N9. 8407. 3'! :ï:t SO öcto?iei' A®. 18S0. <§eze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en <§eestdag^n, uitgegeven. Uit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Wint er dienst. Leiden, 18 October. Feuilleton. CLÜCK AUF! PRIJS DEZER COURANT: Toor Leiden per S meenden-f 1,10. Franco per post.....1.40. ▲ffeonderlgke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regale ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17|. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het in- oaeeeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. Op de dienstregeling van spoor wegen, trams en booten, den abonné's van het Leidseh Dagblad aangeboden, gelieve men aan te teekenen dat de uren van vertrek van Lelden der SToordwijksehe Stoombootmaatschap pij, die z(Jn van Noordwijk, en omgekeerd. OfUcieele Kennisgevingen. Burgemeester en "Wethouders van Leiden; Gezien do wet van 28 Juni 1881 (Stsbl. No. 102) tot herziening van de artikelen 264, 265 en 266 dor Gemeentewet Brengen ter kennis dat het lste suppletoir kohier der plaatsel. dir. bel., dienst 1890, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der gemeente (finan- tiëele afdeeling) voor een ieder ter lezing is neder- gelegd, en dat elke aangeslagene binnen drie maanden na de uitreiking van het aanslagbiljet tegen zijnen aanslag bezwaren bij verzoekschrift, op ongezegeld papier, aan don Gemeenteraad kan inbrengen, terwijl de belanghebbende binnen dertig dagen na de mede- deeling van 'sRaads beslissing, bij de Gedeputeerde Staten dezer provincie in beroep kan komen, wordende tevens de verplichting tot het betalen van den aan slag door het indienen van bezwaren en het instellen van beroep niet opgeschort. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeosttr. 18 October 1890. E. KIST, Secretaris. De Voorzitter van den Raad der gemeente Leiden Brengt bij deze ter algemeene kennis, dat de verkie zing van een lid van den Gemeenteraad, ter vervul ling van de vacature, ontstaan door de benoeming van den beer Mr. N. L. J. VAN BUTTINGHA WICHE11S tot Gemeente-ontvanger, zal plaats hebben op Dinsdag den 2">sten November 1890, vsd des voormiddags negen tot des namiddags vier nren. Leiden, Do Burgemeester voornoemd, 18 October 1890. DE KANTER. Door de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten Generaal zyn gisteren benoemd tot rapporteurs over de hierna te noemen hoofd stukken der Staatsbegrooting voor 1891VIII {Oorlog en Vestingbegrooting), de hoeren Rooseboom, Van Lóben Seis, Royaards, Van Vlijmen en Schepel; IX (Waterstaat en Spoor- wegbegrooting) de heeren Bevers, Oppedyk, Van Gyn, Van Velzen en Geertsema; en X (Koloniën) de heeren Mackay, Micbiels Smidt, Van Asch van Wyck en Smeenge. Het onderzoek der Staatsbegrooting is af- geloopen. In de raadsvergadering der gemeente Rijnsburg is de begrooting van inkomsten en uitgaven voor 1891 vastgesteld in ontvangst en in uitgaaf op een bedrag van ƒ9003.745. De schoolquaestie is ten einde gekomen. Twee der drie openbare scholen zijn onder nadere goedkeuring van heeren Gedeputeerden opgeheven en het onderwijzerspersoneel aan de school welke zal in stand blijven, ia ver minderd met den onderwijzer. Van de beide hoofdonderwijzers aan de opgeheven scholen, wordt er één op wachtgeld gesteld en de ander gepensionneerdde drie onderwijzers zullen hetzelfde lot als een der hoofdonder wijzers ondergaan, namelijk op wachtgeld gesteld worden. Dit alle3 zal 1 Januari a. s. geschieden. Voor het onderhoud der straten, waarvoor in 1889 en vorige jaren altijd ƒ800 werd uitgetrokken, is thans niets uitgetrokken. De hoofdelijke