«h 9416. Donderdag 30 October. A*. 1890. agourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Premie Leidsch Dagblad. Geschiedenis myner jeugd Leiden, 29 October. Feuilleton. GLÜCK AUF! LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT ▼•et Lalden per 8 meenden1.10. fr&nco per post1.40. AfJsondcrlgke NommersOM. PRUS DER AD VERTEN TlflN: Tm 1—6 regels 1.05. Iedere regel meor/O.lf*. Orootere letters neer pleeternlmte. "Voor het ta eesseeren buiten de atsd wordt 0.10 berekend. Oflicieele KeDnls^eyinjpen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden Gelet op art. 201 der Algemeene Politieverordening van den 6don November 1879, waarbij wordtbep»ald -dat ten minste tweemaal in het jaar, en wel eens dir het voor- en eens in bet najaar, op kennisgeving ^an Burgemeester en Wethouders, schoorsteenen en atookplsateen gereinigd moeten worden; Noodigen de ingezetenen uit a.an de bedoelde rei niging »an schoorsteenen en atookplaateen gevolg te geven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 38' Oet. 1890. E. KI8T, Seeretaris. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ier ftlgemeene. kennis dat door JOHANNES DE MOOY, ■te Leideo woonachtig, een verzoekschrift is ingediend •om vergunning voor den kleinhandel in sterken drank in het perceel Oude Bijn No. 138. Burgemeester en Wethonders voornoemd, Leidon, DE KANTEE, Burgemeester. ■29 Oct. 1800. E. KIST, Secrotans. Den Abonné'8 van het Leidsch Dagblad zal morgen, Konderda g, wederom eeri premle- bodiwcrk worden aangeboden, dat uitmunt door boeienden inhoud en duidolyken druk op fraai papier. Het ia de geschiedenis der jeugd van Hendrik Conscience, door dezen Vlaam- ecben letterkundige, wiens werken ook by ons te lande zoo buitengemeen gezocht zyn, •zeiven beschreven. Hoevele genoeglijke en genotvolle uren beeft CONSCIENCE mot zijne meer dan 100 romans en verhalen aan duizenden en nog eens duizenden bewoners van Noord- en Zuid- Nederland al niet geschonkenmaar hoe 'menigeen is er ook nog steeds onbekend mede, met welke tegenspoeden hij op zjjne harde levensbaan te kampen en welke vervolgingen b(j te verduren heeft gehad. Dat alles vertelt CoNscizxt is op zijne be- kendo, onderhoudende wijze; op zijn eenvoHdi- gen, ongekunstelden, zoo aantrekkoljjken toon, met oen gemoed, dat niettomiu vol dankbaar heid vervuld ie, waarin wrok geen plaats kon vinden. De beschrijving van het eerste gedeelte van z\jn leven, dat later zoo vruchtbaar werd, vormt eene geschiedenis, welke men van het begin tot hot einde met aandacht volgt. En op die belangstelling heeft een man als CONSCIENCE alle aanspraak. Vandaar dat de Uitgever ziine onder ieders bereik wil brengen, hetgeen met het oog op de nu langer wordende avonden niet anders dan welkom kan zijn. „Be Geschiedenis mijner jeugd" Is een boekdeel van 288 bladzijden en wordt voor onze Abonné's verkrijgbaar gesteld tegen den waarlijk germgen prijs van 30 cents ingenaaid en van lO cents gebonden in een inderdaad sierlijken band, met vergulde stempels. Z0F" -&1 a'^ nommer wordt de Bon afge drukt, waarmede de Premie morgen, tegen de vastgestelde voorwaarden, aan ons Bareel kan worden afgehaald. Heden is aan de universiteit albier de heer C. A- Eergsma, geb. te Falembang, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met acade misch proefschrift, get.: „Art. 895 B. W." Aan dezelfde universiteit is het doctoraal examen in de rechtswetenschap afgelegd