N°. 9436. Zaterdaiï SS Noyember. A0. 1890. jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nonuner bestaat uit TWEE Bladen. DE SCHEURKALENDERS Leiden, 21 November. DAGBLAD. PBJJ8 DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per poet.1.40. Afzonderlijke Nommen.0.08. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Tan 1—6 regel» 1.08. Ieder» regel bmt/<M7f Grootere letter» naar plaateruimte. Voor het in- easeeeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend. zijn voor onze Abonné's buiten de stad, aan ons Bureel nog morgen, Zaterdag, ver krijgbaar. Heden zyn aan de universiteit alhier be vorderd: de heer C. G. 't Hooft, geb. te Dordrecht, tot doctor in de staatswetenschap, met academisch proefschrift, get.„Bijdrage tot de toelichting van art. 238 Gemeentewet"; de heer W. J. H. Plate, geb. te Semarang, tot doctor in de rechtswetenschap, met aca demisch proefschrift, get.„Eenige opmerkin gen naar aanleiding van art. 39 Wetboek van Strafrecht", en de heer C. Van der HoeTen, geb. te Heenvliet, tot doctor in de geneeskunde, met academisch proefschrift, get.: .Kroon- en brugwerk (crown- and bridgework)." De hoeren G. E. A. Broese van Groenau en W. Van Krimpen werden heden door de alhier zitting houdende geneeskundige staats commissie toegelaten voor het eerste gedeelte van het arts-exameD. Hot bestuur van de LeidBche Studenten- roeivereeniging ,Njord" bestaat thans uit de heeren J. JE. Van Kheede v. d. Kloot, praeses E. S. J. M. A. Fraser, ab-actis, en K. De Lint, quaestor. Tot eere-lid van de Leidsche Studenten- carrousel-vereeniging is benoemd de heer P. B. J. Keeling Brouwer. „Pro Patria" heeft bedankt voor het lid maatschap van den Nederlandschen Weer- baarheidebond en zal in het voorjaar van 1891 op later te bepalen dagen een huishoudelijk concours houden. In de gisteren gehouden zitting der algeméene synodale commissie der Nederl. Herv. Kerk, bracht de heer Koch, overeen komstig de hem verstrekte opdracht, het ontwerp ter tafel van den zoogenaamden col- lectebrief, de uitnoodiging behelzende aan de kerkeraden tot het houden der gewone jaar- lyksche inzameling ten behoeve van het fonds voor de noodlijdende kerken en personen. Het dankzegging aan den redacteur werd het ont werp goedgekeurd. Van het provinciaal kerkbestuur van Zuid- Holland waren verschillende stukken betref fende de doleantie te Noordwyk aan Zee inge zonden ter kennisneming. Zij werden met dankzegging voor kennisgeving aangenomen. Dit was ook het geval met het afschrift van eene uitspraak in hooger beroep, gedaan door het classicaal bestuur van Leiden, in zake een lidmaat te Leiden. Men meldt ons heden uit Apeldoorn: In 's Konings toestand is weinig verande ring te bespeuren. Zijne stem klinkt echter weder tamelijk luid, zoodat dit aanleiding geeft iat men toeneming van krachten verwacht. Tweede Kamer. In de heden gehouden zitting werd met 44 tegen 22 stemmen het voorstel Van Kerkwijk aangenomen. Dinsdag zal niet begonnen worden met de kiestabel, maar met de Indische begrooting. Ds. J. W. Unger, te Katwijk aan den Rijn, is beroepen naar de Ned.-Herv. gem. te Oostkapelle. Gisteren had bij de Ned.