omslag is met 2500 verlaagd, zoodat die nu nog ƒ1500 bedraagt. Te Gouda werd gisteren het 25-jarig bestaan der Rijks hoogere burgerschool fees telijk herdacht. Daartoe had zich des middags te 2 uren in de RomonstraDtsche kerk eene groote schare belangstellenden vereenigd, waaronder de meeste autoriteiten, op uitnoo- diging van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, wier voorzitter, mr. Van Bergen IJzendoorn, met een enkel woord de groote diensten in berinnering bracht, die de gemeente aan de hoogere burgerschool was verschuldigd, waarop dr. W. Julius, directeur der school, eene feestrede hield, waarvan, onder herinnering aan Von Humboldts gezegde: „L'homme naquit pour être reconnaissant", dankbaarheid de grondtoon was, waartoe alle reden was, volgens spr., én voor de burgerij van Goud3, èn voor de ouders dor jeugd, ön voor de leeraren èn voor vroegere on tegen woordige leerlingen. Spr. schetste daarbij in korte trekken de geschiedenis der school en wees er op, hoe zij langzamerhand gekomen was tot haren tegenwoordigen bloei. Mr. Van Bergen IJzendoorn sprak vervol gens een hartelijk woord van waardeering tot dr. Julius voor zijne groote toewijding. In den aanvang bestonden er vele vooroor delen tegen de school, en ook b(j spr. was wel eens de vrees opgekomen of zij wel zou beantwoorden aan de verwachting, doch dank zij den ijver van dr. Julius en de overige leeraren, van wie, behalve eerstgenoemde, de heeren Bertelman en Steenbergen thans ook 25 jaar hunne betrekking vervulden, is de school nu populair geworden. Spr. bracht daarvoor allen hartelijk dankNadat spr. ook nog de leerlingen had toegesproken, voerde een hunner, L. C. G. Douwes Dekker, het woord en bood den heeren Julius, Bertelman en Steenbergen, namens de leerlingen, ieder eene fraaie gravure aan. Namens de leeraren sprak daarop mr. J. Fortuyn Droogleever, die ook de groote verdiensten in herinnering bracht van mr. Van Bergen IJzendoorn, ten opzichte van het middelbaar onderwijs daar ter stede. Van de zijde van dr. Julius volgde nog een warm woord van erkentelijkheid, waarop mr. Van Bergen IJzendoorn de bij eenkomst sloot. Des avonds werd in de sociëteit „Ons Ge noegen" het feest op gezellige wijze voort gezet; de dag van 17 October 1890 zal in Gouda nog lang in aangename herinnering blijven. Door het gerechtshof te Amsterdam is, ter vervulling van eene vacature van raads heer in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr. W. F. Van Deinse, vice-president der arrond.- rechtbank te Zwolle; mr. W. A. L. Domis, vice-president der arrond. rechtbank te Am sterdam en mr. S. Sleeswijk, rechter in de laatstgemelde rechtbank. De minister van oorlog beeft goedge vonden te bepalen, dat ook gedurende den aanstaanden winter weder onderricht in de rf]kun9t zal worden gegeven aan officieren van onbereden wapens en diensten, in de gar nizoenen, waar zich bereden corpsen bevinden. Bovendien zal aan sommige officieren, die niet in zoodanige garnizoenen verblijf heuden, door bet maken van dienstreizen daartoe de ge legenheid worden gegeven. In de jaarlyksche algemeene vergadering der Zuiderzee-vereeniging is door den voor zitter, den beer Buma, een overzicht gegeven van de in het afgeloopen jaar volbrachte werkzaamheden en de nagedachtenis gehul digd van de overleden bestuursleden Lewe Quintus, Van Erckelens en Bouvy. In hunne plaats werden benoemd de heeren J. F. Bakker, J. A. Van der Breggen en Hulst, te Gene muiden. Blykens medodeeling van den pen- pingmeester sluit de rekening met een saldo van ƒ23.280. De ontvangsten beliepen 45,648, de uitgaven 22,368. De begrooting