oudo mannen of weduwen en maagden vry konden wonen. Gingen or uit dit niouwe stadsgedeelte velen naar de L. Vrouwekerk om er het Evangelie te hooren verkondigen, niet lang duurde het, of het Week dat die kerk de schare niet kon bevatten, waarom in liS38 door de vroedschap tot den bouw eener nieuwe kerk werd besloten, waartoe eenige huizen, gelegen aan de oostzijde van de Mare, werden geamoveerd. In 1639 werd de eerste steen van deze kerk gelegd door Cornelis Paeds, den oudsten zoon van Mr. Willem Paeds, eersten burgemeester der stad. Wy hebben achtereenvolgens de verschil lende vergrootinges der stad Leiden geschetst en daarby telkens op de oorzaken gewezen, waaraan deze te danken zyn. Zy getuigden van toonomendeu bloei en welvaart der stad. Moge, als Leiden weder vergroot wordt, het blyken bevorderlyk te zijn geweest voor der stede wezenlijke belangen, en allen, die nering of handel dryven, daarvan de gun stigste gevolgen ondervinden 1 L. Koning Willem III In het bollenland herdacht. Terwyl in Den Haag en Delft duizenden waren samengestroomd om getuigen te zyn van de teraardebestelling van Koning Willem III, werden in verschillende hoofdsteden van Europa, waar Nederlanders gevestigd zyD, ïykdiensten gehouden. Aangaande de plechtigheid in de protos- tantsche Oratorium-kerk te Parys, meldt men het volgende De iykdienst voor den Koning der Neder landen, te Parys gevierd, is zeer indrukwekkend geweest. Tot laat meldden zich verzoekers van toegangskaarten aan by de Nederlandsche legatie. De kerk was dan ook stampvol. Hot aanzien van don tempel in zyn rouwjtooi was indrukwekkend. Van buiten "aan den ingang omfloerst, was de kerk inwendig ongeveer ter halver hoogte met rouwfloers, zwart en zilver bekleed, met het Nederlandsche wapen op onderscheidene plaatsen. Alleen de uniformen der leden van het corps diplomatique en der officieren, alien in groot tenue, gaven oen vrooiyker toon in het vele donker. Het aantal tegenwoordige Nederlanders was zeer groot. Zy hadden rouwranden om den hoed. Hen te noemen, heeft geen pas. Alleon zy vermeld, dat, behalve het bestuur der „Nederlandsche Vereeniging voor Liefdadig heid," tegenwoordig waren de voorzitter en de raad van administratie van het Bureau „Veritas," met een staf van ingenieurs en ambtenaren. „Veritas" toonde biermede niet to vergeten, dat het niet alleen gelyk al wat Nederlandsch is, maar dubbel aan Oranje is verplicht, door den steun, welken het in 1828 van koning Willem I ondervond. Met hetgeen deze Verst toen uit eigen middelen voor „Veritas" deed, werd by om zoo te zeggen de grondlegger dezer nuttige en bloeiende instelling. De bewaarder van het protocol, graaf d'Or- messon, ter zyde gestaan door den heer Mol- lard, ontving als „introductsur des ambassa deurs" de vertegenwoordigers van buiten- landsche mogendheden. Deurwaarders van het ministerie van buiteniandsche zaken namen met beambten der begrafenisvereeniging en kerkknechts de taak der plaatsing waar. Even over halfelf begon de plechtigheid, doordien het orgel het Nederlandsche volks lied („Wien Neèrlandsch bloed") spe6lde. De predikant L. Vernes, voorzitter van het her vormd consistorie te Parijs, ging voor in het gebed. De predikant Recolin, van deOrato- riumkerk zelve, hield eene korte toespraak. De predikant Slapfer, van de kerk te Pas3y, hield de eigenlyke iykrede. Deze toespraken werden afgewisseld door cantiqu.es, gezongen door een koor van vier en twintig personen, dat werd begeleid met een harmonium. Aan het einde der plechtigheid speelde het orgel het „Wilhelmus." De rede van den heer Stapfer was zeer schoon, even fraai van taal als van voordracht. Hoewel stichtelyk en vooreen deel uitsluitend godsdienstig, was het meer eeDe redevoering dan eene predikatie. Met veel tact vermeed de spreker de moeilijkheid voor een vreemdeling om te getuigen aangaande de persoonlykheid des Konings. Hoewel ook dezen vorst het menschelyke niet vreemd kon blyven, zoo zeide by, laat de overledene den naam na van een buitengewoon trouwhartig koning, met hartstochtelyke liefde aan zyn land ver bonden en met eerbied bezield voor 's lands instellingen. Van een vorst, die belang stelde in al wat strekken kon om den bloei zyne lands, de welvaart zyner onderdanen te ver zekeren en te vermeerderendie, ook al dreig den nu en dan stormen, voor zyn land wist te behouden den onschatbaren zegen van den vrede; die het meest mogelyk belang stelde in kunst, zoowel in de schilderkunst, welke ten