vooruit eon remtoestel aangelegd, die geëer biedigd moot wordon. üu zien wy eons ie grooting behandolen, dlo niet voldoet aan deze bepaling van de verordening. Eerste plicht was om haar terug te zenden mot de opmerking dat zy om deze reden niet in be handeling kon komen. Dan bad desnoods er, by tyde een voorstel kunnen inkomeu en behan deld worden 013 het bewuste artikel in de verordening te wyzigen! In plaats daarvan wordt eerst de begrooting tot het einde toe behandeld en daama eerst het voorstel om de verordening zoodanig te wyzigen, dat do begrooting daarmede sluiten kanl Dit komt my onwettig voor. Volgens art. 235 der go meentewet kan de verandering dei verordening slechts by Kon. besluit plaats bobben; wat te doen indien deze, (en daar is alleszins reden voor) wordt geweigerd? Dan deugt de begrooting niet en moet zy geheel omgewerkt worden. Wordt de verandering goedgekeurd dan kan ook de begrooting doorgaan, maar hierdoor is de geheels bepaling van hot maximum een wassen neus geworden. Waar de gemeente finantii-el niet vooruitgaat, maar de uitgaven toenemen kan de nieuwe grens spoedig zyn bereikt. Dan wordt weder eene begrooting behandeld die niet sluit op het maximum. Fluks weder de verordening veranderd en het maximum opnieuw verhoogd. Is dit niet kinderspel, eener achtbare vergadering on waardig En nu de gevolgen. In dubbel opzicht moet ik die in hooge mate betreuren. Ten eerste met het oog op de geprojecteerde annexatie. Ik behoef waarlyk niet meer te verbergen hoe ik na grondig onderzoek tot warm en overtuigd voorstander dezer zaak ben gowor- den; op myne wyze en naar mijne krachten heb ik alles gedaan om haar te bevorderen. Grooten tegenstand wekt zy op by de omlig gende gemeenten en dit laat zich wel ver klaren; alleen door krachtigen aandrang uit onze gemeente kan zy tot stand komen. Heb ik het mis, wanneer ik in het genomon besluit een krachtig wapen zlo voor de tegen standers dezer zaak, die, blykens het verslag der commissie ad hoe, ook bji ons niet ont breken Kunnen zij niet mot recht zoggen wanneer de inkomstenbelasting reeds zoo aanzieniyk wordt verhoogd zonder vooruitgang of uitbreiding der gemeente, wat moet zy d.-n niet worden, wanneer door annexatie tot uit gebreide nieuwe werken moet overgegaan worden? Wanneer wy, helaas! de voorstellen zien schipbreuk leid9n, moeten wy dan mei getuigen: „dit is niet aüoen hot gevolg van den tegenstand der buitengemeenten, maar ook van den bedankelyken finanti5elen gans daarbinnen? Haddo wijs overleg by de voor stelling en behandeling der bogrootiog voor gezeten dan zou het bestuur zich waarlyk wel gewacht hebbon om zulk een geducht wapen in handen van de tegenstanders over te geven en liever aiies in hot werk gesteld om de begrooting binnen de bepalingen d9r verordo- ning te beperken. Wat zullen wy thans zien gebeuren? Hot zal gaan als met den aan alle zydon door boorden cylinder, waarin men door een zuiger gas wil samenpersen. Hoe meer men drukt hoe moor de stof aan alle zyden wegvloeit. De verhooging van den belastingdruk zal den uittocht naar de omgeving der stad doen toe nemen. Het is waarlyk geen geheim, hoe reeds vePn daarheen gaan, ook om aan de drukkende gemeentebelasting te ontsnappen- Hoe hooger de druk, hoe sterker deze aan drang; dan moet naar het aangenomen stel sel opnieuw tot verzwaring van den druk voor de overblyvenden worden overgegaan en waar is hier het einde by toenemenden schul denlast en verminderende welvaart? Nog in een ander opzicht komt het genomen besluit my diep betreurenswaard voor. Als voorstan der der inkomstenbelasting in het algemeen, mits naar oen redelijke maatstaf geheven, trachtte ik steeds hare 'ooginselen ingang te doen vinden. Doch by eone toepassing als hier thans geschiedt moet de y verigste voor stander tot inkeer komen. Terecht werd hierop door den scherpzinnigen tegenstander in den Raad de aandacht gevestigd. Wanneer weldra de belastingbiljetten worden rondgedeeld en zoovele zuchten over den verhoogden aan slag worden geslaakt, kan niet eens gewezen worden op oenigen grooten maatregel, die is ingevoerd of wordt voorbereid on lot recht vaardiging der verhoogir.g kan -trekken. Met