-Herv. gemeente te Benthuizen de gewone jaarljjksche verkie zing plaats van één kerkvoogd en twee nota belen. Als kerkvoogd werd herkozen de heer J. Bogaards; tot notabelen werden gekozen de heeren Johs. Van Dorp Mzn. en A. A. Van Velde. Do openbare verkooping van de handwerken der liandwerkschool heeft opgebracht een» som van 26. De collecte, gehouden ten behoeve van noodlijdende kerken en personen, heeft bedra gen 4.32. Het „Vad." kan met zekerheid mede- deelen dat in Den Haag reeds sedert gerui- men tijd pogingen worden gedaan om aldaar eene grootsche inrichting tot stand te brengen, waarin lijders aan tering, aan bloedarmoede, ziekten der ademhalingsorganen enz. zullen kunnen worden behandeld. Binnenkort zullen die plannen, welke alle kans van slagen hebben, publiek worden ge maakt. Het comité heeft in de onmiddellijke nabijheid van Scheveningen eene voor het Sanatorium uiterst geschikte plaats gevonden. De gunstig bekende Belgische schilder Frantz Van den Hove te Diest zal de volgende maand op de „Momus"-tentoonstelling te Maastricht inzenden drie prachtige stadsge zichten uit Venetië: lo. het inwendige der basiliek San-Marco; 2o. de binnenplaats van het Dogen-paleis, en 3o. het kanaal der Grie ken. Aan deze tentoonstelling wordt vooral van Belgische zijde een groot succes toegeschreven. De gemeenteraad van Haarlem heeft be sloten tot opheffing (met Januari) van de ge meentelijke gymnastiek school. Bij koninklijk besluit van 19 dezer is de officier van gezondheid 1ste kl. dr. L. L. Plantenga, van het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht, thans op non activiteit, op zijne aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1495 's jaare, ingaande met de dagteekening van dit besluit. By het departement van financiën benoemd tot referendarissen de heeren J. Drielsma, controleur der belastingen te Maastricht, en C. Fledderus, hoofdcommies, en tot adjunct commiezen mr. C. O. Sogers, van Leiden, mr. H. Beyen en H. L. De Boer, laatstge noemde thans surnumerair b(j de registratie en domeinen. S<uden(en-Tooneel. Het was gisteravond voor de oerste maal gedurende dit seizoen, dat Minerva's zonen hunne beschermvrouw en schutsgodin ver lieten om hunne diensten aan te bieden aan Thalia en Melpomene, of liever uitsluitend aan de eerste, aan de muze van het blijspel; veel kommer of ellende hebben zy ons niet doen aanschouwen, zy hebben ons geen tra nen ontlokt; integendeel, zy hebben steeds en by allen een gullen, hartelyken lach in het leven geroepen. Den steun, de kracht tot het weergeven van dezen humor hadden zy gevonden in den by uitstek geestigen blyspel- fabrikant Labiche. Het eerst gaf men ons „Hy heeft haast" van dezen auteur. Niet bepaald gelukkig kan de vertolking van dit lever de rideau genoemd wordOD. Pontbichet en Dardard waren op vreeselpke wyze behept met de Bühnenfieber; buitendien waren zy hunne rollen niet volkomen meester; de vragen en antwoorden pakten niet altyd en daardoor vlotte het geheel niet. Dardard toonde niet genoeg de waarheid zyner woor den: „Ik heb haast." Het meest beviel ons Colardeau; het komische van deze rol gaf hp zeer goed weer. Beter beviel ons „Fluweelen handjes". Hier waren enkele krachten, welke ons be paald bewondering afdwongen. In de eerste plaats onze oprechte hulde aan Courtin, den koopman in merg en been, den pverigen werk man, bezield met eene diepe verachting voor het individu, dat zyn tyd in ledigheid door brengt. Karakteristiek zyn dan ook zyne telkens herhaalde uitroepingen„Ledigheid is de moeder van alle kwalen" en „de arbeid is 't fondament, waarop onze maatscbappy steunt". Deze gedachten, hy uit zo niet alleen, ze werden door hem getypeerd en verpersoon- lykt; het snel heen en weer loopen, de korte afgebroken epreekwyze, het krachtig uptred6n, dat