door de heeren F. B. S. Van Leeuwen en M. C. De Vries van Heyst. Door mevrouw L. H. A. Van de Garde, weduwe S. Crommelin, alhier, wordt aan den gemeenteraad bericht dat haar zoon Samuel, leerling der late klasse op de Hoogere Burger school, opleiding behoeft om te zyner tijd te kunnen dingen naar eene plaatsing op de Militairo Academie; dat het daartoe noodig is dat haar zoon bij het verrichten van huis werk en b(j andere opleidingsatudiên ook bui ten de schooluren, zoo do.r leiding als door toezicht worde ter zijde gestaan; dat, na het overlijden van haren echtgenoot, die taak, thans op haar alléén rustende, ook ten gevolge van haren wankelenden gezondheidstoestand, hare krachten te boven gaat, en zij derhalve tot hot besluit is moeten komen haar zoon op eene kostschool te plaatsendat haar zoon daartoe 15 dezer naar Voorburg is vertrokken en derhalve van bet onderwijs op de Hoogere Burgerschool geen gebruik meer maakt. Redenen waarom adressante de vrijheid neemt beleefd te verzoeken haar van de be taling der drie overblijvonde kwartalen school geld voor de Hoogere Burgerschool wel te willen ontheffen. In antwoord op dit verzoek doelen B. eu Ws. den Raad mede dat er, huns inziens, termen bestaan voor eene gunstige beschik king, zoodat zy in overweging geven aan adressaDte vrijstelling of terugbetaling te ver- leenen var, schoolgeld voor haren zoon Samuel, leerling der Hoogere Burgerschool, over de laatste drie kwartalen van den cursus 1890/91. Aan den gemeenteraad is door de heeren W. Landzaat, G. CIoos, R. Pronk en J. Ro- manesko, hoofd-lnspecteur en inspecteurs van politie alhier, een adres gezonden, waarin zij te kennen geven dat in den laatsten tijd in verschillende plaatsen de positie der inspecteurs van politie door verhooging der jaarwedden aanmerkelijk is verbeterd; dat de dienst dier ambtenaren, als by alle gelegenheden het toezicht moetende uitoefenen, meer en meer zwaarder wordt, in Diet geringe mate ook door de hoogere eiscben van justitie en publiek, waardoor adressanten zelfs van den weinigen vrijen tijd nog iets moeten af zonderen ter bestudeering van een aantal wetten, ten einde op de hoogte te zijn van hnnne bevoegd- en verantwoordelijkheid; dat de goede uitslag van het door ben uitgeoefend toezicht, naar hunne bescheiden meening, in hoofdzaak te danken is aan het prestige over hot publiek, waarnaar hun particulier leven geheel moet zijn ingericht; dat dit echter by de tegenwoordige lang zame bovordering tot commissaris van politie, op den duur uiterst moeilijk is, te meer daar, in tegenstelling met andere gemeente-ambte naren, het hun ontzegd is om, op wolke wijze ook, het inkomen te verbeteren. Redenon waarom zil eerbiedig verzoeken, dat de jaarwedden van adressanten mogen worden herzien en verbeterd. Naar aanleiding van bovenstaand verzoek dealen B. en Ws. mede dat er hans inziens termen bestaan om op dit verzoek gunstig te beschikken. Inderdaad schijnt hun do tegenwoordige be zoldiging te gering, zoowel met liet oog op de zware diensten, welke van de titularissen worden gevorderd, als op den aard dier be trekking. B. en Ws. geven mitsdien in overweging te besluiten 'dat de jaarweddon der inspecteurs met f 100 worden verhoogd met Ingang van 1 Januari 1891 en mitsdien zullen bedragen voor den hoofdinspecteur ƒ1500, voorden tweeden en den derden inspecteur ƒ1300 en voor den vierden inspecteur f 500. Mocht dienovereenkomstig worden