allen tyde zooveel heeft bygedragen tot den roem van Nederland, als in de muziek. Hot even fiere als edele „Je Maintiendrai" is ook voor dezen vorst niet tevergeefs de kernspreuk van zyn roemruchtig Huis ge weest; en een zegen is het voor zyn land te ivoemen, dat de eenmaal dreigende uitsterving van z(Jn huis geeDe werkelijkheid is geworden, maar nog een telg van Oranje daar is, om het geluk, de wolvaart, den roem en de on afhankelijkheid van Nederland te handhaven. In gevoelvolle woorden schetste de spreker het beiangryk bestaan van het Nederland zoo dierbare Koningskind en van den schat, dierf zy en met haar het land, bezit in de trouwe en tractvolie moeder. Byzonder merkwaardig in da rede van den heer Stapfer was de geschiedkundige aan- wyzing der byzondere rol, door Nederland en Oranje in do wereldgeschiedenis vervuld. Ia Italid de bakermat voor een kunstontwaken geweest, heeft Engeland der moderne wereld het voorbeeld gegeven -van parlementaire ont wikkeling, gaf Frankryk den onwederstaan- baren stoot tot erkenning der rechten van den mensch en schonk het aan zoovele natiën oene betere omschryving van het moderne recht, Nederland heeft ten allen tyde met Oranje „gehandhaafd" de vryheid van denkon en sprekenVolk en stamhuis beiden danken wellicht hun grootsten roem aan de prachtige verdediging der gewetensvryheid. Vanzelf kwam spreker er toe, by de uitwerking van dit thema de geschiedenissen van Frankryk en van Nederland te strengelen en zoowel de beteekenis van den naam Oranje, als de figuren van den Zwyger, van Coligny en anderen werden hierby onder licht gesteld. Voor hoe- vele Franschen is Nederland, het land van de drukpers in die dagen, toen nuttig geweest vu hoe menige Franschman was op zyne beurt nuttig aan Nederland, droeg by tot den roem van zyn nieuw vaderland. Ook de Nederlanders, nu te Parys geves tigd, werden door spreker toegesproken en inzonderheid de vertegenwoordiger der Ne derlandsche regeering, jhr. mr. De Stuers, die zich in de kerk bevond met den heer jhr. mr. H. Van Weede, raad van legatie, en dan heer Van Lier, consul-generaal. Met een gebed eindigde de heer Stapfer en hiermede was de plechtigheid in ce kerk af geloopen. Alle ministers woonden de plechtigheid by ou president Carnot liet zich vertegenwoor digen door generaal Brugère. Voorafgegaan door de predikanten, begaf de heer De Stuers zich nu, terwyl het orgel hst „Wilhelmus" deed hooren, naar de con sistoriekamer, waar eerst de vertegenwoor digers der mogendheden en vervolgens de Nederlanders voor hem defileerden. Ia tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden is Donderdag ook te Luxem burg door den predikant der Evangelische ge meente, Herman Kranichfeld, een iykdienst gehouden. In de protestantsche kerk, waarin eene rouwversiering was aangebracht, hadden zich vele hooge staatsambtenaren, Kamerleden enz. vereenigd om getuigen van den plechtigen dienst te zyn. De gansche stad was dien dag tevens in rouw. Alle lantarens waren aangestoken en met reuwfloers omhuldaan alle huizen waren rouwversieringen aangebracht en de winkels waren tot des middags gesloten. Te Londen had in de Hollandsche kerk in de wyk „Austin friars" een Iykdienst plaats. Vertegenwoordigers van do Koningin en den prins van Wales, het corps diplomatique, graaf Van Bylandt met het gansche personeel der Nederlandsche legatie woonden de plech tigheid by. Ds. Adama van Scheltema hield eene rede, naar aanleiding der woorden van 2 Kronieken 3524. Reeds vroeg verzamelden zich de leden der Nederlandsche Legatie en van het Nederland sche Consulaat in de kerk om de genoodigden te ontvangen en toen de dienst aanving, was de kerk overvol met hooggeplaatste personen in schitterende uniformen en in rouwgewaad gekleedo dames. Aan de gevels van de Legatie en van het Consulaat, alsmede van de kerk en tevens ook van sommige vreemde legatiën en van de Fran8che en Russische consulaten wap- porde de nationale vlag halfstok met den omfloersten oranjewimpel. De geheele kerk was in rouw gehuld en om het sombere zwart wat af te breken, zag men hier en daar bloemenkransen of gekroonde W's in bloemen of in zilver, benevens boven aan het orgel een reusachtig Nederlandsch wapen in zilver. De bloemendecoratie was vooral in het oog- loopend sierlyk en tevens stemmig en in overeenstemming met de sombere plechtig heid. De eer van deze fraaie rangschikking komt too aan een jong, doch talentvol Neder lander, den heer J. C. Rahder Jr., lid der