recht zal mon dan tegen alle volgende biljet ten opzien en wordt aldus de tegenzin ver- h'-ogd. Wanneer weldra in 's lands vergader zaal het onderwerp aan de orde komt, zullen ceze verschyn3elen hun invloed ongetwyfeld doen gelden en koren geven op do molens der tegenstanders. By de invoering der inkomstenbelasting in deze -gemeente werd ons voorgespiegeld dat het bedrag waarschyn- ïyk niet hooger dan tot 2 pet. zou stygen, nu komt reeds de helft er by en het einde der verhooging is op dezen weg voortgaande met te zien. Ook myne verwachtingen zijn maar in dit opzicht geheel buiten schuld van onzen Raad en het Dagelyksch Bestuur teleur gesteld. Stellig had ik verwacht dat eene geleid6iyke toeneming van het belastbaar inkomen den druk met den tyd draaglijker zou makon, doch het omgekeerde is geschied. Vardaar dat ik my zooveel moeite getroostte om de gegeveüs omtrent dit onderweTp te verzamelen en in dit blad voor de belang stellenden bekend te maken. Het mocht niet baten, dat alles was tevergeefs! Zelfs wordt do juistheid van de met zooveel zorg opge stelde cyfers in twijfel getrokken, en is ook hier ondank het loon voor den vol brachten arbeid! Wel zal my dat niet terug houden om te onderzoeken wat op myn wog ligt on mot de uitkomston winst te doen maar de hoop dat zij eonige heilzame gevol gen voor het finantiëel beleid onzer gemeonte mogen hebben, moet ik voorgoed prijsgeven. Waar de Inkomsten-belasting eenvoudig het middel wordt om allerlei uitgaven te dekken en verhoogingen toe te laten, verliest zij baar oorspronkelyk rechtvaardig karakter. Van het bespreken der byzondorheden kan ik mjj thans onthouden, daar het toch niet meor zou baten. Slechts op één punt wil ik nog even terugkomen, omdat wy daarover niet eenstemmig denkenhet betroft hel subsidie voor den Schouwburg, dat door 11 niet zooals door my wordt afgekeurd. Ondor zoovele verwyten in de Raadszitting trof my ook dit, dat ik het jaarlyksch toekennen aan „oude sleur" durfde toe6chiyven. Doch bej einde van het verslag bevestigt die uitspraak volkomen. Nu toch, eerst nadat godurendq vyf en twintig jaren dit subsidie werd toe gekend, vinden wy eene nota. waarin do ge schiedenis der zaak wordt medegedeeld orn daaruit de toekenning te rechtvaardigen. Ei was het nog maar eene rechtvaardiging, doch dit lijkt er niet naar'. Alleen blykt hoo d. ondernemers op de toekenning rekenden ei- dat aan da deelnemers voorspiegelden. Maai eon gemeentebestuur mag evenmin als hit rijksbestuur perpetuGele subsidiën toekenner, elk jaar moet de grond voor de toekenr.ins opnieuw onderzocht worden en kan hot alleen worden toegestaan wanneer de noodzakolyk- lieid blykt. Nu wyat gy erop dat dit d3 eenign uitgaaf op de begrooting is die tot veredel ng van den kunstzin onzer stadgenooten kar strekken. Ja, wis dit werkeiyk zoo, ik zou er mp gaarne by neerleggen. Waar ik zelden of nooii onzon schouwburg betreed moet ik my ver genoegen met de verslagen, die blykbaar van bevoegde hand, in dit blad over de voorstel lingen worden gegeven. Nog geen enkel maa deden zy my berouw hebben over het beslau om dio plaats te myden. Moet dat tot ver edeling van den kunstzin strekken of liet zedelijk peil onzer stadgenooten verhoogen? Nu het Biibsidie vaster dan ooit op de be grooting is gevestigd, moge het bestuur ook wel eens overwegen of tegenover deze gunst ook geene verplichting staat. Op het peil der uitvoering kan het zeker moeiiyk toezicht uitoefenen, maar wel kan het hiervoor waken dat geene bevoorrechting by het besproken van plaatsen en nog3l door ondergeschikten geschiedt. Want ook dit weerhoudt my en anderen die om verklaarbare redenen niet in die bevoorrechting deelen om er de enkele malen heen te gaan, dat iets van onze gading wordt gegeven. By eene van overheidswege gesubsidiöerde instelling komt zulk eene be voorrechting niet te pas. En hiermede moet ik eindigen, hoewel my omtrent het gewichtig onderwerp dat my ver vult, nog veel op het hart ligt. Doch reeds te lang hield ik uwe aandacht en die van de belangstellende lezers in beslag. Wy, oudore Leidenaars, behouden een warm hart voor de belangen onzer gemeente en kunnen ons niet voorstellen dat die warmte