besloten, dan zal later een voorstel worden iDgediend tot wijziging van de organisatie, vastgesteld by Raadsbesluit van 4 October 1883. In haar Rapport omtrent de ontwerp- gemeentebegrooting voor 1891 stelt de com missie van financiën, in verband mot de in de afdeelingen gevoerde beschouwingen, met de Memorie van Antwoord en met hare eigen opmerkingen, verandering van eenige punten voor. Wat do inkomsten betreft, moeten vermeer derd worden: de plaatselijke directe belasting met 7000, do opbrengst van het collegegeld van de Oost-Indische inrichting met 90, die van het schoolgeld der Hoogere Burgerscholen met 125, de renten van kapitalen met 335, te zaraen ƒ7550. Daarentegen moet minder worden uitge trokken op de bijdrage van het Rijk in de kosten van het lager onderwijs 514, zoodat de inkomsten stijgen met ƒ7036. De uitgaven vermeerderen met 7336, nl. voor onderhoud der brandspuiten met ƒ700 (ten einde nieuwe brandslangen aan te schaffen), voor verhooging der jaarwedden van twee onderwijzers lager onderwijs met 200, voor onvoorziene uitgaven met 936 en voor renten van bijzondere geldleeningen met 5500. Eene verhooging van dezen poet, ter dek- kiüg van de rente eenor in dit jaar te sluiten leening, komt dor commissie met B. en Ws. wenscholijk voor. Ofschoon het bedrag van 5500 vermoede lijk zal blijken niet geheel bonoodigd te zijn, schynt haar voor eene lagere raming geen genoegzame grond te bestaan. Door geldleening moet worden gevonden Begrooting 1890 23,582, demping Binner.- vestgracht ƒ11,000, IJkkantoor ƒ5600. Gehoorzaal 152,550 en Gasfabriek 153,900, te zamen ƒ346,632. Daarentegen ls voor kapitaalsbelogglng be stemd: Begrooting 1890 ƒ8020, ontwerp-be- grooting 1891 ƒ99,826 en verkochte inschrij ving Grootboek ƒ32,666.72, te zamen ƒ140,512.72. Zoodat geleend zal moeten wor den ƒ206,000. Voorgesteld wordt niet te verhoogen den post der jaarwedden van den concierge en van de boden met 100, zooals was uitge trokken, en te vermindoren den post voor kosten van toezicht en invordering der plaat selijke belasting met ƒ200, te zamen ƒ300, zoodat de uitgaven vermeerderen Insgelijks met ƒ7036. Dientengevolge stijgt het totaal der geheele bogrooting, welke eerst in ontvangst en uit gaaf ƒ839,665 bedroeg, nu tot ƒ846,701. De winst der gasfabriek over 1891 wordt op ƒ63,459.66 berekond. De afdeeling Leiden en omstreken der Nederlandsche Haatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde heeft in hare gisteren gehou- Roman van E. "WERNER, 125) „Ga heen, Hartman! Myn man is niet bier, zooals ge ziet, en al kwam hy nu, dan zou ik u toch niet met hem alleen laten." „Waarom niet?" vroeg Ulrich langzaam, maar met een somberen oogopslag. „Waarom niet?" herhaalde hij ongeduldig, toen zy bleef zwijgen. Éugénie's openhartig, onverschrokken karak ter had haar al tot menige onvoorzichtigheid verleid, en ook thans dacht zy met aan de gevolgen, welke hare woorden wellicht kon den hebben, toen zy, hem vastberaden ln de obgen ziende, het gevaarlijk antwoord in den mond nam „Omdat uwe tegenwoordigheid reeds ééns een Berkow noodlottig is goweost." Hartman ontstolde en verbleekte. Eén oogen- blik schoen het alsof hy met zyne vroegere drift wilde opstuiven, maar zoover kwam het niet. Zyn gelaat bleef even strak en kalm en ziine stem even dof en mat. als zij gedurende het gansche onderhoud waren gewosst. „"at was het dus!" mompelde hij. „Nu, ik had wel kunnen denken, dat