voor het volgend jaar, sluitend in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van ƒ15,150, werd, evenals de rekening over het afgeloopen jaar, goed gekeurd. De „Vereeniging voor handel en nyver- heid," te 's-Gravenbage, heeft zich tot den minister van waterstaat, handel en nyverheid gewend met een adres, waarin zy met be trekking tot het wetsontwerp op de poste- ryen verzoekt daarin op te nemen de heffing van een plaatselyk port ad 2'/i cents voor brieven tot een maximum-gewicht van 15 gram; het plaatselyk port voor gedrukte circulaires, pryscouranten enz. te verminderen tot '/j cent voor een maximum-gewicht van 25 gramde bestaande bestelkaarten voor den boekhandel, welke tegen een port van 1 cent kunnen worden verzonden, voor den handel in het algemeen te willen invoeren; voor|het aanteekenen van brieven en stukken zonder waards een recht ad 5 cents aan tejnenei, en het postverkeer met de Nederlandsche koloniën en bezittingen op milde wyze te regelen. Voor het examen ter verkryging van den rang van apothekersbediende, dat te Kampen voor de tweede maal in dit jaar (naar wy meenen in het laatst van November en het begin van December) zal worden go- houden, hebben zich 56 candidaten aangemeld: 28 mannelyke en 28 vrouwelyke. De heer T. N. Crousaz, predikant te Kralingen, heeft verzocht benoeming tot ge- iyke betrekking in Oost-Indiê. De minister van justitie heeft gisteren voor enkele dagen de residentie verlaten, zich begevende naar Gelderen, boven Zevenaar. Blykens een by het departement van marine ontvangen bericht, is Zr. Ms. schroef- stoomscbip „Sommelsdyk", onder bevei van den kapitein-luitenant ter zee G. H. Van Steyn, den 16den dezer weder van St.-Vincent ver trokken. Het nieuwgebouwde stoomschip „Prins Hendrik" vertrok 17 October van Glasgow naar Amsterdam; de „De Carpentier", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 17 Oct. van Brest, na aldaar de schade te hebben hersteld de „Borneo", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 17 Oct. te Padang; de „Amster dam" ia 17 Oct. van Amsterdam te Nieuw- York aangekomende „Prinses Amalia," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 18 Oct. te Suez; de „Prins Frederik Hendrik" arriveerde 14 Oct. van Amsterdam te Para maribo en 17 Oct. van daar te Demarara; de „Prins 'Willem II" vertrok 12 Oct. van Paramaribo naar Amsterdam; de „Voor waarts," van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 18 Oct. Dungeness. Thermometerstandgisteravond om 8 uren 9.5° O. 49.1° Fahrenheit; hedenmorgen om 8 uren 9' C. 48.2' F.; 'a middags 12 uren 11° C. 51.8° F.; 's namiddags 4 uren 12° C. 53.6° F. Roman van E. WEENER. 110) „De sneltrein naar M. is al voor een halfuur vertrokken," viel Koenraad hem in de rede. „En hoor, daar scbynt het rytuig juist van het sta'ion terug te komen, 't Is dus in elk geva. te laat." Inderdaad hoorde men het rytuig, waarvan de jonge vrouw zich ongetwyfeld bediend had, het koetshuis binnenryden. De baron begreep thans ook, dat het te laat was en stortte nu al zpn toorn op Koenraad's hoofd uit. Hy gaf dezen de schuld van alles; door zyne dwaze loftuitingen op zyn zwager en zyne overdreven berichton van diena toestand had hy Eugenie's medelyden zoozeer gaande gemaakt, dat haar geweten, of liever een verkeerd opgevat gevoel van plicht haar aandreef, zich zoo schieiyk mogeiyk naar haren echtgenoot te begeven, alleen omdat zjj hem ongelukkig waande; en was zq eens daar, wie kon dan vooruit zeggen, dat er niet eene volkomen verzoening zou volgen, als Berkow egoïstisch genoeg was het hem geboden offer aan te nemen? Maar Windeg nam zich