ontbreekt by zoovelen die korter of iaDger in de gemeente gevestigd, tot haar bestuur worden geroepen en die taak aanvaarden. Aan hun goeden wil zullen wy geenszins twijfelen, evenmin aan hunne oprochle begsorto om liaai bloei op allo wyzan te bevorderen. De lezing van het hier besproken Raadsvenlag gaf myonzoker •ok u een drowigon indruk. Niet omdat wy de slachtoffers vraren der aanvallen, jaaar wel omdat wij terugdeinzen voor den blik Sri d: toekomst onzer gemeente, die zich hierin openbaarde. Toch mogen we ook de licht punten niet ever het hoofd zien. Zooais wel tb b igrypen is, nam de commissie van finan ciën, die in hoofdzaak in onze richting advi- s lerde, haar ontslag. Maar nu volgde de alge- meene aandrang van den Raad om haar te behouden. Of dit met gunstig gevolg is geschied bleef my tot heden onbekend; maar dwaal ik opnieuw, wanneer ik hierin een teeken zie dat de Raad toch niet geheel afkoerig is van de zienswyze, die wy voorstaan? Weldra zuilen wy dat wetentrekt de commissie haar verzoek in, dan zal dit zeker zyn in het vertrouwen dat haar gevoelen niet geheel wordt verwor pen en daarmedo moeten wy ons voorloopig althans tevreden stellen. Uw steun by inyne laatste finantiësle be schouwingen vergoodt ruimschoots de beooi- deeling, waaraan zij in den Raad blootstom en De uitkomst zal wel ieeren aan welke zyde de waarheid was te vinden. In dezen zou ik trouwens niets liever willen zien, dan dat myne vorwachting opnieuw werd beschaamd en do treurige gevolgen, die ik van de hier behandelde besluiten verwacht, uitbleven. Dan zal ik waarlyk niet nalaten mijn ongelijk te bekennen, om my mede ta vorheugon in het i oortreffblyk beleid ook op finantiëel gebied van ons gemeentebestuur. Geloof my, na vriend3chappeiyke groete. Leiden, Ew toegenegen 30 Nov. 1890. P. Van Geer. Gemengd Nieu vv Gistermorgen te 9 u. 45 m. is door een noodlottig toeval, door den spoortrein, ko mende van Leiden, overreden de arbeider F. Boskamp, oud 62 jaren. Het ongeluk had plaatB tor hoogte van den Gvoenendyk onder Hazers- woude. De ongelukkige werd letterlyk vermor zeld. Hot waarschuwen door middel van de stoomfluit baatto niet, daar de man doof was. Opgemerkt werd, dat de tiein zyn weg ver volgde, zonder gestopt te hebben. Te Roelof-Arendsveen had het ys reeds byna een offer geëischt. Het zeven jarig zoontje van P. S. waagde zich geheel alleen op ys, waarin nog wakken waren, welke nog maar één nacht dicht lagon. Weldra zakte by er door. Op zyn hulpgeschrei waren spoedig eenige personen met stokken en haken tor plaatse, wien het na voel moeite en getob, zelfs met gevaar voor eigen leven, oinde'yk mocht gelukken, den kleinen waaghals hall bewusteloos op het drogo te brengen. Uit Bodegravo wordt gomeld: Op do plek, waar de tramlyn met eene bocht in het dorp komt, had gisternamiddag eor. ongeluk plaats. Een wagen, met stroo beladen, kantelde, toen de voermaD, zekere A. V., uit oe Lange-Ruige-Weide, dwars over de rails wilde steken. Het paard, hierdoor verschrikt, sloeg op don hol, waardoor genoemde persoon zóó hevig tegen oen gebouw werd geslingerd, dat de dood zoo goed als onmiddeliyk volgdo. De te Noordwyk a angebrachte steurharing door de schuiten werd verkocht voor f 9.50 tot f 9.90 de. vollen en 6 tot 6.25 de ylen per kantje. BUITENLANJO. Frankrijk. Dank zy dm pogingen van eonige der te Parys wonende Nederlanders, geholpen door den gezant jhr. De Stuers, is de kerk by het Louvre in fraaien rouwdo3 gehuld voor den plechtigen lykdienst, welke daar Donderdag ter nagedachtenis van Koning Willem III zal worden gehouden. Alles is geregeld door be middeling van de Nederlandscbe legatie. De Protestantsche predikant Staffer zal de lijk rede houden. Vermoedelyk zal president Car net de plechtigheid bywonon. Groo t-Britnnnl A Gistermiddag werd in het Lagerhuis eene byoenkomst van Iorsche afgovaardlgden gehou den, onder voorzitterschap van Parneil. Er waren 74 loden van de 86 tegenwoordig, onder welke 5 uit Amerika. De brieven, van de anderen ontvangen, waren meerendeels ten gunste van Parneil. Na eene vry levendige discussie over de voorgestelde motie van orde, nam Parneil bet woord en verweet nadrukkeiyk aan de