heteindelyk tot u zou doordringen!" De jonge vrouw was verwonderd over die kalmte, welke zy hier riet verwacht had en die haar niettemin onaangenaam aandeed; maar juist dit voerde haar tot een nog grooter waagstuk. Dien morgen had zy ondervonden, welk eene onbeperkte macht zy op hem uitoefende en ter wille van Arthur verlangde zy zeker heid te hebben, wie zijn tegenstander was. Zy vermoedde dat hij haar, zoo ook al nie mand anders, de waarheid zou ontdekken. „G(j weet dus, wat ik bedoel?" begon zy opnieuw. „Gy begiypt wat ik op het oog heb? Hartman, kunt gy de geruchten tegen spreken, welke omtrent die ongelukkige ge beurtenis in omloop zijn?" Hy sloeg de armen over elkander en staarde somber vóór zich. „En als ik hel deed, zoudt gy m(j gelooven?" Eugénie zweeg. „Zoudt gij mij gelooven?" vroeg hy nog eens, maar op een toon, alsof dood en leven voor hem van haar afhingen. Zu sloeg een blik op zyn golaat, dat dezelfde pyniyke spanning verried als zijne stem het was nog altyd doodsbloek, maar toch weer onbeschroomd naar haar toegekeerd. „Ik acht u in staat tot eene misdaad, als ge u door uwe drift laat medesleepen niet tot eene leugen." Ulrich loosde een diepen zucht, en deed, als om haar alle verdere vrees te benemen, nog oen stap achterwaarts. „Vraag dan maar, mevrouw! Ik zal u antwoorden." De jonge vrouw beefde inwendig, terwyl zy de band om de leuning van den divan klemdezy begreep al het gevaarlijke van zulk een gesprek met zulk oen man, maar toch deed zy de gewichtige vraag. „Men heeft aan myn echtgenoot gezegd, dat het niet er.kel een toeval is geweest, dat de touwen op dien ongelukkigen dag zijn ge broken. Wat was hst, Hartman?" „Het was toeval, of nog iets beters, als ge wilt het was Joon haar werken! Ónze cbef had eene verandering aan de hefmachines laten maken; ovenals alles wat hjj deed, alleen om in de behoefte te voorzien op do alge meens veiligheid was niet gelet. Wat kwam 't er op aan, of een paar honderd arbeiders, die hiermede in en uit de mynen moesten gaan, dag aan dag hun loven waagdeu? Hot dubbele en driedubbele werd er van gevor derd, de zwaarste lasten werden er mede opgeheschen, totdat de straf dan ook oindolyk niet uitbleef - alleen trof zjj ditmaal geene mynwerkers, maar mynheer zelf. 't Was niet de hand van een mensch, movrouw, die de touwen juist op dat oogenblik liet breken, toen ze hem dragen moestenen de mijns was het wel het allerminst Ik zag het gevaar aankomen wy waren juist by de voorlaatste galerjj. Ik waagde den sprong en hem „Hem stiet gfl naar beneden T' viel Eugénie hem ademloos in de rede, toen hy plotseling zweeg. „Neen! Maar ik liet hem vallen. Ik had hem kunnen redden, als ik 't gewild had. Eene halve minuut had ik er nog den tyd toe gehad. Wel was myn eigen leven hier mede gemoeid; hy kon my met zich naar beneden rukken, als ik hem te hulp kwam, en voor ieder myner kameraden, voor ieder der beambten had ik dit gewaagdvoor dien man kon ik 't niet. Plotseling schoot het mjj door de ziel, hoeveol onrecht hy ons had aan gedaan. en dat hem nu overkwam, waaraan hy ons dagelyks had blootgesteld, om geld te sparen, en dat ik den Hemel niet mocht tegen werken, als deze ditmaal eens by uitzondering rechtvaardig wilde zyn. Ik etak geene hand uit om hem te redden, hoe hy ook schreeuwde, en het volgend oogenblik was het al te laat de bak stortte naar beneden en hy met hem!" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1