alles was zeer waar en vol natuur. Ook zyne grime verdient een byzonderen lof. Aan dezen acteur ongetwyfeld de eerepalm van den avond I Eene schrille tegenstelling met hem vormde zyn schoonzoon, George De Vatinelle, de fainéant by uitnemendheid, de man, die by elk woord, by elk gebaar op onwederlegbare wyze te kennen geeft, de stelling te huldigen van Galathée's slaaf „Ah, qu'il est doux de ne rien faire". Ook deze rol kwam uitstekend tot haar recht. De beide contrasten werden zoo stork moge- ïyk gekleurd. Was de yverige koopman steeds in zenuw achtige beweging, de schoonzoon bleef zyne kalmte en bedaardheid behouden, zelfs in de meest spannende oogenblikken, zelfs als hy door vader en vrouw valscbelyk beschuldigd wordt nóg eene „beminde" te hebben. Ook hier waren spraak, uiting en beweging zeer goed gezien en uitstekend volgehouden. Als derde in het verbond gunnen wy gaarne de plaats aan Chavarot, den boulevardier, den minnaar van do schoone Coralie, den man, die een ryk meubilair voor zyne dulcinea koopt, gebruik makende van den naam van een vriend. Ook deze acteur leverde ons eene recht vermakelyke schets van zulk een individu, zonder daarby in charges te vervallen, waartoe deze rol zoo gemakkeiyk aanleiding gaf. Vooral zyn verhaal over het door hem ge fingeerd duel en het „neem me niet kwaiyk, mypheer, ik ben gepresseerd", werd kranig gezegd. De kleine rol van Debrazures was in uit stekende handen. Het eenvoudig burgermanneko met de halve fle8ch champagne in zyn zak, ten einde zyn gastheer op zyne beurt na het oind van het dejeuner te onthalen, was geheel naar waar heid geteekend. De beide dames Adèle, echtgenoote van George De Vatinelle en hare zuster Anna, had den wel den zwaarsten denkbaren stryd te stry- den en dit met hun eigen geslacht. Zy hobben met kracht, met onverpoosden y ver, zelfs met talent geworsteld, maar de overwinning niet kunnen behalen. Toch verdienen zy onzen lof voor hetgeen zy „faute de mieux", of liever „de meilleures", hebben gegeven. De lange pauzen werden opgevroolykt door onze jeugdige a. s. zeehelden, die ons tal van vaderlandsche liederen ten beste gaven. Een der leden van verdienste bereidde ons daarna eene aangename verrassing. Hy declameerde een paar echt geestige monologen, getiteld „La mouche" en „Les écrevisses en cabinet particulier". Wy weten niet wat het meest in dezen recitator te pryzen, óf de gemakkelykheid, het vloeiende van zyne voordracht, óf den humor, dien hy er in wist te leggen. Elk woord was goed komisch gedacht, elk gebaar duideiyk en verstaanbaarhet was dan ook een bepaald genot, waarop wy niet hadden gerekend en dat ons dus dubbel aangenaam was. „Les écrevisses en cabinet particulier" diende ongetwyfeld als voorrede van het laatst op te voeren blyspel „Een kritiek geval". Ook dit werd met den noodigen gloed en warmte voorgedragenook dit mocht zich in een enorm succes verheugen. Hier aan allen, aan Paul, aan Saturnin en Matthieu onze oprechte hulde. Allen hebben het hunne er toe bygedragen tot het doen welslagen van deze aardige, voor genoodigde jonge meisjes misschien wel wat gewaagde, farce. De acteurs en actrices werden bekroond met tal van kransen en bloemen, eerbewyzen, waarop de jeugdige dilettanten volkomen recht hadden. Wy houden ons overtuigd de tolk van allen te zyn, indien wy hen by dezen onzen oprechten dank brengen voor den genotvollen avond, gisteren Lsidens ingezetenen aange boden. Mr. L. H. In Den Haag op 20 Sovembcr. Reeds