leden, die hem verleden week tot lioofd verkozen, dat zy thans op zyno aftreding aandrongen. By verklaarde ton slotte, dat by het Iersche volk achter zich had en nimmer zyn entslag zou romen cp verzoek van deze bijeenkomst. De discussie weid daarop voor twee uren 'gaschorst. earrnm mw» DUBLIN l Dec. In eone heden gebondon byeenkomst van nationalistische leden van don gemeenteraad alhier is met 29 tegen 1" stemmen het voorstel aangenomen, datPamell het hoofd moet blijven der nationalistische party. LONDEN, 2 December. Het Lagerhuis heeft met 224 tegen 139 stemmen besloten het wetsontwerp betreffende de tienden in Wales in behandeling tq nemen. - Het tweede gedeelte van de bijeenkomst der iorsche afgevaardigden was geheel gewyd aan de bespreking der quaestie, of de verga dering zou wordon uitgesteld, Heden-se! de discussie worden voortgozot. BERLIJN, 2 December. De „Norddèttsclie Allgemeine Zeitung" verneemt, dat het. vos tigen van diplomatieke vertegenwoordigers vooi bot groothertogdom Luxemburg* by Ce aangrenzende staten spoedig tot uitvoering zal komen. NIEUW-YORK, 2 Docember. Dó staats ■cnuid is in de maand November vermeerderd met 6 130 819 dollars. De voorraad in ds schatkist bodraagt 675,668,087 dollars. I.KÏÜKV, 2 December. Thermometerstandgisteravond om 8 uron 2.5 C.-=2i.5J Fahrenheit; hedenmorgen om 8 uron -4.5 C. 23.9 F.; 's middags 12 „ren -0.5° C. 31.1° F.; namiddags uren —1.5° C. 29.3° F aal van vqrstolyke personen, prinsen graven en hertogen, en andere vertegenwoor divers van buitenlandsche mogendheden zfin gisteravond en heden in de residentie aange komen. Hunne namen vormen eeno lange iyst Ook de prins en prinses Von Wied en andere bloedverwanten der koninklyke familie zyn er nu aanwezig. Rij het Koninklijk E'raalbcd. Een byna ontelbaar aartal kransen en bloem stukken weid heden, van 10 uron af, ten Koninkiyken Paleizo gebracht, dat met zyne omgeving reeds van den vroegon ochtend het 'ooneel van grooto bedryvipheid was. Rytuigen. mat vervaarlijke doozen voor kransen, bovenop, reden af on aan; groepen v.m personen, dames en lieeren, allen in den ouw, tradon het Paleis binnen of kwamen n.iar buiten; hondorden officieren van land en zeemacht in groot uniform, gezamenlijk oi afzonderlijk, lcwainen en gingen, en tegen over het Paleis had 6ene talryke menigte post gevat. De politie zorgde voor hot vryhouden van liet verkeer in deze drukke uren. Eadit duurde den ganechen dag van tien tot vier uren. Tegen 12 uren, het tijdstip waarop het Paleis voor hot publiek toegankelyk werd, stond voor de achterpoort in het Noordeindé ei n dichte menschendrom, weike zich allengs oploste in eene lange queue, daar de menigte, die zich verdrong om een plaatsje in de°ry' te veroveren, sterk aangroeide. Voetje voor voetje ging men vooruit zonder dat nóg zelfs tegen 4 uren een einde kwam aan de file vin belangstellenden. Een hoogst imponeerenden indruk maakte do rouwkamer met hare schitterende kaars verlichting, die van de zilveren luchters af straalt op do zware rouwdraperieën. Uit de vestibule komende, van waar de deputation en gowone bezoekers in eene voor zaal worden toegelaten, blijft men onwille keurig een oogonblik staan, getroffen door den majestuouzen en trotschen aanblik. De bezoekers passeeron links langs den zwart fluweelen, met wit satijn gevoerdenen zilv. ornamenten versierden en tegen den zjj wand geplaatsten troonhemel, onder welke op de met zwart laken gedekte estrade de lijkkist rust, bedekt met eenige der talryke kransen, wolke van heinde en verre too st roomen en omgeven door de voetstukken op welke de Koninklijke emblemata zyn neergelegd. Uit den aard der zaak van de blik, d'en men, eerbiedig buigende, op het Koninklyk galaat werpt, slechts zeer vluchtig zyn. Aan de zyde tegenover den iDgang, tusscben de zilveren candilabres, welke ook daarlangs de portiores zyn geplaatst, verlaat men de zaal Wegens de plechtige begrafenis van wiilen Z. M. Koning Willen III zal deze Courant a. s. Dondei lag- avond niet worden uitgegeven. De voor het nommer van Vrijdag bestemde Advertentiën gelieve men dus Woensdag zoo tijdig mos- lylc in te zenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 6