niettemin voor, de scheiding, ondanks alles, door te dryven. De zaak was nu een6 op touw gezetde rechter had alles reeds in handen en Eugénie zou en moest tot rede worden gebracht. Hy, de baron, wilde wel eens zien, of hy zyne vaderlyke autoriteit niet meer kon laten gelden, al schenen twee zyner kinderen hier trof een verpletterende blik den armen Koenraad, die voorshands alleen tegenwoordig was deze ten eenenmale te minachten. Koenraad liet den ganschen storm allengs uitwoeden, zonder een enkel woord terzyner verdediging aan te voerenhy wist by onder vinding, dat dit het beste middel was. Met gebogen hoofd en neergeslagen oogen scheen hy inderdaad hartgrondig berouw te gevoelen over zyne lichtzinnige mededeelingen en het onheil, dat hy hierdoor had aangericht. Toen de baron echter, nog buiten zichzelven van drift, het salon verliet, om over die „alleron aangenaamste geschiedenis" in zyne eigen vertrekken verder te mokken, sprong de jonge officier plotseling op, terwyl de overmoedige uitdrukking van zijn prettig gezicht en lachende oogen voldoende bewees, dat de vaderlyke toorn hem vry onverschillig had gelaten. „Morgen vroeg is Eugenie by haren man!" zeide hy tot zyne beide broeders, die hom thans met vragen bestormden. „En laat papa het dan maar beproeven, met zyne vaderlyko autoriteit en gerochtelyke bemoeiingen daar- tusscben te komen! Arthur zal zyne vrouw wel stevig vasthouden, als by maar eerst weet, dat zy wezenlijk zyne vrouw wil zyn; tot hiertoe wist hy dat nog niet. Wat ons betreft en dit zeggende wierp Koenraad een eenigszins bezorgden blik naar de deur, waarachter zyn vader was verdwenen, „wy zullen nog wel acht dagen lang een storm moeten trotseeren, en de ergste zal nog aan komen, als papa begint te merkeD, hoe de zaken eigeniyk tusachen hen beiden staan, en dat er van iets geheel anders sprake is, dan alleen van geweten en plichtsbetrachting, maar daarentegen zal Arthur zich nu in zonneschijn koesteren en zóó, met Eugénie aan zyne zyde, zal by er zich wel doorslaan. Van dat scheidingsproces zyn we nu. Goddank ontslagen, zoowel als van al den omhaal, die er by behoort en wie uwer nu nog één woord ten nadeele van myn zwager durft zeggen, die krygt met my te doen!" XIX. Het was nog vroeg op den voormiddag van den daarop volgenden dag, toen de postwagen, die zooeven den weg van M. naar de Berkow- sche bezittingen had afgelegd, by den ingang van het dal stilhield, waar de bergwerken lageD, waarvan men de eerste huizen reeds op eenigen afstand voor zich zag. „Doe het niet, mevrouw," zeide de koetsier, terwyl hy zich achterover boog en het woord tot iemand in den wagon richtte. „Keer liever weer met my om, zooals ik u al op de laatste pleisterplaats voorstelde. Daar zeiden ze het ook al, en van den boer, die ons zooeven tegenkwam, heb ik 't ook gehoord. Vandaag zal 't daar ginds op de bergwerken moord en doodslag geven; uit al de dorpen zyn de arbeiders vóór dag en dauw al komen aan rukken en nu verwacht men eene klopparty van belang. Ik kan u met den besten wil van de wereld niet naar het Huis brengen paarden en wagen zou ik or by kunnen in schieten. Als ze daar ginds eens aan het muiten zyn, ontzien zo vriend noch vyand. Ge zult toch niet juist vandaag daarheen moeten; wacht liever tot morgenI" De jongedame, die geheel allee'; jn yen wagen zat, antwoordde niet, me;ar opende het portier en steeg uit. „Ik kan niet wachter,^' zeide zy ernstig, „maar ik wil u en uw rytuig ook niet in ge vaar brengen, Dat k'wartier afstands zal ik wel te voet Iriinnen afleggen. Keer maar om." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1