geruimen tyd vóór het aangekondigd» uur één uur waarop de stoet, die H. M. de Koningin-Regentes zou begeleiden, hadden zich duizenden menschen geschaard langs de straten, welke volgens het programma zouden, worden gevolgd. Op het plein vóór het Paleis stonden een paar compagnieën grenadiers opgesteld, terwyi ter rechter- en linkerzyde van den ingang van het Paleis, de stafmuziek van het regiment en de tamboers waren geplaatst. Precies te 1 uur verliet de Koningin-Re gentes, onder het gebulder van het kanon, het Paleis en steeg onder de tonen van het „Wilhelmus van Nassauen" in hot gesloten Koninklyk rytuig, met zes paarden bespannen. Vervolgens stelde de stoet zich in beweging. Langs den geheelen weg van het Paleis tot het Binnenhof werd de Koningin-Regentes door de menigte eerbiedig gegroet. Hare Majesteit boog minzaam terug. De drukte in de straten was ontzaglyk; zelfs stelden sommigen zich tevreden met een plaatsje op de daken. Toch heerschte er eeoe kalme stemming ondpr de menigte, die zich van alle toejui chingen onthield. De Troonzaal vulde zich tegen halféén met de leden der beide Kamers, allen in ambts gewaad, vier uitgezonderd, (de hoeren Schaep man, Heldt, prof. De Geer en Oktna) en met de toeschouwers op de tribunes. Zoowel de gereserveerde als de publieke tribune waren propvol, zoowel van dames als van heeren. 't Klinkt schier ongeloofiyk, maar reeds om 8 uren dezen ochtend stonden de eerste bezoekers op het Binnenhof voor de deur van de trap, die naar de zitplaatsen voor het publiek leidt en ook de meer bevoorrechten, zy, die eene plaats hadden gekregen in de groote loges, de journalistentribune en de gereserveerde, wachtten geduldig hel oogen- blik af, dat de toegang tot de vergaderzaal zou worden ontsloten. Eindelyk, daar ging de schel van den pre sident en de wachtenden stroomden naar alle zyden de zaal binnen, die in minder dan een oogwenk van de menigte overliep. De Troonzaal vertoonde zich in een gewaad, passende voor do plechtigheid en ingericht naar de meerdere ruimte, heden benoodigd. Zooals gewooniyk, was uit het beschot aan de rechterzyde het middenvak weggenomen en waren de treilen tusschon de zitbanken verdwenen onder een hellenden houten vloer, die gemakkeiyk was te beloopen en met een kostbaar tapyt bedekt was. Onder den troonhemel strekte zich een breed podium met drie treden uit, geheel over trokken met rood fluweel, dat aan de randen van de trappen met goud was gegalonneerd. De Koninklyke zetel, waarop Z. M. gewoon iyk plaats neemt, stond vooraan op die estrade, en ter linkerzyde daarvan een vergulden fau teuil in heraldieken styi overtrokken met een zyden stof van oranje, gebloemden rug en dea zetel bedekt met den klimmenden Holland- schen Leeuw. Deze fraai gestyleerde stoel was bestemd als zetel voor H. M. de Koningin Regentes. De zaal kreeg langzamerhand een leven diger aanzien door de uniformen en kostumes, die in bonte pracht, en schitterende van het •goud, afwisselden. Ook de diplomaten-loges werden bezet en nu en dan kreeg men den vertegenwoordiger van een der mogendheden in zyn schitteren den galarok te zien. Te één uur maakten de leden van den Raad van State hun intocht door de zaal; met den waarnemenden vice-president, den waar- digen Van Reenen, aan het hoofd, nadat kort te voren de ministers, leden der Regeerir.g, zich onder de volksvertegenwoordigers hadden verspreid. Even één uur duidde de beweging in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1