firma Gérard Co. te Londen. Reeds een halfuur vó ir den aanvang van den plechtigen dienst begonnen zich do voor de waardigheidsbekleedëts gereserveerde ban ken te vullen. De preek was voor hun. die geen Hollandsch spraken, in het Enge ch vertaald, zoodat iedereen den spreker gei. ikkelyk kon volgen en onder zijn indruk kroner. Na afloop van de pret werd door den organist de „Andante" van Mendelssohn ge speeld, waarby de prachtige „Vox humana", pas in het orgel aangebracht, en de schoon heid van het instrument in het geheel zeer goed uitkwam. Vervolgens werd het derde vers van Gezang 17 gezongen en Dadat ds. Scheltema de zegenbede, Num. VI24 - 26, had uitgesproken, was de dienst afgeloopen en verliet het talryko gehoor de eerbiedwaar dige oude kerk, die met de geschiedenis der Nederlandsche kolonio in Londen zoo onaf- scheidelyk on zoo nauw verbonden is. Behalve de banken in de kerk, die Biecht» zyn ingericht voor de ontvangst van het ge hoor, dat gewoonlyk opkomt, waren eenige honderden stoelen geplaatst, die alle bezet waron, torwyi nog een zeer groot aantal personen moest uitgesloten worden, wegens gebrek aan plaats. Schooner plechtigheid heeft in deze Neder landsche kolonie zelden plaats gehad. Uit Klauaenburg wordt gemeld dat het Oostenryksche corps officieren van 'het- regi ment, waarvan nu wyien de Koning der Ne derlanden eigenaar was, eveneens eene plech tige mis heeft opgedragen, welke door al de officieren, met den veldtuigmeeater Galgotzy,. werd bygewoond. Gemengd IN ieu w Op den dag van 'sKonings begra fenis arriveerden, vertrokken of passeerden aan het station alhier, behalve de gewone,. 46 extra-treinen. Sint-Niklaa8 heeft weder in veie gezinnen gelukkigen gemaakt. Het was vry woelig op de straten en niet alleen de postbeambten, maar ook andere personen had den het druk met het bezorgen van pakjes. Doze week 's avondsis de melk rijder L. De J. te Vyfhuizen in Haarlemmer meer door 4 personen, wier namen bekend zyn, aangehouden en mishandeld. Do ketels werden van den wagen gegooid en vernield. Een ander persoon, die geroepen was om de - daders te herkennen, is mede mishandeld, i Dronkenschap zal wel de oorzaak zyn. De voorgenomen hardrydery, niigeschreven door de IJsclub te "Waddings- vecn, moest wegons invallenden dooi worden uitgesteld. Gedurende eenige dagen echter werd zeer druk gebruik gemaakt door sobaat- senrydors vau de voortreffeiyke gelegenheid in die gemeente op do zoogenaamde „Kleino Pot". Door de directie der Holland sche IJzeren Spcorwegmaatschappy is eene belooriing gesteld op het terugbezorgen van de vermiste gouden ringen. Te oordeelen naar alle gegevens, was de Haagsche bevolking op den begrafenisdag gedurer.de eenige uren met 60- a 80,000 menschen vermeerderd. De Staatsspoorwegmaatschappy vervoerde dien dag circa 14,000 perBonen naar Den Haag. De jongen D. "Wouters redde op 11 Juni jl. uit den Singel te Amsterdam een driejaiigen knaap. Kort daarop trad hy als jongen in dienst voor de zeemacht en ging naar de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden. Hem is thans aldaar uitgereikt de bronzen medaille voor menschlievend hulpbetoon voor zyne flinke daad. Donderdagochtend had eene vrouw, die te Rotterdam in een nog in gang zynden trein wilde springen, aan het station D. P. het ongeluk van de loopplank te vallen en tue- schen de tails en het perron bekneld te ge raken. Inwendig zwaar gekneusd, moest zy> er tusschen vandaan getrokken worden. Zy werd per rytuig naar hare woning overgebracht. Gisternacht werd in het politieposthuis aan de Galery aldaar, aan 40 personen een onder komen verschaft, die met den trein aan het station Delftschepoort te 3 uren des nachts waren aangokomen en geen naehtvorblyf konden bekomen, daar de hotels gesloten waren. (N. R. C.) Alle patiënten, in het Binnen gasthuis te Amsterdam door dr. W. Van Hoorn met Koch's geneesmiddel behandeld, vortoonen de roactie-verschynselen, welke ook by de behandeling te Beriyn zyn waar genomen. Deze verschynselen zyn zoowel plaatseiyk zichtbaar als kenbaar door ver hoogde lichaamstemperatuur. In hot alge meen waren de verschynselen niet hevig. De koorts trad later op dan te Beriyn werd waargenomen, een en ander wellicht ten ge volge van de omstandigheid, dat voorzich tigbeidshalve slechts de helft der te Beriyn gabruikelyke dosis werd toegediend. Volgens nadere berichten zyn thans alle patiënten geheel vry van koorts.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 6